bestaande verpleeglokaal voor eventueeie lijders aan j epidemische ziekten door den aannemer te doen afbre ken en dezen zijne aannemingssom te voldoen, wordt in j behandeling gebracht. Ha eenige discussiën wordt, op j amendement van den heer Pompe van Meerdervoort, be- sloten voornoemd gebouw alsnog eenigen tijd te laten I staan, aan den aannemer zijn 4/5 der aannemingssom te voldoen en hem eene vergoeding te verstrekken van 1.75 's weeks ingevolge contract. Een voorstel van burgemeester en wethouders om aan den marktmeester der veemarkten voor 1871 voor het gebruik der reepen welke zijn eigendom zijn, een grati- ficatie te verleenen van 10, met bepaling dat de voldoe ning zal geschieden uit den post voor onvoorziene uit gaven op de begooting voor 1871, wordt zonder discus sie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Met algemeene stemmen wordt besloten dat van de meisjes die de hoogere burgerschool bezochten geen schoolgeld kan worden geheven, eD alzoo het reeds ont vangen geld moet gerestitueerd worden, terwijl het van de overige, ouders niet gevorderd zal worden. Evenzeer wordt met algemeene stemmem besloten tot de voldoening eener declaratie voor onderhoud van den havemberm over 1870 uit den post voor onvoorziene uit gaven der begrooting voor 1871. Een verzoek van M. van Zweeden tot verandering eener erfpacht op een wegeling naast zijne schuur in de voorstad in eigendom, wordt toegestaan tegen betaling van f 60, onder verplichting zich te onderwerpen aan een daarop rustend servituut ten behoeve van J. M. Geense, waarvan bij notarieele akte zal moeten blijken. Aan J. Brouwer wordt in eigendom afgestaan 2210 M1 grond, bij hem in erfpacht bezeten, mits daarvoor beta lende eene som van 550. Wordt goedgevonden ommet intrekking van een vroeger besluit, in overleg met de gemeenten Katten- dijke c. s. ten opzichte van het Sas en havengeld, burge meester en wethouders op te dragen een ontwerp-tarïef met bepaling op de invordering aan den raad in te dienen. Betreflende de vereffening der administratie van het bestuur van het gasthuis, worden gelezen eene nota van bedoeld bestuur en van burgemeester en wethouders, waarna de behandeling daarover wordt aangehouden tot een volgende vergadering, uithoofde van het vergevor derde uur. buitenland. Algemeen overzicht. De nationale vergadering van Frankrijk heeft giste ren de discussiën over het wetsontwerp betreffende de rechten op den handel ter zee voortgezet, en artikel 1 aangenomen met 406 tegen 265 stemmen. In dit artikel wordt de belasting voor het recht der vlag verhoogd voor koopwaren die door vreemde schepen in de Fran- sche havens worden aangevoerd, behalve wanneer die waren afkomstig zijn uit de Fransche koloniën. Hoewel de nationale vergadering het onderzoek der fmancieele wetten met kalmte voortzet, en intusschen de verschillende commissiën de ingediende wetsontwer pen en wetsvoorstellen onderzoeken, zijn de sporen der crisis van de vorige week nog steeds merkbaar. Terwijl het denkbeeld om een vice-president der republiek te benoemen nog niet geheel schijnt te zijn opgegeven, is thans weer ernstig sprake van eene fusie tuaschen de beide takken van het huis van Bourbon cn is weder het gerucht in omloop, dat eene ontmoeting zal plaats heb ben tusschen den graaf van Parijs en den graaf van Chambord. Aan het 6<Je bureau der nationale vergadering was opgedragen het onderzoek der verkiezing van den heer Cotte in het departement du Var. De rapporteur van die commissie wilde deze gelegenheid te baat nemen, om een blaam te werpen op Gambetta, door in het rapport een paragraaf op te nemen, waarin over de redevoerin gen door hem in het zuiden gehouden, eene afkeuring zou worden uitgesproken. De commissie heeft zich ech ter met het rapport niet vereenigd en de heer Duval heeft de functie van rapporteur neergelegd. De voormalige Fransche consul te New-York, de heer Place, die beschuldigd was, tijdens den oorlog bij de onderhandelingen over de levering van wapenen aan Frankrijk zich op oneerlijke wijze te hebben verrijkt, is op 5 punten van aanklacht schuldig verklaard en veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf en 2000 francs boete. De Engelsche non-conformisten hebben Woensdag te Manchester eene meeting geopenddie Donderdag werd voortgezetom te protesteeren tegen de wet op het onderwijs, waardoor de staatskerk wordt begunstigd. De politiek van de regeering ten aanzien der onderwijs- quaestie en de vermeerdering der toelagen aan da con- fessioneele scholen, waardoor de geestelijken der Angli- kaausche kerk en de katholieke priesters alleen het on derwijs in handen hebben, werd heftig bestreden. De verga dering heeft als baar oordeel uitgesproken, dat tot leden van het parlement uitsluitend mannen moeten worden benoemd, die doordrongen zijn van de noodzakelijkheid eener wijziging der onderwijswet, waardoor het onder wijs zou worden opgedragen aan leeken. De eene meeting is pas afgeloopen of een andere wordt geopend. Gisteren werd te Warringhton, in Lan- castre, eene meeting gehouden ten gunste van het begin sel van scheiding tusschen kerk en staatzoowel in Engeland als in Ierland, en eene resolutie genomen waarin het wenschelijke van die scheiding werd uitge sproken. In Spanje en vooral in Madrid heerscht zoo ern stige agitatie onder de bevolking, tengevolge van de bestaande politieke crisis, dat de troepen onder de wapenen zijn geroepen. Toen het besluit tot ontbinding der cortes in het congres was voorgelezen, riep een der afgevaardigden uit. „Nu de koning het verbond met zijn volk heeft verbroken, blijft er niet anders over dan zijn toevlucht te nemen tot de barricaden," en Zorilla uitte den kreet: „God redde de vrijheidGod redde het land! Radicalen, op ter verdediging!" Inde volgende week verwacht men een manifest van de radi cale en een ander van repuklikeinsche afgevaardigden. De commissie uit de Pruisische kamer van afgevaar digden, die belast was met de voorloopige behandeling van de begrooting voor het ministerie van eeredienst en onderwijs, heeft eene vergadering gehouden die door den president der kamer, den heer von Forckenbeck, werd bijgewoond, om te overleggen hoe men ten aanzien van de door den afgetreden minister ingediende wets ontwerpen zou handelen. De commissie besloot om het grootste gedeelte van die ontwerpen in te trekken, ten einde den nieuwen minister in de gelegenheid te stellen, geheel vrij en onafhankelijk van de plannen van zijn voorganger zich op de hoogte te stellen van de aan hem toevertrouwde belangen. Jammer is het, dat van eene ver betering in den toestand van het lager onderwijs voor eerst weer niets zal komenwant daarvolgens de Provincial Correspondenzhet tot stand brengen van eene hervorming der kreitsregeling door de regeering als de voornaamste taak der kamer wordt beschouwd, ver wacht men dat in deze zitting nog geen nieuw wetsont werp tot verbetering van het lager onderwijs zal inkomen. De Grieksche kamer van afgevaardigden is ontbonden, tengevolge van een eigendunkelijke handeling van den president die de kamer had bijeengeroepen, zonder daarvan kennis te geven aan het ministerie, hoewel ver scheidene ministers afgevaardigden waren. De president van den ministerraad, de heer Bulgaris, begaf zich ter stond naar den koning om een besluit tot ontbinding te erlangenen verscheen daarmede in de vergadering. De nieuwe verkiezingen zijn uitgeschreven tegen Zater dag den SM Maart, terwijl de nieuwe kamer van afgevaar digden op den 5en April zal bijeenkomen. Uit Spanje. De eerste zitting van de Spaansche volksvertegen woordiging na de schorsing, op Maandag den 22en Ja nuari jl. was bijzonder stormachtig, De beer Herrera nam het presidentschap waar; de tribunes voor het publiek waren sterk bezet. Te drie uren kwamen de leden van het kabinet binnen, van welke de heeren To- pete en Maleampo in hunne uniform waren gekleed. Nadat de minister-president Sagasta het decreet tot bijeenroeping der cortes had voorgelezen, nam de voorzit ter het woord, om eene verklaring te geven betreffende de toepassing van het reglement van orde, en om voor te stel len, dat 19 afgevaardigden die betrekkingen hadden aan genomen, daardoor onbevoegd zouden worden verklaard om zitting te nemen in het congres. De heer Romero Roblido en verscheidenen andere namen de verdediging van de bedoelde afgevaardigden op zich, do?h met 198 tegen 10 stemmen besloot de vergadering dat de door den heer Herrera genoemde afgevaardigden van het lid maatschap vervallen werden verklaard. Vervolgens sprak de minister-president eene rede uit die om baar sierlijkheid algemeen wordt geprezen, en waarin hij een overzicht gat van de geschiedenis der politieke crisis in den laatsten tijd. Hij verklaarde de oorzaken der optreding van het tegenwoordige minis terie, zijne richting en het doel dat het najaagt. De minister deed uitkomen, dat de weigering van het vorige kabinet om het herstel der godsdienstorden toe te staan daaraan te wijten is, dat van dit herstel een poli tieke quaestie werd gemaakt, terwijl de crisis-Zorilla haar bestaan te danken had aan een eenvoudige regle mentaire quaestie. Toen de minister de vorming van het tegenwoordige kabinet besprak, dankte hij den heer Maleampo, omdat deze eene portefeuille had willen aannemen, en admiraal Topete, omdat bij had toegestemd zitting te nemen in het ministerie, teneinde de conciliante bedoelingen der regeering te steunen, en terwijl hij den maarschalk Ser rano lof toezwaaide voor diens houding, verweet hij aan de revolutionnairen hunne ondankbaarheid, omdat zij meenden geene behoefte meer te hebben aan den sterken arm van den overwinnaar van Aleolea. Wat de richting van het nieuwe ministerie betrof, het zou niet conservatief wezen in reactionnairen zinhet zou de orde handhaven in vrijzinnigen geest; het zou de progressistische denkbeelden in de zuivere historische beteekenis van het woord in toepassing brengen. De regeering zou in progressistischen en philosophischen geest de revolutionDaire instellingen bewaren. De betrekkingen met het buitenland waren gunstig, maar oin met alle mogendheden in goede verstandhouding te blijven, moest Spanje zich onthouden van edere inmenging in de binnenlandscbe aangelegenheden van andere natiën, terwijl het evenmin moest dulden, dat andere mogendheden zich bemoeiden met de inwendige belangen van het Spaansche rijk. Op ernstigen toon keurde de minister de woelingen der verschillende partyen af en betoogde de noodzake lijkheid van maatschappelijke orde, van eerbied voor de wet en het wettig gezag. De constitutie moest een verbond wezenwaardoor allen werden vereenigd. Daar het zonder geld niet mogelijk is iets tot stand te brengen zou de regeering zicb zorgvuldig bezighouden met den toestand der financiën terwijl het noodig was om zoo veel mogelijk een juist evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten te bewaren. De regeering was overtuigd van de noodzakelijkheid om de betrekkingen tusschen staat en kerk op hechte grondslagen te regelen. Zij beloofde de kerk zorgvuldig te zullen beschermen zonder de vrij heid van godsdienst te belemmeren, en hoopte, dat de goede harmonie die tusschen kerk en staat bestond bewaard zou blijven. Na te hebben opgesomd wat het miriisterie in de laatste drie maanden had gedaan deelde de minister mede, dat de regeering niet voornemens wasom de militie te ontwapenen. Wat de quaestie van Cuba betrof, de regeering had voldoende hulpmiddelen om den bijna geëindigden opstand geheel te onderdrokken en de „verraders" te straffen, die in Spanje tegen de nationale eenheid ijveren; zij zou de vervolging tegen dc ontwa pende opstandelingen, als de strijd was afgeloopen, zonder verpoozing voortzetten. De minister werd in zijne rede telkens gestoord, nu eens door levendige teekenen van bijval der rechter zijde, dan weder door heftige kreten van afkeuring der linkerzijde, maar zijne laatste woorden verwekten een waren storm onder de leden der oppositie. De heer San Roma en verscheidene andere Zorillisten verklaarden, dat de minister zich hatelijke toespelingen veroorloofde, en een republikein riep uit„Ik ben das een vrijbuiter want ik ben vóór de onafhankelijkheid van Cuba!'' De heer Diaz vroeg een nadere verklaring van het woord „verraders" dat de minister had gebezigd. Toen de orde eenigszins hersteld was, wilde de minis ter zijne rede voortzetten, doch de oppositie verklaarde, dat de tijd bij het reglement bepaald was verstreken terwijl de heer Herrera volhield, dat art. 43 aan den minister toestond, om het woord te voeren wanneer hij het verlangde. De secretaris, de heer Portilla, liet intusschen de kamer stemmenwaarop de president te kennen gaf, dat hij daartoe geen machtiging had ver leend. De secretaris verklaarde wel gemachtigd te zijn. De heer Sagasta deelde mede, dat hij een kabinetsquaes- tie van de beslissing over het al of niet voortduren der zitting maakte. De heer Herrera verliet den presidents zetel die door den heer Becerra werd ingenomen en onder voortdurend tumult liet deze de kamer beslissen^ die met 172 tegen 121 stemmen de handelwijze van den president afkeurde en den minister het woord weigerde. Frankrijk. I Morgen zal geheel Frankrijk den treurigen dag her- denken, waarop zijne hoofdstad capituleerde en de treu- I rigste van al zijne rampen een aanvang nam. Welke vreeselijke sporen van vernieling hebben de geveinsde I overmoed van de Pruisen en de verdierlijkende waanzin j der communalisten om en in het prachtig Parijs niet j achterlaten! Hoeveel goed en bloed van onschul- i digen is er niet roekeloos ten offer gebrachtEn hoeveel smart en droefenis, hoeveel kommer en gebrek ia er

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1872 | | pagina 2