negotie gedaan. Wij waren toen allebei nogaanvangers uwe doorluchtigheid was juist begonnen te regeeren en ik had mijne couranten-colportage op touw gezet." Onder hartelijk lachen kocht de rijkskanselier hem zijn voorraad af. Toevallig bevond zich daaronder een pas verschenen bijtend vlugschrift op den Pruisischen minister von Mühler. De colporteur wilde het haastig terugnemen, maar von Bismark achtte waarschijnlijk de lectuur dezer satire op zijn ambtgenoot geen onwelkome afleiding gedurende den vervelenden rid naar Berlijn. Uit New-York meldt men, dat op het eiland Tor- tola, tengevolge eener aardbeving, 7000 personen zonder huisvesting zijn. De in Ierland zeer gewone gevechten tusschen protestanten en katholieken schijnen naar Engeland over te slaan. LI. Vrijdag werd te Maryport in Cumber land een arbeider, die tot de Orangemen behoorde, op straat door drie katholieke werklieden, met ijzeren bouten gewapend, aangevallen en gruwelijk mishandeldeen ander die hem poogde te ontzetten, werd mede zóo ge slagen dat hij, evenals het eerste slachtoffer, voor dood bleef liggen. Ook een der omstanders, diezijneafkeuring over die gruwelen te kennen gatwerd met de ijzeren bouten geslagen en ernstig gewond. Denzelfden avond namen de Orangemen wraak door een katholiek werkman met overmacht aan te vallen, doch het gelukte hem, na eenige mishandeling te hebben ondergaan, te ontsnap pen en zich in een kelder te verbergen. De politie van Marypoit, die tot nogtoe niet veel deed om den vrede tusschen Orangemen en katholieken te bewaren, is thans wakker geworden en is aan 't arresteeren gegaan. Van aile werkstakingen is zeker wel de merkwaar digste die, welke in het Zwitsersche kanton Aargau is uitgebroken, nl. eene pastoors-s^f/te. Vele gemeenten aldaar wilden zich het recht hebben toegekendzelf hunne geestelijken te verkiezenzeer tot ergernis van die geestelijken zeiven, waarvan zich nu sommigen ver bonden hebben, om elk beroep naar zoodanige plaats te weigeren. Verscheidene gemeenten zijn nu reeds gerui- men tijd zonder leeraar en de kerkeraden adverteeren in de bladen dat er voorloopig bij hen dus geen gods dienstoefening zal worden gehouden. In alle takken van openbaren dienst in Frankrijk zijn schelmerijen en afzettingen gepleegd, die telkens meer aan den dag komen, Dc beroemde luchtreiziger Nadar schrijft betreffende de ballon postdienst in la Sentinelle de Toulon het volgende: „De ballondienst heeft mij nog alleen uitgaven veroorzaakt. Zij die mij kennenzullen wel verklaren dat ik liever mijne handen liet verbranden dan het vaderland van een centime te berooven. Doch ik was blind want alleen met betrek king tot de ballons werden rondom mij, onder Inoger en lager geplaatsten, zooveel schelmerijen gepleegd, dat ik toen ik achtmaal was opgestegenmijn ontslag nam en het stof van mijne voeten schudde. Ik ken personen die 60,000 franken hebben verdiend en een voormalig republikeinsch afgevaardigde die 71,000 franken had gewonnen, terwijl hij de arme boden die door de Prui sische liniën drongen slechts 20 franken daarvoor gaf van de zeven boden werden 5 gedood." Volgens le Petit journal waren Zaterdag en Zondag meer dan 10,000 vveemdeliugen in Parijs aangekomen meestal Engelschen, die de wedrennen in het Bois de Boulogne komen bijwonen en de ruïnes komen bezich tigen. Burgerlijke stuud. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den 24en dezer: J. Nederhand, wed°. vaa T. Schoen, 51 j. met J. de Vos, wede. van J, Polderman, 50 j. P. J. Schel ling, jm. 33 j. met J. van Dien, jd. 31 j. (Van 1623 September.) Vlissingen. Gehuwd: W. A. Anemaet, jm. 21 j. met M. A. Valk, jd, 21 j. Bevallen: A. H. Streefkerk, geb. Dekker, z. A. Bleyen- berg, geb. Meuldijk, d. E. J. Timmerman, geb. van Damme, z. E. Voshol, geb. Duynhouwer, d. Overleden: K. van Tatenhove, d. 3 w. M. Prince, d. 6 m. J. Gijzen, z. lOj. J.P. Wilders, d. 4 w. J. Dom misse, man van G. A. Wanrooy, 80 j. Goes. Bevallen: L. Hannink, geb. Dekker, d. E. Koens, geb. Meulemans, z. J. Kien, geb. de Jonge, d. Overleden: J. B. J. Dallen, z. 5 w. A. J. Hengstmengel, d. 1 m. M. van der Hofstede, z. 21 m. A. P. Nijs, d. 8 m. W. van der Klooster, gehuwd met M. Heinsdijk, 35 j. C. Burgs, z. 13 m. C. O. Touw, d. 2 m. M. Meeuwse, ge huwd met G. Vermeulen, 51 j. L. Bruinzeel, z. 10 j. Zierikzee. Gehuwd: J. A. Spiesz, jm. 32 j. met P. Rinkier, jd. 25 j. Bevallen: J. de Vlieger, geb. Leeuw, d. M. VVijghan, geb. Dane, z. J. II. Dalebout geb. van Retbi, d. A. Lou- werse, geb. Uil, d. A. Hogerheijde, geb. Tabberné, d. M. Hoeder, geb. van den Ende, d. E. Verkaart geb. de Crolij, z. C. Vijverberg, geb. Schippers, d. Overleden: J. P. Hest, z. 4 m. J. M. Jansons, vrouw van J. Merle, 30 j. J. Schippers, z. 6 w. A. de Waart, d. 3 j. M. Sies, d. 9 w. P. C. van den Berge, d. 3 m. C. van Belsen, jd. 61 j. J. W. Lagers, z. circa 6 w. M. J. Dou'w, d. 22 m. Thermo ui eter stand. 25 Sept. 'sav. 11 u. 52 gr. 26 'smorg.7u.48gr.'smidd.lu. öOgr.'sav. 6 u.50gr. Stilten-generaal. tweede kamer. Zitting van Maandag 25 September'. Aan de orde is de behandeling van het adres van ant woord op de troonrede. Het ontwerp luidt aldus: Sire! 1. Het verblijdde de tweede kamer der staten-geue- raal van uwe majesteit te vernemen dat de toestand van het vaderland gunstig mag heeten en de betrekking met alle mogendheden op den meest gewenschten voet bleef. 2. De hartelijke deelneming van een naburig land in de plechtige hulde aan voor Nederland roemrijk ge vallen strijders bewezen, heeft ook ons met gevoelens van erkentelijkheid vervuld. 3. Voor de zee- en landmacht, zoo in het moederland als in de overzeesche bezittingenen evenzeer voor de ambtenaren van den waterstaat, zal de loffelijke vermel ding, die hun te beurt viel, voorzeker een nieuwe spoorslag tot voortdurende plichtsbetrachting zijn. 4. Voorstellen om 's lands weerbaarheid op voldoen den grondslag te vestigeD, zien wij met belangstelling te gemoet. 5 Met genoegen ontvingen wij de verzekering dat, ofschoon onze instellingen van onderwijs over het alge meen aan het doel beantwoorden, aanvulling of' nieuwe regeling van sommige deelen voorbereid wordt. Die toezegging opent het uitzicht, dat de gewenschte hervorming van het hooger onderwijs geen vertraging te duchten heeft. 6. Warme belangstelling in den bloei der verschil len detakken van ons volksbestaan doet ons den ijver te meer waaröeeren, waarmede vaa overheidswege en doof bijzondere krachten gezorgd wordt voor den aanleg en de voltooiing van werken en het behartigen van ondernemingen die de algemeene welvaart beverderen. 7. De aangekondigde voordrachten betreffende het rechtswezeu en de herziening onzer fiaancieele wetge ving zullen wij met nauwgezetheid onderzoeken. 8. De mededeelingen, die ons den toestand van de koloniën en bezettingen van het rijk als over het alge meen bevredigend schetsenstellen wij op prijs en niet te vergeefs wordt voor de voorziening, aldaar door ge wichtige belangen gevorderd, op onze ijverige mede werking gerekend. 9. Met die gevoelens bezield aanvaardden wij, Sire, onze werkzaamheden in het vertrouwendat zij onder Hooger zegen vruchtbaar zijn zullen voor het heil des volks. Bij de beraadslaging over de algemecne strekking van dit ontwerp adres, verklaart de heer van Zuylen zich daarmede te kunnen vereenigen. Hij is wat de onderwijs quaestie in de kamer betieft het niet eens met het gezegde: „in mijn isolement licht mijne kracht," maar er bestaat tusschen hem en de regeering een principieel verschil. De regeering verwacht alles van beneden; hij alles van boven. De heer Bergmann acht de mededeelingen in de troon rede minder gunstig dan in vorige jaren. Verschillende zinsneden worden door hein gecritiseerd, terwijl naar zijne meening over hoogst belangrijke punten is gezwe gen, zooals over het hooger onderwijs en de vroeger toegezegde verandering van de kieswet. De herziening is hoogst nuodig, volgens spreker, omdat er feiten bestaan die aantoonen, dat de door de grondwet gewilde vrije keuze, feitelijk wordt gemaakt tot eene ilussie. Dit tracht hij aan te toonen door mededeeling van benoe mingen, waarbij mede- of tegenwerking ten aanzien van regeeringscandidaten is in aanmerking genomen. Ach teruitzetting van katholieken is bovendien bij benoe mingen geblekenhij zou daarom wenscheu bij den koning aan te dringen, dat de grondwet „rechtzinnig" worde uitgevoerd. De heer Kappeijne verdedigt de algemeene strekking van het adres, namens de commissie van redactie. De minister van binnenlandsche zaken bestrijdt den heer Bergmanndat er van de zijde der regeering inbreuk op de verkiezingen zou gemaakt zijn. Voor hetgeen in couranten of pamfletten voorkomt is de regeering niet aansprakelijk. De minister van justitie beantwoordt speciaal de be schuldiging alsof bij benoeming van rechterlijke ambte naren en notarissen, het oog op den godsdienst van de candidaten zou gevestigd zijn. Eene regeeriug mag naast de vraag naar bekwaamheden, niet de neven vraag plaatsen: welken godsdienst een voorgedragen persoon belijdt. Dat dit niet het geval is geweest meent de minister uit ver schillende benoemingen in Noord-Braband en Limburg te kunnen aantoonen. De algemeene strekking van het adres wordt daarop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Bij paragraaf 5, betreffende het onderwijs, stelt de heer van Loon het volgende amendement voor: „Zonder in onze instellingen van onderwijs het goede te willen miskennen, mogen wij niet verzwijgen, dat de noodzakelijkheid eener herziening van de wet op het lager onderwijs in bare begunstiging vaa de gemengde staatsschool, bij toeneming onloochenbaar wordt. „De toezegging, dat aanvulling of nieuwe regeling van sommige deelen van liet onderwijs voorbereid wordt, opent het uitzicht, dat ook de gewenschte hervorming van het hooger onderwijs geene vertraging te duchten heeft." Spreker meent dat een einde moet komen aan de reeds dikwerf openbaar gemaakte grieven tegen dc godsdienst- looze neutrale staatsschool. Hij acht de uitdrukking van een wensch in dat opzicht niet onbescheiden en ook niet in strijd met het aangenomen beginsel om het adres van antwoord slechts een weerklank van de tioonrede te doen zijn. Hij is geen tegenstander van de openbare school, maar verzet zich tegen de begunstiging va: het daar gegeven onderwijs boven dat op de bijzondere scholen. De heer Kops bestrijdt namens de commissie, het amendement. Het vermelden van het hooger ouderwijs in het antwoord, hoewel niet in de troonrede genoemd, lag in den geest der troonrede zelve. De heer Vader is het eens met het amendement van den heer van Loon. De heeren Luyben en van Nispen, hoewel de strekking beamende, achten het amendement ontijdig, omdat bij de behandeling der begrooting beter gelegenheid zal bestaan om deze hoogst gewichtige aangelegenheid te bespreken. De heer Gratama verlangt de zinsnede in het adres omtrent het wenscbelijke eener spoedige herzieuing van het hooger onderwijs te doen vervallen. Hij acht nu een aandrang in dat opzicht verkeerd, bij het vele toegezegde door de regeering. Do heer Dam vereenigt zich met dat gevoelen, het adres wordt door die aanhaling geen weerklank van de troonrede. De heer Heemskerk Az. is tegen het amendement van den heer van Loon, hoewel hij daarin goedkeurt, dat er niet gewaagd wordt van grondwetsherziening, iets wat hij in deze oogeablikken onstaatkundig zou achten. Na aandrang van de heeien van Wassenaer en van Znylen, op aanneming van het amendement, en van den heer de Brauw op regeling van het hooger onderwijs, verklaart de minister van binnenlandsche zaken, dat het programma in de troonrede van de aan te bieden voor drachten reeds zóo omvangrijk is, dat men niet mag ver gen dat er meerdere zaken zullen aangeboden worden, die toeh niet in den loop van zulk eene drukke zitting zouden tot stand kunnen komen. In antwoord aan den heer Jonckbloet verklaart de heer van Nispen jr. ,dat hij er alleen op, heeft willen wijzen dat de openbare neutrale school ook wordt voorgestaan door de ultra socialisten en dat daarin een wenk ligt voor de voorstanders van dat onderwijs om eens te over wegen of wel die neutrale school opdeu duur nuttig en wenschelijk is. De heer de Brauw en de heer Heemskerk Az. begrijpen niet waarom de minister in de troonrede van het onder wijs spreekt, wanneer regeling van het hooger onderwijs niet beoogd was. De minister verwijst naar de algemeene bewoordin- gen van de troonrede, waarin geen sprake is van wetten in te dienen, maar alleen van voorbereiding van rege lingen. liet amendement van den heer van Loon wordt ver worpen met 63 tegen 5 stemmen, die van de heeren van Loon, van Wassenaer, van Zuylen, Vader en Hoffman. Het amendement van den heer Gratama wordt verwor pen met 49 tegen 20 stemmen. Voor stemden de heeren Saaymans Vader, PyIs, van Nispen, Gratama, Brousver, van den Heuvel, de Bieber- stein, Westerhoff, Hcydenrijck, Idzerda, Storm, Dumbar, Moens, U. van Nispen, Mackay, Borret, Dam, vau der Maesen, van Kuyk en de voorzitter. Op de vraag van den heer Hcydenrijck of de commissie

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2