kapitein-kwartiermeester, de 1« luitenant-kwartiermees- 1
ter W. L. H. W. Roebijbij deu militairen geneeskun
digen dienst, tot officier van gezondheid 2« klasse, de
officier van gezondheid 3c klasse J. H. van der Leeuw.
Geplaatst: geneeskundigen dienst, bij het gar- j
nizoen te Meester-Covnelis, de militaire apotheker
2e klasse W. Pontier, thans ter beschikking te Batavia.
Overgeplaatst: geneeskuudigen dienst, bij het j
groot militair hospitaal te Weltevreden, de militare
apotheker 2e klasse J. W. Schneider, van den genees
kundigen dienst vau Palembang; bij het groot militair
hospitaal te Samarang, de militaire apotheker 2e klasse
F. W. Tap: bij het groot militair-hospitaal te Soerabaija,
de militaire apotheker le klasse F. W. Neuliaüs, beiden
van het groot militair-hospitaal te Weltevreden infan-
terie: bij het 6® bataljon, de kapitein C. Prey, van het
garnizoens-bataljon van de Zuider- en Oosteraldeeling
van Borneo; bij het 13e bataljon, de kaptien H. K. F. van
Teyn, van het 12e bataljon; bij het 14® bataljon, de kapi
tein P. E. F. A. von Mauntz, van het 2c bataljon.
departement der marine. Ontslagen: op verzoek,
eervol, uit 'sland dienst, met behoud vau recht op pen
sioen, de opziener, chef van de reparatie-winkel bij het
marine-etablissement op Onrust B. N. Reuvekamp Gille.
Gemengde berichten.
Dat de houtteelt in sommige gemeenten vanFries-
laud nog al belaugrijke sommen oplevert, kan het vol
gende bewijzen. In de gemeente Douiawcrstal wordt het
akkermaalshout, en grootendeels ook de stambooraen,
jaarlijks op stam verkocht; in 1869 was de opbrengst
daarvan ƒ8000, in 1870 p. m. ƒ10.000. In Gaasterland
heeft dit ook met het akkersmaalshout plaats en wel ge
zamenlijk naar raming voor ƒ00,000, waarvan gerekend
wordt dat de helft alleen de prijs is van het eikenschors.
Het goederenvervoer op de spoorwegen in Duitsch-
land heelt een ougekenden omvang bereikt. Door vele
Duitsche apoorwegdirectiën is d^.n ook de bepaling ge
maakt dat de goederenwagens niet huiten het Duitsche
rijk mogen gaan; zoo worden de kolenwagens der Cöln-
Minden-baan op onze grenzen gelost en de steenkolen
moeten met Nederlandache wagens naar Twen the ver
voerd worden.
De voormalige president der Vcrecnigde Staten
had eens ecu kluchtige ondervinding van de eigenaar
dige zeden der Mormonen.. De president ontving op
zekeren dag bezoek van hun hoofd en verzocht hem
beleefd ora met zijne familie den volgenden morgen het
ontbijt bij hem te komen gebruiken.
Op het bepaalde uur stond de president op het balkon
van Het witte huis, om zijn gasten op te wachten, toen
hij om deu hoek van Bostoustreet een geheele optocht
zag naderen, met den chef der Mormonen aan het hoofd.
Hoewel de heer Johnson niet weinig verbaasd was over
de menigte gasten die hij kreeg, schikte hij zich zoo
goed mogelijk en gaf terstond bevel om een 400 couverts
meer aan te richten, want het hoofd der polygamisten
bracht zijne geheele familie mede, bestaande uit 50
vrouwen en 300 kinderen.
De Great Northern railway company werd dezer
dagen tot een schadevergoeding van 1200 p. st. veroor
deeld, te betalen aan een koopman te Derbydie in
Mei jl. ernstig gewond werd bij een spoorwegongeluk
nabij bet station van Bourn in Lincolnshire.
Te Parijs is thans de cfficieele statistiek opgemaakt
van het aantal rijtuigen, dat zich op de verschillende
straten beweegt, teneinde, daarnaar de kosteu vau
onderbond te berekenen. Het meest bezochte punt is
de Place de l'etoile, waar dagelijks gemiddeld 92,327
rijtuigen passeeren. Dan volgt de Avenue Ubrich met
54,114. De Boulevards des Italiens en du capucines
worden dagelijks bezocht door IS,500 rijtuigen. De Bou
levard Sebastopoi door 11,602.
Het slijten van die straten is niet evenredig aan het
aantal rijtuigen, omdat dit meer afhangt van hun vorm
en gewicht dan van hun aantal. Zoo kost de Rue
Lafayette, waar dagelijks 7,928 wagens passeeren,
16Jrancs 8 centimes per vierkante meter terwijl de Boule
vard poissonière, die door 15,300 rijtuigen bezocht
wordt slechts 10 Jrancs 80 centimes kost.
De eigenaars van een walviseb,die te San Francisco
op de bank was geraakt en dus gevangen", wenschten
het geraamte er van tentoon te stellen..Zij wendden zich
tot de academie van wetenschappen om de beenderen
te rangschikken en op zijn plaats te brengenvoor zij
met draden aan elkander werden gemaakt.. De leder,
der academie werden echter aan het einde van den eer
sten dagè betaald en bedanktwant er was opgemerkt,
dat zij den kop van het monster aan het verkeerde einde
hadden geplaatst en eenige rugwervelen ter zijde had
den gelegdomdat het dier er meer had dan in hun
boek stonden.
Naar men uit Alexandrië meldt, is jl. Vrijdag een
Algprynsche bark, met 75 naar Mekka bestemde pel
grims aan boord, in de haven gezonken. Al de pelgrims
zijn verdronken.
Thor inometei stand.
1 Dec. 'srav. 11 u. 33 gr.
2 'smorg.7u.31gr.'smidd. 1 u.34gr. 'sav.6n.36 gr.
Stii ten-go n era al.
tweede kamer.
Zitting van Vrijdag 1 December. Behandeling der
staatshegrootiug.
Op voorstel des voorzitters wordt besloten de prise
en consideration van het wetsontwerp door den hec-r
Begram c.s. tot afwijzing vau de gemeentewet ten aan
zien der afschaffing der plaatselijke accijnsen voor de
gemeente Gorinchem, na afloop der beraadslaging over
hoofdstuk V aan de orde te stellen.
De beraadslaging over hoofdstuk I, en wel over het
lager onderwijs, wordt voortgezet.
De heer Arnoldts verklaart dat de gemoederen zóo
opgewonden zijn tengevolge van de opheffing derNeder-
landsche missie bij den paus, dat eenige concessie op
het gebied van de ouderwijs-quaestie nu wel iu aanmer
king mag komen om die gemoederen tot bedaren te
brengen.
De heer van Nispen acht onderwijs zonder godsdien
stig element verderfelijk. Hij wijst op het voorbeeld van
Pruisen, waar een gemengde bevolking bestaat, en toch
confessioneel onderwijs, ook op de staatsscholen wordt
gegeven. De strekking van de Nederlandsche staatsschool
is ongodsdienstiger en leidt tot radicalisme en ook tot
ongehoorzaamheid.
De heer van Wassenaer acht den bestaanden toestand
van het bijzonder onderwijs tegenover Ijet monopolie
van den staat van het openbaar onderwijs onhoudbaar.
De ware geest des volks wordt niet in de kamer verte
genwoordigd wat de onderwijszaak betreft. Verandering
van den kieseencus zal in de eerste plaats noodig zijn.
Later zal hij dan ook met zijn vriend van Loon een
wetsontwerp aan de vertegenwoordiging indienen tot
wijziging van art. 194 der grondwet. Hij doet dit voor
stel nu nog niet, omdat hij aanleiding tot verkeerd
begrip zou geven dat men het staatsonderwijs terzijde
zou willen stellen. Hij stelt zich echter weinig illusiën
voor van het welslagen zijner poging, maar hij acht die
poging toch plichtmatig.
De heer Moens bespreekt de schrale traktementen van
de onderwijzers bij de openbare scholen, waarin nood
wendig, volgens hem, verbetering moet- komen.
De heer Hctjdenrijk acht de houding van de liberale
partij vreemd. Bij haar is het nonpossumus op den voor
grond, wanneer het billijke herziening der schoolwet
geldt. Hij hoopt echter nog dat deze minister tot weg
ruiming der bestaande bezwaren zal willen medewerken.
De heer van Voorthuysen verklaart een voorstander
van het openbaar onderwijs te blijven. Hij bestrijdt de
meening- dat daaraan rationalisme ten grondslag licht.
Hij wil gaarne echter conciliceren met andersdenkenden,
maar niet op den voet als door sommige sprekers is
aangegeven.
'De heer Vader meent dat door het verplichten van
de gemeentebesturen tot subsidieering van bijzondere
scholen, naar die mate dat zij voor de leerlingen die op
de bijzondere school gaan geen kosten hebben te maken,
veel bezwaar zou opheffen.
De minister van binnenlaödsch zaken verklaart in
geene concessiën te kunnen treden. Over de onder
wijszaak is niets nieuws meer te ?eggen. Ook zijn ge
voelen is bekend. Hij is het eens dat particuliere krach
ten in vele zaken moeten voorgaan, maar juist bij de
onderwijswet is de zaak anders beslist, omdat het ook
niet te voorzien is dat in don eersten tijd particuliere
krachten voldoende zullen zijn om in de behoeften aan
onderwijs te voorzien. De godsdienst als dogma moet
buiten de school blijven. De dwang in Pruisen opgelegd
acht hg niet navolgenswaardig, evenmin als het daar
bestaande systeem van gemengd kerkelijk- en school
onderwijs. Dat waar de tegenstanders van de bestaande
onderwijswet heen willen zal de minister altijd trachten
te keeren zoolang hij aan liet bestuur is; na dien tijd
hoopt hij voor het welzijn van het vaderland dat het
daarvan bevrijd blijve.
Na replieken worden de artikelen van de afdeehng
lager onderwijs aangenomen. De verdere artikelen der
begrooting tot en met 208 geven geen aanleiding tot be
denkingen. In de volgende zitting zal in behandeling
komen art. 209, betreffende de af deeling nationale nijver
heid, waarbij een amendement is aangekondigd van den
beer van Lijnden om eene som van 30fc0 nit te trekken
voor kosten eener commissie bij de tentoonstelling te
Weenen in 1872.
Het wetsontwerp regelende de bevordering, het ont
slag enz. van de officieren bij de landmacht is in alle afdee-
lingeu, blijkens het voorloopig verslag, met genoegen
ontvangen wat betreft de organisatie van de militaire
geneeskundigen en apothekers en de verandering der
bepalingen omtrent de huwelijken. Geheel anders was
echter het oordeel over de nieuwe bepalingen omtrent
de raden van onderzoek, zooals die door den minister
Blanken in eene circulaire zijn voorgeschreven. Omtrent
het ontslag en de inrichting der raden van onderzoek
werden andere regelingen in overweging gegeven.
Volgens het verslag over de begrootingen van Suri
name en Curacao werd de ongunstigo toestand voorna
melijk aan het subsidie toegeschreven. Velen betreurden
de houding der regeering tegenover de koloniale staten,
die volgens hen niet genoeg als' vertegenwoordigers
waren beschouwd. Tot opheffing der conflicten gaf men
wijziging van het regeeringsreglement in overweging.
Algemeen werd de wensch geuit naar verbetering van
het geheele belastingstelsel in de kolonie.
öhtitmlattö.
Algemeen overzicht.
Hoeveel de geruchten uit Versailles ook uit elkander
mogen loopen, éene zaak schijnt echter vast te staan,
namelijk dat Thiers al zijn invloed zal gebruiken om de
zittingen der nationale vergadering naar Parijs over te
brengen en den zetel der regeering daar te vestigen, waar
hij die op historische gronden en om noodzakelijke
redenen wenscht. En niet het minst wordt deze maat
regel bevolen door de ontevredenheid der Parijzenaars,
die nog steeds een der grieven, welke aanleiding gaven
tot den treurigen opstand van den 18tfn Maart, do decapi-
talisatie van Parijs en het wantrouwen der volksver
tegenwoordiging in zijne bevolking onbevredigd zien.
Wanneer de regeering het herstel van de inwendige
rust in Frankrijk en van het vertrouwen der natie wil,
dan behoort zij in de eerste plaats die ontevredenheid,
voor zooverre zij op billijke eischen berust, te doen op
houden. Dat niettegenstaande den staat van beleg in
Parijs nog wrevel en onrust bestaan, bewijzen de dag
bladen welke bij de minste aanleiding ongeregeldheden
vreezen, of do Parijsche bevolking tot rust en kalmte
aansporen. Algemeen was b. v. in den aanvang dezer
week het gerucht verspreid, dat de exocutie van Rossel
en Ferré ongeregeldheden veroorzaken zou in de voor
steden Montmartre, Belleville en Batignolles, en dat de
regeering hiertegen krachtige maatregelen genomen had,
doch de dag ging overal in de volmaaktste rust voorbij.
Gisteren waarschuwden de gematigde bladen weder
tegen ongepaste demonstratiën hij gelegenheid van
de plechtigheid welke heden ter herinnering aan het
gevecht bij Champigny in en bij Parijs plaats hoeft.
Le Temps wijst op het gevaar dat daaruit ontstaan
kan, vooral met het oog op „de partijdie den 2e"
December bovendien als een bijzonderen herinne-
ringsdag herdenkt en zich niet schamen zouom met
vertrapping'van alle patriotisch gevoel iedere gele
genheid tot wanorde tebaat te nemen en met vreugde
ongeregeldheden in de stad zoude begroeten. Het is
zelfs niet noodig dat zij zich met den goeden uitslag
vleie, het zou haar reeds voldoende zijn wanneer zij
bijgedragen had tot het verwekken van angsten vertwij
feling bij de bevolking, en zij een voorwendsel gevonden
had om de regeering ala te zwak te kunnen voorstellen
om de orde te handhaven."
Het is duidelijk welke party le Temps op het oog
heeft, doch er blijkt tevens uit de waarschuwing, dat
men niet gerust is op de stemming van het Parijsche
volk. Die ontevredenheid en die wrevel kunnen voor
een groot gedeelte wijken door den terugkeer der natio
nale vergadering naar de hoofdstad; doch er behoort
meer gedaan te worden. In een ander artikel betoogt
le Temps, dat die overbrenging van den zetel der regee-
ring naar Parijs gepaard moet gaan met een algemeenen
maatregel ten opzichte van de talrijke gevangenen, om
trent wier lot nog geene beslissing genomen is. De justi
tie moet zijn loop hebben, „doch zou vraagt le Temps-
ten behoeve van de talrijke categorie, van hen die niet
op eigen verantwoordelijkheid en elechts onder dö
bevelen en den druk van audcren handelden, niet door
de regeering aan de nationale vergadering voorgesteld
kunnen worden, om hen als krijgsgevangenen te be
schouwen en weder op vrije voeten te stellen op hefc