mmm mm De nationale insclirijving in Frankrijk. Op de volgende wijze bespreekt de heer Ratisbonne, in het Journal des débats, de nationale inschrijving tot bevrijding van het grondgebied in Frankrijk „Sedert eenige dagen heeft zich een edelmoedig denk beeld van de gemoederen en de verbeelding der Fran- schen meester gemaakt, dat veel hooger staat dan de bekrompen woelingen der partijen, omdat het de spoe dige bevrijding van het grondgebied ten doel beeft. Men kan niet anders dan er zich door getroffen gevoelenhet toejuichen en er zich mede vereenigen. Men kan zich slechts over éene zaak verwonderen, n. 1. dat dit denk beeld zóo plotseling is ontstaan, evenals een vuurpijl die plotseling tot een ontzaglijke hoogte opstijgt. Moge het biijken meer levenskracht te hebben dan een vuur werk dat zich slechts even vertoont. „Na onze rampen hadden wij geen ander doel moeten hebben dan onze bevrijding. Wij hadden aan niets moeten denken dan aan den vijand die onze handelin gen belemmert, door onze grenslanden te bezetten. Al vorens te twisten over de inrichting van onze huishou ding, alvorens zelts die ^huishouding te willen stichten, alvorens te disputeeren over de staatsregeling, waaronder wij willen leven, den regeering3vorm dien wij zullen kie zen, over het borstbeeld waarmede wij onze schoorsteen mantels zullen versierenover het vaandel dat wij uit onze vensters zullen steken, moesten wij slechts éene ge dachte hebben, moesten wij al onze krachten tot éen zelfde doel vereenigen: den vijand, die is binnengedrongen, buiten onze grenzen te werpen. Dat was onze heilige taakzij vroeg, zij eischt ook nu nog, niet alleen offers in goud en zilver, maar een nog veel zwaarder offerver daging van onze oneenigheid, onze wraak, onzen haat. Wij geloovea dat de kleine, maar zoo aandoenlijke gift, ons gezonden door de bevolking die door het tractaat van Frankfort van het vaderland is afge scheurd, het nationaal gevoel heeft doen ontwaken. Thans i3 iedereen aan het werkmen verschilt in de middelen, maar het doel is hetzelfdebevrijding van Frankrijk. Het middel dat op het oogenblik de voor keur schijnt te verwerven is een nationale inschrijving. Dit is een middel dat een beroep doet op onze edel moedigheid, terwijl het ons veroorlooft onzen hoog moed te voldoen. Nog is het er om te doen „Europa en de wereld in bewondering te brengen!" Sommige dagbladen stemmen met ons in cn zij vinden weerklank. Wij hebben ons nog niet geheel hersteld, anders zouden wij met de bezadigdheid die aan onzen toestand en na zooveel bedrogen illusieB ons past, van deze bewe ging die deze eigenliefde evenzeer opwekt als onze vader landsliefde, zeggen, dat zooveel grootheid ons bijna niet meer voegt! „Men heeft zelfs niet gevraagd of de beste weg werd ingeslagen om de wereld in bewondering te brengenik wil zeggen om tot de geheele aflossing van onze schuld te gerakenwant als wij daartoe door het voorgestelde middel niet komen, en slechts een klein gedeelte bijeen brengen, dan zal de wereld ons volstrekt niet bewonde ren, en misschien zullen wij zei ven verlegen wezen* Heeft men wel bedacht, dat hot hier niet eenige mil- lioenen maar duizende millioeneu gold? Heeft men zich wel eene voorstelling gemaakt wat 3 milliarden zijn? Het is eene hoogte van 300 meters van op elkander ge stapelde biljetten van 1000 francsdat is 8 of 9 maal de hoogte van de kolom van Vendóme indien hij overeind stond. Ziedaar eene voorstelling die een denkbeeld kan geven van de som die moet worden bijeengebracht. Ge looft men die door de voorgestelde inschrijving te verza melen? „O, wij wetendat het niet zal ontbreken aan edel moedige gevers, aan opoffering, aan grootmoedigheid zelfs, maar het egoïsme zal evenmin ontbreken. Er zijn vaderlandslievende menschen die zich vrijwillig van alles zouden berooven, om het ongelukkige, overwel digde Frankrijk vrij te koopendie alles zouden geven en voor zichzelven niets zouden overhouden dan hunne tranen, maar er zijn ook andere lieden die al hunne tranen zullen geven, doch huu geld zullen behouden. Ge durende jaren is er ijverig voor den Pieterspenning opge zameld door de kerk, die in dat opzicht almachtig is, omdat zij een beroep doet op het geloof, en wat heelt het gegeven? Met groote moeite zijn eenige millioenen bijeengezameld. Voor het vaderland zal meer, veel meer worden gegeven. Wij wenschen het, wij gelooven hot ook,maar 3 milliarden? „Het is moeilijk om met het enthusiasme te redenee ren; als men de werkelijkheid tegenover de illusies stelt krijgt men den schijn van minder dan anderen door drongen te zijn van den vaderlandslievenden gloed. Maar hebben die illusies ons reeds geen kwaad genoeg berokkend, om vooreen weinig impopulariteit niet terug te deinzen, als meD zijnen medeburgers de waarheid moet zeggen? Wij noemen het vaderlandsliefde, waar- beid te spreken. Welnu wij vreezen, wij erkennen het, dat deze inschrijving niets anders dan het droombeeld van 1872 zal zijn, dat zij, en vooral wanneer men als in den blinde zonder orde of regelzonder erkende leiding overhaast te werk gaat, zal gelijken op de nationale verdediging, en tot niets zal leiden, dan tot veel verdriet, zelfs al wordt de eer gered. Men zal vol moed den kruis tocht voor de bevrijding ondernemen; men zal haar prediken tot het uitersteen als men in plaats van 3 milliarden met smart zal ontdekken dat slechts 50 of zelfs 100 millioen bijeen is gebracht, zal men eindigen met den kreet: „Wij zijn verraden „Niemand zal echter verraden zijn, maar men zal zich zei venen wij zullen elkander bedrogen hebbenomdat wij geene rekenschap met de werkelijkheid hebben wil len houden en omdat wij de voorkeur hebben gegeven aan een plan dat onze verbeelding trof boven een dat ons door de rede werd aanbevolen. „Wat de rede ons aanbeveelt is naar onze meening, doodeenvoudig, maar het steunt op ondervinding, en heeft dit ops het andere plan voor, dat het zal slagen en tot het gewenschte doel zal leiden. Het is onze toevlucht nemen tot qene leening. Wij hebben het goede resul taat van de eerste gezien. Wij zouden wenschen, dat de regeering gebruik maakte van de edelmoedige bewe ging die op alle plaatsen van het grondgebied is ont staan en waardoor de gemoederen zijn opgewondendoor de gedachte aan bevrijding, en dat zij een nieuw beroep deed op het krediet. Of in de tegenwoordige omstandig heden eene leening van 3 of 4 milliarden werd uitge schreven, zij zou toch in Frankrijk worden gedekt." „Op die wijze zou de vaderlandslievende opwekking, die de gemoederen in beweging brengt en de beurzen opent, niet onmachtig zijn om het doel dat men zich voorstelt te bereiken, en men zou de geheele schuld kunnen aflossen, dat is het land bevrijden. „Dat men, in afwachting van den uitslag, geveniets meer. Wie zou de heerlijke bron van vrijwillige giften willen verstoppen? Wat door de edelmoedige burgers zal worden gegeven, zal altijd tot voordeel van het land strekken. „Laat ons echter toeziendat dit edelmoedige enthu siasme niet uitsluitend strekke t ot begunstiging van armzalige belangen, van het charlatanisme, van de ijdel- heid die altijd wil worden gestreeld! Reeds hebben geslepen industrieelen ons reclames gezonden, zooals de volgende: „Een goed voorbeeld om te volgen. Het groote magazijn van gezondheids-flanel enz. in die en die straat zal de opbrengst van zijne ontvangsten van éen dag beschikbaar stellen voor de bevrijding van het grondgebied." En daar dit „een goed voorbeeld is om te volgen" worden wij verzocht, om de reclame gratis te plaatsen. Een ander patriot stelt voor omteneinde de inschrijving te bevorderen, een nieuwe ridderorde te stichten, waarvan de hoogste rangen zouden worden geschonken aan hen die het meest bijdragen. Men zou die orde „de orde der bevrijding" noemen. Dit zou heer lijk zijn! Maar als bij ongeluk de strekking der inschrij ving zoo slecht wordt begrepenen indien zij geen ander resultaat opleverde dan onze verkeerdheden en ij delheid op te wekken en bloot te leggen, dan zouden wij Frankrijk niet bevrijden, dan zouden wij de wereld niet in bewondering brengen." Uit Bome. Het kost der Italiaansche kamer van afgevaardigden moeite om het wettelijk cijfer te bereiken, teneinde te kunnen stemmen. Gewoonlijk brengt zij het niet hooger dan 200 a 225 vau de 510 afgevaardigden, terwijl vol gens de wettelijke bepaling de absolute meerderheid, dus minstens 256 leden, aanwezig behoorde te; zijn. Wanneer er slechts 200 en zooals vaak gebeurt 150leden tegenwoordig zijn, dan neemt men zijne toevlucht tot do bekende fictie, dat bij de aanwezigen de afgevaar digden geteld behooren te worden wien door de kamer op de gewone wijze verlof voor bepaalden tijd gegeven is. Vaak verkrjjgt men op deze wijze nog het vereischte cijfer niet. Terstond telegrapheert men dan naar eenige afwezige afgevaardigden, niet om te komen, dochsleclits om terstond een regelmatig verlof bij de kamer aan te vragen, dat dan natuurlijk op staanden voet gegeven wordt. Deze feiten dragen er niet toe bijom een hooge gedachte te koesteren van den constitutioneelen zin der Italianen, en strekken der kamer tot weinig eer. De verhoudingen zijn te Rome niet beter dan te Florence en gewoonlijk zijn slechts 200 afgevaardigden tegen woordig tegen 80 afwezigen met en 255 zonder verlof. Te Rome heeft een nieuw weekblad, in de Fransche taal geschreven, het licht gezien hetwelk gewijd is aan de belangen der oud-katholieken en voor het orgaan doorgaat van den beroemden pater Hyacinthe. De pros pectus kondigt de medewerking aan van eenige Duit- schers, waaronder prof. Friedrichs en Döllinger. De eenige Italiaansche geestelijke, die zijn naam aan dit weekblad verbonden heeft, is de ca^ucijner monnik Andrea d'Altagena. De bekende Italiaansche correspondent van le Temps zegt van dit weekblad het volgende: „lk heb het eerste nummer gelezen en vooral de beschrijving eener confe rentie van pater Hyacinthe teMiinchen, die als het belangrijkste stuk in dit nummer beschouwd moet wor den. Men beoogt inderdaad een dergelijk doel als de vroegere dominicaner monnik Prota te Napels: geen rationalisme, geen protestantisme, maar een hernieuwd catholicisme, dat de leeken naast de geestelijken tot het bestuurder kerk toelaat, het coelibaat der priesters verwerpt, het wereldlijk gezag afkeurt, enz." Het is onbegrijpelijk, dat een verlicht en ontwikkeld man als Erdandie, zelf katholiek, in de onmiddellijke nabijheid van het hoofd der katholieke kerk leeft, thans nog met zekere verwondering tot de ontdekking komt, dat er eon oud-katholieke beweging bestaat, die met rationalisme en protestantisme niets gemeen heeft. Reeds meer dan een jaar houdt deze quaestic geheel Duitsch- land en Oostenrijk bezig; Frauschen en Italianen bebben van Döllinger en Strossmayer, van Hyacinthe en de Gratry gehoord, hebben niet alleen berichten gelezen maar ook geschreven over het congres te Münchenen toch beschouwen zij die oud-katlolieke beweging nog als een voorbijgaande kleinigheid, en verwonderen zich als het v/are, dat daarvan thaDS nog sprake is. In dit opzicht is de oprichting van het nieuwe weekblad van bijzonder nut, vooral wanneer de heer Erdan menig maal in zijne belangrijke brieven de opmerkzaamheid zijner Fransche lezers op dit orgaan vestigen zal. De onteigening van de jezuïetenkloosters van St. Andreas en St. Vitalis heeft tot eenige opschudding aanleiding gegeven. De jezuïeten beweerden, dat het onteigenings-decreet uitzonderingen bevatte voor enkele gebouwen en weigerde derhalve die te ontruimen. Het besluit spreekt evenwel in het algemeen van al de op het terrein staande gebouwen, teneinde op die plaats de koninklijke stallen te bouwen. De regeering had echter reeds lang besloten, twee kapellen te sparenin de eerste plaats omdat men dat terrein niet behoefde, en het dus onnoodig was, om de geestelijken van die heiligdommen te berooven, en eindelijk, omdat beide kapellen een groote monumentale waarde hebben. Doch men wilde niets weten van geestelijken, die de wet trotseeren, en de regeering tot krachtige maatregelen provoceeren. Daarom werd den volgenden dag het geheele terrein met geweld door de gewapende macht ontruimd. Deze handelwijze heeft gebaat, en op het nederig verzoek van de verdreven kloosterlingen zijn hun door de regeering de kapel van St. Andreas en St. Vitalis teruggegeven. Vooral de laatste heeft groote waarde, want zij dagtee- kent uit de 5e eeuw. ÉjcmöclsDmcfstm. Graanmarkten enz. Gekt, 2 Februari. Roode eu witte tarwe werdt heden niet aangevoerdrogge fr. 17.50; gerstfr.haver fr. 12; boekweit fr. 18; paardenboonen fr. 17; koolzaad fr. 50; lijnzaad fr. 39.50; lijnkoeken fr. 29; koolzaad- koeken fr. 21; boter per kilogram fr. 2.75; eieren fr. 2.30 per 26 stuks. Amsterdam, 2 Februari. Raapolie op 6 weken 48$. Lijnolie op 6 weken 39}. Prijzen van effecten. Amsterdam 2 Februari 1872. Nederland, *Certific. Werkelijke schuld. 21 pet. 57} ♦dito dito dito 3 67 ♦dito dito dito 4 88} ♦Aand. Handelmaatschappij 4} 134} ♦ditoexploitatie Ned. staatssp 124 België. ♦Certificaten bij Rothschild 2} Frankrijk. "Inschrijvingen3 52} ♦dito5 83 Rusland. ♦ODligatiën 1798/1816 5 97} ♦Certific. adm. Hamburg. 5 68} ♦dito Hope O. 1855, 6e serie 5 „83} ♦Cert. 1000 1864 5 96} ♦dito 1000 1866 5 96} ♦Loten 1866 5 „252

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 3