MIDDELBÜRGSCHE COURANT. r 267. Zaterdag 1871, 11 November. Middelburg 10 November. De openbare beraadslaging der tweede kamer over de Staatsbegrooting voor 1872 is bepaald op Maandag 13 November, te 11 uren. De heden namiddag gehouden zitting der provinciale staten van Zeeland werd door 41 leden bijgewoond. Blijkens de ingekomen brieven van de voorzitters der aldeelingen, zijn tot voorzitters en onder-voorzitters benoemd: van de eerste afdeeling, de heeren Cau en Mazure, van de tweede afdeeling, de heeren Moolcn- burgh en Mathon, en van de derde afdeeling, de heeren Bybau en Vader. Het voorstel van gedeputeerde staten tot afstand aan de gemeente Kortgene van het grootste der wachthuizen aan het Sloeten gebruike aan den steigerdamis aan genomen nadat de vergadering zich vooraf met 35 tegen 6 stemmen vereenigd had met een door den heer Bybau voorgesteld amendement, strekkende om de overbren ging en plaatsing van dat wachthuis geheel voor reke ning der provincie te doen geschieden. De verslagen der afdeelingcn betreffende ketontwerp- reglement op het beheer der gemeenschappelijke uitwa tering van eenige in het eiland Noord-Beveland gelegen polders, alsmede het ontwerp-reglement op het gebruik en de instandhouding der kunstwegen in deze provincie, hebben gedeputeerde staten aanleiding gegeven tot het voorstellen van eenige wijzigingen, welke gedrukt en later aan de leden ter hand gesteld zullen worden. Deze onderwerpen zullen alzoo nader aan de orde worden Het voorstel van gedeputeerde staten, om aan den gewezen gezagvoerder op de stoomboot de Wester-Scbelde K. A. Breeman een pensioen van f 3C0 's jaars te ver- leenen is met 28 tegen 13 stemmen aangenomen, nadat voorat, mede met 28 tegen 13 stemmen, verworpen was een amendement van den heer de Jonge, strekkende om in plaats van „pensioen" te lezen „toelage" of „uit- keering." De in hetzelfde voorstel vervatte mededeeling van gedeputeerde staten, dat aan den steigerschuitschipper A. Brugge eervol ontslag is verleend onder toekenning van ec n pensioen van 250 's jaars, gaf den heer Ham- macher aanleiding om voor te stellen het bedrag van dat pensioen te verhoogen tot /3C0, opgrond van de langdurige en goede diensten door den gewezen schipper bewezen. Het voorstel is met 33 tegen 8 stemmen aan genomen. Het (in het nommer dezer courant van 25 October jl. uitvoerig medegedeelde) voorstel van gedeputeerde staten omtrent de uitbreiding der stoomvaart op de Wester-Schelde, is met algemeene stemmen aange nomen. De mededeeling van het gedeputeerd college omtrent de terugzending der onvolledige en onvoldoende stukken van het bestuur der polders Eiland en Brandkreek, be geleidende eene aanvraag om een renteloos voorschot van f 45,000 ter bestrating van den weg tusschen Oost burg en St. Margriete (België) is zonder bedenking goedgekeurd. Overigens stelden gedeputeerde staten voor, om even min in te willigen de aanvrage van het bestuur der polders van Sint Annalandom een renteloos voorschot van f 15,150 ter begrinding van verschillende wegen in het eiland Tholen. De heer de Casembroot deed het voorstelom een renteloos voorschot te verleenen van f 7,800 aan voornoemd bestuur ter begrindiDg van den ■weg, beginnende aan het einde van den grindweg van het dorp Sint Annaland naar de meestoof De hersteller, loopende van daar door den polder Sint Annaland naar en verder over zijn Zuidoostelijken dijk tot den grens van Sint Maartensdijk. Dit voorstel werd echter met 28 tegen 13 stemmen.verworpen, waarna dat van gede puteerde staten met algemeene stemmen werd aan- genomem Verder zijn in deze zitting nog eenige verslagen der afdeelingen uitgebracht, welke voor de leden ter inzage zijn gelegd, om in de volgende zitting aan de orde te worden gesteld. Die volgende zitting is bepaald op morgen des voormiddags te 10 uren. Voor de gisteren in den Haag gehouden aanbesteding van een brug over het kanaal door de Oude Arne met de daarbij behoorende werken is ingeschreven door: G. M. Sigmond, te Werkendam, voor 142,500; K. van Wijngaarden Jz,, te Sliedrecht, voor 137,900; J. W. Beijl, te Hardinxveld, voor 153,800; J. iGalman en T. de Jong, te Amsterdam, voor 136,400; L. Kalis Kz., te Sliedrecht, voor f 135,480; F. K. Osinga, te Middel burg, voor 135,890; D. Tool en G. H. Riemer,te Wognum, voor f 134,680; J. van der Griendt, te 'sHer- togenboschvoor f 133,500. Door de tweede kamer zijn benoemd tot rapporteurs over de inkomstenbelastingwet de heeren van Akerlaken, KappeyneLuybenvan Kuijk en van Delden. Benoemingen en besluiten. belastingen. Eervol ontslag verleend uit zijne betrek king van controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Bergen op Zoommet aanspraak op pensioen, aan W. D. van Rhijn. Verplaatst van Heeren veen naar Bergen op Zoom, E. L. Bogaert, controleur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen. Opgedragen de waarneming van de controle te Heeren veen, aan G. C. Antink, commies ter inspectie van de directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijn sen te Zwolle. posterijen. Eervol ontslag verleend, op verzoek,aan J. A. Hinsbeeck CAz. uit zijne betrekking van direc teur van het postkantoor te Meppel, met vrijlating om zijne aanspraak op pensioen te doen gelden. Kerknieuws. De heer dr. B. A. Lasonder, predikant bij de hervormde gemeente te Acquoijheeft voor het beroep naar die ge meente te Kerkwerve bedankt. Rechtzaken. De arrondissements-rechtbank alhieFheeft gisteren de volgende vonnissen uitgesproken: Jacobus Maas, oud 57 jaren, metselaar te Aarden burg, was beklaagd dat bij in eene herberg te Aar denburg tot A. F. de Meijer beleedigend gezegd heeft: „alles wat ge hebt, hebt gij gestolen." Hij is schuldig verklaard aan het uiten van smaad- en scheldwoorden en beleedigende uitdrukkingen, die geenerlei ten last- legging eener bepaalde en omschreven daadmaar van een aangeduide ondeugd behelzenen veroordeeld tot eene geldboete van 16alsmede in'de kosten. Xaverius Nunnink, bakker te Eede, was beklaagd dat hij den 16cn October jl. in eene herberg aldaar ten aanzien van Barbara Wildemeersch beleedigend gezegd heeft: „dat zij de grootste dief was en een brood bij zijne moeder gestolen had." Het openbaar ministerie eischte schuldigverklaring van den beklaagde aan laster en veroordeeling tot eene geldboete vap f 16. Daar echter het door den beklaagde aan B. W ildemeersch ten laste gelegde feit door deze schijnt gepleegd te zijn, door hem daarvan aangifte gedaan en proces-verbaal opge maakt is tengevolge waarvan B. Wildermeersch reeds terechtstond, hoezeer de behandeling der zaak tot het nader hooren van getuigen is moeten geschorst wor den, heeft de rechtbank, op grond van art. 372 van het wetboek van strafrecht, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard, de kosten te dragen door den staat. Cornelis Arnoldus Koekmanoud 18 jarenschip persknecht alhier, was beklaagd dat hij den 23«n Fe bruari jl. ten nadeele van den loodgieter J. Schuil- werve alhier arglistig beett ontvreemd 27 kilogram lood van eene hoeveelheid, die bestemd was om met het schip van schipper J. Waltheer naar elders vervoerd te worden, welk lood hij voor ƒ4.68 heeft verkocht. In de instructie heeft de beklaagde wiens zaak bij verstek behandeld werd opgegeven dat het lood hem ten verkoop was ter band gesteld door zijn mede schippersknecht Geense, wien hij bet geld gegeven en van wien hij f 1 als belooning gekregen heeft, doch dat hij niet geweten heeft dat het lood gestolen was. De rechtbank beeft echter de schuld van den beklaagde aan het hem ten laste gelegde feit als wettig en over tuigend bewezen aangenomen en hem mitsdien bij verstek schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal, doch als verzachtende omstandigheden doen gelden de jeugdige leeftijd van den beklaagde en het vrijwillig herstel van een groot deel der door hem toegebrachte schade. De opgelegde straf is eene maand gevangenis straf, in eenzame opsluiting te ondergaan, benevens betaling der kosten. Izaak le Roij, oud 13 jaren, en Izaak Zonnevijile, oud 9 jaren, beide wonende te Sluis, waren beklaagd dat zij den 29c" Juli jl. arglistig eene hoeveelheid hooi hebben weggenomen en zich toegeëigend van eene weide onder Sluis, ten nadeele van J. Baas. Zij zijn te dier zake schuldig verklaard aan diefstal van oogst op den akker, gepleegd met oordeel des onderscheids. De e erste beklaagde is bovendien schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal, omdat hij in de maand September jl. van een terrein te Sluis eeDig bout heeft weggenomen ten nadeele van den heer J. M. Hennequin aldaar. De aan den tweede beklaagde ten laste gelegde medeplich tigheid aan dit feit is niet-bewezen verklaard,zoodat hij daarom is vrijgesproken. Onder aanneming van ver- z achtende omstandigheden is de eerste beklaagde ver oordeeld tot 14 dagen en de tweede beklaagde tot 10 dagen gevangenisstraf, alsmede beiden solidair in de kosten. Willem van de Velde, oud 49 jaren, schippers knecht alhier, was beklaagd dat hij in de maanden Juni, J uli en Augustus van het jaar 1868, als zetschipper varende op het schip van J. Waltheer, door den keer J. van Renes tc Gorinchem tegenbelooningbelastzijnde met het incasseeren van gelden van verschillende perso nen te Middelburg en elders voor geleverde bieren, waarvoor hun quitantiën werden ter hand gesteld, van verschillende personen gelden heeft ontvangen, tot een bedrag van 127.50, welke bij niet heeft verantwoord, maar ten eigen bate teruggehouden. Uithoofde van de armoede van den beklaagde heeft de heer van Renes geen aangifte van dit feit gedaandoch is dit desniet tegenstaande ter ooren van de politie gekomen, zoodat de zaak vervolgd is. De beklaagde erkende de ontvangst der gelden doch gat op dat hij ze aan den heer van Renes persoonlijk verantwoord heeft. Laatstge noemde verklaarde dat die verantwoording niet heeft plaats gehad. Hoe geloofwaardig deze verklaring van den getuige ook zijn moge, heeft dc rechtbank uit gemaakt dat zij, tegenover de opgave van den be klaagde, geheel op zich-zelve staat en dus niet als bewijs kan gelden. Op dien grond is de beklaagde niet schuldig verklaard aan de verduistering van verschillende posten tot een gezamenlijk bedrag van f 123.25, en daarvan vrijgesproken, de kosten te dragen door den staat. Daarentegen is éen feit als wettig en overtuigend bewezen aangenomen, namenlijk dat de beklaagde eene som van /4.25, welke hij van I. van Meerendonk alhier ontvangen heeft, niet heeft verant woord zoodat hij te dier zake is schuldig verklaard aan misbruik van vertrouwen en veroordeeld tot 2 maan den gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te onder gaan eene geldboete van f 25 en in de kosten. J. Fourdraine, tapper alhier, in bovengenoemde strafzaak als getuige gedagvaard, doch niet verschenen is wegens die met-verschijning veroordeeld tot eene geldboete van f 10, alsmede in de kosten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 1