r 265. Donderdag 1871. OÜRANT. 9 November. Middelburg 8 November. Naar wij vernemen, zal hoogstwaarschijnlijk na het onderzoek gedurende deze week van de wet op de inkomsten-belasting, de openbare beraadslaging over de staatsbegrooting in de tweede kamer a. Maandag een aan vang nemenwanneer althans de antwoorden der minis ters van binnenlandsche zaken, van marine, van oorlog, en van koloniën op de verslagen der kamer tijdig genoeg inkomen. Gisteren avond is de najaarsvergadering der provin ciale staten van Zeeland door den voorzitter in naam des konings geopend. Deze eerste zitting werd door 36 leden bijgewoond. De werkzaamheden bestonden in de mededeeling van ingekomen stukken en de splitsing der vergadering in afdeelingen. Door den heer Hamraacher is een voorstel ingediend, ondersteund door de heeren Mazure en Dierick, strek kende om zich bij adres tot den minister van binnen landsche zaken te wendenmet het verzoek om zoo spoedig mogelijk den weg tusschen de voormalige 4° en 5e distrieten van Zeeland voor rekening van het rijk te verbeteren. Dit voorstel zal in de volgende zitting be handeld worden. De volgende openbare zitting zal gehouden worden a. Vrijdag, des namiddags te 1 uur. Door gedeputeerde staten van Zeeland is, tengevolge van het vroeger daaromtrent reeds medegedeelde, aan de provinciale staten te kennen gegeven, dat zij betref fende de quaestie van den weg Goes's Gravenpolder, op hun laatsten brief aan den minister van staat en van binnenlandsche zaken (zie ons nommer van Woensdag 1 November) een antwoord hebben ontvangen, waarin de minister te kennen geeft, dat het schrijven van gede puteerde staten hem geene aanleiding heeft gegeven, om op zijn vroegere mededeelingen terug te komen. Krachtens het 3e additioneele artikel der grondwet van 1848 blijft, volgens den minister, het koninklijk besluit van 13 Maart 1821 n°. 73, betrekkelijk de verdeeling der groote wegen, totdat het worde vervangen, gehand haafd. De daarin gegeven voorschriften moeten worden nagekomen en de minister verklaart, dat de provincie moet voorzien in het beheer en onderhoud van die wegen in Zeeland, die bij dat besluit tot wegen der 2e klasse zijn verklaard, waaronder ook de weg Goes— 'sGraven polder behoort, en dat de staten in hun aanstaande ver gadering, ook in verband met de verdaging van 's konings "beslissing omtrent de provinciale begrooting voor 1872, nopens het onderhoud van den weg een besluit moeten nemen. Gedeputeerde staten wijzen er op, dat in dit antwoord alleen wordt gewezen op de voortdurende geldigheid van het koninklijk besluit van 13 Maart 1821, n°. 73, maar dat ook nu onbeantwoord wordt gelaten Se bewering, dat de in het voorschreven besluit aan de staten ge dane opdracht van onderhoud niet verder reikt, noch kan reiken dan de werken, wegen en bruggen, „waarvan de kosten van aanleg en onderhoud, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk waren tot laste van'slands kas," en dat het zich derhalve niet uitstrekt tot den weg tusschen Goes en 's Gravenpolder. Zij vinden derhalve geene redenom op het door hen gedane voorstel terug te komen. De gemeenteraad van Vlissingen heeft jl. Maandag het besluit genomen, om zich met een adres tot den minister van binnenlandsche zaken te wenden, met het verzoek om gedurende dezen winter het noodige te doen verrich ten, teneinde eene verbinding.te maken tusschen het dok aldaar en den in het aanstaande voorjaar te openen spoorweg. Bij de gisteren gehouden verkiezing van een lid voor deD gemeenteraad te Neuzen ter vervanging van wijlen den heer C. Leunis Jz., hebben van de 191 kie zers 113 een stembiljet ingeleverd. Bij de opening der stembus op heden is gebleken, dat er waren 111 geldige biljetten en 2 van onwaarde. Daarvan bekwamen de heeren D. Tholens 45, A. C. N. Grenu 40, J. A. van Boven 7, P. Moes 6 stemmen enz. Er moet dus eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren D. Tholens en A. C. N. Grenu. Bij ministerieele beschikking van 6 November jl., is de vergunning voor een st.oombootdien6t tot vervoer van reizigers, goederen en vee, tusschen Rotterdam en BrouwershavenbQ beschikking van 4 Maart 1871 verleend aan Joseph J. L. van Poel voorde, te Vlissingen, overgeschreven ten Dame van de BrouwersbaveDsche stoombootmaatschappij, gevestigd te Brouwershaven. Staats-courant.) In de heden te Amsterdam gehouden algemeene ver gadering van stemgerechtigde aandeelhouders in de Nederlandsche handelmaatschappij is met bijna alge meene stemmen besloten tot eene verlenging dier maat schappij voor 25 jaren, onder verplichting om de statuten vóór het jaar 1874 te herzien. Uit Dordrecht schrijft men ons van 7 dezer: „In de vergadering der vereeniging tot bespreking van algemeene belangen alhier op gisteren avond gehouden, werd bepaaldelijk ter sprake gebracht het ptint der voor gestelde inkomstenbelasting. Als een groot voorstander van het voorstel Blussé deed zich vooral kennen de heer Bredius, lid der tweede kamer, ter vergadering aanwezig. Een commissie werd benoemd tot het opstellen van een adres aan onze volksvertegenwoordiging ten gunste der inkomsten-belasting, welk adres dan later aan de inge zetenen ter teekening zal worden aangeboden. Men hoopt hier vele onderteekenaars te verkrijgen en meent dat het voorbeeld hier gegeven ook in andere steden van ons vaderland navolging zal vinden." Benoemingen en besluiten. adel. Geagreëerd de opklimming van Otto baron van Dedem, oudsten ridder expectant der Duitsche orde Balye van Utrecht, tot 2en kapittel-ridder der orde. Onderwijs. Aan dc bijzondere school te Assen (Drenthe) is benoemd tot hoofdonderwijzer de heer G. Mulder, van Neuzen, welke in de laatste najaarsvergadering eene akte als hoofdonderwijzer heeft bekomen. Marine en leger. Volgens een bij het departement van marine ingeko men telegramheeft Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van Wassenaer, onder bevel van den kapitein ter zee R. L. de Haes, in den morgen van den 7e° dezer de reede van Falmouth verlatenter verdere voortzet ting zijner reis naar Nederland. De koning heeft bepaald, dat de voor den dienst in de overzeesche bezittingen benoemde officierenover den tijd dat zijin afwachting van hun vertrek, bij het Nederlandsche leger zijn gedetacheerd, het traktement genieten, voor hunnen rang en hun wapen bij het leger hier te lande vastgesteld of vast te stellenvoorts is bepaald, dat onderofficieren, tot de landmacht behoo- rendedie binnenlandsch verlof bekomen, gedurende de eerste 14 dagen van dat verlof hun volle soldij behou den. Deze bepaling is ook van toepassing op de ser geants-titulair en op de brigadiers bij het wapen der maréchaussée. Gemengd» berichten. Gisteren voerde het Tooneelgezelschap van den Nederlandschen stadsschouwburg van Gent gelijk de gerekte, stijve en stroeve naam luidt hier in de kome die een drietal blijspelen op, waarvan twee vooral, „Een zwijgende vigelante-koetsier" en „Neef Siegel," niet van geest ontbloot waren en dan. ook den lachlust bijna onafgebroken gaande hielden. Het Gentsche tooneelgezelschap geniet in de plaats waar het gevestigd is een aanzienlijke subsidie uit de gemeentekas en ondervindt gelijk onze Gentsche correspondent ons meermalen schreef daar veel bijval" van de zijde van het publiek. Zulke krachtige prikkels zullen zeker voor de directie voldoende wezen, om te trachten van lieverlede alle rollen zoo goed mogelijk te bezetten. Eene gemakkelijke taak is dit echter niet, en men kan daarom aan een tooneelgezelschap dat eerst onlangs is samengesteld, niet dezelfde,eischen stellen als aan een reeds lang gevestigden troep. Zij wier ver wachtingen dan ook niet al te hoog gespannen waren, zullen zeker over do voorstelling van gisteren zeer voldaan zijn geweest. Veel hebben tot den goeden uit slag bijgedragen mevr. Vestel, die een jongensrol met veel talent en tact vervulde, en de uitmuntende komiek de heer van Doeselaar. Dat overigens, onder meer, de behoefte aan het beter bezetten van eenige damesrollen, zich nog even krachtig doet gevoelen als het gemis van een premier amoureuxzal de directie zelve wel beseffen al kan zij ook die leemten niet dadelijk aanvullen. Mocht het gezelschap zich meermalen hier laten hooren dan zal het, vooral indien het in de keuze van zijn repertoire gelukkig is, hoogst waarschijnlijk de sympathie vaneen, talrijk publiek winnen. Wat toch in de meeste leden van dit gezelschap zeer te waardeeren valt, is, bij een merkbaar streven naar natuurlijke houding en gebaren, dat zij eene taal spre ken al is het in eën voor ons vreemd dialect die werkelijk een spreektaal is. De acteurs en actrices, meerendeels Vlamingen, spreken Vlaamsch zooals men dat in de Vlaamsche provinciën van België in goede kringen hoort spreken. In dit opzicht vormen zij dus een zeer gunstig contrast met de meeste Nederlandsche tooneelspelers die er een eigen taal op na houden, een taal die nergens in de samenleving gesproken wordt, een taal die in ons land zoo menigeen vaD het bezoeken der komedie terughoudt. Het is dan ook te hopen dat het Vlaamsch gezelschap zoo vaak het mocht genood zaakt zijn sujetten van een der Nederlandsche tooneelen in zijn kring op te nemen zich wat uitspraak betreft niet tot navolging van deze zal laten verleiden, maar hen integendeel door gunstigen invloed zal beheerschen. De door het gemeentebestuur van Yzendijke uitge schreven geldleening groot f20,000, ad5 5 ten behoeve van den aanbouw van het telegraafkantoorhet slechten der wallen, de verbetering van den gezondheidstoestand der gemeentehet aanleggen van een wandelweg rondom de kom der gemeente enz., was gisteren juist volteekend. Iu de vergadering, welke de te Utrecht gevestigde vereeniging „Nuttige kennis"de vorige week gehouden heeft, is door den hoogleeraar dr. E. H. von Baumhauer, uit Haarlem, eene lezing gehouden over „den afvoer van het vuil der steden." Naar het Utrechtsck dagblad meldt, kwam des sprekers conclusie hierop neder: „Van gemeentewege worde een stelsel van riolen de industrie is op de hoogte om daarvoor ondoordringbare materialen te leveren gemaakt, hetwelk al het vuil, zoowel faecaliën en urine, als hemel- en hniswater en straatvuil, zoo spoedig mogelijk afvoert spoelstelsel dus; dat water worde gefiltreerd of geprecipiteerd, door het beste middel, hetwelk de wetenschap weet aan te gevende aldus verkregen vaste stoften kunnen als' mest worden aangewend; het overblijvende water wordt na die voorloopige gedeeltelijke reiniging, tot bevloeiing van bouw en grasgronden gebruikt. „Alle bestaande riolen moeten onmiddellijk van de stadswateren worden afgesloten. Met dit stelsel kan het Liernur-stelsel vereenigd wor den, mits dit worde toegepast doordeparticuliere indus trie, die uit de opbrengst der meststof haar voordeel weet te behalen. „De bodem is reeds zoo verontreinigd en zal voortdu rend hoe langer zoo meer verontreinigd worden, dat door putboring geen goed drinkwater meer te bekomen is, ook omdat de ondoordringbare laag, die het vuil van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 1