zwaarlijk zouden kunnen toestemmen, zoolang niet de voorwaarden bekend waren van de gemeenschappe lijke exploitatie van het hier in aanmerking komende spoorwegvak RoosendaalBreda door de Ncderlandsche maatschappij voor exploitatie van spoorwegen en de Société anonyrre des chemins de ter d'An vers a Rotter dam.." In eene afdeeling maakte men eenparig de aanne ming der onteigeningswet van de bedoelde voorwaarden afhankelijk. Do staatsspoorweg VlissingenRotterdam en dusook de spoorweggeraeerischap van Vüssingen naar de Duitschegrenzen, is der voltooiing nabij, en nu moethet laatste redmiddel beproefd worden beweerde men om uit den verkeerden toestand te geraken waarin men gekomen is doordien het spoorwegvak Roosendaal Breda niet in het staatsspoorwegnet is begrepen. Men weesop de eventueele moeilijkheden wanneer een vreemd land een litre parcours over een gedeelte van onze spoor wegen zou hebben. Het eindverslag omtrent het wetsontwerp tot onteige ning voer den spoorweg BoxtelKleef, is door den minister van binnenlandsche zaken beantwoord. Daarin verklaart hij dat de minister van oorlog met eenige bevreemding vernamdat aan de eene zijde werd goed gekeurd men in dit geval de belangen der nijverheid overwegend had geacht, terwijl deze leden meenden dat de houding van den minister van oorlog hier van zelf standigheid getuigden. Die minister toch heeft in over eenstemming met zijne overtuiging gehandeld. Naar bet gevoelen van den vorigen minister van oorlog moest door den concessionaris in de werken van defen sie in de stelling'sHer'ogenbosch worden bijgedragen. Nadere overwegingen omtrent bet eerlang in te dienen ontwerp tot regeling van ons vestingstelsel hebben doen afzien van het gebruik der gevorderde gelden. In het gewijzigd wetsontwerp is een artikel opgenomen om de reeds gestorte f 150,000 van de vroeger gevor derde f 250,000 aan den concessionaris terug te geven en hem heden te ontheffen van de verplichting tot uit voering van of bijdrage in verdedigingswerken. Twijfel omtrent den geldelijken toestand van de maatschappij die de concessie verkreeg bestaat bij de regeering niet. Gemeenteraad van Zierikzee. In de jl. Maandag gehouden zitting is eene missive vaD gedeputeerde staten, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot verkoop van gemeentegrond, aan genomen voor kennisgeving. Aan den beer D.P. M. Graswinckel en mevrouw wedf. Graswinckel geb. Abresch, is, op verzoek, wegens ver trek naar elders, remissie van hoof lelijken omslag ver leend, respectievelijk voor f 14.06, en /"I0.54j. Een verzoekschrift van de firma de Maan en Gallay te Amsterdam om ontheffing van de op baar toegepaste boete, wegens te late levering van straatkeien, is in ban den gesteld van burgemeester en wethouders tot prae- e.dvies. Uit bet proces-verbaal van de opneming der boeken en ka3 van den gemeenteontvanger is gebleken dat zich in kas bevond f 16839.041, welke mededeeling voor kennisgeving is aangenomen. Namens do commissie ai hoc is rapport uitgebracht omtrent de rekening van de schutterij over 1870, alsmede omtrent die van bet' burgerweeshuis over 1870 en van de begrooting dier iustelling voor 1872. De couclusiën strekken tot goedkeuring, behoudens eene geringe op merking op de rekening van het weeshuis, een verschil van 20 cent aangevende. Dienovereenkomstig wordt besloten. Namens de commissie ad hoc is rapport uitgebracht omtrent het voorstel tot wijziging van het reglement over het bestuur van het burgerweeshuis; dit rapport is voor de leden ter inzage gelegd. Voorts is besloten tot het doen van eenige af-en overschrijvingen van begrootingsposten van 1871. Eindelijk is in behandeling gekomen het voorstel tot wijziging der verordening tot voorkoming en blussching van brand, hetwelk Da veelvuldige en langdurige dis- cussiën, overeenkomstig de voordracht, met enkele wijzi gingen is aangenomen. •Öuinenlanö. AJgjmeen overzicht. De Duitsche troonrede bevat niet veel bijzonders wat men niet reeds wist, en wanneer men daarin ook al iets nieuws ontmoet, dan is, zooals steeds met troon reden het geval is, die mededeeling zoodanig onder groote woorden en algeraeene termen verborgen, dat men het fijne van de zaak toch niet te weten komt. Zoolang de troonrede zich op binnenlandsch terrein beweegt, munt zij echter door duidelijkheid uit, de zinsneden betrekkelijk het buitenland brengen ons daarentegen niets verder. In hoofdzaak heeft de keizer ongeveer het vol gende gezegd. De vorige zitting was gewijd aan de belangenwelke voorziening vercischten wegens het ontstaan van het Duitsche rijk, thans zal de regeling van de inwendige huishouding van den staat het on derwerp van overweging uitmaken. Hiertoe behooren: de verdeeling der oorlogsvergoeding aan de verschil lende staten; liet in overeenstemming brengen van het budget des rijks met dat zijner onderdeelen; de opname der nieuwe provincie in de financieele huishouding van het rijk; de verbetering van de bezoldiging der beamb ten, de wijziging van het muntstelsel, en de regeling der benoeming van rijksbeambten. Het militaire budget zal wegens bijzondere omstan digheden eerst in de zitting van het volgende jaar inge diend worden, zocdat de regeering rle verlenging van het provisioneele krediet met een jaar voorstelt. De bijdragen der bondsstaten behoeven geene verbooging, integendeel zal een wet bet. gebruik van het overschot op den vorigen dienst aanwijzen. Een groot gedeelte der oorlogsvergoeding zal besteed worden tot amortisatie der voor den oorlog gemaakte schuld. De overgang van het binnenland tot het buitenland vormt de quaestie van den St. Gothard spoorweg. De regeering zal in overeenstemming met het tussclicn Zwitserland en Italië bestaande tractaat hieromtrent een wetsvoorstel doen. De paragraaf omtrent de mrt Frankrijk gesloten overeenkomsten geeft geen nieuw licht, slechts verklaart de regeeringdat zij vertrouwen heeft op de vreedzame ontwikkeling van den binnen- landscben toestand van Frankrijk en daarom aan den wensch eener vervroegde ontruiming van zes departed menten toegegeven heeft. Omtrent de waarborgen, welke Duitschland voor de nakoming der conventie gesteld heeft, zegt de troonrede echter geen enkel woord. Met luidruchtige toejuichingen werd door den rijks dag de mededeeling ontvangen, dat de verhoudingen met het buitenland zeer vrienschappelijk zijn. Het enthousiasme steeg echter ten top, toen de keizer de volgende woorden zeide: „liet Duitsche rijk en de Oos- tenrijksch-Hongaarsche keizerstaat zijn door hunne geographische ligging en hunne historische ontwikke ling zoo nauw en menigvuldig verbonden, dat het weg nemen van de treurige herinneringen aan geschillen die de noodlottige erfHnis waren van een duizendjarig verleden, bet gansche Duitsche rijk met vreugde vervuld heeft." Misschien schoone en verheven woorden, die echter de natie volkomen in het duister laten over de couferentiën van Salzburg en Gastein! Het vertrek van een Fransch eskader uit de haven van Tonlon heeft aanleiding gegeven tot allerlei geruch ten. Eerst verhaalde men dat het uitgestoomd was met bestemming naar Tunis, om kracht bij te zetten aan de vordering der Fransche regeering tot uitlevering der Algerijnsche opstandelingen, welke door den Bey gast- vrij opgenomen zijn. Zelfs sprak men van het bevel, om de stad Tunis bij weigering terstond te bombardeeren. Thans wordt uit Marseille dit bericht tegengesproken en gemeld, dat het eskader vertrokken is naar Corsica, waar onlusten zouden uitgebroken zijn. Maandag mor gen had om die reden de militaire autoriteit uit Marseille een bataljon jagers te voet naar Ajaccio gezonden. Wel is waar spreekt een bericht uit Versailles van gistere^ dit gerucht tegen, doch uit de woorden blijkt voldoendej' dat men te Marseille nog niet geheel verkeerd ingelicht was. Het eskader, zegt men, is naar de kusten van Cor sica gestevend ais eenvoudige voorzorgsmaatregel; onlusten zijn erechter nog niet uitgebroken. De berich ten schijnen die.naangaande dan toch vrij onrustbarend te zijn geweest, waartoe anders die voorzorgsmaatrege len? De verkiezingen voor de generale raden hebben getoond, dat de anti Napoleontische partij op Corsica met kracht optreedt, daar twee imperialistische candi- daten in herstemming kwamen en anderen niet gekozen werden. Misschien heeft dit Zondag bij de herstemming tot ongeregeldheden aanleiding gegeven. Aangaande den uitslag dezer herstemmingen melden de Fransche dagbiailen, dat in de verhouding der ver schillende keuzen weinig verandering gekomen is; slechts twee Bonapartisten zijn gekozen en de radicalen zijn over het geheel meer in de minderheid gebleven dan bij de eerste verkiezingen het geval was. De groote meerderheid der gekozenen behoort tot de zoogenaamde conservatief liberale partij. Het blijkt steeds meer en meer, dat de val van het mi nisterie Zorilla aan den inwendigen tóestand van Spanje groot nadeel toegebracht heeft. Niet alleen is de scheu ring der progressistisc.be partij in de cortes een voldon gen feit, waardoor eene regeering slechts mogelijk wordt door den steun van de vereeniging van heterogene minderheden, maar ook geeft het nieuwe ministerie duidelijke blijken, dat het den weg van vooruitgang, welke door Zorilla ingeslagen was, niet volgt. Hare meer conservatieve richting wordt duidelijk uit het debat over algemeene regeeringsbeginselen, hetwelk tusschen den heer Zorilla en de ministers in de zitling der cortes van Maandag plaats had en uit. hare beant woording van de interpellatie van den beer Hevia over de Internationale. De minister Bandau verklaarde dit genootschap buiten de wet en schijnt dus gestrenge repressieve maatregelen toegedaan te zijn. Door het vooruitzicht op een martelaarskroon zal de Interna tionale in Spanje welig opschieten. Ook buiten de wetgevende vergadering steken de partijen weder hare hoofden op. De republikeinsche partij, die zoo al geen aanhangster van Zorilla, zieli toch met zijne beginselen ingenomen verklaarde en in hoofd zaak geen oppositie wilde voeren, heeft in eene bijeen komst te Madrid, onder voorzitterschap van Orense, op ondubbelzinnige wijze zich tegen de regeering ver klaard en de volgende radicale voorstellen aangenomen: 1. Wettelijke oppositie zonder oponthoud of toenade ring tegen ieder gouvernement, dat het republikeinsch- federalistisch programma niet aanneemt. 2. In het republikeinsch-federalistische kamp wordt iedere philosophische en oeconomische school opgeno men, die de democratie en het federatief beginsel aan neemt. 3. Stichting van republikeinsche centra en versprei ding der beginselen. Aan heftige en naar het schijnt onzinnige redevoe ringen heeft het op deze bijeenkomst niet. ontbroken. De verbroedering met de Internationale en de verheer lijking der Parijsche commune vervulde ook hier weder een hoofdrol. Tot rechtvaardiging der minder radicale republikeinen dient vermeld te worden, dat de voorstel len bij acclamatie aangenomen werden. Het nieuwe Duitsche muntstelsel. Het wetsontwerp tot uitgifte van gouden munten over het gansche gebied van het Duitsche rijk is bij den bondsraad ingekomen, om zoo spoedig mogelijk aan den rijksdag ter behandeling ingediend te worden. Het blijkt daaruit, dat de verbeteringen, waarop o. a. de Provincial-correspondent aangedrongen had, geen gehoor gevonden hebben bij de kauselarij. De 10 paragrafen, waaruit de wet samengesteld is, zijn de volgenden 1 bepaalt het slanu van gouden rijksmunten, waar van 46Va stuk uit éen pond fijn geslagen worden (30 mark =10 thaler). 2 stelt het 30ste gedeelte hiervan met den naam van mark vast (10 silhergroschen a 10 pfennige per stuk). 3 schrijft bovendien 2 gouden rijksmunten voor van 15 en 20 mark. 4 bepaalt de verhoudingen tusschen fijn goud en alliage. 5 geeft het maximum aan van het verschil, dat met deze voorgeschreven verhouding bestaan mag. 6 schrijft de verplichting aan alle rijkskassen en kantoren voor, om de gouden munten ter (in thaler en Zuidduitscke gulden) vastgestelde waarde aan te nemen. 7 behelst bepalingen omtrent de vermindering van het gewicht door het gebruik en voorschriften omtrent het smelten dezer stukken, om ze weder op de wette lijke zwaarte te brengen. 8 bepaalt dat het rountverdrag van 24 Januari 1857 (tusschen Oosterijk en alle Duitsche staten) over de zoogenaamde zilveren Vereinsmünzen van kracht blijft (2 thaler\— 3i gullen1 (haler 3 gulden 45 kreuizer ihaler 35 kreutzerx/6 thaler =171 kreuizerwelke munten eveneens aan alle rijkskassen aangenomen wordenr 9 behelst bepalingen omtrent den ijk, en 10 draagt de uitvoering der wet aan den rijks kanselier op. Ofschoon deze wet natuurlijk het grootste gewicht voor de bewoners van Duitschland heeft, is het toch voor de geheele beschaafde wereld uit een internationaal oog punt niet van belang ontbloot, welk muntstelsel door het toongevende rijk in Europa aangenomen wordt. Gunstig luidt over het geheel het oordeel hierover niet, en het beste kan men de gebreken daarvan beoordeelen, wan neer men de opmerkingen nagaat, welke de natie zelvo

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2