Rechtzaken.
Op last van den minister is door het openbaar mini
sterie appèl aangeteekend tegen het vonnis van de
arroudissements rechtbank te Breda, waarbij de heeren
Urban c. s., directeuren van de spoorwegmaatschappij
Grand Central Beige, van alle rechtsvervolging zijn ont
slagen, ter zake van het niet naleven in den vorigen
winter van de bepalingen betreffende den dienst tus
schen Botterdam en de Moerdijk.
Deze zaak zal nu eerstdaags moeten worden behan
deld voor het provinciaal gerechtshof in Noord-Brabant#
Gemengde berichten.
Volgens ontvangen telegram van Port Said was
het stoomschip Prins van Oranje den 9*n dezer te Suez
en 13 dezer te Port Said gearriveerd. Alles wel aan
boord. Tengevolge van eene kleine averij aan de
schroef, zal het stoomschip eenige dagen te Port Said
moeten verto.even, {Nieuwe Rottcour.)
De Dordrechtsche courant deelt mede, dat Vrij
dag jl. aan de aannemers der gebouwen van het spoorweg
station te Dordrecht is opgedragen het maken van een
hulpstation dat den 15«> December a. gereed moet zijn,
met het oog op de eventueele indienststelling van het
gedeelte spoorweg van de Moerdijk naar Dordrecht.
De laatste spanning voor de groote spoorwegbrug
over het Bollandsch Diep is zoover gevorderd dat, inen
denkt die Vrijdag a. van den bouwsteiger naar de paal-
jukken te kunnen overbrengen, om met de eerste gun
stige weersgesteldheid op de pijlers te plaatsen.
Wat de brug over de rivier te Dordrecht betreft, zijn
de beide draaibruggenop het windwerk na, gereed, als
mede eene overspanning, terwijl de tweede overspanning
ook weldra voltooid zal zijn. Vermoedelijk zal nog in deze
week met den bouw der kleine spanning aan de Zwijn-
drechtsche zijde begonnen worden, zoodat dan voor het
aanstaande voorjaar het maken vaD een groote over
spanning overblijft.
Op de reede van Antwerpen is Zondag een groote
Amerikaamche driemasterde Escorte, een schip van
1500 toneen prooi der vlammen geworden. Vruchteloos
heeft men alle krachten ingespannen om het vuur meester
te worden. De lading, waarvan een groot gedeelte uit
spiritus bestond, is met het schip geheel vernield. Groote
ongelukken zijn te betreuren, want toen de groote mast
werd omgehakt, om zoo spoedig mogelijk verdere ver
spreiding der vlammen te voorkomen, viel deze roet
donderend gekraak op het dek neder, waar eenige werk
lieden bezig waren enkele voorwerpen te redden. Ten
gevolge daarvan werden 5 personen gewond en 2 gedood,"
onder de gekwetsten bevindt zich ee^ Amsterdarasche
matroos, Gerard van Langevelde, die zeer zwaar letsel
heeft bekomen. Een sleepboot, Tnrc, is door het vallen
van den zwaren mast in den grond geboord. Het schip,
dat te Antwerpen voor 30,000 franken reperatie had
ODdergaan, en de lading waren verzekerd.
Dat de baat tegen „les Prussiens" te Parijs nog
altoos weinig bekoeld is, kan blijken uit het volgende
voorval
Eene Oostenryksche dame, die Parijs vóór het beleg
verlaten had en er dezer dagen terugkeerde, deed baren
huisheer het voorstel, hem in zijn huis een juist vacant
geworden kleiner verblijf te willen inruimen, daar zij
zich in haar uitgaven thans meer dan vroeger bekrimpen
moest. „En komt gij uit Berlijn terug om mij dit te vra
gen vroeg de eigenaar. „Pardonik kom uit Zwit
serland." „Goedmaar gij zijt toch eene Brussienné\
„Wel neen, ik ben uit Oostenrijk geboortig." „Ah
bah hernam de huisheerterwijl hij haar de deur
wees vous avez ioujours un fdcheux accent
Als een staa;tje van de slimheid en gemoedelijk
heid van den echten HoDgaar verhaalt men de volgende
anekdote. Een zekere Baratow zit in een spoorweg-coope
tegenover een vreemdeling en wil volstrekt een gesprek
aanknoopen. Hij onderwerpt den vreemdeling daarom
aan het volgende verhoor. „Ook van plan naar Wee-
nen te reizen Ja „Ook van plan daar te blijven
„Neen, ik ga naar Praag." „Met het voornemen om
te Praag te blijven „Neonik ga naar Hamburg."
„Met het voornemen om te Hamburg te blijven
„Neen, ik ga naar Amerika." Het gezicht van den Hon
gaar, dat bij iedere vraag meer en meer ophelderde,
kreeg thans een listige uitdrukking. Hij is er van over
tuigd, dat hij geen nadere opheldering behoeft en vraagt
zonder omwegen met een kleinen glimlach om den mond
„O, zeker hebt gij de een of andere kas bestolen
Tliermouieterstaiid.
14 Nov. 'sav. 11 u. 39 gr.
15 'smorg. 7 u. 33 gr. 's midd. 1 u. 44 gr. 's av.6 u. 44 gr.
State ïi-gen er aal.
TWEEDE KAME&.
Zitting van Dinsdag 14 November. Behandeling derstaats-
begrooting.
De algemeene beschouwingen overdo staatsbegrooting
worden voortgezet. De heer Heemskerk Az. bespreekt
den algemeenen politieleen toestand. Hij vindt de positie
van den minister van oorlog alles behalve benijdens
waard, en hij vreest, dat na de gegeven antwoorden
door de regeering een debat met dien minister over
legerorganiaatie onmogelijk zal zijn. Spreker is echter
tegen een wettelijke regeling en wil dus dien minister
op dit punt steunen. Over het sluiten der begrooting
met een tekort en het dekken daarvan door niet bepaald
zekere middelen geeft hij eenige beschouwingen die hem
leiden om het onwettige van zulk een toestand te consta-
teeren. Ten aanzien van den kiescensus vraagt hij naar
welke gegevens de regeering Dog wacht om daaromtrent
een voorstel tot herziening te doen? Hij ziet verder in
dit kabinet eene regeering die maar al te zeer geneigd
is aan kostbare eischen te voldoen. Hij acht een parle
mentair gouvernement een duur gouvernementmaar
dan moest het ook duidelijk aantoonen wat men wil.
De heer Vader schrijft den tegenwoordigen oógunsti-
gen toestand ran de maatschappij toe aan gemis aan
godsdienstzin. Bij ons heeft voornamelijk de geprocla
meerde scheiding van kerk en staat een verkeerden
weg doen inslaan.
De heer van Voorthuisen betwist het beweerde dat in
den laatsten tijd belastingen zonder equivalent zijn
afgeschaft, en dat daarbij geen beginsel heeft voorgeze
ten. Dat beginsel was wel degelijk, dat de mindere stan
den zouden ontlast worden. Ten aanzien van de militaire
quaestie hoopt hij, dat de minister van oorlog zich niet
zal laten verleiden van een eens aangenomen beginsel
at te wijken.
De ministers van financiën en koloniën repliceeren.
De eerste verklaart geen kunstmiddelen tot dekking
van het tekort te willen aanwenden. Hij vermeent dat de
voorgestelde inkomstenbelasting een deugdelijk middel
isi wordt dat verworpen, dan zal men naar ietsauders
moeten omzien. De heer van Bosse (minister van kolo
niën) bestrijdt opnieuw de voorstelling alsof men in
Incliê' belastingen afschafte zonder equivalent.
De heer Bergmann blijft beweeren dat onze Indische
bezittingen domein zijn en dus de inkomsten uit de
cultures verkregen ten bate van het moederland moeten
komen. De heer 'sJacob is jegens dit kabinet welwil
lend gezind. Op hem heeft den bestaanden financieelen
toestand een gunstigen indruk gemaakt.
De heer van Naamen acht het dekken der tekorten
door nog niet aangenomen belastingwetten niet goed.
De minister van binnenlaudsche zaken wil den minis
ter van oorlog niet dwingen om dadelijk op zijn vroeger
gevoelen terug te komen. Wat het kabinet betreft, bet
optreden werd met welgevallen begroet, maar als eens een
ministerie zitting neemt, moet hetgeplaagd worden, en zoo
als nu weer, met allerlei eiscben, waaraan eerst in den
loop des tijds kan beantwoord worden. Eene herziening
van den kiescensus zal eerst kunnen plaats hebben nadat
over de voorgestelde hervorming van belastingen is
beslist.
Hoofdstuk I (huis des konings) wordt met algemeene
stemmen daarop aangenomen, en de verdere beraadsla
ging verdaagd tot Maandag.
Öuitmlanö.
Algemeen overzicht.
De berichten, welke de telegraaf heden uit Frankrijk
brengt, zijn van bijzonder gewicht, wanneer men daarbij
in het oog houdt, dat de nationale vergadering, de
macht welke de souvereiniteit vertegenwoordigt, nog
steeds op recès is. Wanneer deze den 4cn December
bijeenkomt zal het haar, naar bet zich laat aanzien, niet
aan spoedeischende en belangrijke werkzaamheden
ontbreken. Het is slechts jammer, dat tusschen heden
en die heropening der- zittingen nog bijna drie weken
liggen want de legeering staat voor twee vraagstukken
wier oplossing zeer dringend schijnt te zijn.
Een eerste plaats bekleedt daaronder de geldcrisis,
die niettegenstaande de ijverige zorg der regeering nog
steeds voortduurt. Allerlei geruchten zijn omtrent de
voornemens der regeering in dit opzicht in omloop,
waarvan éen heden door een bericht uit Parijs nader
bevestigd wordt. De regeering stelt zich namelijk voor,
om door de nationale vergadering aan de bank van
Frankrijk het recht te doen verleenen tot verdubbeling
van haar kapitaal, waardoor natuurlijk meer geld en
geldswaarden in circulatie zullen kunnen komen. Men
verneemt echter dat de raad van toezicht der Fransche
bank zich geenszins met dit voornemen vereenigen kan,
en de vaste meening heeft, dat zij tot den 4«» December
aan de circulatie tegemoet kan komen, zonder haren
limiet te overschrijden. Doch wat dan? Het is toch niet
waarschijnlijk, dat de geldcrisis plotseling wijken zou
alleen door het wedcroptreden der nationale vergade
ring Uit het onderling verband dezer beide berichten,
zou men o. i. eerder moeten opmaken, dat Thiers die
machtiging op eigen verantwoordelijkheid verleenen,
en later van zija besluit de goedkeuring der vergade
ring vragen wil. Wanneer dit het geval is, dan verdient
zoodanige energieke handelswijze der regeering in deze
hoogst moeilijke zaak hijzonderen lof.
Een tweede vraagstuk vormen de tallooze processen
welke nog tegen de gevangengehouden communalisten
gevoerd moeten worden. De winter staat voor de deur
en daarmede de onmogelijkheid, om ten behoeve van
meer dan 20.000 gevangenen voor al het noodige te zor
gen. De regeering heeft daarom het voornemen opgevat,
om aan de nationale vergadering een wet voor te dragen,
waarbij de proeesvormen aanmerkelijk verkort worden,
teneinde de gevangenen binnen korten tijd alle gevon-
nisd of op vrije voeten te zien.
Omtrent een ander onderwerp heeft Thiers klaarblij
kelijk eene beslissing genomen, die hem tot bijzonderen
lof strekt, omdat hij daardoor toegegeven heeft aan de
publieke opinie in Frankrijk. Da heer Chasseloup
Lanbat heeft namelijk het rapport over de militaire
reorganisatie bijnagereed, niet alleen geheel in overeen
stemmingmet de meerderheid, doch ook met de regeering,
die eveneens ten slotte de algemeene dienstplichtigheid
in beginsel heeft aangenomen. Men moge het betreuren,
dat sedert den laatsteu oorlog de opvoeding van iedere
natie een militaire, en ieder land in eene kazerne her
schapen wordt, het is toch daarom voor Frankrijk van
niet minder gewicht, dat het hoofd der regeeiing zich
niet langer tegen de publieke opinie tracht te verzetten.
Bovendien vermeldt het Journal officieel nog twee
hoogst belangrijke besluiten, namelijk de benoeming vau
Fransche gezanten aan de hoven van Leopold II en Vic
tor Emanuel. De eerste benoeming, die van den heer
Ernest Pieard tot gezant te Brussel, is belang
rijk om de persoon, de tweede, die van den heer de
Goulard tot gezant in Italië, om het beginsel. De heer
Picard, die ontelbare vijanden heeitonder de meerderheid
der nationale vergadering, is reeds door Thiers tweema
len moeten opgeofferd worden, als minister van binnen-
landsche zaken en als gouverneur der bank. Door zijne
benoeming tot gezant te Brussel heeft Thiers du3
een groot blijk van onafhankelijkheid gegeven. De
benoeming van den, gezant in Italië is van bijzonder
gewicht, omdat in het besluit gesproken wordt van het
Italiaansche hof te Rome. Hierdoor is dus eindelijk offi
cieel de vraag beslist, of Frankrijk evenals de andere
natiën zijn gezant in Italië de regeering naar Rome zal
laten volgen.
Belgische brieven.
Brussel 14 November.
Ik zal u niets mededeelen omtrent de opening der ka
mers, om de eenvoudige reden dat er niets van te zeggen
valt. Iedere kamer is in haar eigene vergaderzaal bijeen
gekomen. De senaat benoemde zijn o td bureau op
nieuw, en de kamer der volksvertegenwoordigers beeft
besloten, om morgen tot benoeming daarvan over te gaan.
Dit is alles wat daarvan mede te deelen is.
De zaak, die beden sensatie maakt is niet in het paleis
des volks te vinden. Het is de openbaarmaking van het
(fosw'er-Brasseur. Heden werd voor de rechtbank van eer
sten aanleg te Brussel het proces wegens beleediging
tusschen de heeren Brasseur en Wilmart op de rol ge
bracht. Deze laatste heeft ia de maand Juli toen do
zaakgelastigde van den heer Langrand, de atheïstische
i oud-professor, onder de booge bescherming der geeste-
lijkbeid, te Philippeville naar de stemmen der kiezers
jaagde den moed gehad om eene circulaire publiek te
maken, waarin hij de zaken en personen bij den waren
naam noemde.
Tengevolge van dezen aanval diende de heer Brasseur
een klacht wegens beleediging tegen hen in, cn dit pro
ces is het, dat de openbaarmaking veroorzaakte van het
dossier Brasseur, de rechterhand van Langrand Dumon-
ceau, zijn kolonel, zooals hij zich zei ven noemde.
Het ia hoogst interessant om de eerste relatiën tusschen
de heeren Brasseur en Langrand Duraonceau na te gaan.
Den 4en December schreef Brasseur aan Langrand:
„Zooals gij in le Piécurseur heb kunnen lezen, heb ik