öimcntanü.
den heer Thiers gekregen voor het gebruik der stroom
kracht van de rivier de Rhone, aan welke concessie het
plan verbonden is, om een aaDtal fabrieken uit Muhl-
hausen derwaarts over te brengen. Door het graven van
een tunnel bij Bellegarde zon men aan het water een
vermogen kunnen geven, gelijkstaande aan 16,000
paardenkrachtenen de aanwending van dat vermogen
zou den fabrikanten slechts de helft kosten van dat
hetwelk door stoom verkregen wordt. Het zouzegt de
Globe verder, curieus zijn, indien eenige Amerikanen op
die wijs, enkel door een industrieele speculatie, aan de
berekeningen van den gvooten diplomaat onzes tijds
(om namelijk door bet fabriekwezen te Muhlbausen den
bloei van Duitschland teverhoogeu en Frankryk afbreuk
te doen) den bodem insloegen.
Therniometerstand.
5 Oct. 'sav. 11 u. 52 gr.
6 's morg. 7 u.52gr. 's midd. 1 u. 60gr.'s av. 6 u.56gr.
Gemeenteraad ran Goes.
In de eergisteren gehouden zitting waarin 11 leden
tegenwoordig waren, heeft de heer B. Quist, als raadslid
gekozen en toegelaten, inbanden des voorzitters de eeden
afgelegd voorgeschreven bij de artt. 83 der grondwet en
39 der gemeentewet en zitting genomen.
De voorzitter deelde vervolgens mede: a dat de kolen
voor het seizoen 1871/72 zijn aanbesteed: de New-Castel-
sehe voor 1.16, de Ruhr voor f 0.95 per hektoliter
idat bij de uitloting van aandeelen in de gemeenteschuld
zijn getrokken de n°». 44 en 56 in de leening van 1866
en n°. 20 in die van 1869-, c dat de toelage aan den vee
arts, ofschoon met primo juli geëindigd, door burgemees
ter en wethouders over het 3« kwartaal is uitbetaald, en
over het 4e kwartaal zal voldaan worden, omdat burge
meester en wethouders bij de begrooting daaromtrent
een voorstel zullen doen, hetgeen wordt goedgekeurd 5
d dat de heer Pompe heeft gevraagd zijn adres omtrent
sas- en havengeld buiten behandeling te laten; e dat
de stukken omtrent dereorganisatie der Fransche meis
jesschool zijn gedrukt en publiek verkrijgbaar gesteld,
terwijl aan ieder lid een exemplaar wordt uitgereikt;
f dat de verordening op de havenkom en brug opnieuw
door gedeputeerde staten aan de beslissing van den
minister van binnenlandsche zaken is onderworpen;
g dat op de hoogere burgerschool thans zijn 77 leerlingen
en 7 toehoorders en op de burgeravondschool 23 leerlin
gen en 1 die na afgelegd examen de teekenlessen blijft
bijwonen.
Voorts geschiedt mededeeling van de volgende inge
komen stukken: bericht der goedkeuring door ge
deputeerde staten van de begrooting van den schutters
raad voor 1872en bericht der installatie van den heer
M. Sterk als lid van het burgerlijk armbestuur en split
sing van dat bestuur in afdeelingen beiden worden
voor kennisgeving aangenomen.
Een adres van den leeraar in de gymnastiek om ver
hooging zijner jaarwedde wordt gesteld in handen der
commissie van toezicht op de scholen om berichten raad,
om in een volgende vergadering in behandeling gebracht
te worden.
Een voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van het besluit tot heffing van schoolgeld en
om het schoolgeld voor de school der 2e klasse te ver
minderen is, nadat een amendement van den heer Pompe
van Meerdervoort, strekkende tot verhooging, met meer
derheid van stemmen is verworpen, aangenomen.
Nadat de koninklijke beslissing in zake de toelating
van meisjes tot de lessen der hoogere burgerschool was
medegedeeld (namelijk dat geen termen bestaan tot de
door den voorzitter gevraagde vernietiging van het
besluit van den raad, waarbij deze verklaard heeft van
oordeel te zijn dat de hoogere burgerschool te Goes
eene inrichting is alleen toegankelijk voor mannelijke
leerlingen), werd behandeld een adres der ouders van
de meisjes die de hoogere burgerschool bezoeken, hou
dende verzoek dat aan hunne kinderen vergunning
worde verleend om óf bij wijze-van een jaar van proefne
ming den ingeganen cursus tot het einde te volgen, óf
althans voorloopig op de hoogere burgerschool te blijven
tot zoolang het uitgebreid lager onderwijs voor meisjes
in de gemeente Goes zal zijn geregeld. Dit tweeledig
verzoek is verworpenhet eerste gedeelte met 8 tegen 3,
het tweede gedeelte met 6 tegen 5 stemmen. Tegen het
laatste gedeelte stemden de heeren Pompe van Meerder
voort, Hanlo, Nortier, Meijlink, den Boer en Quist. Van
deze beslissing zal aan adressanten worden kennisgege
ven, met aanzegging dat hunne kinderen de school moe
ten verlaten.
Een voorstel van den heer Callenfels, om het opge
richte lokaal voor eventueele lijders aan epidemische
ziekten eene blijvende bestemming te geven en wel tot
verpleging en ontsmetting van personen en van goede
ren bij besmettelijke ziekten,wordt door den voorsteller,
na mededeeling door den voorzitter van het rapport van
den gemeentebouwmeester, ingetrokken. De voorzitter
deelde daarna mede dat het bestaande lokaal gedurende
nog zes maanden ten dienste der gemeente blijft bestaan.
Tot lid der financieele commissie wordt benoemd de
heer A. Nortier Pz., die zich bereid verklaart die betrek
king te aanvaarden.
Tot lid der commissie voor het ontwerpen der politie
verordeningen wordt benoemd de heer mr. A. M. B.
Hanlo, die mede verklaart die betrekking te aanvaarden.
Verder worden overgelegd de volgende voordrachten:
a. Voor hoofdonderwijzer aan de school der 3e klasse
voor lager onderwijs, waarop zijn geplaatst de heeren:
D. H. C. Ittman1 hulponderwijzer te Goes, A. van
Schelven, hulponderwijzer te Zierikzee, en J. D. van
Noppen, hoofdonderwijzer te Hardinxveld.
b. Voor hulponderwijzers, waarop zijn geplaatst voor de
lc vacature de heeren P. A. Kommers, hulponderwijzer
te Ellewoutsdijk, en B. J. Imandt, hulponderwijzer te
Westdorpe, en voor de 2* vacature de heeren F. Bercken-
hoff, hulponderwijzer te Stad Delden, P. A.Bubregtse,
hulponderwijzer te Ouddorp en N. Silvius hulponder
wijzer te Zierikzee van welken laatste na het opmaken
der voordracht een brief is ingekomen waarbij hij ver
zoekt buiten aanmerking te blijven. In een volgende
vergadering zal de benoeming worden gedaan.
Een voorstel om hoofdstuk IX art. 1 der gemeente-
begrooting voor 1871 aan te wijzen tot voldoening der
kosten voor het vergelijkend examen voor een hoofdon
derwijzer ad 43.60, is zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Machtiging is verleend tot afschrijving op de begroo
ting voor 1871 eener som van 233.23 van hoofdstuk IX
art. 1, onvoorziene uitgaven, en overschrijving dier som
op hoofdstuk III afd. II art. 7, vergrootingen uilbreiding
der bewaarschool op de Beestenmarkt.
De rekening van het burgerlijk armbestuur over 1870
wordt, naar aanleiding van het rapport der commissie
in wier handen zij gesteld was, aan dat college terug
gezonden, met uitnoodiging tot verbetering alvorens te
worden behandeld.
Een plan tot conversie van gemeenteschuld isop
voorstel van den heer Callenfels, gesteld in handen der
financieele commissie.
Algemeen overzicht.
Behalve de ministerieele crisis in Spanje en in Zwe
den is er in de politike wereld niets nieuws. Blijkens
berichten uit Madrid heeft de koning het ODtslag van
het ministerie aangenomen en terstond over de vorming
van een nieuw kabinet maarschalk Espartero en den
nieuw benoemden voorzitter der cortes, den heer Sagasta,
"geraadpleegd. De laatste tijdingen meldendat die
conferentie zonder gevolg was. Espartero beriep zich
als verontschuldiging op zijne hooge jaren en Sagasta
wilde slechts eene portefeuille aannemen in een kabinet,
waarvan Espartero deel uitmaakte. De afgetreden minis
ter-presidentde heer Zorilla, ia het voorwerp van
talrijke ovatiën geweest van de zijde van het publiek,
de studenten te Madrid en enkele politieke en niet-
politieke vereenigingen, zonder dat echter ergens de
orde gestoord werd.
Natuurlijk zijn nu allerlei geruchten in omloop omtrent
nieuwe ministerieele combinatiën, doch waarschijn
lijk zal de crisis, evenals altijd in Spanje het geval is,
nog geruimen tijd duren. Een Spaansck dagblad, laNacion,
geeft een duidelijke verklaring van dit verschijnsel en
toont de moeilijkheid aan, om in de cortes een regee-
ringsgezinde meerderheid te vestigen. „Naast de demo-
cratisch-progressistische partij, zegt het blad, welke
voor het thans gevallen ministerie gunstig gestemd was,
doch in wier boezem toch reeds verschil van meening
bestaat tengevolge van de eenigszins radicale tendenzen
van den heer Zorilla, staat de conservatieve fractie, de
heftige oppositie tegen het kabinet, omdat die partij
haar uit het bestuur gedrongen heeft. Bovendien vindt
men de repuplikeinsche partij, die, ofschoon zij het kabi-
net-Zorilla niet ongenegen is, echter geheel onafhanke
lijk handelt, de Carlistische partij, die ofschoon weinig
gevaarlijktoch over een aantal stemmen beschikt, en
eindelijk eene fractie zonder bepaalde beginselen, die
zich slechts de behartiging barer persoonlijke belangen
ten doel stelt. De toestand der kamer is abnormaal en 1
insoliede, er is geene meerderheid, waarop de regeeriDg
met vertrouwen steunen kan. Zoo is het ministere-
Zorilla door eene coalitie van heterogene bestanddeelen
gevallen."
De Zweedsche minister-crisis is het gevolg van het
afstemmen der voorgestelde legerorganisatiedoor de
tweede kamer. In de vorige zitting reeds verklaarde zij
zich tegen de reorganisatieplannen van het ministerie,
dat zijne voorgestelde wet daarom introk. Nadat het
kabinet daarin eenige wijzigingen gebracht had, riep
het de kamers tot een buitengewone zittiog bijeen
waarin de eerste kamer de plannen der regeering met
groote meerderheid van stemmen goedkeurde, doch
daarentegen de tweede kamer de wetsvoordracht ver
wierp. Ook de koning van Zweden heeft het ontslag van
zijn kabinet aangenomen.
Bij gebrek aan officieel nieuws, houden de dagbladen
zich nog steeds bezig met geruchten eu gissingen,
omtrent bet bekende Fransche Duitsche tractaat. Toen
in het Journal officiel van 3 October de wet opgenomen
waswaarbij de nationale vergadering den president der
Fransche republiek machtigt, om op de voorwaarden
in het geamendeerde wetsontwerp van den minister de
Rëmusat opgenomen, een tractaat met Duitschland te
sluiten, wat men algemeen overtuigd, dat dit een goed
voorteeken was en de definitieve regeling onverwijld
volgen zou. Tot dusverre is men in die verwachting
teleurgesteld, en geen wonder dus, dat men zich op
nieuw in gissingen verdiept over de redenen, welke den
langzamen gang der onderhandelingen veroorzaken.
Over den stand der onderhandelingen en de bezwaren,
welke tegen de onderteekening aangevoerd zouden
worden, zijn zoovele verschillende lezingen in omloop
dat men hiermede bladzijden zou kunnen vullen, zonder
daarbij nog het voordeel te hebbenom met eenige
zekerheid te kunnen bepalen welke de ware lezing is.
The Times noemt echter een paar bezwaren op, die
een korte mededeeling waard zijn. Volgens het Engel -
sche blad aarzelt de Duitsche regeering om het voorstel
van het Fransche gouvernement aan te nemen, dat Thiers
op eigen verantwoordelijkheid de bijvoeging omtrent
de reciprociteit, welke de nationale vergadering in bet
oorspronkelijk ontwerp bracht, weder intrekken zou.
Wanneer op deze wijze de overeenkomst tot stand
komt en de Duitsche troepen dientengevolge de zes
departementen ontruimen, dan bestaat de mogelijkheid,
dat de nationale vergadering in December de bekrach
tiging van de conventie weigert, omdat Thiers zijne
bevoegdheid te buiten gegaan is. In dat geval zon
Duitschland zijne waarborgen voor de betaling van het
vierde halve milliard verloren hebben. Aan den ande
ren kant zou de Fransche regeering zelve ten slotte
bezwaar gezien hebben in de hangende overeenkomst.
Bijna in alle handelstraetaten, welke Frankrijk in de
laatste jaren met het buitenland sloot, is de bepaling
opgenomendat het vreemde land in dezelfde positie
geplaatst zou zijn als „de meest bevoorrechte natie."
Sluit Frankrijk deze overeenkomst met Duitschland,
dan zouden b. v. Engeland, België, Zwitserlanden
Italië voor denzelfden tijd den vrijen invoer kunnen
verlangen.
Het bezwaar der Duitsche regeering is waarlijk ge
zocht. In de éerste plaats is het hoogst onwaarschijnlijk,
dat de nationale vergadering de ratificatie zon weigeren,
wanneer Thiers op geen andere wijze de ontruiming der
departementen heeft kunnen verkrijgen. Doch bovendien
wanneer de ontruiming volgens de conventie reeds
plaats gehad had, dan zou natuurlijk volgens dezelfde
conventie Duitschland de wissels in portefeuille hebben,
die in den aanvang van Mei vervallende en door de
meest soliede bankiershuizen gewaarborgd, voor de be
taling voldoende garantie opleveren, om nog niet eens te
spreken van de vestingen, welke Duitschland ingevolge
het vredestractaat tot Mei 1874 bezet houdt.
Het bezwaar der Fransche regeering is echter, dunkt
ons, van meer gewicht, al bad zij dat kunnen bedenken
vóór zij de onderhandelingen opende. Het ontbreekt
natuurlijk niet aan sophisraen en bewijsvoeringen, om
aan te toonen, dat dit bezwaar denkbeeldig is, doch
hoe men de zaak ook draait of wendt, moeilijk zal men
het geheel kunnen wegcijferen. Wel beweert men, dat
dit tractaat onder exceptioneele omstandigheden gesloten
wordt, dat Frankrijk's toestand tot de aanneming der
voorwaarden dwingt, dat de Elzas en Lotharingen eigen
lijk niet tot het buitenland gerekend kunnen worden,
enz., te loochenen valt het echter niet, dat door de aan
neming van het vredestractaat de vroegere Fransche
departementen een Duitsche provincie geworden zijn, en
de gunstige bepalingen omtrent den invoer dus wel
degelijk aan een vreemd land geschonken worden.
Volgens de laatste berichtenwelke le Temps gisteren
voor het afdrukken ontving, zou men het over do hoofd
zaak eens geworden zijn op de volgende grondslagen de