militaire administratie, de le luitenant-kwartiermeester J. van der Linden. Geplaatst: geneeskundigen dienst, bij het groot mill- j tair hospitaal te Weltevredende officier van gezond- i heid derde klasse L. Klaas, onlangs uit Nederland aangekomen, als bestemd voor den dienst hier te lande, i Overgeplaatst: geneeskundigen dienstbij het groot militair-hospitaal te Weltevreden, de officier van gezondheid 3* klasse F. L. Fhilipsen, van den genees- kundigen dienst der Lampongsche districten infanterie bij het 1« bataljon, de 1' luitenant A. J. Prager, van het j garnizoens-bataljon der Wester-at'deeling van Borneo. j Gemengde berichten. De Provinciale Noordbrabanter bevat de volgende bijzonderheden betrekkelijk de brug over hetHollandsch Diep. De lengte der thans voltooide brug is niet minder dan 2535 meter, meer dan een half uur gaans. De beide oevers van den arm der Maas zijn met elkander verbon den, deels door middel van een vaste, deels door mid del van een draaiende brug. Het eerste gedeelte, de vaste brug, beeft 14 openingen leder van 100 meter. Langs den zuiderkant is een dubbele gierbrug (pont-volant) gemaakt met 2 openingen van 16 meter breedte. Het paalwerk der vaste brug bestaat uit twee rijen, elk van 13 pijlers. De schoot van de brug is geheel van ijzer. Ieder gedeelte van het eene bruggehoofd tot aan het andere is 12 meter breed en weegt 450,000 kilogram men; de geheele constructie weegt 6,38u,000 kilogram men. De stukken voor bet aanleggen der bogen zijn te Amsterdam vervaardigd. Hunne samenvoeging beeft plaats gehad te Willemsdorp. De plaatsing der reus achtige brugbogen geschiedde door middel van twee overgroote pontons, welke door vier stoombooten ter plaatse gesleept werden. Om ze op de bruggehoofden te plaatsen, maakte men gebruik van den vloed. Zondag werd te Zwolle een algemeene vergadering gehouden van leden van bet personeel der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen, ter bespreking van een op te richten vereeniging, die zich ten doel stelt om door onderlinge bijdragen bij overlijden aan weduwen der leden, of aan de leden zelve bij ongevallen, die hun ongeschikt voor den dienst maken, eene uitkeering in geld te verschaffen. Binnen eenige dagen zullen op alle staats- en par ticuliere spoorwegen in Pruisen, op last van den minis ter van koophandel, proeven worden genomen met een nieuw stelsel van verwarming van spoorwegrijtnigen. Zoowel de rijtuigen der eerste als der laagste klasse zullen worden verwarmd. Men zal zich tot dat einde bedienen van chemisch bereide saamgeperste steenkolen. Omtrent de bevolking van Nederland over 1870 wordt medegedeeld, dat zij aan het einde van dat jaar bestond uit 3,686,270 zielen, waarvan 1,425,718 in de steden en 2,260,552 op het platteland woonachtig waren. De verhouding van het getal stedelingen tot dat der landbewoners was derhalve 1 tot 1.6. Op elk lOOtal hektaren kwamen over 't geheel voor 1121 zielen; het getal landbewoners op die oppervlakte was G8.7. Dat de bevolking steeds toeneemt bewijst het vol gende: De vermeerdering ten honderd was in 1870 op de bevolking van 1869 0.94, op die van 1859 11.4, op die van 1829 41. Op het einde van 1859 toch telde Nederland 3,652,119, in 1859 3,308,969, in 1829 2,613,308 inwoners. UtrccJUsch daqll.) Toen. Vrijdag namiddag de omnibus tusschen St. Sulpice en la Vilette, te Parijs, voor zijn station stil hield, bleef de eenige passagier die op de Imperiale had plaats genomen onbeweeglijk. Weldra bleek dat hij dood was. Hij was door de koude bevangen en geheel bevroren. Dezer dagen werd te Parijs een telegram ontvan gen, dat des morgens te 9 uren uit Saigon in Cochin- china was verzonden en te half twee uur in handen van den geadiesseerde was. Slechts 4.^ uur was noodig ge weest om het berichtdat een afstand van 3900 kilowe ters moest doorloopen, over te brengen. Tliermometerstand. 12 Dec. 'sav. 11 u. 35 gr. 13 'smorg.7 u.37gr.'smidd.lu.41gr.'sav.6u.42gr. Stat en-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Maandag 11 December. Behandeling der staats- begrooting. Bij de voorlezing der notulen protesteert de heer Wintgens tegeu het verslag van de laatste zitting door de Nieuwe Rotterdamsche courant gegeven. De voorzitter merkt op, dat hij zich alleen moet bepa len tot aanmerkingen op de notulen zelve. De heer Godefroi, nieuw benoemd lid in het kiesdis trict Amsterdam, legt de grondwettige eeden af en neemt zitting. Ingekomen een bericht van den minister van binnen- landsche zaken dat hij door ongesteldheid voorloopig verhinderd is de zitting bij te wonen, tengevolge waar van besloten wordt eerst na afloop der geheele staats- begrooting en der verdere aan de orde gestelde wetten de kredictwetten voor oorlog in behandeling te nemen. De behandeling vau hoofdstuk IX (koloniën) wordt voortgezet. Bij art. 4 geeft de heer van de Putte de wenschelijk- keid te kennen om een som uit te trekkenevenals vroeger, voor toelage van tijdelijke plaatsing aan het departement van uit Iudië geretourneerde hoofdambte naren. De minister acht dien post niet noodzakelijk, omdat hij meent beter gediend te zijn door het raadple gen van verschillende Indische ambtenaren, dan door .het vast plaatsen van een enkel persoon aan zijn depar tement. De heer van de Putte vermeent echter dat daargelaten het hooren van enkele personen over spe ciale zaken, het aanwezig zijn van een ervaren ambte naar, met den loop der Indische zaken bekend zeer wenschelijk blijft en dan minder verkeerde antwoorden zullen gegeven worden in de regeeringsstukken. Bij art. 9 stelt de heer Fransen van de Putte voor om dien post met 28,786.38 en met f 1200 te verminderen wegens kosten der landmacht inWest-Indië en het extra bezoldigen van bet openbaar ministerie aldaar, voor de waarneming der betrekking van auditeur militair. Hij acht het in stand houden van een West-Indisch legertje, niet alleen te kostbaar en doelloos, maar ook in strijd met het regeeringsreglement. De heer van Sypesteijn en de heer 's Jacob zijn het eens, wat het West-Indisch leger betreftzij beamen, dat daar waar geen forten zijn, ook levende strijdkrachten, vooral in zulk een gering getal, niets beteekenen. De minister meent dat voorloopig het korps mariniers niet voor den West-Indischen dienst kan bestemd wor den en er nog behoefte is aan een bepaalde militaire macht zoolang het staatstoezicht nog op de geemanci- peerden bestaat. Wat betreft de toelage aan Aexi auditeur militair, zij is alleen het uitvloeisel van meerdere opgedragen werkzaamheden. Beide amendementen van den heer van de Putte wor den aangenomenhet eerste met 56 tegen 6 stemmen het tweede met 34 tegen 29 stemmen. In behandeling komt art. 11 en de daarmede in ver band staande begrooling van Suriname. De heer Heemskerk Az. acht de uitdrukking vreemd van den minister, dat in.Suriname de geëmancipeerde nog als slaven zouden behandeld worden. Eveneens heeft bet hem getroffen, dat de minister geschreven heeft in zijne memorie dat geene enkele mogendheid Suriname als kolonie zou willen overnemen. Hij acht dit in strijd met onze waardigheid. Eveneens heeft het hem bevreemd dat de minister beweerd heeft een invoer van vrije negers uit Afrika onmogelijk te achtenterwijl te gelijker tijd deswege een nieuw tractaat met Engeland gesloten is* De minister van koloniën antwoordt, dat hem bekend is geworden dat de herinnering aan vroegere toestanden nog steeds in Suriname blijft bestaan en invloed heeft op de handelwijze tegenover de geëmancipeerden. Dat hij vrijen aanvoer van negers uit Afrika voorloopig onbe reikbaar acht, is geheel in overeenstemming met den bestaanden toestand, ten zij men een nieuwe slavernij wil invoeren. Het tractaat met Engeland is op een ver anderden toestand, die in de toekomst mogelijk is, gegrond. De minister verdedigt daarop zijne houding tegenover de koloniale staten van Suriname. Tot dusver hebben deze nog geen blijk gegeven, mede te willen werken door verbetering van inkomsten tot verminde ring van het subsidie te geraken. De begrooting van Suriname wordt aangenomen met algemeene stemmen, uitgenomen die van den heer van Kerkwijk. De begrooting van Curatjao geeft den heer van Sype steijn en den heer Nierstrasz aanleiding om het conflict van den gouverneur en den ontslagen procureur-gene raal aldaar te bespreken. De minister verdedigt de handelwijze van den gouver neur die niet, zooals de heer Nierstrasz wenschte, bevoegd was een ontslagen ambtenaar wegens politieke demonstratiën te kerkeren of te verbannen. De minister neemt daarop ook, naar aanleiding der vorige stemmingen, het derde amendement van den heer van de Putte over, om de kosten der landmacht, van bescherming der koloniën Curagao met 15,986.06 te verminderen. Het amendement van den heer van Kerkwijk om f 4000 te schrappen voor het zenden van een ingenieur naar Curasao voor opnemingen, wordt aangenomen met 53 tegen 14 stemmen. Op de vraag van de heer van Kerkwijk waarover volgens de vroegere meening van den minister als lid der kamer de kleine eilandjes St. Eustatius, Amba, Bonaire enz. niet worden losgelatenverklaart de mini3 ter, dat hij dit denkbeeld blijft voorstaan maar als lid der regeering het niet in praktijk mag brengen om dat de publieke opinie daartegen nog te veel gekant is. De begrooting van Curasao wordt aangenomen met algemeene stemmen, behalve die van den heer van Kerkwijk De verdere artikelen der begrooting van koloniën worden goedgekeurd en hoofdstuk 9 aangenomen met 45 tegen 22 stemmen. Tegen stemden de heeren van Wassenaer, Begram Wintgens van Sijpesteyn, C. van Nispen Nierstrasz, Hoffman van Zuylen, Heemskerk, Arnoldts, vanKuyk, van Hardenbroek, van Foreest, Smitz, Haffmann, de Brauw, van NaamenKienVerhei]enBorret, Berg- mann en Heijdenrijk. Cuiterdanü. Algemeen oyer zicht. De zittingen der Belgische kamer zijn gisteren weder hervat. Namens het nieuwe kabinet nam de heer de Theux het woordwaaruit men zou mogen afleidendat hij inderdaad aan zijne functiën van minister zonder portefeuille de waardigheid van voorzitter van het kabi net verbindt en dat dus die nieuwigheid in de Belgische constitutioneele usantiën, welke aan 1'Indépendance beige zoo ongeloofelijk voorkwam, werkelijk bij dit kabinet toegepast is. De beer de Theux zeide dat de regeering, daar de formatie van het kabinet an den 7(n December op volkomen constitutioneele wijze tot stand gekomen was, staat maakte op den steun van de meerder heid der beide kamers. Vervolgens verklaarde bij, dat het kabinet in den loop der tegenwoordige zitting geen politieke wetten zal voordragen, en het land bij de aan staande verkiezingen (1872) gelegenheid zal hebben om zich over de door de regcering te volgen richting uit te spreken. Na deze verklaring had een hoogst gematigde politieke discussie plaats, die tot geen bijzondere inci denten aanleiding gaf. Het korte programma van het nieuwe kabinet is inderdaad niet anders dan men ver wachten kon. Door gematigdheid alleen en het vermij den wan politieke stormen en twisten, kunnen de nieuwe ministers weder het nadeel goed maken dat hunne voor gangers aan de clericale partij berokkenden. Slechts op deze voorwaarde is de overwinning der clericalen bij de stembus niet alleen mogelijk, maar zelfs zeer waar schijnlijk. Wanneer geen politieke fout of onvoorziene omstandigheden die verwachting komen verstoren dan is de positie van. dit kabinet bijzonder sterk. Na de verklaringen toch van den heer Bara en andere leden der liberale partij, dat de clericale partij wegens hare meerderheid recht op de regeering heeft, doch dat men eerlijke mannen aan het bewind wil zien, en niet perso nen die betrokken zijn bij of zich vereenzelvigen met de bedriegerijen van Langrand Dnmonceau, kannen de liberalen slechts om zeer gewichtige redenen het tegen woordige kabinet bestrijden. De bekwame leider, de heer de Theux, zal voorzeker zooveel mogelijk verhoedeD, dat zoodanige redenen voor de liberale party in het leven geroepen worden. De commissie uit de Fransche nationale vergadering belast met het voorloopig onderzoek naar de beginselen, waarop een nieuwe kieswet zal moeten berusten, heeft in hare vergadering van gisteren de volgende algemeene principes aangenomen: 1° om kiesgerechtigd te zijn moet men den leeftijd van 25 jaren bereikt hebben en minstens ëen jaar in eene gemeente gevestigd zijn; 2<> militairen in werkelijken dienst kunnen nietstemmen en 3" het stem uitbrengen zal verplichtend gesteld wor den. Dit laatste beginsel moge wenschelijk zijn, om zoo goed mogelijk met den wil der natie bekend te worden hoe men het echter in toepassing brengen kan zonder inbreuk te maken op de burgerlijke vrijheid, is een raadsel. De staat kan zijne burgers dwingen om aan hunne verplichtingen te voldoen, maar niet om van een hun verleend recht gebruik te maken. Het is daarom niet onwaarschijnlijkdat het korte telegrafische bericht de bedoeÜDg der commissie niet juist heeft overgebracht. De verkiezingen ter aanvulling van de vacaturen in de nationale vergadering zijn voor geheel Frankrijk, met uitzondering van Corsica en de koloniënop den 7*n Januari bepaald. De zitting der nationale vergadering was gisteren in vergelijking tot de vorige week uitermate rustig en kalm. Met belangrijke meerderheid werd het voorstel tot ver koop van de roerende goederen der kroon verworpen, terwijl dat tot verkoop der krooDjuweelen, met uitzon dering van die, welke historische waarde hebben, aan de commissie voor het budget teruggezonden werd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2