Öuticulcmö. Uit Bucharest wordt geschreven„door de Ra- meensche regeering is de verwijdering bevolen van alle Israëlitische beambten van despoorweglijnen, die door dr. Stvoussberg waren aangelegd." De vervolgingen der Israëlieten-in Rumenië schijnen dus wel in overeenstem ming te wezen met de richting der Duitsche regeering, die zich in den laatsten tijd deze zaak zoo ijverig aange trokken heeft. De Duitsche Cult ar staat behoeft dus in het buitenland geen voorbeeld van verdraagzaamheid te geven Thennoiitetersiand. IGNov.'sav. 11 n. 4-1 gr. 17 'smorg.7 u.89gr.'smidd. lu.40 gr.'sav.Ö u.42 gr. Stilte ii-gen er aal. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 16 ]\rovetnber. Behandeling der staatsbegrooting. Ingekomen eene overeenkomst met Engeland tot regeling der voorwaarden waarop geldverzendingen door middel van postwissels zullen plaats hebben. Eindverslag wordt uitgebracht over het ontwerp tot verandering der grensscheiding tussehen Dalfsen en Heino. De beraadslaging wordt voortgezet over hoofdstuk III (buitenlandsche zaken) en het door den heer Dumbar voorgestelde araendement tot opheffing van de diploma tieke missie te Rome. De heer 's Jacob acht deze quaestie eene quaestie van opportuniteit. Hij vindt het verkeerd dat door sommige sprekers de godsdienst en andere zaken zijn bijgehaald, die hiermede niets te maken hebben. Hij acht het nmen- dement-Dumbar echter steunende op onjuiste voorstel ling van feiten. De toestand is nog niet veranderd, maar nu had de regeering juist onbewimpeld moeten verklaren, war hare bedoeling Is voor de toekomst. Hij vermeent dat de Italiaansche regeering prijs stelt op behoud van de verschillende gezantschappen bij den paus, en daarom raoet nu Nederland niet het voorbeeld geven eene uitzond ring te willen maken. Hij is echter voor een bepaald besluit ea wenscht te vernemen, hoe de regeering over de definitieve opheffing der missie denkt, waarvoor bij bepaald gestemd is. De beer van der Does de Willeboiskeurt bet af dat de zaak door gelootsgenooten in de kamer op kerkelijk terrein i3 gebracht, maar het geldt hier het godsdien stig gevoel van een groot deel der natie en dan behoort men eeuige indulgentie te hebben voor de uitingen van dat gevoel. Hij roept de edelmoedigheid en verdraag zaamheid der kamer ïn bij eene quaestie die zoozeer ingrijpt in de overtuiging der katholieke bevolking. De heer van Wassenaer zegt dat de Nederlandsche staat gegrondvest is op de hervorming, en van uit zijn christelijk historisch standpunt meent hij zijne stem in dit opzicht te moeten motiveeren. Ilij acht het gelukkig dat de tijden verdwenen zijn toen de leuze gold „liever Turksch danpaapsch," en wil ook nu tegenover anders denkenden verdraagzaamheid toegepast zien. "Wanneer nu de katholieken voor de organisatie van hunne kerk een vertegenwoordiger bij den paus nooüig achtendan bestaat geen reden dit te weigeren en zou men hoog stens den post voor dien vertegenwoordigeronder welken titel ook, moeten verplaatsen naar hoofdstuk VIH, waaronder nu de uitgaven voor de eerediensten gebracht zijn. De heer Bergraann wijst op den slechten indruk die de opheffing der missie te Rome bij de Nederlandsche katholieken en ook bij de militairen die zoowel in pau selijken dienst zijn geweest als nog in het Nederland sche leger dienen. (Eene uitdrukking waartegen de heer van Wassenaer protesteert, omdat de militairen in de eerste plaats gehoorzaamheid aan den koning verschul digd zijn.) Hij wijst verder op het voorbeeld van onze koningin, die herhaalde bezoeken aan den gevangen paus heeft gebracht. De heer Heijdenrijk acht het niet mogelijk dat de minister van buitenlandsche zaken een pertinent ant woord geeft op de vraag van den heer 's Jacob; eene be slissing acht hij nu nog onmogelijk. De heer vau Voorthuïjsen betreurt het dat de minister nu de zaak nog niet anders geregeld heeft. De regee ring had in overleg met andere mogendheden een aan nemelijke decisie kunnen beramen. Van verdraagzaam heid en edelmoedigheid kan in de kamer geen sprake zijn; de quaestie behoort geheel gehouden te worden buiten kerkelijk terrein. De heer Vader acht alleen de koning bevoegd om in deze.eene beslissing te nemen. De heer van Kuijk meent dat men behoort aan te toonen, niet dat het staatsbelang de instandhouding der missie eischt, maar (van de zijde der tegenstanders) dat bet staatsbelang die niet vordert. Dit laatste ontkent hij. De heer van Zuylen betoogt dat, volgens bet gevoelen van den heer Thorbecke, de bestendiging dezer missie weuschelijk is. Er moet dus niet toegegevenNvorden aan de zucht van den beer Dumbar, zoo dikwijls gebleken, om de diplomatie af te breken. De heer Jonckbloet verklaart verdraagzaam te zijn, en juist daarom af te keuren, dat van andere kanten verdraagzaamheid als waanzin wordt gequalificeerd. Hij acht echter een protest tegen den bestaanden toestand in Italië door de instandhouding van de missie te Rome niet staatkundig en ongeoorloofd. De heer Pijls bestrijdt hetaraeDderaent-Dnmbar even als de heer van Nispen (junior) die volstrekt niet aan neemt dat, gelijk de heer Dumbar zeide, het voor goed gedaan is met de wereldlijke macht van den paus. Hij wijst op de geschiedenis, die aantoont dat gedurig pausen zijn onttroond, gebannen en gevangen genomen, maar tevens dat telkens de tijdelijke souvereiniteit weder heeft gezegevierd en de pauselijke troon dien van wereldlijke vorsten beeft overleefd. Aan militaire inter ventie heeft hij nooit gedacht, maar wel aan diploma tieke interventie. De zoogenaamde wfet op de waarborgen door bet Italiaansche gouvernement gegeven, wordt door de gezanten van de verschillende mogendheden nage gaan, en waarom zouden wij nu ook niet door onzen gezant te behouden, de werking daarvan afwachten? De minister van buitenlandsche zaken is aan bet woord, doch zal zijn rede, wegens het vergevorderde uur in de volgende zitting uitspreken. Al^omcen overzicht. Uit enkele handelingen der Fransche regeering'zou men kunnen opmakeu, dat zij meer en meer vertronwen stelt in hare positie en een meer onafhankelijke houding tegenover de reactionaire meerderheid der nationale vergadering durft aannemen. De benoeming van Ernest Picard als gezant te Brussel heeft reeds de verontwaar diging der reactionairen opgewekt, doch, naar het schijnt, zonder gpvolg, want, zooals een correspondent varl rindépendance beige verneemt, zou Thiers het voorne men koesteren, om Jules Favre te benoemen tot gezant te Londen, in plaats van .den hertog de Broglie, die een verblijf in Versailles en zijn mandaat als lid der natio nale vergadering boven zijne gezantschapspost te Lon den schijnt te verkiezen. Wanneer dit gerucht zich bevestigt dan wordt daardoor het sterkste bewijs gele verd, dat Thiers onafhankelijk van de reactionairen, de diensten zijner ministers die hij voor hen moest opofferen, naar waarde weet te schatten. In een brief van gelukwensching aan Jules Janin na zijne opneming in de Académiefvangaise spreekt Thiers zich ook op ongekend vrijmoedige wijze uit. Hij zegt het te betreuren, dat bij Jules Janin niet vaak te Ver sailles de hand zal knunen drukken, doch verwacht dat „dit te Parijs geschieden zal, wanneei\de nationale ver gadering, zooals ik hoop, ons daarheen terugbrengen zal." Deze vrijmoedige handelwijze en toon van Thiers zijn geheel verschillend met zijn gedrag in den eersten tijd zijner regeering, toen hij zorgvuldig zijne meening verborgen hield en slechts in de vergadering op de tri bune alle kracht in het werk stelde, om de meerderheid voor zijne overtuiging te winnen. Het denkbeeld der overbrenging van de regeering naar Parijs wint trouwens meer en meer veld. Een officieuse roededeeling uit Versailles, zonder twijfel met het doel om dit plan bevorderlijk te zijn in eigenaardigen vorm gegotep, spreekt het gerucht tegen, dat het Palais-Bour bon gereed gemaakt wordt, o,m er de nationale vergadering bij haiekomst le Parijs in te ontvangen,en herstellingen aan het Elysée plaats hebben om dit tot woning van den heer Thiers in te richten, doch voegt er zoo onschul dig mogelijk de opmerking bij, dat de vroegere zitting zaal van het wetgevend lichaam reeds gereed is sedert den aanvang van de maand Octoberom 764 personen met behoorlijke ruimte te plaatsen. Tevens meldt men, dat de regeering besloten heeftom in dit opzicht niet het iniatief te nemen, en de nationale vergadering ge- heele vrijheid te laten in hare besluiten. Het is duidelijk wat met dit bericht bedoeld wordt. De gang van zaken aan de ministeriën lydt onder de verwarring, welke door de verdeeling der verschillende takken van administratie tussehen Parijs en Versailles ODtstaat, en bovendien acht de regeering de overplaatsing uit een politiek oogpunt hoogst noodzakelijk. Le Temps zegt de bezwaren zeer goed te begrijpen, welke de regeering verhinderen om in deze quaestie bet initiatief te nemen, en dat zijden schijn vermijden wil, van in deze der vergadering dwang te willen opleggen. Doch het blad is van oordeeldat die reden niet meer gelden mag, en de regeering beter deed, wanneer zij recht op haar doel afging, te meer, daar te oordeelen naar de verschillende geruchten, de tegenkanting tegen de overplaatsing grooteodeels geweken is. „Maar hierover willen wij niet strijden zegt le Temps en wie ook het initiatief neme, zeker is het, dat zoodanig voorstel in de vergadering gedaan zal wordenen dat de presi dent en zijne ministers hierin niet onzijdig kunnea blijven, maar met het Vuur hunner overtuiging op de tribune de tallooze redenen zullen ontvouwen, die het wenschelijk maken, dat Parijs opnieuw de politieke hoofdstad van het land worde." De groote quaestie van den dag is echter nog de wijze,, waarop aan de moeilijkheden der geldcrisis een einde gemaakt kan worden. Het blijkt, dat de directie van de Fransche batik zich inderdaad aanvankelijk tegen het voorstel der regeering verzet heeft, om het maat schappelijk kapitaal te verdubbelen en de uitgifte van papiergeld van 2 milliarden en 400 millioeu op 3 milliar- den francs te brengendoch later aan den wensch der regeering toegegeven heeft. Thiers wilde voorloopige machtiging gevendoch na de verklaring van de bank, dat zij tot den aanvang van December aan alle verplich tingen zou kunnen voldoen, onder voorwaarde'dat de regeering geen nieuwe sommen opnam en spoedig in mindering barer schuld eenige stortingen bewerkstel ligde heeft men besloten het voorstel terstond aan de nationale vergadering bij de heropening barer zittingen aan te bieden. In het fhiaucieele bulletin van the Times leest men de mededeeling, waarom de directie der bank zich tegen het voornemen der regeering verzet had. De directie ontving een brief van Thiers, waarin hij ongevraagd de voorloopige machtiging verieende, om hare papieruit gifte te vermeerderen, hetgeen zij weigerde, omdat zij zich door die inmenging der regeering in hare zaken gekwetst voelde. Het geheele bestuur dreigde met zijn ontslag en keurde de handelwijze der regeering at, omdat zij alleen de verantwoordelijkheid voor den toestand der bank droeg, daar deze gedwongen gewor den was, om aan het gouvernement 1330 miljioen en aan de stad Parijs 210 millioen te leenen. Gaf de regee ring deze voorschotten terug, dan was de bank niet meer in verlegenheid en kon zij aan den handel te hulp komen. Hierna heeft de bijeenkomst van Thiers met het bestuur der bank plaatsgehad, waarop men er in ge slaagd is de goede verstandhouding te herstellen, en men ten slotte het voorstel der regeering aangenomen heeft. De Duitsche ryksdag heeft Woensdag na een uitvoe rig debat het bekende voorstel van den heer Lasker in derde lezing aangenomen, waarbij de bevoegdheid van de rijksregeering over het. geheele gebied der rechtsple ging en van het burgerlijk recht uitgebreid wordt. De zitting van gisteren leverde reeds het bewijs, dat de rijksdag gehoor geeft aan den wil der regeering en met bijzonderen spoed de aanhangige wetsontwerpen wil afdoen. Alle artikelen van de begrooting van buiten landsche zaken werden aangenomen. Zonder noemens waardig debat keurde dc rijksdag de verhooging der traktementen van de gezanten goed. Een enkele verkla ring van von Bismarck, dat de quaestie van het behoud eener speciale missie bij den paus moeilijk bij de behan deling van het budget uitgemaakt kan worden, is voor de vergadering voldoende, oen over dit belangrijk vraagstuk heen te stappen en zich tevreden te stellen met de eenvoudige mededeeliner, dat de gezant bij den koning van Italië zijn zetel naar Rome zal overbrengen en in de hoofdstad van Italië verblijf houden." Wan neer de tijd tot discussieeren den volksvertegenwoordi gers ook zorgvuldig toegemeten wordt, dan is het geen wonder, dat men zich niet met omvangrijke quaestiën kan inlaten. Het is nog betrekkelijk gelukkig, dat de Duitsche natie zich zoo geduldig neerlegt bij het oor deel der regeering en de beslissing van belangrijke quaestiën aan éen persoon overlaat. Bij andere natiën van Europadie gaarne haar eigen oordeel raadplegen, om over dergelijke gewichtige vraagstukken te beslissen, vindt dit systeem gelukkig geen navolging. Een telegram uit Praag brengt een uiterst vreemde tijding, die om verschillende redenen nadere bevesti ging behoeft. Bij keizerlijk decreet, op de muren aange plakt, zou de bevolking opgeroepen zijn, om tot de directe keuze van leden voor den rijksraad over te gaan. Deze daad van absolutisme is des te onbegrijpelijker, omdat het Oisleithaansche ministerie nog niet tot stand, gekomen is en het interim-kabinet toeh bezwaarlijk zie- k. tot dusdanigen maatregel zal leenen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2