ziekte bewezenis de eerste tot knight en de tweede
tot baronet benoemd.
Blijkens de statistiek van het gevangeniswezen
over 1S69, die thans het licht ziet, waren hier te lande
aanwezig op ult°. December van dat jaar:
in de «strafgevangenissen 1939
huizen van verzekering. 1123
a arrest517
bewaring 122
3701
zijnde 11 meer dan in 1868 en 139 minder dan in 1867.
Bij afwisseling waren in de gezamenlijke gevangenis
sen enz. ip 1869 44,798 personenzijnde 2419 minder
dan in 1868 en 3379 minder dan in 1867.
Onder de cijfers voor de huizen van bewaring behoo-
ren die der doortrekkende gevangenen, als in 18692645,
in 1868 3466 en in 1867 4055; welke cijfers in aanmer
king moeten genomen worden, daar de passant in elk
huis waar hij zich bevonden heeft is ingeschreven, en
hij derhalve bij herhaling in de statistiek voorkomt.
De gemiddelde bevolking was in 1869 naar het getal
verblijf dagen 3700, zijDde minder dan in de twee vorige
jareDdoch hooger dan in I860 en 65.
De verhouding tot de bevolking des rijks was over
1869 op 1000 zielen 12.2.
Het getal vreemdelingen was 413, zijnde het geringst
getal over de jongste vijfjaren; in 1867 beliep het 485.
Gemiddeld was in 1869 de verhouding van het getal
der vrouwen tot 100 mannen, 18.7dat der gehuwden
in 't algemeen tot dat der ongehuw^en als 1 tot 1.6
Het getal jeugdigen beneden de 16 jaren bedroeg in
1869 893, zijnde 326 minder dan in 1869 en 317 minder
dan 1867. Vooral laat zich het gunstig verschil voor
1869 opmerken bij den leeftijd van 13 tot 16 jaren. Op
100 gevangenen kwamen in 1868 voor 5.06 op jeugdigen
leeftijd beneden de 16 jaren, inf 1868 6.56. In 1865
beliep dit 7.18.
De gezondheidstoestand was in de strafgevangenissen
enz. over 1869 beter dan over 1868doch niet gunstig
in vergelijking met de drie vroegere jaren. Men telde in
1869 3284 gevangenen eens of meermalen ziek geweest.
De sterfte levert een zeer gunstig verschil op met de
cijfers van de vier voorgaande jaren. Men telde toch
in 1869 48 overledenen tegen 61 a 74 in de bedoelde
vroegere jaren. Er had ook geen zelfmoord plaats, waar
tegen in 1867 en 68 telkens 7. Ook nopens de gevallen
van krankzinnigheid zijn de opgaven gunstiger danb. v.
over 1865—67.
Het getal recidivisten is over 1869 lager dan over
1865—68. Dat der cellulaire recidivisten was dit jaar
1C7 hooger. Ia het geheel beliep het getal cellulair ver
oordeelden in 1869 3659, waarvan 884 cell, recidivisten.
In dit jaar bedroeg het getal militaire gevangenen
809, terwijl 754 gevangenen dezer categorie gedurende
1868 aanwezig waren.
Bij hunne opneming konden in 1869 van de gevange
nen lezen en schrijven 11,676, en 5952 konden dit niet;
zijnde eene verhouding van 33.76; in 1868 35.39
en gemiddeld over de jongste jaren 36.55. De uitkomst
van 3869 is derhalve gunstig. Toegelaten tot het onder
wijs werden in 1869 4524 gevangenen, waarvan beneden
de 20 jaren 1527, van 20 tot 30 jaren 1745, van 30 tot
40 jaren 804 en boven de 40 jaren 448. Van die toe-
gelatenen konden bij hun ontslag of na een jaar goed
lezen en schrijven 1784, gebrekkig 1852 en niet 888.
Gestraft bij bet onderwijs 46. Het getal onderwijzers
beliep 42 en dat der gevangenen als adsistenten 21. Het
aantal boeken in de bibliotheken beliep in 1869 10,385,
zijnde 468 meer dan in het jaar te voren.
Thermometerstand.
23 Jan. 'sav. 11 u. 48 gr.
24 'smorg. 7 u. ölgr.'smidd. 1 u. 50gr.'sav.ll u.4
Öuttenlcmiö.
Algemeen overzicht.
„Als de bergen baren, wordt een muis geboren." Dit
is ook van toepassingop de beloften, vervat in de Prui
sische troonredeten opzichte van het lager onderwijs.
Bij de opening der Pruisische kamer van afgevaardigden
werd een wetsontwerp aangekondigd op het lager onder
wijs, en wat is er tot heden van gekomen? Slechts een
ontwerp in twee artikelenwaardoor de minister van
onderwijs wordt gemachtigd, om het schooltoezicht dat
tot nogtoe uitsluitend bij de geestelijkheid berustte op te
dragen aan leeken. Deze maatregel is zeker van het
hoogste belang voor een goede ontwikkeling van het lager
onderwijs in Pruisen, dat thans grootendeels door den
geestelijken druk in erbarmelijken toestand verkeert.
In vergelijking echter met hetgeen de troonrede aan
kondigde is bet voorgestelde nog weinig, en toch onder
vindt dit weinige den hevigst en tegenstand, natuurlijk
in de eerste plaats van de geestelijkheid, die meent in
haar rechten te worden gekrenkt, maar tevens begrijpt
dat haar r^k een krachtigen steun zal worden ontno
men ais liet ontwerp tot wet wordt verheveu. Zoowel
onder de Polen in PosenWest-Pruisen enSilezië, als
onder de katholieken in Westfalen en de Welfen
in Hannover heerscht een gïoote agitatie tegen het
voorgestelde ontwerpde clericale Germania verzekert
dat er ongeveer duizend protesten tegen zijn geteekend.
Zeker is, dat zoowel door de katholieke geestelijken
als door de orthodoxe Lutbersche geestelijkheid overal
petitiën tegen het wetsontwerp worden opgesteld of
gesteund.
De ministerieele crisis in Pruisen is thans geëindigd;
de telegrafische berichten melden, dat de koning van
Pruisen gisteren dr. Falk heeft benoemd tot minister
van eeredïenst en onderwijs.
In de Beiersche kamer werd door de heeren Gerstner
en Herbst tot de regeering eene interpellatie gericht over
een voorval aan het gymnasium te Würzburg, dat in be
trekking staat met de quaestie over de onfeilbaarheid.
Tevens gaven die heeren den wensch te kennendat
eene verordening zou worden uitgevaardigd, waardoor
aan oudera, die tegen het leerstuk der onfeilbaarheid
waren, bevoegdheid zou worden verleend om hunne
kinderen de lessen van de aanhangers dier leer niet te
doen bijwonen. De minister van eeredienstde heer
voo Lutz, behield zich de beantwoording op het te ken
nen gegeven verlangen tot later voor, omdat bij de
behandeling van de door de bisschoppen ingediende
bezwaarschriften de staatsrechterlijke en kerkrechterlijke
quaestiën in haren geheelen omvang ter sprake zullen
moeten komen.
De Portugeesche regeering heeft ernstige hervormings
plannen. De minister van binnenlandsche zaken heeft
bij de kamer van afgevaardigden een wetsontwerp inge
diend tot reorganisatie van de inwendige administratie
van het rijk, waardoor aan de plaatselijke besturen meer
dere vrijheid zou worden verleend, en de regeering van
verschillende lasten zou worden ontheven. Daarenboven
heeft de minister een voorstel tot herziening der consti
tutie ingediend, waarin nieuwe bepalingen ziju voorge
steld opihet j^ur-schapde ontbinding der kamer, het
recht van gratie, de verantwoordelijkheid der ministers,
de rechtsgedingen tegen afgevaardigden de afschaffing
van de borgstellingen en andere beperkingen van de
vrijheid der drukpersafschaffing van de doodstrafde
belasting en het recht van vereeniging en het stemrecht.
De door de regeering voorgestelde hervormingen zou
den, indien zij werden aangenomende ontwikkeling van
het liberalisme zeer bevorderen, en worden daarom van
zekere zijde heftig bestreden. De partij van den vooruit
gang heeft zich dezer dagen krachtig versterkt door
eene vereeniging van de reformisten met de historische
progressistenzoodat zij in de kamer zoowel als in het
land een aanzienlijken invloed kan uitoefenen, die met
alle kracht voor de voorstellen van het ministerie zal
worden aangewend.
De Fransche berichten brengen heden weinig nieuws.
Behalve eenige agitatie in het zuiden, tengevolge van de
militaire maatregelen die door den prefect zijn genomen,
toen de manifestaties tegen de voorgestelde belasting
op de grondstoffen een eeDigsziDS ernstig karakter aan
namen, heerscht in Frankrijk overal rust en kalmte. De
quaestie, die op dit oogeablik de gemoederen vooral bezig
houdt, betreft de maatregelen die genomen zouden kun
nen worden, om te verhinderen dat door een plotselinge
aftreding of ontstentenis van den president der republiek
het land in gevaar worde gebracht. Sommige leden der
nationale vergadering schijnen het voornemen te hebben
opgevat, om een voorstel te doen tot het benoemen van
een vice-president der republiekdie de tuuctiën van
Thiers zou vervullen, zoodra deze door de eene of andere
oorzaak verhinderd werd.
Doch wie daarvoor te nemen De meest genoemde j
namen zijn die van Grévy, den president der nationale
vergadering, Gambetta en den hertog van Aumale. Men
verzekert echter, dat Grévy aan de leden der rechter- j
zijde heeft te kennen gegevendat hij in geen geval j
eene benoeming tot vice-precident der nationale verga-
dering zou aannemen. De keus is voor de vergadering j
ongetwijfeld hoogst moeielijk, en zelfs wanneer zij geluk-
kigslaagde, zouden niet alle bezwaren zijn opgeheven,
maar zou men toch iemand hebben die dadelijk, als f
daaraan behoefte was, de leiding der zakeu op zich kon
nemen.
De krijgsraad, die belast was met het onderzoek der
i zaak van hen die beschuldigd waren van deel te hebben
genomen aan den moord van de door de commune gevan-
I gen genomen gijzelaars, heeft eergisteren uitspraak
i gedaan. Slechts een der beschuldigden, Genton, i3 ver-
j oordeeld ter dood, een tot levenslangen dwangarbeid,
I twee anderen tot tijdelijken dwangarbeid, terwijl 8 tot
j verbanning en 2 tot gevangenisstraf zijn veroordeeld.
8 der beschuldigden werden vrijgesproken.
Uit Frankrijk.
De 19de Januari jl. was de verjaardag van den slagte
Saint-Quentin en op dien dag werd een plechtige lijk
dienstgehouden ter eere van de Fransche soldaten die in
dien slag voor de muren van die stad sneuvelden. De
plechtigheid had plaats onder een grooten toevloed van
belangstellenden; burgerlijke en kerkelijke autoriteiten
I waren in groote menigte opgekomen „en zooals de dag-
j bladen zeer naïef vermelden de houding der menigte
was uitmuntend en alles liep in de beste orde af." Men
is er in Parijs zelf verbaasd over als eenig feest, zelfs
een kerkelijk feest, in goede orde afloopt.
De regeering werd vertegenwoordigd door den gene-
raai Ladmirault, den militairen gouverneur van Parijs en
J kommandant van de le militaire divisie. Namens den
j president der republiek reikte bij epnige kruisen en
medailles uit aan soldaten of voormalige mobielen, die
voor zoodanige onderscheiding waren voorgedragen om
hun uitstekend gedrag gedurende den veldtocht, en ook
aan burgers die zich gedurende den oorlog of bij het
beleg van Saint Quentin hadden onderscheiden. Aan
verminkten en gewonden werd geldelijke ondersteu
ning geschonken. Door don generaal werd eene rede
i gehouden, waarin hij recht liet wedervaren aan eten
moed en de vaderlandsliefde der troepen van alle wape-
j nen die hadden deelgenomen aan den bloedigen slag
j dien men herdacht.
i De heer Jean Brunet heeft een aanval van wetge-
vende werkzaamheid. Zijn godsdienstig bouwkundig
plan is genoeg bekend. Zijn finaucieele voorstellen zijn
even zonderling. Nu zou hij Parijs in drie deelen willen
splitsen, die tot hoofdplaatsen zouden hebben La Con
corde, "Versailles, SaiDt Denis en Vincennes. Op deze
'j wijze zouden 3/4 gedeelten van Parijs landelijke gemeen-
j ten worden en slechts het gedeelte dat La Concorde tot
j hoofdplaatshad, een groote stad blijven.
Le Temps haalt eene passage aan uit de briefwis-
seling tusschen mevrouw du Deffand en Voltaire en
j meent, dat zij bijzonder van toepassing is op den tegen-
i woordigen toestand van Frankrijk. In 1760, drie jaren
na den slag van Rosbachterwijl de generaals van Lode-
j wijk XV nog streden, was de schatkist ledig, en de heer
i Silhouette, controleur-generaal der financiën, stelde
I voor om de persoonlijke toelagen aan den koning te ver-
minderen en nieuwe belastingen in te voeren. Dit viel
noch in den smaak van het hof noch in die der belas
tingschuldigen. „Men bedreigt ons dagelijks met ver-
j schrikkelijke belastingenschreef mevrouw du Deffand
aan Voltaire, maar men weet niet hoe men het zal aan-
leggen om haar te krijgen."
j Voltaire antwoordde: „Ik heb toch nog liever obliga-
ties van Frankrijk dan van Pruisen. Onze besteraming
is, om altijd dwaasheden te doen en ons weder te rele-
veeren. Bijna nooit ontbreekt ons de gelegenheid om
ons te ruïneeren en om ons te laten verslaanmaar na
verloop van eenige jaren zijn er geen sporen meer van
aanwezig. De ny verheid herstelt de domheden van het
ministerie. Wij hebben thans geen groote geesten op
het gebied der schoone kunsten, tenzij de heer Lcfranc
de Pompignan en zijn broeder, de bisschop; maar wij
j zulten altijd kooplieden en landbouwers hebben. Er
behoeft slechts genoeg te zijn om te leven en alles zal
I wel gaan."
j De minister van oorlog heeft van de commissie
die belast was met een onderzoek naar de handelingen
van generaal Uhrich, ten aanzien van de overgave van
j Straatsburgen die werd gepresidieerd door den maar-
I schalk Baraguay d'Hilliers, het door haar uitgebrachte
j rapport ontvangen, dat volgens 1'Onion gunstig luidt
J voor generaal Uhrich.
De redactie van het dagblad le Radical is voor het
j hof van assises in het departement van de Seine gedaagd
als beschuldigd van in een artikel in het nommer van
I den 19*0 Januari jl., de openbare en godsdienstige zede-
leer te hebben geschonden en een in Frankrijk erkenden
godsdienst belachelijk te hebben gemaakt.
Een rijk Amerikaan, thans genaturaliseerd Fransch-
man, die voor zijn uitstekend gedrag in den oorlog de
orde van het legioen van eer had verkregenhad den
19*n December 1871 machtiging aan de regeering ge
vraagd, om een dagblad te mogen vestigen onder den