MIDDELBURGSCHE COURANT. r 280. Dinsdag 1871. 28 November. ötmtcnltmö. öuitmlanö. AANBESTEDING. Op Vrijdag, 8 December 1871, des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den Com missaris des Konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, dooreen der leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den waterstaat in het llJt district, aan het gebouw van het provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed Het verbeteren en om«5cr3»oia«Ren gedu rende 18 72 van «ie havenwerken te Brcskcns. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij ving, volgens 4.14 der algemeene voorschriften. Het bestek ligt ter lezing aan het gebouw van het ministerie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provinciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijuoff, Raamstraat n°. 49 te 's Gravenhage, en door zijne tusschenkorust in de voornaamste gemeenten des rijks. Den zesden en vierden dag vóór de besteding wordt de noodige aanwijzing op de plaats gedaan voorts zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den hoofdingenieur van den waterstaat te Middelburg en bij den ingenieur van den waterstaat te Sluis. '8 Gravenhage9 November 1871. "Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, HUBRECHT. Middelburg 27 November. De tweede kamer heeft in hare zitting van heden art. 116, dekking der uitgaven begrepen in de begrooting voor den aanleg van Staatsspoorwegen, dienst 1872, van hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) der staatsbe- grooting, met eenparige stemmen aangenomennadat ee- nige discussien waren gevoerd, voornamelijk over de spoorwegwerken in Zeelandwaarbij op spoedigen voort gang werd aangedrongen. Morgen zullen de duscussien worden voortgezet over de waterstaatswerken en wel over de waterwerken te Rotterdam en Amsterdam. Uit een brief uit den Haag declen wij het volgende mede: „Wat ik u voorts nog kan melden zijn deels geruchten die ik Ponder voorbehoud" relateer, deels nieuwtjes die ik n voor waarheid duif mededeelen. Onder de eerste rubriek valt hetgeen men meldt over oneenigheid onder de ministers. Aan een vrijwillige aftreding van den minister van oorlog geloot ik nog zoo grif niet; wel deelt Het Vaderland daaromtrent sedert een paar dagen geruchten mede, maar ik houd 't er voor, dat de mannen die dat blad sedert een paar weken inspireeren en vau politieke beschouwingen voorzien en waaronder een militaire specialiteit uit do tweede kamer, in't eerste gelid staat meer doen mededeelen wat zij hopen en •wenschen, dan wat zij weten. Wanneer de heer Engel vaart weg wilde dan had hij terstond de portefeuille wel nedergelegd, Da de behandeling, die hij van zijn collega Thorbecke in de publieke zittiDg der tweede kamer bij de algemeene begrootingsdiscussiën ondervond. En nu de generaal niet weg wil, kan 't best gebeuren dat bij de begrootingsdiscussiën overleeft. Hoe ongelooflijk 't ook acbijnen mag er zijn leden van de kamer die, na de laatste omwerking der begrooting van oorlog, verklaard hebben, dat ze niet tegen zouden stemmen omdat de begrooting, in afwachting van de behandeling der verschillende militaire wetsvoordrachten, als kredietwet te beschouwen was „Er wordt nog van een andereoneenigheid in het ministe rie gesproken. De minister Gericke is boos op den minis ter Thorbecke, omdat deze de reddende hand niet heeft uitgestoken om de missie te Rome te behouden, maar integendeel zijn getrouwen rubrosa vrijheid heeft gegeven om vóór het amendemen t-Dunrbar te stemmenen dat nog wel nadat in den ministerraad op de meest solenneele wijze besloten was, dat men den ambassadeur bij den „gevangene van het Vatikaan" zou blijven handhaven. Anderen zeggen echter weer, dat de heer Gericke niet zoo heel erg boos is, maar in een zeer moeilijk dilemma staande, omdat hij wel liberaal maar toch katholiek en toch weer niet liberaal-katholiek zijnde, zich niet zonder eenig protest kan nederleggen bij een votum, dat de ultramontanen verbolgen maakt. Men wacht dan ook iu de eerste kamer bij het begrootingsdebat eene verklaring van leedwezen van den minister en l'honneur sera satisfait. „Van het onzekere tot het zekere overgaande, gij hebt gezien dat bet nieuwe Siak-tractaat nu bij de tweede kamer is ingediend. Het is thans duidelijk en begrijpelijk het zal veel bezwaren wegnemen, die vroeger tot de verwerping aanleiding gaven. Het eerste tractaat was gesteld óf door een warhoofd óf door iemand die de geschillen tusschen Engeland en Nederland wilde bestendigen, zóo verward en onduidelijk was de taal van het stuk. Er schijnt nu echter oppositie tegen het nieuwe tractaat te.zullen komen aan deoverzijde van het kanaal. De gouverneur der Straits Settlements, (Ord) is op het oogenblik in Londen en heeft, naar bericht wordt, de Engelsche regeering er opmerkzaam op gemaakt dat het tractaat niet gunstig genoeg is voor den Britscheu handel, in den Archipel, en dat Nederland, de vrije uitoefening zijner souvereiniteit door Engeland erkend ziende, daarentegen zoo weinig reprociteit aanbiedt, dat Cannings bekend versje hier wederom van toepassing wordt." Benoemingen en besluiten. kun- en maas vaart. Eervol ontheven van de hem op gedragen tijdelijke waarneming van de functiën van in specteur der Rijn- en Maas vaart P. H. B. Motké, hoofd inspecteur der directe belastingen, in-en uitgaande rechten en accijnsen. Opgedragen aan H. C. Hanne- winckel, referendaris bij het departement van financiën, de tijdelijke waarneming van functiën van inspecteur van de Rijnvaart op Nederlandsch grondgebied en van inspecteur voor de Maasvaart. Kerk ni enws. Door het kiescollege der Nederduitsche hervormde ge meente te Haarlem is, uit het vroeger vermelde zestal ter benoeming van een predikant, het volgende drietal opgemaakt: B. Mossel te Renkum, H. V. Hogerzeil te Driebergen en J. H. L. Roozemeijer te Middelburg. Marine en leger. De luitenant ter zee lc klasse J. M. H. Bervoets; de luitenants ter zee 2e klasse D. E. F. van de Rivière, S. T. Land, dienende op Zr. Ms wachtschip te Helle- voetsluis, en de luitenants ter zee 2c klasse C. H. de Goeje, W. J. Derx, P. G. Bruch "W. baron van ïïogen- dorp, C. Bijleveld, respectivelijk dienende op Zr. Ms. mo nitor Krokodil, wachtschip te Willemsoord, ramschip Schorpioen, monitor Tijger en monitor Heiligerlee, de beide laatstgenoemden als le ocfficier, worden met den 15™ December a. op nonactiviteit gesteld. Voorts worden met den 16" daaraanvolgende geplaatst: op Zr. M». wachtschip te Hellevoetsluis, 4e luitenant ter zee le klasse C. Schuylenburg, de luitenants ter zee 2e klasse H. L. C. Wolterbeek Muller en II. J.R.Suther land; in de rol van gemelden bodem en gedetacheerd op Zr. M>. flotille-vaartuig Hector, de luitenant ter zee 2e klasse J. A. Snoek; op Zr. Ms. monitor Heiligerlee de luitenant ter zee 2c klasse L. A. Walaardt Sacré, als le officier; op Zr. Ms. monitor Tijger, de luitenants ter zee 2« klasse H. A. Sirks en G. M.Dolleman, eerstge noemde, "als le officier; op Zr. Ms. monitor Krokodil, de luitenant ter zee 2e klasse D. Hordijk: op Zr. M*. wacht schip te Willemsoord, de luitenant ter zee 2* klasse J. V. Wierdsma; en op Zr.Ms. ramschip Schorpioen, de luitenant ter zee 2e klasse B. T. W. van Hasselt. Algemeen overzicht. De jongste gebeurtenissen in de Belgische kamer en in de straten van Brussel driDgen alle andere gebeurte nissen in het buiteland eenigszins op den achtergrond en houden de aandacht van gansch Europa gaande. De staatslieden en volksvertegenwoordigers van andere lan den houden hunne oogen onafgebroken op deze woelin gen gevestigd en beschouwen die voor hun eigen vader land als ecne waarschuwing, waaruit ieder naar zijne politieke richting zijne lessen trekt, om ze in eigen kring in toepassing te brengen. De terugslag doet zich in de eerste plaats in Frank rijk gevoelen. Van verschillende zijden verneemt men, dat aan het voornemen der meerderheid van de natio nale vergadering, om aan den wensch der regeering toe te geven en haren zetel naar Parijs over te brengen door de gebeurtenissen te Brussel een gevoelige slag is toegebracht, en dat zich aan de leden, wier overtuiging in dit opzicht reeds aan het wankelen gebracht was, hierdoor weder het gevaar in zijn ganschen omvang vertoond heeft, om de nationale vergadering te Parijs vooitdurcnd aan de invloeden eener wispelturige bevol king bloot te stellen. De aard der Brusselsclie ongeregeld heden, de klasse welke niet alleen daaraan deelnam, maar ze zelfs provoceerde en de omstandigheden waaronder die plaats hadden, zijn bewijs genoeg, hoe onjuist de ge volgtrekkingen dezer leden van de nationale vergade ring zijn. De regeering zal al hare redenen, welke voor de overplaatsing naar Parijs pleiten, moeten uitputten, om de reeds gewaande overwinning te kunnen behalen. Bij de regeering zelve, die in deu laatsten tijd reeds zoo vaak er aan herinnerde, hoe weinig republikeinsch het gouvernement der Fransche republiek eigenlijk is, zal zich de invloed dezer gebeurtenissen niet minder doen gevoelen. De opheffing der Bonapartistische bladen, le Pays en l'Avenir libéral, is thans gevolgd door die van het radicale blad, le Rappel, en door ernstige waarschuwingen aan le Radical en la Constitution, om hunnen toon te matigen, en aan le Figaro met de mededeeling, dat men niet langer de persoonlijke aan vallen tegen de leden der regeering zoo dulden. Die reactionaire verschijnselen zullen voorzeker niet ver minderen, wanneer de gebeurtenissen te Brussel nog maals aan Thiers er. zijne ministers de kracht der openbare raeening zullen te binnen brengen, die zij meenen te kunnen onderdrukken. De regeering vermeer dert door zulke maatregelen niet alleen bet aantal doch ook het gehalte zijner vijanden en loopt bovendien ge vaar daardoor haren onontbeerlijken steun der waarlijk liberale bladen te verliezen. Het verzoek om gratip van Rossel en Ferró schijnt door de commissie afgewezen te zijn, ofschoon deze beslissing nog niet officieel is bekend gemaakt. Een bericht uit Versailles meldt, dat de rapporten der com missie nog op de onderteekening van Thiers wachten die voor eenige dagen naar Rouaan vertrokken is, en van den minister van oorlog vergezeld, de omtrek der stad bezoekt met het oog op de plannen der regeering om deze plaats tot een militaire positie van den eersten rang te verheffen. In Duitschland zijn de Brusselscbe ongeregeldheden evenmin zonder invloed gebleven, en misschien hebben zij niet weinig bijgedragen tot het votumdat de Duitsche rijksdag Zaterdag over het bekende voorstel van Beieren tegen de priesters uitsprak. En toch was de meerderheid, waarmede het werd aangenomen, betrekkelijk zeer gering; slechts 179 van de 286 aan wezige leden verklaarden zich voor dit voorstel. De reden voor deze geringe meerderheid ligt, blijkens een artikel van de nationaal-libcrale National-Zeitung in de weinige sympathie, welke deze groote party voor dit voorstel koestert. Het Noord-Duitsche blad komt er openlijk voor uit, dat het deze exceptioneele vervolging van een bijzonderen stand in de maatschappij ten streng ste afkeurt en „deze de treurige herinneringen aan de overeenkomst van Carsblad opnieuw verlevendigt. Het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 1