MIDDELBURGSCHE
COÜRANT.
r 308.
Zondag
1871,
31 December.
Middéllrnrgsche Courant
Nieuw Goedkoop Magazijn
PREMIE
AAN DB
GEABOIÏEEEDEI
oj? db
De uitgevers der Middelburgsche courant
zijn in staat, om ditmaal aan de geabonneer-
den op dat blad eene premie aan te bieden,
bestaande in den jaargang 1871 -van het.
VffiSBK. AM.® SMWEIi®'.
Die jaargang bestaat uit twee lijvige
boekdeelen, elk van 480 bladzijden,
4° lormaat in twee kolommen ge
drukt, en zal fraiMSO aan huis geleverd
worden aan ieder geabonneerde die dit mocht
verlangen en bij zijne aanvrage het bedrag
van 1.50 per postwissel overmaakt.
Het doel van dit aanbod is hoofdzakelijk
om het Nieuw Goedkoop Magazijn in ruimen
kring te verspreidenin de overtuiging
welke de uitgevers hebben, dat eene ken
nismaking met den tegenwoordigen jaar
gang velen tot inschrijving voor het vervolg
zal uitlokken.
De Burgemeester en Wethouders ran Wlisslng-en
doen te weten
dat door den Raad dier Gemeente in zijne vergade
ring van den 22"» December 1871, is vastgesteld de
volgende verordening:
BBcsEoiit tot voortdurende lieffing
eeaer plaatselijke belasting op
voorwerpen van verbruik in de
gemeente WDassingcn.
Do Gemeenteraad van Vlis3ingen
Gezien de wet van den 10cn April 1866 (Staatsblad
n® 66) waarbij aan de Gemeente Ylissingenbehoudens
de koninklijke goedkeuringvoor niet langer dan tot
ultimo December 1871 vergunning wordt verleend tot
het heffen van verbruiksbelasting op het gemaal, het
geslacht, de brandstoffen en het gedistilleerd 3
Gezien echter zijn besluit van den 10" October 1870,
waarbij aan Burgemeester eD Wethouders wordt opge
dragen om zich bij adres te wenden tot Zijne Majesteit
den Koning met verzoek om het tot stand komen van
een wet te willen bevorderenwaarbij aan de Gemeente
Vlissingen worde bewilligd het voortdurend heffen
eener plaatselijke belasting op het gemaal en het
gedistilleerd.
Gezien de missive van Burgemeester en Wethouders,
dd. 17 October 1871, N° 870, aan Heeren Gedeputeerde
Staten van Zeeland, waarbij ter goedkeuring wordt
ingezonden de bij raadsbesluit van den 14" derzellde
maand vastgestelde gemeentebegrooting voor 1872,
waarin kennis wordt gegeven, dat de Raad gemeend
heett bij voorbaat daarop een post voor de opbrengst
van verbruiksbelasting te moeten brengen
Gezien eene missive van Gedeputeerde Staten van
Zeeland dd. 23 November 1871 N° 3489/54, waarbij
wordt bericht dat Zijne Excellentie de Minister van
staat en van Binnenlandsche Zaken een wetsontwerp
heeft doen opmaken, waarbij voorgesteld wordt aan de
Gemeente Ylissingen vergunning te verleenen, 300 noo-
dig tot ultimo December 1876, de thans nog bestaande
belastingen op gemaal en gedistilleerd te blijven heffen
Gezien eene missive van Zijne Excellentie den Minis
ter van Staat en van Binnenlandsche Zaken dd. 16 Decem
ber 1871n® 224 (2s Afdeeling)waarbij wordt te ken
nen 'gegèven, dat, wanneer het door de 2* kamer der
Staten Generaal aangenomen voorstel tot afwijking van
de regels der Gemeentewet voor deze Gemeente tot wet
mocht worden verheven, teneinde alsdan nog tijdig de
Koninklijke goedkeuring zou kunnen worden erlangd,
het nu reeds noodig is dat de Raad zoo spoedig moge
lijk besluiten neme tot bestendiging der thans geheven
wordende belastingen op gemaal en gedistilleerd;
—óverwegende, dat met betrekking tot de dekking
der plaatselijke uitgaven, het vooralsnog niet mogelijk
is de Gemeentelijke verbruiksbelasting verder te beper
ken, en er dringende noodzakelijkheid bestaat tot besten
diging der tbans geheven wordende belasting op het
gemaal en het gedistilleerd;
Besl uit:
Voortdurend van kracht te verklaren met de daarbij
betrekkelijke verordeningen op de invordering de navol
gende verordeningen tot heffiDg van plaatselijke belas
ting op voorwerpen van verbruik in de Gemeente
Vlissingen;
1° Op het Gemaal van den 10" December 1855 en
16 Maart 1861, goedgekeurd bij Koninklijke be
sluiten van den 20" December 1855, n°. 79, en
22 Juli 1861, no. 51.
2° Op het gedistilleerd van den 23" Januari 1865,
gewijzigd bij het besluii van den-28®° Maart 1866
en den 21 Juni 1869, goedgekeurd bij Koninklijke
besluiten van den 27" April 1866n°. 57 en van
'den 19" Augustus 1869, n®. 13.
Ylissingen, den 22" December 1871.
De Gemeenteraad voornoemd,
De Voorzitter.
WINKELMA N.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
Behoort bij het Koninklijk besluit van Decem
ber 1871, n®. 47.
Mij bekend
De Minister van Staat en van
Binnenlandsche Zaken,
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
(Geteekend) HUBRECHT.
Accordeert met het origineel
De Secretaris-Generaal,
(Geteekend) HUBRECHT.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 29" December 1871.
De Burgemeester,
WINKELMAN.
De Secretaris
P. FORBES WELS.
fiUnnmlcmiX
Middelburg 30 December.
De eerste kamer heeft heden hoofdstuk IX (koloniën)
der staatsbegrooting voor 1872 aangenomen met 32
tegen 3 stemmen en hoofdstuk X (buitengewone uit
gaven) met algëmeene stemmen.
De behandeling van de tractaten en van het wets
ontwerp tot amortisatie is uitgesteld tot den 15" Ja
nuari 1872.
De beraadslagingen in de tweede kamer over de amor-
tisatiewet gevoerd, hebben alom sensatie verwekt. Niet
geheel ten onrechte. Zij hebben eenig licht doen opgaan
omtrent de gezindheid van enkele leden van de tweede
kamer, aan wie men over het algemeen veel invloed op
den loop der zaken toekent. Zij hebben duidelijker doen
blijken dan tot heden geschied was, hoe deze leden zich
van lieverlede losmaken van hunne vroegere geestver-
wanten in de tweede kamer, en weinig vrees schijnen te
koesteren om tot het omverwerpen van het ministerie
mede te werkenof althans daartoe den weg te helpen
banen. Door de oppositie van enkele ledenin het bij
zonder tegen den minister van financiën gericht, te
beschouwen als een poging om reeds nu de krachteij
eener coalitie Kappeynevan Houtenvan de Putte te
beproeven zou men evenwel naar onze meening te ver
gaan. Wij kennen aan deze leden dor tweede kamer te
veel ernst toe, om met opzet Nederland te plaatsen voor
een zoo onzekere toekomst als uit een aanval op het
ministerie met vereenïgde krachten van enkele liberalen
en vijandige factiën zou kunnen geboren worden. Mocht
echter de ernst dezer leden door ons te hoog worden
geschat, en, mocht het doel van eenige der meest geavan
ceerde leden der liberale partij werkelijk geweest zijn bet
terrein te verkennen, dan heeft althans hunne poging geen
aanmoedigend resultaat opgeleverd. Dit goede gevolg is
daarentegen van den heftigen aanval van den heer Kap
peyne en zijne vrienden te verwachten, dat hij velen der
liberalen dubbel voorzichtig zal gemaakt hebben. De
heeren Kappeyne, van Houten en van de Putte kunnen
bovendien niet wel meenen dat de tijd thans voor hen ge
komen is, om de tengels van het bewind in handen te
nemen; zij zullen zich daartoe wel niet sterk genoeg ach
ten, en zij zijn bovendien te goed bekend met den geest
der natie die, bij volkomen erkenning van de vele zwakke
punten van bet tegenwoordig ministerie, daarop toch
nog met vertrouwen de oogen gericht houdt. Daarom zal
het juist, naar wij hopen, hun streven zijn geen omstan
digheden voor te bereiden die zij niet zouden kunnen
beheerschen. De „oorlogsverklaring" van den heer Kap
peyne zou minder indruk bij het publiek hebben ge
maakt, indien zijn naam niet onwillekeurig met meer
of minder recht herinneringen opwekte aan vroe
gere incidenten. Maar niets bewijst dat die oorlogsver
klaring uit naam van meerderen is geschied, en zeer
voorbarig zou men oordeeienindien men de stem van
de meeste leden der liberale partij die tegen de amorti-
satiewet stemden, als een votum van wantrouwen, hetzij
tegen het ministerie hetzij tegen den minister van finan
ciën, wilde uitleggen.
Niet onmogelijk is het echter dat aanstaande gebeur
tenissen nog eens naar de jongste parlementaire scher
mutseling zullen heen wijzen, en daarom komen wij in
een volgend nommer terug op eene discussie waarvan
wij onlangs slechts enkele punten hebben aangestipt en
die wij eerst thans door de verschijning van het bijblad
in al hare bijzonderheden hebben leeren kennen. Hoezeer
wij ook daarbij zuilen streven naar beknoptheid, zullen
wij toch trachten het karakter der discussie zoo
getrouw mogelijk weder te geven.
De Staatscourant van heden bevat de wet van den
29" dezer, houdende aanwijzing van de middelen ter
goedmaking van de uitgavenbegrepen in de staatsbe
grooting voor het dienstjaar 1872.
Benoemingen en besluiten.
consulaten. Erkend en toegelaten als consul van het
Dnitsche rijk te Batavia- O. Sielcken.
gevangenissen. Eervol ontslag verleend, met ingang
van 1 Januari a., aan mr. P. W. Alstorphius Grevelink,
als hootd-inspecteur der gevangenissen, met dankbetui
ging voor de vele eu gewichtige diensten, door hem in
die betrekking bewezen.
Onderwijs.
De gemeenteraad van Zutfen heeft tot leeraar in de
geschiedenis en Nederlandsche taal aan do hoogere bur
gerschool aldaar benoemd den heer J. G. Frederiks,
privaat docent te 's Gravenhage.