öuücnLutö. De minister van oorlog, de luitenant-generaal Engel vaart, is, naar Het Vaderland verneemt, ongesteld, en heeft zich naar een badplaats begeveD. Gisteren is namens de provinciale staten van Zuid-Holland en den griflier aan den commissaris des konings in dat gewest, den heer J. Loudon, bij zijn aanstaand vertrek naar Indië als gouverneur-generaal, een pièce de milieu aangeboden, voorstellende eene Nedcr- landsche maagd uit gedreven zilver, op zwart marmeren piëdestal, dragende een kristallen schaal. Te Nijmegen is een adres aan den gemeenteraad in omloop, waarin wordt aangedrongen op het brengen van een post op de begrooting voor het aanleggen van een volks-bad- en zweminrichting. Henri Taine verhaalt in zijne Notes sur 1' Angle- terre, om een denkbeeld te geven van den leeslust der Engelschen, dat de leesbibliotheek van Moodie,die jaarlijks 150,000 boekwerken noodig heeft om haar klanten te bedienen, o. a. van Livingstone's reizen in Afrika 3000 en van Macaulay's gechiedenis van Enge land 2400 exemplaren aankocht. In Venlo, dat nog geen 8000 inwoners telt, is men bezig een zevende muziekgezelschap op te richten. Voorts bestaan aldaar 4 buitensociëteiten met groote tuinen en danszalen (behalve de in aanbouw zijnde actiën sociëteit „Casino") en 5 binnensociëteiten. Verkoopingen en aanbestedingen. De vijf biljetten welke waren ingeleverd voor de gisteren in den Haag gehouden aanbesteding van wer ken op het station Vlissingenten behoeve van den spoorweg en het kanaal door Walcheren, zijn van de volgende heerenD. R. van Dartelen, te Amsteidam, f 448,300; I. Verwaaijeu Dz. en I. Kooij te Arnhem en Amsterdam, 435,000; F. K. Osinga, te Middelburg, 367,000; I. Galman en F. de Jong, te Amsterdam, f 345,160; en F. Linskens,te Blerik, 317,700. Heden werd alhier aan het gebouw van het gewes telijk bestuur van Zeeland aanbesteed: het uitvoeren van buitengewone werken aan de haven te Breskens waarvoor het minst was ingeschreven door den heer I. van Male Dz., te Breskens, voor f 4848. Thermouieterstaiid. 21 Sept. 'sav. 11 u. 51 gr. 22 'smorg.7 u.54gr."smidd.lu. GOgr.'sav. 6 u.57gr. Sta te n-gen er a a I. EERSTE KAMER. Zitting van Donderdag 21 September. De ministers van binnenlandsche zaken en van buitenlandsche zaken hebben bericht, dat zij wegens ongesteldheid niet in de vergadering kunnen verschijnen. Het ontwerp-adres van antwoord op de troonrede luidt Sire! 1. De eerste kamer der staten-generaal vernammet dankbaarheid, dat uwe majesteit gunstige mededeelin- gen omtrent de aangelegenheden van bet vaderland geven kan. 2. Aangenaam was het ons, dat, gelijk uwe majesteit ten vorigen jarede welwillende medewerking der oorlog voerende staten tot handhaving onzer onzijdigheid on dervond, ook sedert dien tijd de betrekking met alle mogendheden op den meest gewenschten voet bleef. 3. 0)k de eerste kamer heeft met erkentelijkheid de hartelijke deelneming van een naburig land ontwaard bij de plechtige hulde, welke onlangs aan de nagedachtenis van roemrijk gevallen Nederlandsche krijgslieden is ge bracht. 4. Wij verheugen ons, sire, dat de wijze, waarop zee- en. landmachtzoo in het moederland als in de over- zeesche gewesten, zich van hare taak kwijt, steeds reden tot tevredenheid geeft. 5. Met belangstelling vernamen wij dat uwe majesteit op grond van gebleken behoeften, zijne zorgen wijdt aan de verbetering van 'slands defensie. 6. Wij stellen uwer majesteits mededeeling omtrent onze instellingen van onderwijs op prijs en verheugen er ons over, dat aanvulling of nieuwe regeling wordt voorbereid van sommige takken, welke daaraan behoefte hebben. 7. De bevredigende mededeelingen van uwe majesteit omtrent landbouw, visscherij, handel en nijverheid ont vingen wij met voldoening. Met genoegen ontving de eerste kamer de verklaring, dat voor werken van alge meen nut met ijver wordt gezorgd en de betuiging van uwer majesteits tevredenheid over de diensten der amb tenaren van den waterstaat. 8. Met de overbrugging van het Hollandsch diep en de weldra te verwachten aansluiting van Vlissingen aan het spoorwegnet zal een, voor handel en verkeer, hoogst belangrijk werk zijn tot stand gebracht. 9. Het was ons aangenaam te vernemendat de toe stand onzer overzeesche bezittingen, hoewel gewichtige belangen aldaar nog voorziening vorderen in het alge meen bevredigend is, de rust aldaar nagenoeg onge stoord bleef, een ruime oogst der voedingsmiddelen vergoeding voor andere min gunstige uitzichten van den kolonialen landbouw beloott, dat in den handel sporen van verbetering zijn waar te nemen en eene rechtstreeksche stoomvaartverbinding met Java is tot stand gekomen. 10. De eerste kamer zal steeds bereid gevonden wor den, hare onverdeelde aandacht te wijdenzoowel aan de belangrijke wets-ontwerpen, betreffende ons rechts- en financiewezen door uwe majesteit toegezegd, als aan alle andere ontwerpen, welke aan hare beraadslaging mochten worden voorgelegd. 11. Sire! de bevordering der belangen van ons dier baar vaderland zal steeds ons aller doel zijn; moge op onze pogingen daartoe Gods onmisbare zegen rusten. Bij de beraadslaging over de algemeene strekking van bet ontwerp adres van antwoord op de troonrede ver klaart de heer Fransen van de Putte zijne bezwaren over de te algemeene -strekking van het adres bij de onderdeelen te zullen mededeeleu. De commissie van redactie wijst op het aangenomen gebruik om slechts een eenvoudigen weerklank op de troonrede te geven. Bij de behandeling van de zesde paragraaf stelt de heer Messchert van Vollenhoven een amendement voor, strekkende om aan het slot van die paragraat den wensch uit te drukken, dat het niet moge blijven bij voorberei ding der aanvulling en verbetering van sommige takken van onderwijs, maar spoedig daaromtrent voorstellen mogen wurden tegemoetgezien. Spreker wijst op het groote gewicht eener regeling van het hooger onderwijs, vooral met het oog op de ia den laatstea tijd verleende dispensatiën van examens. De commissie acht een aandrang in dit adres niet in overeenstemming met de algemeene strekking van het adres. Nadat do heer Cremers juist wel dien aandrang wil gebezigd zien, wordt het amendement verworpen met 17 tegen 13 stemmen. De heer Fransen van de Putte verlangt bij de negende paragraaf meerder liclit van de regeering omtrent 'a lands financiën en den toestand van Indië. Do minister van financiën verwijst naar de eerstdaags in te dienen staatsbegrooting en het dan te geven overzicht van den toestand der geldmiddelen, llij meent, dat de troonrede duidelijk doet uitkomen dat wetten gereed zijn tot verbetering onzer inkoinsteu en tevens strekkende tot hervorming van ons belastingstelsel. Het adres van antwoord wordt met eenparige stemmen goedgekeurd. Op voorstel des voorzitters wordt besloten om het aanhangig gebleven wetsoutwerp betreffende den afstand van de kust van Guinea voorloopig niet naar de afdeeliugen te verzenden. Daarna is de vergadering op reces gescheiden. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 21 September. De beer Dullert, benoemd tot voorzitter der kamer, aan vaardt het praesidiuin met de volgende rede: „Mijne heeren Opnieuw is mij de onderscheiding te beurt gevallen van op uwe voordracht door den koning tot voorzitter van deze aanzienlijke vergadering benoemd te worden. Ik Btel dit op den hoogsten prijs en het is eene be hoefte voor mijn hart u daarvoor den meest oprechten dank te betuigen. De moeilijkheden aan het voorzitterschap verbonden zijn mij bekèud en worden do >r mij niet licht gesch it. Ik zal trachten door inspanning van alle krachten mijn plicht te doen, maar tevens doe ik met aandrang bij ver nieuwing- een beroep op uwe medewerking en hulp; zonder deze toch zoude ik tekortschieten en de taak mij te zwaar zijn. Bekende omstandighedeu oefenden ten vorigen jare een storenden invloed uit op onze werkzaamheden, en weinig kwam op wetgevend gebied tot stand. Veel blijft dan ook nog te verrichten en de toezeggingen in de rede waarmede Zijne Majesteit de koning deze zitting opende doen verwachten, dat ons gewichtig werk zal worden voorgelegd. Laat ons trachten den wensch te bevredigen van het volk, dat van onze werkzaamheden vruchten verlangt te zien, en er naar streven om nuttige zaken tot stand te brengen. Is daartoe noodig verandering te brengen in onze wijze van werken, wij zullen daartoe gewis bereid gevonden worden. Wanneer wij met ijver onze taak aanvaarden, bij ons werk steeds voor oogen hebben het waarachtig belang van vaderland eu koning en beselfen, dat wij als verte genwoordigers van het Nederlandsche volk geroepen zijn de belangen van allen te bevorderen, dan kan veel gedaan worden en deze zitting nuttig zijn voor het land. Ik verklaar het voorzitterschap van de tweede kamer der staten-generaal te aanvaarden." Ingekomen een bericht van den heer Hasselman, dat hij zijn ontslag neemt als lid der kamer. Ingekomen wetsontwerpen wegens de begrooting voor de staatsspoorwegen, dienst 1872, den arbeid der ge vangenen over 1872 en de wering van besmettelijke ziekten. De indiening der staatsbegrooting voor 1872 wordt bepaald op Zaterdag te 3 uren. Verschillende regeeringsstukken worden gesteld in banden van commissicn. Na de trekking der afdeelingen worden door deze be noemd tot voorzitters de heeren Begram, Jonckbloet, van Foreest, Storm en Cremers,tot ondervoorzitters de heeren van Akerlaken, Kappeyne, Heemskerk Az., Westerhoffen Dumbar; tot lid der commissie voor de petitiën de hee ren Bergsma,- Gratama, Pyls, Sandberg en de Jong, tot leien der commissie voor het ontwerpen van een adres van antwoord op do troonrede, de heeren van Akerlaken, Kappeyne, van Foreest, Kops en van Delden. Algemeen overzicht. De officicele berichten betreffende den stand der onderhandelingen tusscben Thiers en von Arnim, welke met zoo gespannen verwachting tegemoetgezien worden, blijven nog steeds uit. Des te meer kan men daarover lezen in de verschillende Duitsche en Fransche dagbla den en in de corre3pondentiën uit Parijs. Do tegenstrij digheid dezer verklaringen is heden nog grooter dan gisteren, en met zekerheid valt het onmogelijk te bepa len welke beschouwing de jniste is. De Duitsche biaden hebben zich over het algemeen met het denkbeeld verzoend, hetwelk aan de ontwerp overeenkomst ten grondslag ligt, doch kunnen niet be rusten in de wijzigingen, die de nationale vergadering in de voordracht van den heer de Rémusat bracht. Het oorspronkelijk voorstel stelt den invoer van Fransche artikelen ten behoeve van de nijverheid inden Elzas en Lotharingen vrij, voor denzelfden tijd en op dezelfde voorwaarden als voor den invoer der fabrikaten uit den Elzas in Fiankrijk vastgesteld is. De nationale vergadering wijzigde deze reciprociteit,'en nam den vrijen invoer van Fransche artikelen in de nieuwe provincie aan naar den maatstaf van het lokaal gebruik. Zeer terecht maakt men in Duitschland zich bevreesd voor de gevolgen dezer schijnbaar geringe wijziging. Wan neer toch de nieuwe provincie den lcn Januari 1872 in liet tolverbond opgenomen wordt, dan zal de Fransche invoer noodzakelij k zich niet tot den Elzas en Lotharingen beperken, doch zich over het geheele tolverbond uit breiden. De onwettige vrije invoer voor Frankrijk in Duitschland zou des te gemakkelijker kunnen ontstaan, omdat alle contiole van Duitsche zijde bijna onmogelijk is. Het is zeer gemakkelijk na te gaan hóéveel inge voerde ruwe stoffeuhulpmiddelenenz. de industrie eener provincie verbruikt, doch moeilijk kunnen de Duitsche autoriteiten er voor waken, dat de invoer niet hooger opgevoerd wordt dan de algemeene consumtie. De conclusie, waartoe de Duitsche organen komen, is vrij algemeen deze, „rlat wanneer Thiers niet op eigen verantwoordelijkheid de beslissing der nationale verga dering in overeenstemming kan brengen met de oor spronkelijke tekst, Frankrijk het zijner eigene vertegen woordiging te danken zal hebben, dat de Duitsche bezetting op dezelfde sterkte gehouden wordt eu dezelfde belangrijke sommen voor onderhoudskosten b! ij ft eischen." En desniettegenstaande is de publieke opinie iu Frankrijk nog steeds van goeden moed vervuld, en zien de meeste dagbladen het totstandkomen der overeen- konst reeds in de naaste toekomst. Een telegram uit Versa.lies van gisteren levert een bewijs te meer voor Let goed vertrouwen der Fransehen en deelt mede dat lechis de vaststelling van eenige weinig beteekenende

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2