Men meldt uit den Helder van 1 dezerNaar wij
vernemen heeft nabij Texel een treurig ongeval plaats
gebad. Een der bewoners van dat eiland, die eenigen
tijd in deze gemeente had gewoond en zich nu weder
naar dat eiland begaf, had zich Vrijdagmorgen met zijn
huisraad voor den overtocht ingescheept op een vis-
schersschuit. Daar er bij de aankomst aldaar, uithoofde
van het stormachtige weder, geen gelegenheid meer
was om aan den wal to gaanbleef men aan bet Ooster
end voor den wal liggen. Nadat de schipper en zijne
passagiers naar kooi waren gegaan, schijnt de laatste
zich weer naar het dek te hebben begeven en door deze
of gene treurige omstandigheid over boord geslagen
en verdronken te zijn: zijn lijk werd gisteren morgen
door wiervisschers opgehaald. Men schijnt op Texel
aanleiding te hebben gevonden om de justitie van dit
voorval kennis te geven: althans zijn, naar wij verne
men, de officier van justitie te Alkmaar en zijn griffier
gisteren reeds op Texel geweest om de zaak in loco te
onderzoeken. De verongelukte was ongehuwd en, naar
men verzekert, zeer bemiddeld. Handelsbl
Het Journal de Genève heeft van Zanzibar bericht
ontvangendat Livingstone gezien is ten westen van
het meer Tanganylra, vanwaar hij boden gezonden
heeft naar Ujiji om proviand te halen; een Amerikaan
Stanley was naar laatstgenoemde plaats vertrokken om
zich bij Livingstone te voegen.
De Utrechtsche lijkdienaar J. Grauss die een jaar
of drie geleden zijn echtgenoote vermoordde om de
levensverzekeringspenningen te krijgen, is in het tucht
huis te Leeuwarden overleden, naar het Utrechtsch
dagblad meldt, „na een smartelijk maaglijden."
Men meldt uit Oldenzaal van 2 Octoberl)e reizi
gers, die zich gisteren avond bevonden op den trein,
welke ten 4.40 m. van Arnhem vertrekt naar llheine,
werden ter hoogte van Hengelo zeer verontrust door
den hevigen schok dien zij kregen zoodat men meende
te derailleeren. Te Oldenzaal aangekomen werd daarvan
onmiddellijk aan den stations chef mededeeling gedaan,
die terstond maatregelen nam om de oorzaak op te spo
ren. Het bleek alstoen, dat niet verre van Hengelo een
gedeelte der rails geheel uit elkander was zoodanig dat
het werkelijk te verwonderen is, dat de trein zonder
verder ongeluk is gepasseerd. Door onmiddellijk aange
brachte verbeteringwas het defect zoo spoedig her
steld, dat de opvolgende trein niet alleen zonder gevaar
kon doorgaanmaar de dienst daaronder niet het minst
heeft geleden.
Te Pondichéry, de hoofdstad van Frankrijk'sbezi'-
tingen in Indië is door de inlandsche troepen eene
poging tot oproer gedaan. Gedurende de afwezigheid
van den kommandant, die op eene inspectie-reis was,
stormden de Cipayers een der vertrekken der kazerne
binnen en vernietigden het strafregister. Het geheele
korps werd toen in de kazerne geconsigneerd doch de
vrouwen der Cipayers namen hiermede geen genoegen
en zij kwamen in massa voor de kazerne om die binnen
te dringen. De kapitein Castellini belette haar dit, en
bij het vertrek der post was het oproer bedwongen,
Dezer dagen werd bij het regiment-rijdende artil
lerie een gegradeerd militairwiens verbintenis afliep
op nieuw geëngageerdofschoon hij nagenoeg 70 jaren
oud iseen leeftijd waarop zelden zulk een nieuwe
verbintenis wordt aangegaan.
Uit alle gedeelten van Engeland komen nog steeds
berichten in omtrent de geweldige stormen, welke in de
afgeloopen week hebben gewoed, en omtrent de schade
aan schepen en het verlies van menschenlevens, welke
daardoor zijn teweeggebracht. De reddingsboot Herbert
Ingram heeft jl. Zaterdag op de kust van Lincolnshire
de bemanning van vier schepen, die in nood verkeerden,
gered. Een Italiaansche brik, De drie zusters, is jl. Za
terdag op dc oostkust vergaan, en met moeite zijn door
eene reddingboot de gezagvoerder en drie man der be
manning gerednegen andere zijn omgekomen. Tien
Engelsche mijlen ten oosten der Humber isdeEngelsche
stoomboot Faire Dell vergaan; van de twaalf opvarenden
zyn vijf gered. Het gedeelte der oostkust, hetwelk
tu8schen de monden der rivieren de Ouze en de Nene
gelegen is, is jl. Zaterdag door een hevigen springvloed,
gepaard met een geweldigen regen, bezocht geworden,
tengevolge waarvan nieuwe aldaar kortelings aangelegde
indijkingswerken vernield en 4C0 morgen gewonnen
land overstroomd zijn. Daarna is een tweede dijk door
gebroken en zijn nog 600 morgen bouwland overstroomd.
Uit Bucharest wordt van den 27e" September het
volgende gemeld: „In hel schoon gelegen klooster te
Caldaruschani hadden de monniken genoeg van hun
geestelijk hoofd, zij verklaarden hem daarom vervallen
van het bestuur, zetten hem gevangen, namen de
teugels van het bewind zelve in handen en vestigden
het op de grondslagen van hat communisme, welk
schoon beginsel op de wijnvaten in den klooster
kelder het eerst in praktijk gebracht werd. Hierdoor
tot heldendaden gesterkt, wapenden de „eerzame
vaders" zich met knuppels en zetten wachtposten uit.
De burgerlijke overheid moest haar toevlucht nemen
tot de militaire macht, en na eene volkomen belege
ring viel het klooster in handen van de belegeraars.
Twee der belhamels van de communistische monniken
werden gevangen genomen, twee anderen echter gelukte
bet door de vlucht te ontkomen. De Poporul waar
schuwt alle kloosterbesturen voor de gevaarlijke begin
selen dezer voortvluchtige geestelijke communisten
Te Birmingham wordt een inrichting van onder
wijs voor werklieden gesticht, waaraan een fonds van
400,000 pond sterling zal verbonden zijn om de jaarlijk-
sche kósten te bestrijden. Het gesticht en het fonds zijn
een geschenk van den Birminghamschen industrieel
Josiah Mason, denzelfde die voor een paar jaar daar ter
stede een weeshuis stichtte en er een fonds van 260,000
pond sterling aan verbond. De heer Mason is vijf dagen
later geboren dan Peabody, wiens voorbeeld hij zoo
waardig navolgt; hij was de zoon van een werkman, en
werkte hard om zijn eigen weg te vinden. Het enorm
fortuin dat hij bezit dankt hij vooral aan de stalen pen-
nen-fabriek die hij voor jaren reeds met Perry opzette,
en waarin nog tusschen 300 en 400 werklieden bezig zAjn.
De eerste der voortaan jaarlijks te Londen te hou
den internationale tentoonstellingen van nijverheid en
kunst, welke in de daartoe opgerichte gebouwen in South-
Kensington, die met de groote nieuwe concertzaal, de
Albert-Hall, een geheel vormen, gehouden is, is Zaterdag
gesloten met het spelen van het volkslied door de mili
taire muziekkorpsen. Men mag zeggen, dat de tentoon
stelling, ofschoon betrekkelijk klein, in allen deele wèl
geslaagd is. Zij behelsde 22,517 nummers, uit 34 ver
schillende landen afkomstig. Zij is door 1,142,154 perso
nen bezocht. De schilderijen en beeldengalerijen sche
nen het meest in den smaak te vallen van het groote
publiek, hetwelk niet genoeg ingewijd is in de
werktuigkunde om lang bij de wolbereiding enz.
stil te staan, en dat den fijnen smaak, waarvan de
uitgebreide afdeeling „aardewerk" getuigde, niet ten
volle waardeeren kon. Overeenkomstig den uitgedrukten
wensch van de kroonprinses van Duitschland zal deze
afdeeling, voor zoo ver zulks, nadat vele voorwerpen
reeds verkocht zijn, mogelijk is, te Berlijn tentoonge
steld worden. Uit een financieel oogpunt zijn de uitkom
sten zeer bevredigend geweest; immer3, de koninklijke
commissie is in staat gesteld om tot een bedrag van
2000 p. st. voor de natie voorwerpen aan te koopen. De
tentoonstelling is door het korps der genie ingericht,
geregeld ea bestuurd. De mineurs hebben, onder direc
tie hunner officieren, alles, behalve het metselwerk, ver
richt, en de goedkoopheid van deu arbeid door militairen
heeft ongetwijfeld tot bet financieele welslagen bijgedra
gen. De entrée-gelden werden uitsluitend door gepen
sioneerde leden der stedelijke politiemacht in ontvangst
genomen en aan het feit,dat de dieven en oplichters aan
deze ambtenaren bekend waren, zal het wel voornamelijk
te danken zijn, dat in de zes maanden, gedurende welke
de tentoonstelling is geopend geweest, geene enkele
aanklacht tegen een bezoeker is ingediend.
net nieuws uit de diamantvelden blijft voortdu
rend hoogst aanmoedigend. De vondsten nemen telkens
in aantal en belangrijkheid toe. Dikwijls zijn de weke-
lijksche opgaven te groot om ze geheel gespecificeerd
mede te deelen, en vergenoegt men zich met alleen de
diamanten van en boven de 10 karaten te vermelden.
De grootste, waarvan in de afgeloopen vier weken on
twijfelbaar bericht is ontvangen, is een steen van 124
karaten, gevonden op de plaats Dutoitspan door twee
boeren uit het district Richmond, die met hun schat op
bot dorp va-: dien naam zijn aangekomen. Deze diamant
wordt gehouden voor een fragment van een steen, die
nog ongeveer 100 karaten zwaarder moet geweest zijn.
Het beweerde fragment is echter in vele opzichten
defect en deskundigen meenen, dat het in vieren zal
moeten gekloofd worden. Het aantal diamanten van bui
tengewone grootte, die telkens op Dutoitspan en de
omliggende plaatsen gevonden worden, gaat alles te
boren wat in de geschiedenis der diamant-mijnoritgin-
ning bekend is. De vrees, reeds nu en dan geopenbaard,
dat de groote diamanten eindelijk veel van hunue
betrekkelijke waarde in den handel moeten verliezen,
schijnt dus alles behalve ongegrond.
Thermoiueterstand.
4 Oct. 'sav. 11 u. 51 gr.
5 'amorg.7u.48gr.'smidd. lu.öSgr.'sav. 6 u.54gr.
öuirmlanïr.
Algemeen overzicht.
Het Journal officiel van gisteren bevat een rapport
van den minister van oorlog ad interim, den admiraal
Pothuau, aan den president der republiek, omtrent de
benoeming van een raad van onderzoek, aan wien
volgens de bepalingen der wet opgedragen wordt,
om de maarschalken en generaals, die een kommande
ment gehad hebben of aan het hoofd stonden van de
bezetting eener vesting gedurende den laatsten oorlog,
tot verantwoording te roepen. Reeds voor eenigen tijd
drongen eenige leden der nationale vergadering op de
toepassing der wet aan, en de minister de Cissey be
loofde de benoeming van dezen raad van eer reeds vóór
den 15en September aan het hoofd van het uitvoerend
bewind te zullen voordragen welke belofte echter tot
dusverre onvervuld bleef. Vrij algemeen beweert men,
dat hiermede reeds te lang gewacht werden met
bijzondere ingenomenheid begroeten de Fransche dag
bladen dan ook de benoeming van den maarschalk
Baraguay-d'Hilliërs tot presidenten van de generaals
Charon Thiry, d'Aurelle de Paladines en d'Autemarre
d'Ervillé tot leden van den raad.
Ten slotte zal waarschijnlijk blijken, dat formeel aan
den wensch voldaan is, om het gedrag van Bazaine,
Mac Mahon, Bourbaki en zoovele anderen hunner lot-
genooten aan een streng onderzoek te onderwerpen
doch feitelijk de geheele vertooning weinig beteekenen
zal. Wordt het onderzoek ernstig ondernomen, dan zul
len de zittingen der commissie wel geheim gehouden
worden en het publiek zal weinig dienaangaande ver
nemen, zooals gewoonlijk met die zaken het geval is.
Worden de conclusiën van den raad openbaar gemaakt
en luiden zij ongunstig voor de verschillende bevelheb
bers, wat zal men dan daarbij gewonnen hebben? Niets
anders dan dat de Fransche natie eenige personen meer
heett, op wie zij de schuld van Frankrijk's vernedering
schuiven kan, met het natuurlijk gevolg, dat zij blind
blijft voor hare eigene gebreken en versterkt wordt in
hare overtuiging, dat, waar Frankrijk het onderspit delft,
noodzakelijk verraad in het spel moet zijn. De uitslag
van den oorlog kan toch door de uitspraak van den raad
van eer niet veranderd worden.
De wet schrijft dit onderzoek voor, dus Thiers moest
aan den wensch van de publieke opinie voldoen. De
regeering verdient voor deze benoeming dus niet den
minsten blaam, doch het ware te wenschen, dat de an
dere commissiën van onderzoek, zooals de nationale
vergaderiog er zoo ontzaglijk veel benoemde, in plaats
ran eene enquête over het verledene, een onderzoek in
stelden naar de wijze, waarop Frankrijk zich voor de
toekomst weder van zijne rampen herstellen kan. Die
recriminatiën verbitterenmaar verbeteren niet.
De dag der opening van de zittingen van den Duit-
sffien rijksdag is volgens de Kreuz-Zeitung nog niet
vastgesteld, allerminst zal die reeds den 10en October
plaatshebben. Volgens bericht uit Berlijn aan lTndépen-
dance beige zal de zitting niet van langen duur zijn,
daar de regeering slechts die onderwerpen ter behande
ling brengen wil, welke noodzakelijk voorziening be%
hoeveD, terwijl alle diep ingrijpende quaestiën tot de
volgende zitting bewaard zullen worden. Waarop dit
voornemen gegrond is meldt de berichtgever niet; met
zekerheid valt hiervan dus niets te zeggen.
Het voorgesteld muntstelsel voor het Duitsche rijk
ontmoet, zooals zich wel niet anders verwachten liet
van verschillende zijden tegenkanting. Een Berlijnsche
correspondentie in de Kölnische Zeitung laat zich daar
over bijzonder ongunstig uit en zegt dienaangaande
o. a. het volgende: „De verklaring, dat men zich bij
geene der vreemde muntsoorten nauw aansluiten wil,
beteekent al zeer weinig, wanneer men dan gouden
munten wil laten slaan die ongeveer de waarde van een
heelen en balveu sovereign hebben. Bovendien hooren
wij voor de eerste maal zoodanig beginsel verkondigen,
waarnaar iedere staat een bijzondere gouden munt zou
moeten invoeren." Het feitelijk behoud van den thaler
wordt door den correspondent ook heftig bestreden.
Zeer terecht zegt hij, dat „wanneer men den thaler als
munteenheid laat vallen en het publiek langzamerhand
het rekenen met thalers afwennen zal, het dan gevaarlijk
is, om een munt te slaan, die de eenige verdienste
heeft, dat zij eene reductie tot den thaler in de hand
werkt; want een stnk, dat het getal 15 tot grondslag
heeft, zal moeilijk in het maatschappelijk leven popu
lair worden. Kortomwij zien in het geheele plaa
slechts het voornemenom de feitelijk opgehevcne thaler-
eenhcid toch inderdaad bij berekeningen te kunnen
behouden. Yoor dit gevaar kunnen wij niet genoeg
waarschuwen." De Kölnische Zeitung voegt er de hoop