MIDDELRURGSCHE
COURANT.
Donderdag
1872.
18 Januari.
r 15.
Middelburg 17 Jauuari.
In de zitting der eerste kamer van heden werd het
tractaat met Engeland tot afstand van de Kust van
Guinea nogmaals door den minister verdedigd, en door
verschillende sprekers werd gerepliceerd. De kamer
heeft het tractaat aangenomen met 29 tegen 6 stemmen.
Tegen stemden de heeren: Bartsen, Messchert van Vol
lenhoven RijckevorselHuijdecoper, van Rhemen en
van Bij landt.
De opbrengst der rijksmiddelen bedroeg in het jaar
1871 f 77,637,467.68, of f 3,882,005.18 meer dan de
raming en f 1,954,840.86 meer dan de opbrengst
over 1870. v
In de Staats-courant van heden is opgenomen het
koninklijk besluit van den 3en December jl.tot af^en
overschrijving van het Ie op bet II0 hoofdstuk der be
grooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar
1870, vastgesteld bij de wetten van 7 December 1869
(Staatsblad n°. 204 en 205).
Met genoegen ontwaren wijdat het votum van wan
trouwen, 't welk de heer Kappeyne op 2L December jl.
in de tweede kamer uitsprak, en dat zoowel in als
buiten de kamer veel opzien heeft gebaard, thans
meer en meer een onderwerp van beschouwingen in
de pers begint te worden. Heden komt ons b. v. weder
een naar aanleiding daarvan zeer goed geschreven
artikel van de Zutphensche courant onder het oog,
waarvan wij met een paar woorden den verkorten in
houd teruggeven.
De verklaring van den heer Kappeyne heeft meer
beteekenis dan op het eerste oogenblik wel schijnt;
.want daar het plan tot amortiseeren eigenlijk van den
heer Thorbecke is uitgegaan, zoo werd door het bekende
votum van wantrouwen eigenlijk niet de heer Blussé
maar wel de minister van binnenlandsche zaken getroffen.
De sensatie, die door de verklaring van den heer Kap
peyne verwekt iskwam vooral daaruit voortdat meu
thans duidelijk heeft ingezien dat de verhouding tus
schen kamerleden en ministerie niet is zooals zij behoort
te zijn. Tot nogtoe hadden die liberalen, welke niet
met het ministerie ingenomen zijn hunne afkeuringen
onder opvolgende vleiende complimenten of zeer onbe
stemde uitdrukkingen verborgen, totdat bij de behan
deling der amortisatie-wet de heer Kappeyne met zijne
verklaring optrad, die wel wat kras was en daarom ook
de verhouding tusschen het ministerie en sommige leden
sterk kenmerkte. De liberalen hebben overigens reden
tot ontevredenheid, daar het ministerie, hoe weinig
het ook met 28 Februari van het vorige jaar op zijn
kader had, zich [toch nog meer voorgesteld had dan
het volbrengen kon of wilde; noch van de verbete
ring van het defensiewezen noch van de herziening van
het belastingstelsel is iets gekomen.
Het votum van den heer Kappeyne moge om de open
hartigheid te prijzen zijn, maar voorzichtig is het niet
en uit politiek oogpunt te betreuren. Want ofschoon
de heer Thorbecke, hoewel nog kras voor zijn jaren,
te oud wordt om de teugels van het bewind in handen
te houden, had de heer Kappeyne moeten bedenken,
dat zoolang hij nog op het staatstooneel verkeeren kon,
het voor geen liberaal man raadzaam is in zij n schoenen
te staan. Dit kabinet den oorlog te verklaren, voordat
men met zijne vrienden een ministerie kan samenstollen
en een programma gereed heeft, getuigt geenszins van
staatsmanswijsheid. De heer Jonckbloet heeft in de zit
ting van 13 November jl. terecht gezegd: ik zou mij
onverantwoord achten, indien ik mij vijandig plaatste
tegenover dit kabinet en medewerkte om het af te
breken.
De Zutphensche courant besluit haar artikel aldus
„Afbreken van dit kabinet is meer dan onraadzaam.
Niet alleen omdat men de onvruchtbare stagnatiën der
laatste jaren wederom met eene zou vermeerderenmaar
ook omdat ten volle het bewijs moet geleverd worden
dat dit ministerie onmachtig is om de drie aangekon
digde groote vraagstukken tot oplossing te brengen.
Eerst dan zal de tijd gekomen zijD voor het zooge
naamde jonge Holland. Tot zoolang wachte het. n de
eerste plaats om zichzelven niet noodeloos van mede.
standers.te berooven, maar in de tweede plaats om bij
het ..gTDöte "publiek een goeden dunk te verkrijgen. Ka
binet-bestormers staan in den regel slecht aangeschre
ven en de meening alsof er twee soorten van liberalisme
bestaan moet niet versterkt, maar veeleer uitgewischt
worden.
„De liberale partij late het votum van wantrouwen
van mf. Kappeyne geheel voor zijne rekening en be-
schouwe het desnoods als een geheel op zichzelf staand
feit. Doet' zij dit nieteene coalitie der kerkelijke par-
"Erferf' en hare medestanders mocht dan de politieke at
mosfeer eens voor geruimen tijd geheel bederven."
Benoemingen en besluiten.
posterijen. Benoemd tot directeur van het postkan
toor te Wormerveer jonkheer H. A. van Foreest, thans
directeur van het postkaotooor te Haarlemmermeer.
KOLONiëN. Benoemd tot apotheker 3e klasse bij den
militairen geneeskundigen dienst in Nederlandsch-
Indië, de voor die betrekking opgeleide kweekelingen
der pharmacie D. L. Pey en T. W. van Vogelpoel.
Onderwijs.
Bij beschikking van den minister van koloniën van
den 16« Januari jl., zijn de hoofdonderwijzers K. J.
Razelius, H. Colpa, W. Briel, L. Franken, J. van den
Bos, C. Wegenaar en G. Oostergetel, en de hulponder
wijzers O. W. Mulder, L. H. Verboog en L. de Pagter
gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indiëom te worden benoemd tot
onderwijzer derde klasse voor den dienst daar te lande.
Kerknieuws.
Uit het vroeger vermelde viertal predikanten is heden
avond door het kiescollege der Nederduitsche her
vormde gemeente alhier beroepen de heer d>\ G. J. Vos,
te Goes.
Marine en leger.
De Staats-courant van heden bevat den nominatieven
staat van hoofd- en verdere officieren, die bij 's konings
besluit van den 13«» Januari jl. voor het jaar 1872 tot
leden en plaatsvervangende leden van de militie-raden
in de onderscheidene provinciën benoemd zijn. In
Zeeland zijn benoemd: tot lid de majoor van den
Brandeler, provinciale adjudant in Zeeland, en tot
plaatsvervangend lid de kapitein vanWinsheym, van
het 3e regiment infanterie, beiden te Middelburg.
Gemengde berichten.
De gemeenteraad van Tilburg heeft in do Zuid Oos-
ter spoorwegmaatschappij deelgenomen voor f 480,000;
alzoo voor evenveel als Nijmegen, 'sHertogenbosch gaf
120,000. Oss en de andere gemeenten zullen waarschijn
lijk mede niet achterblijven. In ieder geval is nu reeds
meer dan de helft van het benoodigde kapitaal alleen
door drie gemeenten genomen. Arnhcour.)
Als eene bijzonderheid wordt uit Ameide gemeld,
dat dezer dagen in den hoogen ouderdom van 102 jaren
en 8 maanden U Zijderveld (gemeente Everdingen) is
overleden Arie \~erhoef. Slechts 8 dagen vóór zijn dood
gevoelde hij ziet een weinig ongesteld, en had dikwijls
te kennen gegeven dat hij nooit ziek was geweest.
Het Utrecatsch dagblad verneemt, dat het drij
vende paardenvel van den heer Lent uit Keulen dit
jaar ook NederUnd zal bezoeken.
De heer le Beuker deelt in het Handelsblad van
Antwerpen het volgende mede: „Door de hevige en
schielijk ingevalen vorst, in den nacht van 78 Decem
ber jl., hebbende fruitbooinen en vele andere uitheem-
sche gewassen zeer veel schade geledenhet jonge hout
en de meeste bloembotten der pereboomen zijn bevroren
de vruehttwijgen der perzikboomen zijn insgelijks aan
getast en dit op zulk een wijzedat ik met reden vrees
voor den oogst. Vooral bij vlakliggende boomgaarden
denk ik dat de meeste bloembotten zullen vernietigd
zijn. Het beste middel dat ons te doen staat, is dit jaar
de fruitboomen zeer kort te snoeien en wel tot op het
frissche hout, want men zal bemerken dat het merg van
het jongste hout vooral bij pereboomen zwart is en dat
onder de bloembot het merg een zwarte stip heeft."
Eergisteren is te Breda gevangen binnengebracht een
persoon uit Alphen, zadelmaker van beroep, die een moord
gepleegd heeft op een jong meisje, mede uit die gemeente.
Hij zou met dit meisje eerstdaags in den echt treden, en
had zich reeds eene woning en huisraad aangeschaft, doch
het meisje wees hem af, en hield verkeering met een ander.
Dit schijnt de drijfveer tot de misdaad geweest te zijn.
Toen het slachtoffer met hare zuster van Baarle-Nassau
naar Alphen terugwandelde, wachtte hij haar bij
een tol op, knoopte een gesprek aan, wandelde een
eindweegs met de vrouwen mede en vatte eensklaps zijn
verloofde aanwierp haar op den grond en bracht haar
toen met een mes over neus en lippen en in den hals
verscheiden doodelijke wonden toe. Haar zusier, die
eerst toeschoot om te helpen nam op het gezicht van
bloed alras de vlucht naar een kortbijzijnde herberg.
Vier mannen spoedden zich terstond naar de aangedui
de plaats, waar zij niets dan een vreeselijk bebloed en
verwond lijk vonden. Kort daarop echter (alles geschied
de op helderlichtendag) gelukte het der politie den
dader, achter de struiken verborgen, te vatten en in
verzekerde bewaring te stellen. Maandag ochtend is de
moordenaar, die voorgeeft onschuldig te zijn, zwaar
geboeid en met een bebloedea doek op den ruggebonden
door zijne woonplaats Alphen rondgevoerd en verder
per spoor naar Breda gebrachtHet is een persoon
van 26- a 27-jarigen leeftijd. (ÏV. Rott. cour.)
Nabij de stad Indorein de residentie Bombay,
heeft de ontploffing van een kruit-magazijn den dood
veroorzaakt aan 70 of 80 personen.
Op enkele Duitsche spoorwegen'zqn in den laatsten
tijd de waterstoven vervangen door een ander middel
van verwarming, uitgevonden door den heer Feuten
ingenieur der Rheinische Eisenbahn-Gesellschaft. De
brandstof is een chemisch geprepareerde kool, die gedu
rende een geruimen tijd groote warmte ontwikkelt, zoo
dat vier kolen voldoende zijn om bij de strengste in
Duitschland voorkomende vorst een coupé gedurende
12 uren te verwarmen. De kool verbrandt in koperen
dQOzen, die onder de banken of onder de vloer der cou
pés zijn aangebracht en voorzien zijn van buizen die
voor den toevoer van lucht zorgen.
Volgens eene officieele opgave neemt de goud
winning in Fransch Guyana gestadig toe. Terwijl die
industrie in het jaar 1856 nog slechts eene opbrengst
opleverde van ruim 8 kilogram, eene waarde van 26000
franc vertegenwoordigendewerden in dG eerste tien
maanden van 1871 niet minder dan 562 kilogram goud
gewonnen, berekend op eene waarde van ruim l2/s mil-
lioen francs. De geheele opbrengst van 1856 tot 1869
heeft bedragen ruim 3400 kilogram, ter waarde van
meer dan 10 millioen francs.
Volgens berichten uit Teheran van de eerste helft
van November, duurde de hongersnood aldaar nog steeds
voort. De provincie Khorassan was het meest door deze
bezoeking geteisterd. In een tijdsverloop van tien maan
den waren aldaar 40,000 personen gestorven en 100,000
uit het land gewekenin het gewest Ispahan bedroeg
bet getal der gestorveuen over datzelfde tijdsverloop
18,000 en dat der landverhuizers 32,000. De schach had
een nieuwen eersten minister benoemd, en dezen vol
macht gegeven om alle maatregelen te nemen, die door
hem in den bestaanden nood raadzaam werden geoor
deeld, zonder deswege zelfs dé beslissing of het advies
van den sonverein te vragen. De minister, Hadji Mirza
Hussein-Khan, vroeger consui-generaai te Bombay en te
Tiflis en later ambassadeur te Konstantinopel, had ter-