Faubourg St. Germain te Parijs eene Bonapartistisehe
manifestatie zou plaats gehad hebben, waarbij de politie
niet tusschenbeiden gekomen zou zijn. De Fransche
dagbladen bewaren hierover echter het diepste stilzwij
gen. Het bericht is trouwens te onwaarschijnlijk om er
eenig gewicht aan te hechten.
Blijkens bericht uit Weenen is het Cisleithaansche
kabinet gisteren tot stand gekomen. Het bestaat uit de
heerer. Adolf Anersperg, president van den ministerraad,
Lasser, binnenlandsche zaken, Pretis, koophandel,
Banhaus, landbouw, Chlumctzsky, landsverdediging,
Glaser, justitie, Stremaycr, eerediensten en Plener
financiën.
liaatste berichten
Bnïssel, 25 November, 4 uur 30 min. 's avonds.
De dag is rustig voorbijgegaan. Men vreest echter
Reden avond de herhaling van manifestation. In de
groote provinciesteden heerscht ook groote opgewon
denheid. Twee regimenten, die gisteren hier aange
komen zijnkampeeren op de pleinen der kazernen.
Eene batterij artillerie is van munitie voorzien en sedert
Dinsdag bij de schietbaan in de nabijheid der stad ge
posteerd.
De beweging in Ierland.
De reeks der moeilijkbeden die het Engelsche minis
terie voor de volgende zitting wachten, dreigt nog met
eene vermeerderd te worden. De Ieren steken niet alleen
in den laatsten tijd hun hooid meer en meer op, doch
schijnen het veld hunner beweging ook weder op
Engelsch en Schotsch gebied over te willen brengen.
De heer Butt, het Iersche parlementslid, bekend als
vertegenwoordiger der politieke misdadigers zijner natie,
hield in de vorige week te Glasgow voor een groote
schare toehoor-ders een lange redevoering, waarin hij
zijne nationaal-Iersche gevoelens ontwikkelde.
Daar reeds sedert langen tijd niemand in Schotland
er meer aan denktdat Engeland voor tyijna drie eeuwen
zich op onrechtmatige wijze van zijn troon meester
maakte, en ook niemand plannen tot losscheuring van
Engeland koestertwekt het verwondering te zien
dat zoovele bewoners van Glasgow toestroomdenom
de revolutionaire redevoering van den heer Butt bij te
wonen. De redcu biervan was eenvoudig, dat Glasgow,
evenals Liverpool en Manchester, onder zijne arbeiders
een groot gedeelte Ieren telt. De toehoorders behoor
den trouwens bijna zonder uitzondering tot de arbei
dende klasse. Het was blijkbaar het doel van den
heer Butt, om bij de Ieren in Glasgow het nationa
liteitsgevoel levendig te houden en zoo mogelijk te be
werken, dat door hunne samenwerking in het vervolg
slechts zoodanige personen door Glasgow naar het
parlement gezonden zouden wordendie zich voor de
„home rule(eigen landsregeering) van Ierland verklaren.
Op politiek gebied is de heer Butt, evenals de meeste
volbloed-Ieren, een vreemde verschijning. Vroeger was
bij een vurig en bezield tory thans is hij liberaal en
revolutionair. Het Iersche liberalisme is echter evenzoo
als het liberalisme van zekere andere partijendie zich
slechts daarbij aansluitenomdat zij van die zijde het
meeste voordeel voor hare partij verwachten. Meestal be
staat het in niets anders dan, óf het ministerie het zoo
moeilijk te maken dat het den man der oppositie door
eeno gunst of benoeming tot zwijgen brengt, óf onder
den schijn van vrijzinnigheid maatregelen aan te bevelen,
die Ierland steeds meer van Engeland losmaken en aan
het katholicisme ten goede komen. Zoo strijdt onder betui
gingen van gehechtheid aan de Engelsche kroon de heer
Butt voor de Iersche onafhankelijkheid. „Wanneer men
aan Ierland niet de rechten geeft, waarop het aanspraak
kan maken, dan zal de troon binnen korten tijd in asch
verzinken!" waagde hij zelfs voor zijn gehoor te Glasgow
te zeggen, ofschoon hij zoo vaak zijne trouw aan de
monarchie op de lippen draagt. De hevige toejuichingen,
die op deze woorden volgdenbewijzen dat hij zich in
zijn gehoor niet bedrogen had en daar zoo spreken kon.
De meest onrustbarende passage in zijne redevoering
was de niet ondubbelzinnige vraag, of Gladstone, voor
hij tot toegeven besluiten kan, misschien eene herhaling
noodig heeft der gebeurtenissen, die vooreen paar jaren
elkander zoowel in Engeland en Schotland als in Ier
land opvolgden Langs den weg van samenzweringen als
te Manchester en te Londenvan buskruitontploffingen
als te Clerkenwell, enz. wil dus Ierland zijne onafhan
kelijkheid verkrijgen Het is echter met de Ieren even
als met de ultramontanen van het vastelandgeeft men
hen öen vinger zij eischen de gansche band, en enkele
concessiën, in plaats van hen tevreden te stellen, doen
hen integendeel hunne eischen liooger stellen. Mis
schien zullen dus de Engelschen met een waakzaam oog
afwachten, wat de mannen van St. Patrick in het schild
voeren, nu zij toch eenmaal de ondervindiug opdeden,
dat de tot dusverre gedane concessiën niets baatten en
hoegenaamd geen verandering in de onderlinge verhou
dingen brachten.
De ongeregeldlieden. te Ernssel.
De avond van Donderdag was betrekkelijk kalm. Het
rumoer bepaalde zich tot groote samenscholingen van
personen, die luid zongen en schreeuwden. De Place
des Palais was vooral het vereenigingspunt der menigte,
en menige luide kreet, om het ontslag van het ministe
rie, drong waarschijnlijk in het koninklijk paleis door.
Voor ieder gebouw, waar men verwachten kou dat de
demonstratie wellicht een ernstiger karakter zou
aannemen, was een sterke politiewacht geplaatst, ter
wijl detachementen gendarmes de stad in verschillende
richtingen doorkruisten. L' Indépendance beige zegt, dat
vermoedelijk de troepen in de kazernen geconsigneerd'
warenwant te 2 uren in den nacht zag men officie
ren der grenadiers de kazerne verlaten.
liet plein voor het gebouw der kamers was gisteren
slechts door een sterke politiemacht bezet, die eerst on
geveer te 4 uren met de steeds toestroomende menigte
te kampen had. Bij het uiteengaan der vergadering her
haalden zich de kreten van den vorigeu dag; declericale
leden werden uitgejouwd, de liberalen toegejuicht,doch
boven alles weerklonk de eisch tot ontslag van het
ministerie.
Te vijf uren begaf de menigte zich naar het koninklijk
paleis en deed aldaar de lucht weergalmen door de kre
ten: Weg met het ministerie! weg met de clericaleu
Weldra echter ging deze menigte uiteen, doch te 7 uren
ontstond een algemeene paniek, toen appèl geblazen en
de klok van de kerk Sainte-Guüule geluid werd. Het
dagelijksch bestuur schijnt het noodig geacht te hebben,
om als maatregel van voorzorg drie bataljons stedelijke
garde onder de wapenen te roepen, omdat door de taal van
eenige clericale leden der kamer en den eisch van den
president tot het te hulp roepen van de militaire macht
de opgewondenheid onder het publiek zeer toegeno
men was.
De gebeurtenissen hebben bewezen, dat die maatrege
len te juister tijd genomen waren, want op drie verschil
lende plaatsen heeft de stedelijke garde, bijgestaan door
de gendarmerie, de menigte met geweld moeten uileen-
jagen. Dit had plaats voor het huis van den heer
Notbomb, waar reeds de glazen ingeworpen waren, toen
de openbare macht verscheen, voor het buis van den
heer Brasseur en voor bet instituut St.-Louis, op welke
beide plaatsen de garde echter nog dadelijkheden kon
voorkomen. Eenige arrestatiën hebben plaats gehad en,
naar men verhaalde, waren eenige burgers gewond geraakt
bij de charges der gendarmes te paard
Het stedelijk bestuur heeft zich permanent verklaard
en gisteren avond laat nog eene proclamatie aan de be
volking gericht, waarbij het haaraanmaant rustig te zijn
en geene groepen op de publiekestraat te vormen. Iedere
samenscholing is verboden en zal, zoo noodigdoor de
gewapende macht uiteengejaagd worden.
Aan het kamerverslag van de zitting der kamer van
Woensdag, waarin de interpellatie van den heer Bara
plaats had, ontleenen wij de volgende bijzonderheden.
Bijna alle afgevaardigden waren bij de opening der
zitting aanwezig, alle ministers zaten op hunne plaatsen
en zoowel de gereserveerde als de publieke tribunes
waren bezet.
De zitting begon met een onverwacht incident. De
minister van justitie, de heer Cornesse, verklaarde dat
de regcering niet in discussie treden kon op het gebied
van de zaken van den heer Langrand, daar de pro
cureur-generaal de afgifte geweigerd had zelfs aan
den minister van binnenlandsche zaken van de stuk
ken van het proces-Langrand, welke op het parket aan
wezig waren. De geheimen der crimineele procedure zijn
heilig zoowel voor de beschuldiging als voor de verdedi
ging. Tot staving van zijn zeggen, las de minister een
brief van den procureur-geueraal voor, waarin o. a. het
gedrag van den rechter commissaris in het faillissement
ten strengste veroordeeld werd, omdat hij van zekere
geheime stnkken afschriften aan den heer Bara verstrekt
had.
De heer Dansaert, president van de rechtbank van
koophandel te Brussel, stond op om tegen deze beschul
diging te protesteeren en den rechter-commissaris te
verdedigen. Hij verklaarde, dat m«n aan de curators te
danken had, dat die stukken in handen van de justitie
gekomen waren, en dat zij ongetwijfeld het recht hadden,
om zich daarvan in het belang der schuldcischers te be
dienen.
De heer Bara begon met de verklaring, dat bij den
brief van den procureur, dien hij slechts als eene racle
de complaisance politique" qualificeerde, met stilzwijgen zou
voorbijgaan en „niet in den valstrik loopen zou, dien zijne
tegenstanders hem spanden." Een enkele opmerking
maakte hij echter nog, namelijk dat de passage in den
brief, die den beer Dedecker als smetteloos tracht voor
te stellen, minder juist is, omdat een requisitoir van
14 Mei 1870 den nieuwen gouverneur, evenals de andere
administrateurs, als medeplichtig beschuldigt aan
de zaken van Langrand. Daarna geeft de heer Bara
een geheel verhaal van de maatschappyen van Langrand,
daarbij opmerkende, dat deze zaken nietalleen eeD finan
cieel doch ook een politiek karakter dragen, dat|Langrand
de gebeele katholieke partij in België voor zich gewon
nen had en dat de paus zelf in een brief, dien de heer
Bara voorlas, den clericalen financier geluk gewenscht
had en hoopte dat zijne ondernemingen gezegend moch
ten worden. „Gelukkig zeide de heer Bara dat
God de gebeden van zijn eersten priester niet verhoord
heeft!" Daarna bewijst de heer Bara uit verschillende
stukken, dat de administrateurs der verschillende maat
schappijen valsche balansen en onware winsten hebben
openbaar gemaakt. „Er is in het landzeide hij een
verpestende atmospheer. Men vindt niets dan een onver-
zadiglijken dorst naar goud." Dc heer Bara daalde in
de kleinste bijzonderheden af en sprak zelfs over de ver
schillende maaltijden en feesten, die de administrateurs,
waaronder ook de heer Dedeckerte Brussel elkander
aanboden in den bloeitijd van de Langrandsche onder
nemingen. Ten slotte toonde hij aan dat de geheelo
katholieke partij en bovenal het ministerie hunne poli
tieke eer verspeeld hebben. „Onder deze omstandig
heden, aldus besloot de heer Bara, is het gouvernement
zelfs onmachtig om de woelingen der Internationale in
België tegen te gaan."
De minister van binnenlandsche zaken de heer Ker-
vijn de Lettenhove, verdedigde in zijn antwoord den
heer Dedecker als politiek persoon en verklaarde de
stokken, die de heer Bara ter sprake gebracht had, niet
te kennen en ook niet te willen kennen.
PS. In de in ons noramer van gisteren geplaatsto
laatste berichten uit Brussel zijn twee fouten ingeslopen.
Er staat abusievelijk: „de heer Jacobs, minister van
onderwijs", dit moet zijn „minister van financiën", en
aan het slot is verkeerde lijk gezegd, dat de kamer „de
wet op de middelen" aannam, dit moet zijn, dat zij „het
hoofdstuk van de begrootiug der uitgaven betreffende
het koninklijk huis" aannam.
Nederland.
België.
Frankrijk.
Rusland.
Polen.
Oostenrijk.
Italië.
Spanje.
Portugal.
Turkije.
Egypte
^anöclsbmclitro.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 25 November 1871.
♦Certific. Werkelijke schuld. pet. 53|
*dito dito dito 3 63 rV
♦dito dito dito 4 84 TV
♦Aand. Handelmaatschappij 4£ 135J-
♦ditoexploitatie Ned. staatssp 122
♦Certificaten bij Rothschild 2;
"Inschrijvingen3 52
♦dito5
♦Obligatiën 1798/1816 5 „971
♦Certific. adm. Hamburg 5 69
♦dito Hope C<>. 1855, 6e serie 5 „83
♦Cert. 1000 1864 5 „96;
♦dito 1000 1866 5
♦Loten 1866 5 243;
♦Oblig. Hope&Co.Leening 1860 4^ 88
♦Certific. dito4 69
♦Inscript.Stipglitz&Co.2«a4eL. 4 68;
♦Obligatiën 186769 4 72f£
♦Certificaten 6
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 225;
♦Oblig. dito4 176;
Obl. spoorweg Poti-Tiflis 5 90|
dito dito Jelez Orel 5 90t»r
dito dito Charkow Azow. 5
♦Schatkistobligatiën5 68;
♦Oblig. metall. in zilver Jan. Juli 5 56^
♦dito dito April/Oct. 5 56,*T
♦dito in papier Mei/Nov. 5 48 j
♦dito dito Febr./Aug. 5 47 j
Leening 1861 5
♦Obligatiën. Buitenl. 1867—70. 3 32;
♦dito 18713 P 32 g
♦dito Binnenlandsche3 27;
♦Obl. 1856-62 3 36
•dito 1867-69 3 36;.
dito (binnenl.)5 r 45;
Obl. 1868 7 „80