OüRANT.
Vrijdag
6 October.
N0, 238.
Middelburg 5 October.
Bij de herstemming voor een lid van den gemeente
raad van Aarden burg zijn den 3cn dezer ingeleverd 84
"biljetten, waarvan 3 oningevuld. De heer M. W. ten
Bengevoort bekwam 51 en de heerl. T. Calon 30 stem
men zoodat eerstgenoemde is gekozen.
Het Staatsblad n<>. 100 bevat het besluit van den
27en September 1871, tot regeling der ansjovis-vissche-
rijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen, en zulks
met gedeeltelijke intrekking van het koninklijk besluit
van 21 October 1867 (Staatsblad n°. 108.)
Men verzekert dat het wetsontwerp over de besmet
telijke ziektenbij het onderzoek in de afdeelingen
van de tweede kamer der staten-generaal, geen gunstig
onthaal heeft gevonden. Wel werd het denkbeeld vrij
algemeen toegejuicht, maar de toepassing, die het ont
werp er aan geeft, vond weinig bijval. Weclcllv. h. regt.)
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan P. P. M.
Alberdingk Thym, te Leuven, tot het aannemen en
dragen der ridderorde van den Heiligen Gregorius, en
aan mr. B. O. T. H. Westenberg, minister resident te
Washington, tot het aannemen en dragen der versierse-
en van officier der orde van het Legioen van eer.
burgemeesters. Eervol ontslag verleend, op verzoek,
aan mr. H. J. Smit, als burgemeester der gemeente Zaan
dam, met ingang van 1 December a.
middelbaar onderwijs. Eervol ontslag verleend, op
verzoek, aan dr. W. Bisschop, als leeraar aan de rijks-
hoogere burgerschool te Leeuwarden.
marine. Eervol ontslag verleend, tengevolge van
algemeenen maatregel van bestuur, aan den hoofdinge
nieur der marine te Hellevoetsluis A. J. H. Beeloo, onder
toekenning van zoodanig wachtgeld als waarop hij zal
blijken aanspraak te hebben.
Onderwijs.
Het slot der inlichtingen door den minister van bin-
nenlandsche zaken aan de tweede kamer der staten-
generaal gegeven op het adres van den academischen
senaat der hoogeschool te Groningen, houdende bezwaren
tegen de door de regeering verleende vrijstellingen van
het zoogenaamde admissie-examen en van de verplich
ting tot het bijwonen der lessen in het Grieksck en
Latijn, luidt:
„Uit het vorenstaande blijkt
„dat dispensatiën doorgaans alleen verleend zijn aan
hen, die zich op de beoefening der wis- en natuurkunde
of der geneeskunde wenschten toe te leggen
„dat veelal leeftijd, vroegere diensten in burgerlijke
en militaire betrekkingen of bij het onderwijs, en andere
bijzondere omstandigheden totinwilliging hebbengeleid
„dat daartoe de groote verandering moest medewer
ken, welke in den toestand van het onderwijs, zooals
het besluit van 1815 en de latere verordeningen tot aan
1853 zich dien voorstelden, gekomen is."
Het stuk vangt aan met een overzicht van de verschil
lende regelingen der toelating tot de academische lessen,
die elkander sedert 1815 hebben opgevolgd; waaruit
blijk, dat de tegenwoordige dispensatie alleen een dis
pensatie is betreffende toelating tot examens, niet tot
de lessen wier toegang voor ieder open staat.
De vraag der dispensatiën is door de regeering grondig
overwogen, toen adressanten kwamen, die eind-examen
Tder hoogere burgerschool h.adden afgelegd.
„Het antwoord scheen gunstig te mogen wezen," zoo
schrijft de minister verder. „Men liet daarbij de volgende
bedenkingen gelden. Kennis van Latijn en Grieksch
is geen volstrekt vereisckte voor den beoefenaar derwis-
en natuurkundige wetenschappen, noch voor den genees
kundige. De toestand is thans geheel anders dan in 1815.
Het denkbeeld dat wetenschappelijke vorming niet moge
lijk is zonder kennis der doode talen is geheel verouderd.
Zelfs aan de koogescholen is het Latijn bijna geheel in
onbruik geraakt en wordt het onderwijs over het alge
meen ook in de genoemde talen, op eene enkele uitzon
dering na, in het Nederduitsch gegeven. Het zou dus
nauwelijks anders dan als kwelling te beschouwen zijn
vau jongelieden die met goed gevolg de hoogere burger
scholen bezocht en alzoo getoond hebben wetenschappe
lijk ontwikkeld en voor hoogere studiën voldoende
voorbereid te zijn, wanneer zij naar een academischen
graad in een der beide voormelde vakken staan, kennis
van LatljTTeif Grieksch te vorderen.
„Wat den ondergeteekeude betreft, reeds jaren gele
den, de voordracht van het besluit van 1350 bewijst
hei, was hij van oordeel, dat toegang tot het hooger on
derwijs zoo min mogelyk moet worden versperd. Zijne
meening is op dit punt onveranderd gebleven. Daarbij
komt dat het hier niet een nieuwen maatregel geldt f
maar de voortzetting eener traditie, die hij bij zijn op
treden in 1862 en andermaal in 1871 ontmoette. Onbil
lijk zou hij het achten daarin op ditoogenblik verande
ring te brengen. Niettemin is hij geen voorstander van
onbeperkte vrijstelling op dit gebied. Van de ongeveer
350 verzoeken om dispensatie, hierboven vermeld,
werd slechts de groote helft toegestaan." (Het Nadert.)
Marine en leger.
De officier-machinist J. H. Jullien, laatstelijk behoord
hebbende tot de zeemacht in Oost-Indië en van daar
den 26en September jl. in Nederland teruggekeerd
wordt met dat tijdstip op nonactiviteit gesteld.
Rechtzaken.
De arrondissements-rechtbank alhier heeft heden de
volgende vonnissen uitgesproken.
A. Reijenberg, oud 43 jaren, koopman te Oostburg,
was beklaagd dat hij in den avond van 9 Juli jl. moed
willig slagen heeft toegebracht aan J. L. Smits, te
Hoofdplaat. Hij is schuldig verklaard aan het moedwillig
toebrengen van slagen en stooten, waardoor geenerlei
ziekte of beletsel om te werken is ontstaan, en, onder
aanneming van verzachtende omstandigheden, veroor
deeld tot eene geldboete van f 8, alsmede in de kosten.
Aan hetzelfde feit is schuldig verklaard en tot
dezelfde straf veroordeeld Pieter Johannes Sareijn, oud
35 jaren, timmerman te Heille, die in de maand Juli jl.
J. Boedens op den openbaren weg onder genoemde
gemeente evenzeer moedwillig mishandeld heeft.
Cornells Dei, te Biervliet, was beklaagd dat hij den
15eu Juli jl. onder Hoofdplaat moedwillig een ter afslui
ting dienend hek eener weide verbroken heeft. Hij is bij
verstek schuldig verklaard aan opzettelijke verbreking
van afsluiting en, met aanneming van het geringe der
toegebrachte schade en den opgewonden toestand van
den beklaagde als verzachtende omstandigheden, veroor
deeld tot eene geldboete van f 16, benevens in de kosten.
Pieternella Baas, oud 23 jaren, arbeidster te
Retranchement, was beklaagd dat zij den 10«n Juli tot
Marinus Hennekey, visscher te Retranchementbelee-
digend zou gezegd hebben: „oude roovex eu slechterik."
Iu overeenstemming met het requisitoir van het open
baar ministerie heeft de rechtbank de schuld der
beklaagde niet wettig bewezen verklaard en haar mits
dien vrijgesprokende kosten te dragen door den staat.
Hendrik Brakman, oud 23 jaren, zadelmaker te
Groede, was beklaagd dat hij den 27«" Juli jl. tot
P. Houtzagerin het openbaar beleedigend gezegd heeft:
„jij bent een sr," alsmede dat hij A. Frelier
moedwillig heeft mishandeld. Hij is schuldig verklaard
1° aan het in 't openbaar uiten vau smaad- en scheld
woorden en beleedigende uitdrukkingen welke geene
te lastlegging eener bepaalde en omschreven daad,
maar van een aangeduide ondeugd behelzen en 2° aan
het moedwillig toebrengen van slagen en stooten waar
door geene ziekte of beletsel om te werken is ontstaan;
en, met aanneming van verzachtende omstandigheden
voor wat het tweede feit betreftveroordeeld tot twee
geldboeten ieder van f 5, alsmede in de kosten.
Elizabeth Looijseoud 37 jarenlandbouwster te
1871.
Oost-Souburg, was beklaagd dat zij den 4cn Juli jl. aan
Sara Koole, arbeidster te Oost-Souburg, na eene woorde
wisseling over bleekgoed, moedwillig een stoot heeft
toegebracht. Zij is schuldig verklaard aan het moedwillig
toebrengen van slagen en stooten, waardoor geen ziekte
of beletsel om te werken is ontstaan, en, met aanne-
miug van verzachtende omstandighedenveroordeeld
tot eene geldboete van 8 en in de kosten.
Jacobus Hermanus van Dijk, oud 36 jaren, werk
man te Retranchement, was beklaagd dat hij den
30en Juli jl. op den openbaren weg moedwillig slagen en
stooten heeft toegebracht aan C. J. Sjakens en Felecita
de Sutter, zonder dat dezen daartoe eenige aanleiding
hadden gegeven. Ook deze beklaagde is schuldig ver
klaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en
stooten, waardoor geen ziekte of beletsel om te werken
is veroorzaakt, eu, onder aanneming van verzachtende
omstandigheden, veroordeeld tot 14 dagen gevangenis
straf, benevens in de kosten.
Anthonia Steenhart, oud 25 jaren, arbeidster te
Sluis, was beklaagd dat zij den 30e" Juli jl. zich arglistig
eene hoeveelheid boonen heeft toegeëigend, die baar om
te planten waren ter hand gesteld door den landbouwer
B. Quataert, bij wien zij tegen een loon van 60 cent
daags in dienst was. Zij is schuldig verklaard aan mis
bruik van vertrouwen en veroordeeld tot 4 dagen gevan
genisstraf, alsmede in de kosten.
Gemengde berichten.
Gisteren namiddag had een 16jarig jongeling, als
loodgieter bezig zijnde met eenige herstellingen te ver
richten op het dak van een in de Seisstraat alhier staand
huis, het ongeluk van het dak op de stelling en van
deze tegen den grond te vallen. Hij werd bewusteloos
per rijtuig naar zijne woning vervoerd, alwaar heel
kundige hulp is ingeroepen. Hij schijnt inwendig licht
gekneusd te zijn.
Maandag morgen heeft een groot ongeluk de inwo
ners der Brederodestraatte Brussel, in opschudding
gebracht. In hotel n°. 25 is de heer J. J. Dubois de
Bianco, oud 63 jaren, het slachtoffer geworden zijner
eigene onvoorzichtigheid.
Die heer had de gewoonte dat hij zich te slapen legde
met eene sigaar in den mond. Dit schijnt hij Zondag
avond, naar men verondersteltook gedaan te hebben.
Men denkt dat hij in slaap zal gevallen zijn en zijne
sigaar zyn oorkussen de gordijnen en vervolgens het
beddegoed heeft doen vuur vatten. De bediende,
die gewoonlijk om zeven ure :s morgens het eerst in de
slaapkamer van zijn meester komtvond geheel de ka
mer in brand en het bed waarop de heer Dubois lag was
reeds geheel door het vuur verteerd. De heer Dubois
was dood, zijn hoofd eu het bovenste van zijn lichaam
waren geheel verkoold. De ligging van het lijk toonde
aan dat het slachtoffer gepoogd had uit het bed te sprin
gen, maar zonder daarin te kunnen slagen. De bediende
riep terstond om hulp en behalve de lieden van
het huis, zijn de buren en eenige bedienden van het
paleis des konings toegesneld en hebben zich meester
van het vuur gemaakt, dat uitgedoofd was toen de
pompiers met hunne spuiten aankwamen.
De Algemeene 's Gravenhaagscho werkliedenver-
eeniging heeft jl. Maandag avond eene vergadering
gehouden, waarin eene commissie beuoemd is tot het
ontwerpen der statuten. Yerschiliende werklieden gaven
eenige denkbeelden aan die zij gaarne in die statuten
zouden opgenomen zien. Zij betroffen voornamelijk de
loonsverhooging, bepalingen tot beperking van het
drankverbruik enz.
- Het standbeeld van den beroemden violoncellist
Servais is te Hal, de geboorteplaats van den kunstenaar,
onthuld, en in weerwil van het slechte weder is die
plechtigheid door een zeer groot aantal belangstellen
den bijgewoond. Onder hen, die uit het buitenland
waren gekomen, om aan de nagedachtenis van dien
kunstenaar hulde te brengen, merkte men op den voor
zitter der maatschappij Felix Mentis te Amsterdam.
(Nieuws v. d dag.)