Gemeenteraad van Middelbare
Vervolg van bladzijde 3.
De heer Rekker is ter vergadering verschenen.
De voorzitter herinnertdat de in dit adres bedoelde
zaak in de vorige zitting is behandeld en éen lid tegen
het toen aangenomen voorstel heeft gestemd, omdat hij
nadere inlichtingen verlangde, welke toen niet kouden
gegeven worden. Adressanten voeren thans enkele
argumenten aan, die gelijkluidend zijn met die vau het
bedoelde raadslid, doch hebben hunnerzijds nog eenige
daarbij gevoegd. Daarom heeft spreker nogmaals aan de
deskundigen, die met de enquête belast zijn geweest, ge
schreven en inlichtingen gevraagd omtrent de cijfers
der kosten die aan de bedoelde behoorlijke voorzorgs
maatregelen zijn verbonden, teneinde daardoor de
geopperde bezwaren zoo mogelijk te bestrijden. In tegen
stelling met het in dit adres uitgesproken gevoelen der
adressanten omtrent de bedekte wijze waarop de des
kundigen de noodige voorzorgsmaatregelen hebben mede
gedeeld, heeft de voorzitter daarin eene beleefdheid
meenen te zien tegenover een confrèreen dat uit het
rapport van den deskundige uit Dordrecht, den heer
Schouten, blijken zou dat deze de zaak niet voldoende
heeft onderzocht, meent hij pertinent te mogen tegen
spreken.
De vragen, door hem alsnog aan ieder der heeren des
kundigen gedaan, zijn de volgende: 1° Kan en moet
iedere scheepsbouwmeester weten, welke de voorzorgs
maatregelen zijn die genomen moeten worden bij het
afloopen van schepen van 46 meter lengte van de werf
in quaestie 2° Kunnen die voorzorgsmaatregelen ge
nomen worden met zekeren goeden uitslag? 3° Zijn de
kosten dier voorzorgsmaatregelen aanmerkelijk hooger
wanneer er eene brug gebouwd zal zij u dan thans, en
zoo ja, op hoeveel zijn die meerdere kosten bij benade
ring te ramen?
Al de experts hebben spoedig ea zoo uitvoerig mogelijk
op deze vragen geantwoord. Uit de mededeeling dezer
antwoorden blijkt, dat Uilen eenstemmig zijn in de be
vestigende beantwoording der eerste twee vragen.
Wat de derde vraag betreft, antwoordt de heer Schouten
dat de kosten afhangen van het meer of minder brekeD
der dennen of masten-, gesteld dat er braken, dan zal
dit zich tot een twee- of drietal bepalen, ter waarde van
plus minus [200 a 300. Volgens den heer Knol zullen
de kosten der te nemen voorzorgsmaatregelen bij liet
plaatsen eener brug wel meer, doch naar zijne meening
hoogstens 500 bedragen. De heer Huijgens antwoordt
mede, dat de kosten hooger zullen zijn dan toen de brug
er niet was, en raamt die bij benadering op f 600, of na
aftrek der kosten welke altijd voor rekening der ge
meente komen, f 400.
Volgens den voorzitter worden de argumenten der
adressanten door de ingewonnen adviezen alzoo geheel
vernietigd, waarom hij namens burgemeester en wet
houders voorstelt, het volgende besluit te nemen:
„De gemeenteraad van Middelburg
„Gezien, enz.
„Overwegende dat uit de uitgebrachte adviezen blijkt,
dat de bezwaren van adressanten geheel ongegrond zijn,
en dat bij het nemen van voldoende voorzorgsmaatre
gelen het afloopen van schepen van de werf De volhar
ding zonder gevaar voor schade kan plaats hebben ook j
nadat de door de gemeente geprojecteerde brug zal zijn
„Besluit: afwijzend te beschikken op het bij 't adres
der heeren den Bouwmeester, Bcrsius en van der Leijé
gedaan verzoek.''
Dit voorstel heeft met de daartoe behoorende stukken
voor de leden ter inzage gelegen. Door den heer Snij
ders is daarop, blijkens mededeeling van den voorzitter,
het volgende amendement voorgesteld
„De ondergeteekende stelt voor in te voegen bij den
considerans het woord „ofschoon," en in plaats van bet
besluit te lezen: „burgemeester en wethouders uit te
noodigen,om der billijkheids wil, met die firma in over
leg te treden omtrent de hoegrootheid der kosten van
voorzorgbij eventueel te water laten van hare schepen
te maken, en daarna eenig voorstel tot tegemoetkoming
daarin aan de vergadering te doen.""
Op de vraag des voorzitters, of dit amendement wordt
ondersteund, verklaart de heer Mathon zich daartoe be
reid, omdat hij altijd een lid de gelegenheid wil aan
bieden tot behandeling van een voorstel.
Daar ook de heer Fokker zegt, dat hij geen bezwaar
heeft om het amendement te ondersteunen en mitsdien
aan het voorschrift van het reglement van orde is vol
daan, wordt de beraadslaging zoowel over het amende- i
ment als over het voorstel van burgemeester en wethou
ders geopend.
De heer Snijders, ter toelichting van zijn amendement
toegelaten, richt in de eerste.plaats een woord van dank
tot den heer Mathon, die hem.de gelegenheid heeft ge
schonken om met een enkel woord aan te dringen op
hetgeen hij als eene zaak van billijkheid beschouwt. Hij
zal evenwel niet treden in eene beoordeeling van de
gehouden enquête en van de wijze waarop de daarmede
belaste deskundigen gemeend hebben hunne taak te moe
ten vervullen. Hij wil zelfs aannemen, dat de door adres
santen aangevoerde bezwaren geheel ongegrond zijn en
de meerdere kosten, die voor hen uit het leggen der
brug zullen voortvloeien, zóo minime zullen wezen dat
het bijna de moeite niet waard is er over te spreken.
Maar juist als die kosten zóo gering zijn, welk bezwaar,
vraagt hij, kan er dan zijn om, overeenkomstig de strek
king van mijn amendement, omtrent de grootte der kos
ten van voorzorg met de bedoelde firma in overleg te
treden en later een voorstel tot tegemoetkoming daarin
te doen? Hij gelooft dat de heeren den Bouwmeester,
Bor8iu3 en van der Leijó werkelijk schade zullen lijden
en daarom heeft hij, daargelaten alle sympathie of anti
pathie en alleen met het oog op de billijkheid, zijn amen
dement voorgesteld. Met vertrouwen ziet hij de beslissing
zijner medeleden tegemoet op zijn voorstel, om in min
nelijke schikking te treden met eene firma, die eene der
weinige is welke in deze gemeente nog iets verrichten.
De voorzitter acht zich verplicht op te komen tegen
een argument van den heer Snijders, die gezegd heeft
dat hij zijn amendement heeft voorgesteld met het oog
op de billijkheid zonder zich te laten leiden door sym
pathie of antipathie. Dit gezegde zou, hoezeer de heer
Snijders dit zeker niet bedoelt, den schijn kunnen
doen ontstaan alsof burgemeester en wethouders zich
wel door sympathie of antipathie laten leiden, hetwelk
volstrekt niet het geval is. Adressanten vragen niet wat
in het amendement wordt voorgesteld, maar willen voor
alle mogelijke kosten, schade, nadeelen en rampen, die
later zouden kunnen ontstaan door de gemeente gevrij
waard worden; zij verlangen een algemeene vrijwaring.
Op grond der uitgebrachte adviezen hebben burgemees
ter en wethouders de zaak nauwkeurig onderzocht, en
daardoor blijk gegeven dat ook zij de billijkheid be
trachten en geenszins zich laten leiden door sympathie
of antipathie. Zij vinden dan ook geen reden, om het
voorgedragen concept-besluit te wijzigen.
De heer van Hoek weuscht zijne stem te motiveeren,
die hij tegen het amendement zal uitbrengen, omdat hij
meent dat hier eene vraag wordt gedaan, die vooreerst
éen en ondeelbaar én voor geen inwilliging vatbaar is.
Men vraagt van de gemeente garantie voor alle moge
lijke schade en rampen in de toekomst, maar dit is eene
zaak waarmede men zeer voorzichtig moet zijn. Zijns
inziens is de quaestie echter zeer eenvoudig. Wanneer
in het vervolg blijkt, dat door de genoemde firma voldoen
de voorzorgsmaatregelen genomen zijn en desniettegen
staande schade is veroorzaakt, dan is de gemeente toch
tot vergoeding dier schade verplicht; of dus de ge
meente garandeert of niet doet niets af. Hij gelooft ech
ter dat de firma te veel vraagt.
De heer Snijders antwoordt, dat hij, juist omdat hij
ook meent dat de firma te veel vraagt, de billijkheid in
het oog heeft willen houden en op grond daarvan zijn
amendement heeft voorgesteld. Overigens merkt hij op,
dat de heer van Hoek gezegd heeft over het amendement
te zullen spreken, doch hij van dien heer geen enkel
argument ter bestrijding van het amendement heeft ge
hoord.
De heer van Hoek herneemt, dat de vraag om tege
moetkoming in de kosten van meerdere voorzorgsmaat
regelen zijns iuziens zóo ondergeschikt is, dat de firma
in haar adres daarvan slechts terloops melding maakt.
Hij gelooft dat de firma zelve zeer weinig waarde hecht
aan hetgeen in het amendement wordt voorgesteld, en
zij dit daarom ook niet vraagt.
De heer Snijders ziet in de bestrijding vaD den heer
van Hoek juist eene aanbeveling voor zijn amendement,
want wordt dit aangenomen, dan geeft de raad blijk
zijner gezindheid om met de firma in overleg te treden.
De beraadslaging wordt alsnu gesloten, en het amen
dement van den heer Snijders in stemming gebracht en
verworpen met 13 stemmen togen 1, die van den
voorsteller.
Het door burgemeester 6n wethouders voorgestelde
concept-besluit wordt daarentegen met 13 stemmen tegen
1 aangenomen. Tegen stemde de heer Snijders.
Tevens wordt besloten, dat aan de firma den Bouw
meester, Borsius en van der Leijé afschrift van deze
stukken zal worden gezonden, evenals van de vorige is
geschied.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethou
ders voor, om hun een krediet te verleenen van 250,
ter voldoening der kosten van de gehouden expertise
en daartoena verkregen machtiging van gedeputeerde
statente beschikken over de onvoorziene uitgaven der
begrooting van 1871. Hiertoe wordt besloten.
Aan commissarissen over de wisselbank wordt, op
hun daartoe ingekomeu verzoek, machtiging verleend
tot overschrijving op hunne begrooting, ten bedrage van
35.42^.
De rekening en verantwoording over 1871 van de
kamer van koophandel en fabrieken wordt goedgekeurd
tot een bedrag van f 450 in ontvang en uitgaaf, waar
onder een goed slot van 1.17.
Van den schuttersraad is een verzoek ingekomen, om
machtiging tot af- en overschrijving op zijne begrooting
tot een bedrag van f 35.13. De gevraagde machtiging
wordt verleend.
De begrooting betreffende het beheer der concertzaal,
door het bestuur der Yereeniging tot bevordering der
toonkunst ingediend, wordt goedgekeurd in ontvaDg en
uitgaaf op f 1293.12.
Yoor kennisgeving wordt aangenomon de mededeeling
des voorzitters, dat de opneming der boeken en kas van
den gemeente-ontvanger heeft plaats gehad en zich
6,049.91^ in kas bevond.
Pe voorzitter zegtdat het den leden van den raad
evenals burgemeester en wethouders hoezeer nog
geen officieele mededeeling is ontvangen bekend zal
zijn, dat den leu Maart a. vermoedelijk de spoorweg van
Goes tot Middelburg zal worden geopend. Hij meent
dat hij er wel niet op zal behoeven te wijzen, dat dit voor
Middelburg een allerbelangrijkste gebeurtenis is, welke
met ongeduld is verbeid en voor deze gemeente uitzich
ten op een betere toekomst opent, die naar aller vurigen
wensch geen illnsie mogen blijken te zijnmaar werke
lijkheid zullen worden. Het is burgemeester en wethou
ders dan ook voorgekomendat eene feestviering wen-
schelijk is, maar eene feestviering zulk eene groote
gebeurtenis en ook eene gemeente als Middelburg waar
dig. Het bestuur der Vereeniging „Uit het volk—voor
het volk" heeft zich daartoe in betrekking gesteld met
burgemeester en wethouders en, op verzoek, een
voorloopig programma aan hun oordeel onderworpen. Is
de raad, volgens burgemeester en wethouders, eenerzijds
verplicht de pogingen dier Vereeniging tot een waardige
feestviering te ondersteunen, aan don anderen kant
hchooit ook een blijk van waardeering gegeven te worden
aan allen die op eenigerlei wijze het hunne hebben
toegebracht, om onzen spoorweg tot stand te doen
komen, Zij geven in overweging, om een officieel diner
aan te bieden aan eenige autoriteiten en onder anderen
uit te noodigen de ministers van binnenlandsche zaken
en van financiën, den commissaris des konings en de
leden van gedeputeerde staten van Zeeland, eenige hooge
ambtenaren bij de spoorwegen enz., terwijl ook aan
andere personen, evenals aan de leden van den raad
gelegenheid zal gegeven worden tot deelneming voor
eigen rekening.
Burgemeester on wethouders stellen daarom aan den
raad voor vanwege de gemeente een krediet van /"ÏOOC
voor die feestviering te verleenen en van de provincie
mede eene bijdrage te vragenevenals zij in 1868 aan
Goes heeft verleend. Werd toen toch aan Goes de aan
zienlijke toelage van f 2000 uit de provinciale fondsen
verstrekthier geldt het eene niet minder belangrijke
gebeurtenis, waarbij niet alleen Middelburg belang
heeft, maar waardoor geheel Walcheren aan het spoor
wegnet wordt aangesloteneene gebeurtenis dusdie
wel waard is om door gansch Walcheren te worden ge
vierd. Bovendienwaar bij de feestviering in Goes de
gewichtige afdamming der Ooster-Schelde werd her
dacht, geldt de feestviering te Middelburg de zeker
niet minder gewichtige afdamming van het Sloe
Tevens stellen burgemeester en wethouders voor, hen
te machtigen tot het benoemen eener commissie ter
voorbereiding der feestviering.
Een en ander wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Ten slotte heeft de uitloting plaats van een aandeel
in de negotiatie voor de verwijding der kaaimuren hij
de Bellingbrug. De drie nog niet uitgeloote aandeelen
dragen de uommers 2, 7 en 16, waarvan n°. 7 thans uit
de bus wordt gehaald.
De zitting wordt gesloten.
GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS, TE MIDDELBURG.