TJiermonieterstand.
8 Nov. 'sav. 11 u. 44 gr.
9 'smorg.7u.44gr.'smidd. lu.47gr.'sav. 6u.43gr.
Gemeenteraad van Yiissingen.
Zitting van Maandag 6 dezer. Verkoop gemeentegrond
v erzoek Israelietisclie gemeenteadres spoorwegbe
spreking schoolgebouw.
Voorzitter de heer Winkelman.
Afwezig de heer de Gelder.
Nadat de notulen der vorige vergadering voorgelezen
en met geringe wyziging goedgekeurd zijn, wordt dooi
den voorzitter medegedeelddat hij deze vergadering
heeft belegd, teneinde aan den raad machtiging te vragen
tot verkoop van een smalle reep grond groot 8.30 aren
gelegen aan het Koopmans voetpad en grenzende aan
een gedeelte land van wijlen den heer J.F. Alexandre,
dat eerstdaags publiek zal worden verkocht. Hij acht
het tijdstip zeer geschikt om het stukje grondeigendom
der gemeente, thans ook te verkoopen, vooral daar het
voor dc gemeente niets opbrengt.
De heer Verlcuyl Quakkelaar acht het nuttig om den
grond te verkoopen en geeft in overweging om tot ver
koop van het geheele voetpad over te gaan.
De voorzitter zegt dat hij gaarne wil onderzoeken ot
dit kan geschiedendoch merkt op, dat dit voetpad aan
verschillende landen uitweg geeftzoodat hot vermoe
delijk niet verkocht zal kunnen worden.
Het bestaan van dat recht van uitgang op het voetpad
wordt door den heer de Groof nader bevestigd,doch de
heer de Kruyff merkt op, dat slechts een deel van het
voetpad tot uitweg dient en een groot deel ongebruikt ligt.
Op de vraag van den heer Caïlenfels, waarom dat
strookje grond nooit is verpacht gewordendeelt de
voorzitter mededat het bezit van dezen grond vroeger
niet bekend scheen te zijn. Bij het opmaken van den
staat der eigendommen van de gemeente, eenige jaren
geleden, vond hij het op de kadastrale plans vermeld en
toen is hem bij onderzoek geblekendat deze smalle
strook door eene sloot van het naast liggende land ge
scheiden is geweest. Het schijnt echter dat die sloot
door den tijd gedempt is gewordenzoodat die thans
nauwelijks zichtbaar is, en het strookje nu éen geheel
uitmaakt met de weiden van genoemden heer Alexandre.
In omvraag gebracht zijnde, wordt de gevraagde
machtiging met algemeene stemmen verleend.
Is ingekomen een verzoek der Israelietische gemeente
.om een huisje te mogen plaatsen op het gedeelte dei-
begraafplaats dat aan haar ten gebruikeis toegestaan, en
dat aldaar noodig is om gebruikt te kunnen worden bij
voorkomende begrafenissen.
Do voorzitter meent dat hier een afstand van grond
bedoetu i?~en dat daartoe de toestemming van den raad
vereischt windt.
Mede wordt op voorstel van den voorzitter besloten
tot verkoop van een -commiezen-wachthuisje, staande
aan den weg bij het Fort de i.niter, hetwelk daar niet
meer noodig is en reeds sedert gei-uimen tijd niet meer
gebruikt wordt.
Op de vraag van den voorzitter of nog iem'ind der
leden het woord mocht verlangenverzoekt de heer Vet
daartoe verlof. Hij zegt onlangs in eenige nieuws
bladen gelezep te hebben, dat door het gemeentebestuur
van Yiissingen een brief zou zijn gericht aan den
minister van binnenlandsche zaken teneinde te verzoe
ken, om thans een directe verbinding van het voorma
lige marinedok met den spoorweg tot stand te brengen,
waaraan in den vorigen winter zooveel behoefte werd
gevoeld, om de schepen, zoolang de buitenhavenwerken
niet gereed zijnlangs dien weg te kunnen doen lossen,
en dit zoo mogelijk nog vöor den winter te doen.
Hij wenscht te vernemen of dat zoo is, daar hij anders
een voorstel in dien geest zal doen.
De heer Kleijnhens zegt, te hebben vernomen dat het
dagelijkseh bestuur pogingen in het werk stelt om de
opening van den spoorweg gelijktijdig te Middelbnrg en
te Vlissingen te verkrijgen. Hij heeft het voorstel van den
heer Pot gehoord en verklaart ook het voornemen te heb
ben gehad om deze zaak ter sprake te brengenen reeds
een voorstel te hebben geformuleerd. Hij hecht weinig ge
wicht aan de gelijktijdige opening van den spoorweg,
maar veel aan de spoedige verbinding van den spoorweg
met de zee. Daar het gereed komen der havenwerken
eerst in 1873 verwacht kan wordenzou de spoorweg
in de nabijheid van deze gemeente als 't ware ten einde
loopénwaarom hij het van het hoogste belang acht dat
zoo spoedig doenlijk het dok in verbinding worde ge
bracht met dien weg. Hij leest zijn voorstel voor, strek
kende: 1J tot gelijktijdige opening van den spoorweg
te Vlissingen en te Middelburg; 2° om het lokaal station
zoo spoedig mogelijk te verbinden met het voormalige
marinedok.
Dit voorstel wordt door den lieer de Groot onder
steund.
Door den voorzitter wordt medegedeeld, dat het dage-
Jijksch bestuur reeds besloten heeft een verzoek te doen,
om den spoorweg die tot West-Souburg ongeveer gereed
is, zóo spoedig te voltooien dat de opening te Yiissingen
gelijktijdig met die te Middelburg geschieden kan, zoodat
het eerste gedeelte van het voorstel voorbijgegaan zou
kunnen worden.
Betreffende het tweede gedeelte vraagt hij aan de
vergadering of^ij, met afwijking van het reglement van
orde, deze zaak dadelijk wenscht te behandelen.
Met 12 tegen 2 stemmen wordt besloten het voorstel
dadelijk te behandelen.
De heer de Kruijff herinnert, dat reeds twee jaren
geleden door hem met de heeren Schraver en Pot een
dergelijk verzoekaade n minister is gezonden, waarvan
door den minister met belangstelling was kennis geno
men en hetwelk hij zeer genegen scheen te ondersteunen.
Met algemeene stemmen wordt besloten tot het zenden
van een adres aan den minister van binneulandsehe
zaken, houdende het verzoek om de in het voorstel
bedoelde verbinding tot stand te brengen.
De heer Schraver vraagt of reeds een aanvang is ge
maakt met plannen voor de school. Het terrein is thans
afgestaan en het wordt dus tyd om daarover te denken.
Hierop wordt door den heer van Uije Pieterse opge
merkt dat liet terrein nog niet is afgestaan.
Op de vraag van den heer Laernoes of het wel noodig
is, om het schoolgebouw tevens tot woning van den
hoofdonderwijzer in te richten, met het oog op het in
de nabijheid staande, aan de gemeente toebehoorende
huis, deelt de voorzitter mede, dat het voornemen
bestaat om indien het terrein wordt afgestaan, tevens
te verzoeken dat het huis van de gemeenteop den
hoek bij het kruitmagazijn, thans in gebruik by het
departement van oorlog, weder aan de gemeente worde
teruggegeven, hetwelk alsdan tot woning van den hoofd
onderwijzer zou worden bestemd.
Op eene vraag van den heer Hector of er nog niet
eene zaak besproken diende te worden die in de vorige
vergadering niet afgedaan is kunnen worden, antwoordt
de voorzitter, dat het door den spreker bedoelde voor
stel in onderzoek is bij de commissie van het belasting
stelsel en in eene der volgende vergaderingen afgedaan
zal worden.
De vergadering wordt daarna door den voorzitter
gesloten.
ötiürolattD.
Algemeen overzicht.
De generale raad van het departement der Seine heeft
Dinsdag drie belangrijke besluiten genomen. Aan de
orde was gesteld de discussie over het rapporthetwelk
namens de commission des voeux door den heer Marmottan
uitgebracht was over de uitgesproken wenschen, welke
betrekking hebben op het kosteloos en verplicht onder
wijs door niot-geestelijken. De commissie had eenstem
mig de noodzakelijkheid van het verplicht onderwijs
uitgesproken, omdat zij dit als het logische gevolg van
het algeine n stemrecht beschouwde. Over de vraag, of
dit onderwijs in beginsel geheel kosteloos behoorde te
zijn, bestond veiscnu van gevoelendoch de meerder
heid vereenigde zich ten s'otte hiermede. Over het
onderwijs door leeken liepen de gevoelens der commis
sie zoodanig uiteen, dat zij in haar rapport de verschil
lende meeningen der leden opnam. In de -irting van
Dinsdag nam de generale raad der Seine het kosteloos
en verplicht onderwijs met algemeene stemmen aan,
terwijl het onderwijs uitsluitend door leeken op de
stedelijke en staatsscholen met 41 tegen 37 stemmen
verworpen werd.
Het eerste besluit wekt weinig verwondering, omdat
het een dagelijks weêrkeerend verschijnsel is, dat waar
lijk liberale mannen in de leerplichtigheid evenmin
een inbreuk op de individueele vrijheid zien als in de
algemeene dienstplichtigheid. Te meer iö dusdanig be
sluit begrijpelijk van Fransche liberalen, die tengevolge
van de vreeselyke slagen, welke Frankrijk ontvangen
heeft, gaarne een deel der vrijheid willen opofferen, om
de fouten te herstellen welke aan die rampen ten grond
slag liggen. Het tweede besluit heeft daarentegen
eenige tegenkanting ondervonden, zonder dat daarbij
gemeld wordt op welke redenen deze gegrond was;
waarschijnlijk zal voor de leden van den generalen raad
de treurige financieele toestand van Frankrijk veel ge
wogen hebben, waarom zij aarzelden aan den staat en
de steden de groote kosten voor het onderwijs geheel
op de schouders te leggen.
Al is het derde besluit ook met zeer geringe meerder
heid genomen, het levert toch het treurig bewijs, dat de
invloed der geestelijkheid zelfs in liberale kringen nog
zoo onbeschrijfelijk groot is. Het is verwonderlijk hoe
een lichaam als de generale raad der Seine, saamgcsteld,
zooals men weet, uit den gemeenteraad van Parijs en
acht vertegenwoordigers van de omliggende gemeenten,
die doorgaat voor een vergadering van liberale en gema
tigd republikeinsche mannen, in zijne besluiten nog zoo
onder den druk der hierarchic staat. Die invloed schijnt
dan ook nog zóo belangrijk te wezen, dat zelfs het libe
rale blad le Temps het derde besluit wel is waar betreurt,
doch, als zeer natuurlijk en vrij onverschillig schijnt te
beschouwen. „Dit laatste besluit zegt het blad
schijnt aan te toonen dat het beginsel van het
onderwijs door leeken nog niet tot genoeg rijpheid
gekomen is zelfs in de meest verlichte kringen,
en dat tijd en discussie noodig zijn, ooi dit denkbeeld
veld te doen winnen." Alsof ieder tijdverzuim niet vol
doende ware, om het onderwijs in Frankrijk op die laagte
te houden, waarop het thans staat! Blijft het in handen
der geestelijkheid, dan zal het verplichte onderwijs wei
nig baten, daar het natuurlijk dan niet hoogeropgevoerd
wordt, dan de ultramontanen iu hun eigen belang noodig
oordeelen.
Het voorstel der JFortschritlpartei betreffende de toe
voeging van een artikel in de constitutie, waarbij iniede-
ren staat eene volksvertegenwoordiging verplichtend
gesteld wordt, is gisteren bij derde lezing door den Duit-
schen rijksdag met groote meerderheid van stemmen aan
genomen. Met belangstelling ziet men de bekrachtiging
van den bondsraad tegemoet; volgens officieuse mede-
deelingen is de meerderheid niet zeer gunstig voor het
bewuste voorstel gestemd. Schenkt de bondsraad echter
zijn goedkeurend votum, dan vreest men, dat het voor
stel juist een tegenoverstelde werking zal hebben dan
men zich daarmede voorstelde. De Mecklenburgsche
regeering en de adel, die te zamen de macht in handen
hebben, zijn, naar beweerd wordt, zeer verstoord over de
inmenging van den rijksdag in binnenlandsche aangele
genheden, waaromtrent bovendien reeds door hen zeiven
het initiatief genomen was. Is dit gerucht waar, dan
moet men erkennen, dat die grief niet geheel ongegrond
zou wezen, al acht men de wijzigingen in de Mecklen
burgsche toestanden nog zoo noodzakelijk.
Uit Oostenrijk verneemt men van de eene zijde de
benoeming van Andrassy tot rijkskanselier en van den
anderen kant, dat het ontslag van von Beust zelfs nog
niet aangenomen is. Hoe het zij, het raadsel dezer nieuwe
ministerieele crisis is nog steeds onopgelost.
In zijne sitting van gisteren heeft de Boheemschc
landdag, in antwoord op het laatste rescript des keizers,
besloten, om niet tot de benoeming van leden voor den
rijksraad over te gaan. De Czechen zullen dus opnieuw
hunne vroegere politiek van onthouding aannemen. Dit
beslujt verhoogt waarlijk het denkbeeld niet, dat men
zich misschien in den laatsten tijd van hun politieken
zin gevormd hadhet doet eerder aan gekrenkte eerzucht
en wrevel denken dan aan cle fiere houding, welke aan
een politieke partij past, die in een eerlijken strijd de
nederlaag leed. Bovendien moesten toch eindelijk de
Czechen en andere politieke minderheden in constitu-
tioneele landen eens de waarheid der spreuk Ieercn
begrijpen: nles absents ont ioujours tort.'"
Staatsie faericMea.
Brussel.
Het Journal de Bruxelles (het officieuse regeerings-
blad) noemt in heftige bewoordingen het artikel der
Norddeutsche Allgemeine Zeitung een „gwm-annexionis-
tischen kruistocht." Het blad vraagt of het Duitsche
keizei voor België hetzelfde schrikbeeld worden moety
als het keize. lijk Frankrijk vroeger was.
De Duitsche officieuse pers en de vrijheid.
Een telegram van Maandag uit Berlijn verspreidde een
zeer korte analyse van een artikel in de Norddeutsche
Allgemeine Zeitung, gericht tegen de Internationale en.
ultramontanen in verband met de houding die België
en zijne drukpers aanneemt, niettegenstaande de dank
baarheid welke de Belgen aan Duitschland verschuldigd
zijn, omdat het sedert 1864 op belanglooze wijze België
tegen alle buitenlandsche intrigues beschermd had.
Dit bericht wekte overal, en natuurlijk niet het minst
in België, groote verbazing, omdat uit de korte analyse
het doel van dit artikel zelfs niet in de verste verte op
gemaakt kon worden. Met belangstelling zag men aller-
wege bet bewuste nommer van het officieuse Pruisische
orgaan tegemoet, om tot de ontdekking te komen, wat die