Guiicnlanö. Algemeen overzicht. In the Times leest men de volgende depêche uit Parijs: „Het schijnt zeker, dat na de'ontvangst van de laatste nota van den heer Granvillehet Fransche gouverne ment besloten heeft om het handelstractaat op te zeggen. Het protocol zal echter tot den 12en Februari 1873 open blijven, den datum waarop het tractaat teneinde loopt, zoodat de onderhandelingen steeds weder hervat kunnen worden, wanneer in dit tijdsverloop de verschillende •oorzakendie thans de publieke opinie in deze richting bewegen, mochten gewijzigd worden." De Fransche dagbladen bewaren hierover echter het diepste stilzwijgen en het is dos zeer moeilijk te bepa len, of aan dit bericht geloof behoort gehecht te wor den, al zijn in den regel de correspondenten der groote Engelsciie bladen zeer goed ingelicht. Onwaarschijnlijk is deze tijding tenminste volstrekt nietomdat slechts een volkomen omkeering in de gevoelens van een der partijen tot overeenstemming zou kunnen leiden, welke echter thans van geen van beide zijden te verwachten is, doch misschien tot 1873 in de meeningen der Fran sche regeering zóu kunnen komen. Over de samenkomsten der permanente commissie van Donderdag en gisteren zijn weder korte raededee- lingen in omloop, die echter evenmin als vroeger een officieus karakter dragen dus slechts onder voorbehoud aangenomen kunnen worden. Volgens deze mededeelin* gen zou ten opzichte van de geldcrisis bet bericht tegen gesproken zijn, dat de bank haar kapitaal zou verdub belen, zonder dat daarbij gezegd wordt door wien deze verklaring afgelegd is. Zelfs blijkt niet of en welke leden der regeering aan de bijeenkomsten deel genomen hebben. Dat Thiers zelf niet tegenwoordig was, en misschien zelfs geen der ministers de zitting bijwoonde, zou men kunnen opmaken uit de vrijmoedigheid, waar mede de reactionaire commissie haar afkeurend oordeel over den brief van Thiers aan Jules Janin uitgesproken heeft. Was daarentegen de regeering niet tegenwoordig, wie kon dan het bericht omtrent de verdubbeling van het maatschappelijk kapitaal der bank tegenspreken, een voornemen dal tnssehen de regeering en het bestuur der bank besproken is en volgens de berichten van ver schillende zijden een onderdeel zal uitmaken van een voorsteldat door de regeering aan de nationale verga dering gedaan zal worden en waarover het oordeel der permanente commissie dus zeer overbodig en zeker niet door de regeering gevraagd is? Het waarschijnlijkst is daarom, dat de voorloopige machtiging van Thiers tegengesproken werd. Een tweede afkeurend oordcel der commissie gold den oud-minister Jules Favre, omdat hij stukken publiek gemaakt heeft, welke de eigendom van den staat zijn. Het wordt inderdaad boog tijddat er een einde kome aan de tallooze geschriften en brieven van politieke personen en militaire bevelhebbers, die ongeroepen als verdedigers optreden van hunne handelingen in de betrekkingen, waartoe zij door het vertrouwen der regeering geroepen werden. De nutteloosheid daarge laten van al deze verdedigingschriftendie toch niets aan de rampen van Frankrijk en de fouten der autori teiten veranderen kunnen, strookt het ook zeer weinig met de waardigheid der hooge staatsambtenarendat niemand de verantwoordelijkheid zijner daden op zich wil nemen, en zij die op de' schouders van andereu schuiven, die zelve reeds vroeger getracht hebben of op hunne beurt gereed staan om hunne schuld af te wasschen. Zoowel diplomaten als generaalszoowel ministers als andere ambtenaren behoeven zich niet te storen aan de geruchten, welke omtrent hunnne hande lingen verspreid worden. Wanneer zij voor zich-zelve de overtuiging hebben dat zij hunne plichten nagekomen zijn, en de publieke opinie hen toch veroordeelt, dan zullen bovendien die eenzijdige zelfverdedigingen weinig baten. Eerst wanneer do staat verantwoording eischt voor de in hunne handen gelegde macht, is het oogenblik gekomen dat zij hunne handelingen behooren te verdedigen. Blijkens een brief van Jules Favre aan het Journal officiel, heeft hij zich bovendien nog aan een onvergeef lijke fout schuldig gemaakt, die oorzaak was van den kevigsten strijd tnssehen de ultramontanen en de tegen standers van het wereldlijk gezag des pausen. In zijn boek laat hij den paus aan den gezant d'Harcourt zeggen: „indien men mij mijne staten aanbood, zou ik weigeren." Thans schrijlt hij dat door een misverstand vóór deze zinsnede de woorden weggevallen zijn: „het is niet zoo, dat" enz., waardoor het gezegde van den paus juist de tegenovergestelde beteekenis kiijgt. De zaak is waarlijk niet zoo onbeteekenénd, dat zoodanig misverstand aan de oogen van Jules Favre ontsnapt zou zijn, die zonder twijfel de depêches nog wel eens door gelezen heeft, vóór liij ze door den druk publiek maakte. Die vergissing is minst genomen onverklaar baar en niet te verdedigen. Uit een bericht, gisteren uit Berlijn verzonden, blijkt dat het bewuste voorstel tot bet vaststellen eener bij zondere strafbepaling tegen geestelijkendie in huone functiën of op den kansel zich schuldig maken aan op ruiingen tegen het staatsgezag of aan stoornis van de publieke orde, niet in den rijksdag, doch door de gevol machtigden van Beieren in den bondsraad ingediend zal worden. Hieruit blijkt ten eerste, dat de meerderheid van den bondsraad tot het tebaat nemen van dergelijke repressieve en exceptioneele maatregelen overhelt, waarover trouwens niemand zich verwonderen zal, doch ten tweede en dit wekt meer verbazing dat Beieren, hetwelk tot dusverre door zijne houding tegenover de ultramontanen de verwachting rechtvaardigde, dat het een tegenwicht zijn zou tegen de strenge richting van Pruisen, tot die maatregelen niet alleen medewerkt maar zelfs het initiatief daartoe neemt. Het bekende artikel in de Norddeutsche Allgemeine Zeitung aan het adres van België en een artikel in de ofiicieuse Berliner- Nachriokten, waarin gezegd wordt dat de regeering reeds te veel lankmoedigheid betoonde tegenover het socialisme, dat het gevaar dreigt en dat langer verzuim den staat aan den ondergang blootstelt, zoodat zonder uitstel de vrijheid van vergadering, van de drukpers en van het gesproken woord behoort verminderd te worden, deze artikelen gevoegd bij het voorstel in den bondsraad tot vervolging der weerspannige geestelijkheid zijn een voldoende waarschuwing aan de socialisten en ultra montanen in Duitschlanddat zij zich op een strenge vervolging kunnen voorbereiden. Blijkens telegram uit Weenen in de Fransche dagbla den opgenomen, meldt de Wanderer het besluit des keizers, om directe verkiezingen voor den rijksraad in Bohemen uit te schrijven, zonder er eenige nadere bij zonderheden bij te voegen. Deze zaak blijft dus nog steeds in het duister, te meer daar de laatste tijdingen uit Weenen mededeelen, dat de meeste dagbladen van gisteren morgen eenstemmig verklaren, dat de pogingen van den heer Kellersperg tot vorming van ecu kabinet schipbreuk geleden hebben. De Zwitsersche grondwetsherziening. De nationale raad, welke te Bern vergaderd is om de constitutie van den Zwitserscben bond te herzienheeft zich reeds in de weinige zittingen die gehouden werden, gekenmerkt door belangrijke besluiten, en omtrent éene zaak van gewicht reeds met groote meerderheid van stemmen ecne beslissing genomen. Het voorstel om het geheele krijgswezen in handen te geven van het centraal gezag is na uitvoerige debatten aangenomen. Wel was tot dusverre de bond heer en meester over de gezamen lijke weerbaarheid, doch deze onderhield het leger sleeks voor oen gering gedeelte, terwijl de grootste lasten dooi de verschillende kantons gedragen werden, die natuurlijk daardoor hel centraal gezag voortdurend in het beheer konden belemmeren. Thans zal de bond de kosten dra gen van de oefening, de kleeding, de wapening en de uitrusting van het geheele leger. Aan deze wijziging knoopt zich echter een andere vraag, welke nog niet beantwoord is. Hoczal de bond aan de 7 millioen francs komenwelke het leger kosten zal De eenige inkomsten van den bond zijnde inkomende rechten en bet post- en telcgraafwezen. Een algemecne bondsbelasting bestaat nog niet, integendeel moet d^b bond aan dc verschillende kantons vergoeding geven voor het gemis van inkomende rechten en voordeelen op het post- en telegraafwezen. De conservatieven willen een verhooging van het tarief der inkomendereohten-cn de invoering van een belasting op de tabak; de liberalen en voorstanders van vrijen handel daarentegen stellen een algemeene inkomstenbelasting voor, op den voet van franc per mille, waardoor men berekent juist het bedrag van 7 millioen te verkrijgen. Dit laatste voorstel heeft de meeste kans van aangenomen te worden. De overige punten, waarop het voornamelijk bij de herziening der boudsconstitutie aankomt, zijn in hit kórt dc volgende. Eerst komen de persoonlijke rechten van de burgers. Het recht om te stemmen over cedgenootschappelijke zaken was tot dusverre niet beperkt; over zaken betref fende het kanton was aan dit stemrecht de voorwaarde verbonden, dat men minstens twee jaren in het kanton woonde; omtrent het stemmen over gemeenteaangelegen heden zweeg de constitutie geheel. Er zijn kantons, die van dit recht allen uitsluiten, die uit andere plaatsen zich komen vestigen, hoe lang zij er zich ook al mogen be vinden. De voorstellen, welke de nationale raad thans te onderzoeken heeft, heffen bijna alle belemmeringen in dit opzicht op. Aan de verandering van woonplaats naar een ander kanton waren ook verscheidene beperkingen verbonden Men moest in goeden roep staan, en de burgerlijke rech ten en eer bezitten. Ook werd men in geval van faillisse ment verdreven. Thans zal slechts het bezit der burger- Tyke rechten en eer geëischt worden, en eerst wanneer deze tengevolge van faillissement verloren worden en de gefailleerde ten laste der armverzorging vervalt, zal de uitzetting plaat3 kunnen hebben. Een meer liberaal voorstel is ingediend, waarbij alle uitzetting verboden wordt en de behoeftige ten laste komt. van de gemeente, waarin hij woont. De bestaande constitutie bevat geene bepalingen over bet huwelijksrecht, alleen is de verhoudiug van ge mengde huwelijken (katholieken met protestanten) geregeld. Thans wordt voorgesteld om het huwelijks recht geheel onder het centraal gezag te brengen en daardoor een einde te maken aao de ongehoorde rede nen van verhindering, welke in enkele kantons gelden. Een belangrijk punt maakt de uitbreiding der volks rechten uit. Tot dusvere bestond geene bepaling omtrent de mate van deelneming van bet volk aan de wetgeving. Het zoogenaamde referendumd. i. het recht van het volkom over wetten te stemmen, het recht van vefo of van initiatief zijn in de bestaande constitutie niet geregeld, ofschoon deze langzamerhand in ge bruik gekomen zijn. _A11een wijziging der grondwet was aan het oordeel des volks onderworpen. De cornmis- sio uit deu nationalen raad wil nu voor alle gecodifi ceerde wetten (bv. burgerlijk en strafrecht) het referendum verplichtend stellen. Bovendien stelt de commissie een facultatief referendum voor enkele onderwerpen voor. Het recht van initiatief zal tevens uitgebreid worden; het voorstel luidt, dat de verschillende raden een door 50.000 burgers uitgesproken wensch tot wijziging, ophef fing of uitvaardiging van een bondswet onderzoeken moeten. De commissie uit den Standeraih stelt slechts een facultatief referendum voor. Volgens deze commissie zal dit slechts geschiedenwanneer een bondsbesluit de kosten van meer dan een millioen francs ten gevolge heeft, beide eedgenootschappelijkeraden de wenschelijk- heid uitspreken of binnen drie maanden vijf kantons of 50.000 Zwitsersche burgers het wenschen. Wat de verhouding van kerk en staat betreft, is men het vrij algemeen eens, dat niet alleen niet meer van christelijke gezindten sprake zal zijn, doch vrijheid van geweten en geloot en de vrije uitoefening van iedere kerkelijke eeredienst gewaarborgd zal worden. Aan geene geloofsbelijdenis zullen in het vervolg meerdere of mindere staatkundige rechten en plichten verbonden zijn, en geen kerkelijke lasten zullen geheven worden van hen, die niet tot die kerk behooren. De bond heeft het recht en de verplichting, om niet alleen den vrede tusschen de verschillende gezindten te handhaven, doch ook tegen iedere machtsoverschrijding ten strengste te waken. Over dc mate van toepassing van het beginsel: scheiding van kerk en staat, behoudt ieder kantou vrije hand. De Zwitsersche kantons ver schalen zoo hemelsbreed in godsdienstige richting, dat bun dit recht gelaten moet worden. Op den achtergrond blijft toch steeds de bevoegdheid van den bond, om te beletten dat de geestelijkheid zich tegenover enkele bur gers of den staat aan machtsoverschrijding schuldig maakt. Aangaande de inrichting van het lager onderwijs spraken wij reeds in het vorige artikel over dit onder werp. In hoofdzaak zijn de voorstellen in overeenstem ming met de wenschen der onderwijzers en het raeeren- deel der burgers. Betreffende het hooger onderwijs wordt aan den bond opgedragen, om, behalve eene universiteit eu polytechuische school, een omvangrijke ambachtschool op te richten. Groote openbare werken, welke van belang zijn voor den geheelen bond of meerdere kantons (spoorwegen groote landwegen, waterwerken, enz.) worden onder het beheer van het centraal gezag gebracht. Dc politie op de spoorwegen, het boschwezeD, enz. zal eveneens dooi den bond uitgeoefend worden. Een ontwerp-wet op de spoorwegdiensten is reeds door den afgevaardigde dr. Dubs ingediend. Ten slotte komen nog eenige voorstellen, welke betrek king hebben op algemeene vraagpunten. In de eerste plaats behoort hiertoe art. 58 der bestaande constitutie of het zoogenaamde Jezuïeten-artikel. De meerderheid wenscht het behoud van dit verbod. De openbare speelbanken zullen over bet gansche grondgebied verboden en die te Saxon (Wallis) opgeheven worden. Wat de kloosters betreftj hieromtrent is een voorstel ingediend, waarbij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 3