MIDDELBÜRGSCHE
COURANT.
Woensdag
13 December.
(ftimtenlcmb.
293,
1871.
Bij dit nommer behoort een bijvoegsel
bevattende
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van Woensdag 6 December, ver
volg en slot.
AABTBESTEDSSfC}.
Op Vrijdag, 22 December 1871, des voormiddags ten
10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den Com
missaris des Koniugs in de provincie Zeeland, of, bij
zijne afwezigheid, dooreen der leden van de Gedeputeerde
Staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den
waterstaat in het llde district, aan het gebouw v^n'qet
provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteeaV
Het herstellen en onderhouden gedu
rende het jaar 1872 vandeliijhshaven
en hljhelioorcnde werken te Vlis-
sin gen.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij
ving, volgens 434 der algemeene voorschriften.
Het bestek ligt ter lezing aan het gebouw van het
ministerie van binnenlaiklsche zaken, aan dat van het
provinciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is
voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te
bekomen bij den boekhandelaar M. Nijhoff, Raamstraat
n®. 49 te 's Gravenhage, en door zijne tusschenkomst in
de voornaamste gemeenten des rijks.
Den zesden en vierden dag voor dè besteding wordt
de noodige aanwijzing op de plaats gedaanvoorts zijn
nadere inlichtingen te bekomen bij den hoofdingenieur
en bij den ingenieur van den waterstaat, beiden te
Middelburg.
's Gravenhage, 23 November 1871.
Voor don Minister,
De Secretaris-Generaal
HUBRECHT.
Middelburg 12 December.
vreeselijk afdingen i
„Het is lastig om te disputeeren met de drukpersdie
koningin der aarde. Zij heeft veel aanbidders, maar
hare majesteit mocht wel wat majestueuser zijn en niet
zoo vreeselijk afdingen.
„Ik ben zelf een kind van de drukpers en nog wel van
de kleine pers, maar ik zou toch meenen, dat ik mijne
afkomst schande zou aandoen, als ik niet ruimschoots
tevreden was met den toestand dien rtiyn ambtsvoorgan
ger voor de kleine pers in het leven geroepen heeft."
Aldus sprak, volgens het thans verschenen Bijblad
de minister van financiën, de heer Blussé, in de zitting
der tweede kamer van 5 dezer.
De Middelburgsche courant is te nauw in deze zaak
betrokken, het geldt hier voor haar in zekeren zin te
zeer eene qnaestie van privaat belang, dan dat zij hare
lezers daarmede langer zou mogen bezig houden dan tot
hare zelfverdediging noodig is. Haar lust om aan het
eigenaardige der phrases van den minister eenig relief
te geven, zal zij dus breidelenhet vader- of moeder
schap van den minister (zeker als politiek persoon,
anders hebben deze woorden volstrekt geen zin) laat zij
onaangeroerd, maar er is eene uitdrukking gebezigd
die zij niet met stilzwijgen mag voorbijgaan en welke
de kleine pers, die „koningin der aarde", gelijk de
minister zich spottenderwijze geliefde uit te drukken,
zeker niet licht Z. E. vergeven zal.
De drukpers moest niet zoo vreeselijk afdingen.'
Lag in deze woorden, welke volgenB den loop van
'b ministers betoog niet anders dan op de „kleine pers"
kunnen slaanslechts den geringsten zweem van billijk
heid dan zouden wij ook deze onbeantwoord laten
maar nu daaraan elke redelijke grondslag ontbreekt,
past, tegenover's ministers in het openbaar gesproken,
ongegronde aantijging, van de zijde der kleine pers,
welke wij helpen vertegenwoordigen, mede in het open
baar niet eene aardigheid tegenover eene aardigheid,
niet een verwijt tegenover een verwijt, maar een alles
zins waardig protest. En hiertoe wordt niet anders
vereischt dan eene korte herinnering aan de feiten.
Vreeselijk afdingenWat heeft de kleine-pers wel
gedaan dat daarvoor kan doorgaan
De minister zal hier wel niet het oog hebben gehad
op de afschaffing van het zegelrecht, waarvan toch de
krachtigste aandrang niet van de zijde der pers is uitge
gaan aUermipst der kleine pers, die daardoor trou-
-jyena^- gpjfyk reeds door de uitgevers der Middel-
"burgsche courant in hun adres aan de tweede kamer
van 25 Maart 1870 is aangestipt tegenover de groote
dagbladen geenszins in eene gunstiger verhouding werd
geplaatst. Neen, de afschaffing van het zegel was in
hoofdzaak een politieke quaes tie, bij welker voorat an
ders de kleine bladen met wier politieke richting dit
overeenkwam, zich hebben aangesloten, ook daar
waar „die maatregel, wat de financieele zijde betreft,
voor henzei ven minder gewenscht was. De voorbeel
den waarop men tot staving van dit gevoelen zou kun
nen wijzen, liggeu voor de hand.
Op de afschaffing van het zegel kan dus door den
minister niet gedoeld zijn, en het zal alzoo alleen de
bonding der kleine pers ten opzichte der nieuwe post-
wet geweest zijn, waaraan hij tot de door hem gebezigde
uitdrukking meende de aanleiding te mogen ontleenen.
Nu heeft echter de kleine pers bij die gelegenheid
alleen hierop aangedrongendat het port voor hunne
kleine blaadjes niet geheel met dat der groote bladen
zou worden gelijk gesteld, omdat daardoor de groote
bladen tegenover de kleine, vooral na de afschaffing van
het proportioneel zegelrechtbovenmate zouden begun-
Btigd worden. De kleine pers vroeg eigenlijk niets anders
dan een meer consequente doorvoering van het door de
regeering zelve aangenomen beginsel. Werd toch bij het
regeeringvoorstel een verschil gemaakt voor de bladen
boven en beneden de 50 grammende kleine pers vroeg
nu ook een evenredige taxatie voor de bladen boven en
beneden de 25 grammen. Dit denkbeeld vond zeer veel
weerklank in de tweede kamer, maar de kleine pers,
die den toenmaligen minister van financiën volstrekt
niet aan hare zijde vond, zag eindelijk haar wensch
verhoord, doch slechts gelijktijdig met het toekennen
van een voorrecht aan de groote dagbladen. Het voor
gestelde artikel werd als het ware omgekeerd: de onder
scheiding van boven en beneden de 25 grammen werd
ingevoerd, doch de onderscheiding van boven en beneden
de 50 grammen werd opgeheven. Het gevolg hiervan
was dat couranten als het Handelsblad en de Nieuwe
Rotterdamsche met een geheel vel als bijvoegsel, respec
tievelijk 84 en 74 grammen per exemplaar wegende,
voor éen cent port door het gansche rijk verzonden
worden, terwijl couranten die slechts 10, 15, 20 of 25
grammen wegen 1 cent port betalen. De kleine pers heeft
zich over deze verhouding zoover wij weten nooit be
klaagd. Verzonden andere couranten hunne exemplaren,
met afzonderlijke bijvoegsels tot een onbegrensd gewicht,
voor 1 cent, zij verzond de hare met afzonderlijk bijvoeg
sel tot een maximum van 25 grammen voor i cent. Dat
de uitdrukking „met of zonder bijvoegsel" alleen op de
groote dagbladen zou slaan kwam niemand in de gedach
ten. De verzending voor een cent port van couranten
met bijvoegsels, te zamen niet meer dan 25grammen
wegende, ontmoette nergens eenige bedenking, tot eens
klaps door den tegenwoordigen minister van financiën
een aanschrijving gericht werd aan de postdirecteurs,
volgens welke couranten met bijvoegsels, ook al wegen
deze te zamen slechts 10 grammen, met een dubbel port
moeten worden bezwaard. Die uitlegging en bet doet
ons genoegen dat een groot deel der leden van de tweede
kamer dezelfde meening is toegedaan achten wij in
lijnrechten strijd met den geest der wet. Alleen tegen
deze uitlegging komt de kleine pers, met name de Mid
delburgsche courant, in verzet.
En dit is nu wat de minister van financiën noemt:
vreeselijk afdingen!
Wij vernemen met zekerheid, dat de maatschappij tot
exploitatie der staatsspoorwegen is aangeschreven, om
den dienst op Middelburg op 1 Maart e. k.te openen.
Bij de tweede kamer is in de zitting van heden inge
komen een wetsontwerp tot amortisatie van 10 millioen.
Na aanneming van een amendement van den heer van
Lijnden van Sandenburg, om het voorgesteld bedrag tot
uitgifte van schatkistbiljetten met f 900,000 te verhoo-
gen tot dekking van de begrooting, is de wet op de
middelen met algemeene stemmen aangenomen.
De heden door de Vereeniging tot het bezoeken der
armen alhier gehouden Nieuwjaarscollecte heeft 600.16
opgebracht.
Ten vorigen jare was de opbrengst f 516.04}.
De kamer van koophandel en fabrieken te Sappemeer
en Hoogezand heeft een adres aan de tweede kamer ge
richt voor de vervanging van de patentbelasting door
eene inkomstenbelasting; zij wenscht echter, dat bij den
aanslag het aantal onverzorgde kinderen in aanmerking
worde genomen en wil in plaats van den geslacht- liever
eerst den zout- en daarna den zeep-accijns afgeschaft
zien.
Onderwijs.
Naar men verzekertzal de hoogleeraar C. W. Opzoo-
mer eerst na de kerstvacautie zijn hoogleeraarsambt te
Leiden aanvaarden.
Totleeraarin deHoogduitsche taal-en letterkunde
aan de hoogere burgerschool te Delftis benoemd de
heer K. T. Wenzelbnrger te Rotterdam.
Kerknieuws.
In de jongste gewone vergadering der synodale com
missie zijn onderscheidene aanvragen om cassatie van
beslissingen van classicale en provinciale besturen be
handeld, en andere om ondersteuning uit het fonds ter
voorziening in de geestelijke behoeften.
Ter sprake werd gebracht, of en in hoever het belang
der kerk vordert bedenking in te brengen tegen de wei-
geriDg, om, evenals vroeger, eene som voor de colleges
van toezicht op de rijksbegrooting te plaatsen, en be
sloten van iedere poging tot herkrijging van dezen post
af te zien.
Ter vervulling van de bestaande vacature van een
predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te
Dordrecht is het volgende zestal opgemaakt de heeren
Nonhebei te Middelburg, Hoedemaker te Veenendaal,
Roozemeijer te Middelburg, Kraijenbelt te Alkmaar,
Huet te Dirksland en Vermeer te Zwolle.
Koloiiiëïï.
De Javasche courant van 31 October jl. bevat eene
resolutie van den gouverneur-generaal tot uitvoering
van de agrarische wet. De hoofdbepaling van dit besluit
is, dat de inlandsche eigenaars hun grond aan niet-
inlanders voor geen langeren termijn dan 20 jaren mogen
verhuren en de individueele bezitters of de gerechtigden
in het gemeenschappelijk bezit voor niet langer dan
5 jaren.
De raad van justitie te Batavia heeft het rapport
van de deskundigen in een onteigeningsproces voor den
verderen aanleg van den spoorweg naar Buiten
zorg als onvoldoende terzijde gelegd en een nieuwe
commissie van onderzoek benoemdwaardoor weer eene
vertraging van eenige maanden ontstaat.
Aan een verslag over Timor, loopende van 25 Augus
tus tot en met den laatsten September jl., ontleent
de Javasche courant het volgende: