zijne constitutioneele verhouding tot' Hongarije, dat
de keizer de beslissing voortdurend verschuift en, naar
men zegt, zelfs von Hohenwart begint te weifelen. Een
telegram uit Weenen van Donderdag avond bericht, dat
ook dien dag de beslissende bijeenkomst der ministers,
waaraan ook door den Hongaarschen minister Andrassy
deelgenomen zal worden, nog niet plaats gehad had.
In de zitting van den üuitschen rijksdag van gisteren
is weder de stereotype zaak ter tafel gebracht, waarmede
sedert do oprichting van den Noord-Duitschen bond regel
matig iedere zitting aanving, namelijk de quaestie der
vergoeding van reis- en verblijfkosten aan de leden van
deD rijksdag. Even hardnekkig als von Bismarck en de
bondsraad aan hun meening vasthouden, blijft de beer
Schultze-Delitsch, de bekende leider der Duitsche
Fortschrilljiartei, steeds op hetzelfde aanbeeld slaan. Of
schoon het antwoord van den bondsraad reeds vooruit
te bepalen was, richtte de heer Schultze-Delitsch toch
weder ziijne interpellatie tot deregeoring, om te verne
men welke hare gevoelens thans omtrent het toekennen
dezer vergoeding waren. De beer Delbrück, president
van den bondsraad, verklaarde dat deze met algemeene
stemmen de vergoeding van reis- en verblijfkosten in
beginsel verworpen had. Hoewel men de volharding van
den afgevaardigde in het najagen van een rechtvaardig
beginsel prijzen moet, is het toch niet aan te nemen dat
von Bismarck op deze wijze bewogen zal worden, om
zijn aristocratisch principe te laten varen, cn in deze
quaestie aan de publieke opinie toe te geven. Niettegen
staande zijne verklaring, dat hij met de annexatie van den
Elzas en Lotharingen slechts toegaf aan den drang der
publieke opinie, bewijzen zijn geheel verleden en zijn
regeeringsbeleid voldoende, dat hij zich aan die openbare
meening al zeer weinig gelegen laat liggen, wanneer zij
niet met zijne plannen strookt.
De Dnitscbe Reichs-anzeiger komt naar aanleiding
van de onlangs verschenen brachure van Benedetti nog
eens op het beruchte plan tot annexatie van België aan
Frankrijk terug, en geeft zich alle moeite om de ver
keerde voorstellingen van Benedetti te weerleggen en
de Pruisische regeering van alle schuld schoon te was-
schen. Na de vervallenverklaring van Napoleon van
den Franschen troon en den uitslag van den Fransch-
Duitschen oorlog kan men dit debat zonder schroom min
stens onvruchtbaar noemen. Men weet nu eenmaal, dat
eerlijkheid in de politiek een onding is, en dan doet het er
al zeer weinig toe, om te onderzoeken, wie nog het
minst oneerlijk en laaghartig is, hij die het plan formu
leerde, of hij, aan wien zulk laaghartig plan ter goedkeu
ring aangeboden kon worden. Overigens heeft von
Bismarck toch tot dusverre nog niet getoond, dat hij het
annexeeren van andere landen zoo hoogst afkeurens
waardig acht, en schijnt het laaghartige dezer handel
wijze alleen hierin te liggen, dat niet de Duitsche maar
een andere regeering bet waagde om aan annexatie
te denken
De Fransche dagbladen zijn opgevuld met beschou
wingen over den toestand van Corsica en de mogelijke
gevolgen van een irnperialistischen opstand. Meer en
meer blijkt echter dat de ongeregeldheden op dit eiland
grootendeels in de verbeelding der regeering bestaan
hebben. Zij schijnt namelijk bijzonder bevreesd geweest
te zijn voor den invloed, welken de komst van prins
Napoleon aldaar zou kunnen uitoefenen. „Het gouver
nement, zegt. le Temps, dat de laatste oproerige pogin
gen met kracht onderdrukte, beeft zeker het recht om
eene proefneming met de Bonapartistische cónmune en
oproerige kreten te beletten; maar minachting is hier
een beter wapen dan krachtsontwikkeling, want daar
door hechten de bewonderaars van den man van Sédan
misschien nog gewicht aan hunne dwaasheid." Dat
Ie Temps wezenlijkde Bonapartistischepartij zoo gering
acht, is niet waarschijnlijk, daar het blad bijna in ieder
nommer op dit onderwerp terugkomt, en deze partij be
strijdt. Ware zij onschadelijk, le Temps en het Journal
des débats zouden zeker niet zoo vaak en zoo uitvoerig
die quaestie behandelen.
De Bonapartistische bladen hebben zich bovendien
beklaagd over bet uitreiken van een paspoort aan prins
Napoleon, die bet recht heeft om zich vrij op het Fransch
grondgebied te bewegen. Het Journal Officiel beant
woordt die opmerkingen met eene verklaring der regee
ring, dat zij opeigen verantwoordelijkheid het voornemen
heelt, om de komst van een lid der familie Bonaparte
op Franschen bodem te verbieden, wanneer zij die ge
vaarlijk voor de publieke orde acht. Het lijdt geen twij
fel of dezelfde nationale vergadering, die de vervallen
verklaring uitsprak, zou aan dit besluit der regeering
ook haar zegel hechten.
Twee levensquaesties voor den
Engelschman.
Een Franschman die zich reeds eenigen tijd in Londen
ophoudt schrijft aan een der Fransche dagbladen den
volgenden eigenaardigen brief.
„Er zijn weinig Engelschen, die eenlgszins gemakke
lijk leven, of zij maken ieder jaar een reis gedurende
den vacantietijd. Zij gaan bijna altijd naar „the conti
nent", en ik heb met niet weinig verwondering opgemerkt
dat velen Frankrijk, de oevers van den Rijn, Tyrol,
Zwitserland en Italië kennen, en nooit in" Wales of
Schotland geweest zijn. Heen- en terugreis brengen dus
over zee. Heengaande is het nog niets;dan is het weer
bijnageregeld mooi, en bovendien ieder kind van Albion is
ook een kind der zee. Doch terugkomende heeft deze,
niettegenstaande baar verwantschap, vaak onaangename
nukken, en de natuur heeft daarenboven den slechten
inval gehad om den slechten tijd van het aequinoctium
juist te doen samenvallen met dien, waarop de zaken de
in alle windstreken verspreide Engelschen terugroepen.
Het gevolg is gemakkelijk te voorzien: een groot aantal
reizigers en nog meer reizigsters zijn het slachtoffer van het
onbedwingbare element. Indien men in zulken treurigen
toestand tenminste nog eenigen comfort rondom zich had,
Maar neen, de booten, die den kortsten zeetocht maken en
die natuurlijk het meest bezocht zijn, die van Galais
naar Dovre, zijn zoo treurig ingericht, hebben zoo
slechten dienst aan boorddat men om honderd rede
nen die ik niet noemen wil en kan, liever alles verdragen
moet dan beneden in de kajuit te gaan. Men moet dus
op het dek blijven, waarover zich soms een golf onaan
gediend stort, niettegenstaande den wiud, den regen en
den toestand waarin men vaak verkeert. Het duurt zel
den meer dan twee uren, maar hoevele kwellingen in
dien korten tijd, vooral voor de vrouwen!
„Men verdraagt al deze dingen niet zonder een woord
te zeggen, en de eerste idee van een Engelschman, die
het slachtoffer geweest is van dergelijke mishandelingen,
is om terstond, wanneer hij aan wal is, aan the Times
te schrijven. Wanneer de scbijver zijn eigen ongeluk
mededeelt dan onderteekent hij a murdered man. Wan
neer hij slechts getuige geweest is en hij als oud zeerob
slechts uit zuivere menschlievendheid de ongerieflijk
heid mededeelt, waaraan de passagiers blootgesteld zijn,
dan zal hij onderteekenen, vooral wanneer hij clergyman
isNauticus of ook welViator trains.
„Een dozijn brieven achter elkander over hetzelfde
onderwerp eindigen met de quaestie eener betere com
municatie tusschen Engeland en den vasten wal, een
vraagstuk, dat de bescheidenen oplossen door den
wensch naar een betere en meer comfortable inrichting
der booten, en de avontuurlijken door het maken van
een onderzeeschen tunnel of een brug.
„Doch niet alle Engelsehen verlaten hun land ieder
jaar, en de hoofdstad, hoewel eenzaam, is niet geheel
ontvolkt in Augustus en September. Zij die om een of
andere reden gedwongen zijn om in stad te blijven, en
die gewoonlijk in hun club of bij hunne vrienden eten,
zien zich gedurende die twee maanden steeds voor het
vreeselijke vraagstuk geplaatst, wat men doen moet,
om te Londen to etenwanneer de club gesloten of de
vrienden op reis zijn? Een Parijzenaar behoeft in zulke
omstandigheden niet verlegen te zijn, want hij kan
zich, naar gelang van de zwaarte zijner beurs, naar
eene der vele restauraties begeven, waar men eten
kan voor twee francs tot voor den meest fantastischen
prijs. Hier is het vraagstuk oneindig moeilijker, of beter
gezegd onoplosbaar, zoowel voor den inwoner als voor
den vreemdeling.
„Hoe moet men in Londen dineeren? Antwoord: men
dineert niet. Dit is de droevige conclusie, waartoe
iederen dag de ongelukkige komt, die aan eenig comfort
gewoon is en door een ongelukkige omstandigheid van
Juli tot October hier vastgekluisterd is.
„Twee maanden hongersnood worden niet gunstiger
opgenomen dan twee uren slechte zeereis, en naast de
klachten van „Viator iratus" komen de ontboezemingen
van den hungry gentleman. De pers constateert een
stemmig het gebrek, dat er in Londen inderdaad geen
restauraties zijn, en dat dit eeu zonderling verschijnsel
is. Zij belooft gouden bergen aan de eersten die de
bewoners dezer groote stad in staat willen stellen, om
twee bescheidene gerechten te eten, zonder den prijs
te moeten betalen van een souper in Maison d'Or.
„Gij begrijpt thans hoe twee quaesties,dieoogenschijn-
lijk niets met elkander gemeen hebben, voortdurend
samen op het tapijt komen en steeds in denzelfden tijd
van het jaar. Daar ik evenmin ingenieur als kok ben,
weet ik niet of het ontwerp van den tunnel praktisch
uitvoerbaar is en of een moderne Vatel hier zaken
zou maken. Ik kan u alleen zeggen, dat de Engelschen
zich druk met het tunnelontwerp bezig houden, dien
als een belangrijk onderdeel beschouwen van de directe
spoorwegverbinding met Indië, en beweren, dat
de bureaucratische langzaamheid der Fransche regeering
de onderneming vertraagt. Andere en meer competente
beoordeelaars zullen de zaak in bare détails behandelen.
Veroorloof mij slechts er u opmerkzaam op te maken,
dat de Engelsck-Indisehe route dreigt meer over het
oosten te gaan. Duitschland bevordert dit natuurlijk
en geeft daarom zijn steun aan den spoorweg van den
St. Gothard. Wanneer de tunnel tusschen Dover en
Calais bestond, dan zou men aan geen andere lijn den
ken dan aan de Fransclae, en Parijs zou een tusschensta-
tion van den grooten London and Bombay railway zijn.
Ilet komt mij dus voor, dat hier Fransche,belangen op het
spel staan, en dat er reden genoeg aanwezig is, om aan
de Fransche regeering, evenals aan den heer Gladstone,
te vragen, om een internationale commissie te benoemen,
belast met het onderzoek dezer quaestie.
„Wat de andere minder belangrijke quaestie betreft,
welke ik aanroerde, geloof ik dat ook deze indirect voor
Frankrijk van belang is. Zoodra voor de Engelschen,
meer dan verzadigd van hun eeuwigdurenden roasibeef,
de mogelijkheid bestaan zalom fatsoenlijk te dineeren,
evenals in alle steden van het vastelandzullen onze
wijnen, die tot dusverre slechts een onbelangrijke
plaats onder de middelen van comsumptie innemen het
natuurlijke complement zijn van eene keuken die
minder primitief is dan de Engelsehe. Ik zou het niet
wagen, om als the Spectator en the Globe een groot
vermogen, en allerminst in éen jaar te voorspellen aan
hen, die medelijden betoonen zullen met de magen der
Engelschen, maar ik geloof dat zij naast hunne persoon
lijke belangen die van een onzer belangrijkste takken
van landbouw zouden behartigen, namelijk de belangen
onzer wijnproducenten."
tjaniidsbcridjtcn.
Graanmarkten enz.
Middelburg, 21 October. Raapolie f 49. Patentolie
51. Lijnolie 40$. Harde raapkoeken fper 1040
stuks. Harde lijnkoeken f Zachte dito fper 104
stuks.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 21 October 1871.
Nederland ♦Certific. Werkelijke schuld 2$ pet. 53$
*dito dito dito 3 „63$
*dito dito dito 4 84
♦Aand. Handelmaatschappij 4$ 133$
*dito exploitatie Ned. staatssp. 112$
België. *Certificaten bij Rothschild 2$
Frankrijk. *Inschrij vingen3 524
*dito5 83
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5
*Certific. adm. Hamburg 5
♦dito Hope C». 1855, 6e serie 5 „81-A-
♦Cert. 1000 1864 5 „95
♦dito 1000 1866 5 „95
♦Loten 1866 5
♦Oblig. Hope&Co.Leening 1860 4J 87
♦Certïfie. dito4 67$
♦Inscript.Stieglitz&Co.2ea4*L. 4
♦Obligatiën 186769 4 72$
♦Certificaten 6
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 223
♦Oblig. dito4
Obl. spoorweg Poti-Tiflis 5 „88$
dito dito Jelez Orel 5 88$
dito dito Charkow Azow. 5 87$
Polen. ♦Schatkistobligatiën5
Oostenrijk. ♦Oblig. metall. in zilver Jan.Juli 5 56$
♦dito dito April/Oct. 5 „56$
♦dito in papier Mei/Nov. 5 47 rV
♦dito dito Febr./Aug. 5 47$
Italië. Leening 1861 5
Spanje ♦Obligation. Buitenl. 1867 70. 3 331
♦dito 18713- 33 iV
♦dito Binnenlandsche 3 28$
Portugal. ♦Obl. 1856—62 3 „35$
♦dito 1867—69 3 35$
Turkije. dito (binnenl.)5 44
Egypte Obl. 1868 7 „78
Amerika. *Obl. Vereenigde Staten (1874) 5
♦dito dito dito (1904) 5
♦dito dito dito (1882) 6 „97$
♦dito dito dito (1885) 6 „97$
♦öbllllinois 7
♦dito dito Redemtion 6
Oblig.Atl.Gr.W.Spw.Ohiosec.(7p)
dito dito geconsolideerde .7
dito dito debentures8