treffende den financieelen toestand van Frankrijk, i
waaruit o. a. het volgende blijkt.
De uitgaven voor 1870, zooals die bij de behandeling
der begrooting in 1869 zijn aangenomen, beliepen
1,812 raillioen franken; de oorlog heelt dat cijfer met
1,563 millioen vermeerderd, zoodat het totaal beloopt
3,375 millioen. Om deze zeer groote som te dekken
had men de middelen bij de begrooting aangewezen,
1,815 millioen, die echter door de omstandigheden tot
1,530 millioen waren verminderd, doch waarbij weder
moet worden gevoegd de opbrengst van leeningen en
andere inkomsten tot. een bedrag van 1200 millioen, zoo
dat de gezamenlijke inkomsten bedroegen 2,730 millioen.
De uitgaven beliepen 3,375 millioen; het tekort dus
645 millioen.
De uitgaven over 1871 zouden, zooals zij bij debegroo-
ling waren voorgesteld, 1,852 millioen bedragen, doch
door eenige bezuiniging werd het tot 1,771 millioen
verminderd. Een reeks nieuwe uitgaven heeft echter
het totaal tot 2,648 opgevoerd. Tot dekking van die
uitgaven kon men slechts over 1,662 miilioen inkomsten
beschikken, want bet oorspronkelijke budget, vastgesteld
op 1,881 millioen aan inkomsten, onderging eene vermin
dering door den ooi log van 400 millioen, die echter door
nieuwe belastingen tot een bedrag van 120 millioen en
eenige andere inkomsten weder gedeeltelijk werd aange
vuld. Er was dus over 1871 een tekort van 986 millioen
hetwelk met dat van 1870, ad 645 millioen,, een te
kort" oplevert van 1,631 millioen. Het vredestractaat
heeft daarenboven aan Frankrijk de betaling van 2 mil-
liarden, als eerste gedeelte van de vergoeding voor oor
logskosten, opgelegd, zoodat men tot het totaal van 3,631
millioen komt.
Om deze som te dekken kan men beschikken 1° over
dc voorschotten der bank ad 1,330 millioen; 2° over de
opbrengst van de aan Pruisen verkochte spoorwegen
325 millioen, 3° de opbrengst van eene leening ad 2
milliard en4° over eene leening bij de bank van Frank
rijk groot 400 millioen. Het totaal der inkomsten be
draagt dus 3,855 millioen; er is noodig 3,631 millioen
men heeft dus 224 millioen meer dan de behoefte, die
door het vervallen van toegestane kredieten met 12 mil
lioen waarmede het tekort voor 1870 moet worden
verminderd moeten worden vermeerderd, zoodat het
totaal van het overschot 236 millioen bedraagt.
De inkomsten overtreffen dus de uitgaven over 1871
meteen bedrag van 236 millioen die voor den dienst van
1872 kunnen worden gebruikt, doch in het eerste
gedeelte van het rapport zijn niet in rekening gebracht
de uitgaven veroorzaakt door den opstand van Parijs.
Het tweede gedeelte van het rapport behandelt de
financiën van 1870 afzonderlijk. Het tekort voor dat jaar
is betaald door de bank en als men rekent dat de eerste
storting van deDuitschers ad 125 millioen ook doorliaar
is betaald, dan geeft zij, voor den dienst van 1871, 772
millioen.
Nadat alles zorgvuldig is onderzocht en vereffend be
dragen de uitgaven over 187 L in het geheel 3,197, en
wel 1.131 millioen voor bet ministerie van financiën,
waaronder 698 millioen voor schulden en 1,205 voor liet
ministerie van oorlog. Terwille van de duidelijkheid
zijn de gewone enbu itengewone inkomsten en uitgaven
niet gesplitst. Tegenover die uitgaven van 3,197 millioen
kan men slechts 3,150 millioen aan inkomsten stellen
nl. 1,642 millioeu opbrengsten van belastingen en 1,508
mililioen aan andere inkomsten, waaronder 772 millioen
van de bank, 450 millioen overschot van de zuivere
opbrengst der leening van 2 milliarden en 224 millioen
uit de opbrengst der leening afgezonderd tot dekking
der kosten van de leening. Het overschot van 450 mil
lioen is een gevolg van de overname door de Duitschers
van de spoorwegen, tot een bedrag van 325 millioen, en
de betaling door de bank aan de Duitschers van
125 millioen.
Om dus de uitgaven van 3,197 millioen te kunnen
dekken, ontbreken nog 47 millioen op de 3,150 raillioen
inkomsten waarover kan worden beschikt. Men hoopt
die 47 millioen te verkrijgen door vermindering van de
kosten der leening, indien dat eenigszins mogelijk is.
Dit tekort is overigens nog voor vermeerdering vatbaar
docr het ontstaan van buitengewone uitgaven of door
dat de inkomsten beneden de raming blijvenmaar ook
voor vermindering als de inkomsten de raming mochten
overtreffen of door het vervallen van kredieten.
De toestand dien dit rapport blootlegt is niet zoo bui
tengewoon als men zou hebben verwacht. Evenwel moet
men niet vergeten, dat de Fransche schuld in 1872 een
cijfer van 723 millioen aan rente zal hebben bereikt.
Het oorspronkelijk budget voor 1871 gaf slechts een
totaal van 363 millioen aan rente op, zoodat in een jaar
de schuld is verdubbeld. In 1830 bedroeg de rente
164 millioen, zij is tot 1848 met 12 millioeu vermeerderd
van 1848 tot 1862 met 54 millioen en eindelijk van 1852
tot 1871 met 103 millioen.
Het bedrag van de jaarlijkscbe begrootingen is nog
sterker toegenomen. Die van 1830 beliep 981, die van
1848 1,446, die van 1851 1,434 en die van 1870 1,852
millioen. De begrooting voor 1872 zal waarschijnlijk
2,500 millioen bedragen. De heer de la Bouillerie toont
verder aan, dat de budgetten in de eerste jaren na 1872
met 650 millioen zullen moeten worden verhoogd.
„Welke ook onze toestand zij zoo spreekt hij ten
slotte laat ons met vertrouwen de toekomst tegemoet
gaan. Laten wij, na de zware beproevingen die wij heb
ben ondergaan, denken aan het gezegde, dat goede
financiën een gevolg zijn van een goede politiek, en
laat de herinnering aan onze ongelukken strekken om
met kracht aan ons herstel te arbeiden.
Uit Frankrijk.
Le Bien public deelt de volgende cijfers mede omtrent
de kampen die in Frankrijk worden gevormd. Dat ten
zuiden van Parijs zal bevatten 100,000 tot 120,000 man.
Datte.Bourges zal 150,000 man tellen en aldaar zullen
groote manoeuvres met artillerie plaats hebben. In het
kamp in de omstreken van Rennes zullen ongeveer
40,000 manschappen worden vereenigd, waarvan 1I3 zal
bestaan uit artillerie, die oefeningen met het kanon zullen
houden. Eindelijk zal een vierde kamp in de vlakte bij
Toulouse met 30,000 of 40,000 man worden aangelegd
die grootendeels zullen bestaan uit rekruten uit het
zuiden van Frankrijk, van de lichtingen van 1870 en
1871. Het aantal manschappen, dat thans nog ter beschik
king van het ministerie van oorlog is, wordt geschat op
70",G00.
Men verzekert, dat de prefecten der voornaamste
arrondissementen achtereenvolgens bij Thiers zullen
worden ontboden.
Een paar dagen geleden verzocht een lid van de
linkerzijde der nationale vergadering aan Thiers, om
de opheffing van den staat van beleg van Parijs.„Heb
ik daartoe wel het recht," vroeg Thiers. „A.ls hoofd
van den staat hebt gij zelfs het recht van gratie, en ge
kent toch het spreekwoord wel: „„Die het meerdere
heeft, bezit ook het mindere.'' „Dat spreekwoord gaat
niet op. En het bewijs is, dat ik zeventig jaren ben en
tot mijn groote spijt niet jonger kan zijn."
De directeur van den oosterspoorweg is in het
Duitsch hoofdkwartier ontboden, om met den staf te
onderhandelen over het aantal treinen tot vervoer der
bezettingstroepen. Volgens le Peuple sonverain zal voor
het vervoer van ieder man tot aan de grenzen 24 fran
ken worden betaald. Iedere trein zal 1000 manschappen
transporteeren en dus 24,000 franken kosten.
De registers van de akten van den burgerlijken
stand, die op het paleis van justitie te Parijs werden
bewaard, hebben niet zooveel geleden als men aanvan
kelijk meende. De meeste registers zijn slechts ge
schroeid en gezengd, doch het papier heeft zijne stevig
heid behouden en de ambtenaren aan dien arbeid ge
woon, zijn thans bezig de akten te herstellen, waarvan
slechts een klein gedeelte is verloren gegaan. Deze
arbeid, die veel zorg en moeite eischt, zal wel eenige
leemten laten, doch zeer helpen om den burgerlijken
stand van Parijs weder geheel te herstellen.
Het blad l'Union du Sud-Onest verzekert, dat de
ontwapening van de nationale garde te Lyon en te Mar
seille den 15en September zal beginnen.
Uit Duitschland.
Het, Pruisische gouvernement gaat steeds voort met
verschillende militaire organisaties. Bij besluit van den
keizer is de oprichting van een spoorweg-bataljon bevo
len. Dit bataljon zal 500 man sterk zijndie gekozen
moeten worden uit infanteristen en pioniers in actieven
dienst, en bestemd zijn om dienst te doen bij de veld-
spoorwegen. Het moet terstond ter beschikking van de
bezettingstroepen in Frankrijk worden gesteld en een
school vormen, waaruit geschikte manschappen worden
opgeleid, die in tijd van oorlog kunnen worden gebruikt
bij den aanleg en de exploitatie van veldspoorwegen.
De officieren worden gekozen uit het korps van de
officieren der genie. Na 1° October zulien jonge lieden,
die aan hunne militaire verplichtingen hebben voldaan,
voor machinisten of ingenieurs als vrijwilligers bij het
korps kunnen worden opgenomen.
In verschillende plaatsen in Duitsehland bestaat
het inkomen van de onderwijzers der openbare lagere
scholen uit een zekere hoeveelheid brandhout, die hen
wordt verstrekt. Dit heeft aanleiding gegeven tot de
quaestie of de onderwijzers ook verplicht zijn, dat hout
te gebruiken tot verwarming der schoollokalendaar
sommigen zooveel hout hebben hetwelk zij verlcoopen.
De minister van onderwijs heeft thans, tengevolge van
een uitspraak van het hooge gerechtshof, beslist, dat de
onderwijzers dat hout alleen voor eigen gebruik behoe
ven aan te wenden en daarover vrij kunnen beschikken.
Het grootste gedeelte van de vergoeding van oor
logskosten door Frankrijk is in goud geld betaald. Aan
vankelijk bestond bij de Pruisische regeering het voor
nemen, om dat geld te laten ommuntendoch later
heeft men besloten, om bet op de beurs tegen Pruisisch
geld te verkoopen. Tengevolge van de hooge sommen
die daardoor aan de beurs kwamen werd de koers van
het goud zoo gedrukt, dat bij den verkoop een verlies
van percent werd geleden of op iedere millioen tha-
lers in goud een verlies van 6250 thalers.
Over de bijeenkomst te Salzburg wordt nog mede
gedeeld, dat de Allgemeine Zeitung op den 7cn Septem
ber een telegram ontving, dat des namiddags te vier
uren uit Salzburg was verzonden, waarin werd gemeld,
dat de keizer van des morgens 5 uren onophoudelijk met
zijn bureau had gewerkt. Het personeel van het keizer
lijk bureau had gedurende al dien tijd geen rust kunnen
nemen. Von Bismarck bad van 10—11 uren eene con
ferentie gehad met Andrassy en van 11l uur met
von Beust in het hotel Zum Ertzherzog Karl.
Verscheidene personen, die gelijktijdig met keizer
Wilhelm in Gastein waren, hebben opgemerkt dat de
minister van eeredienst von Miihler die met zijn gezin
eveneens aldaar vertoefde, door den keizer en von Bis
marck met weinig onderscheiding werd bejegend; zij
willen daarin een bewijs zien voor een aanstaande wijzi
ging- van liet ministerie van eeredienst, waartoe echter
nog weinig gronden zijn.
llanödsbmdjtra.
Graanmarkten enz.
St. Nicola as 14 September. Tarwe fr. 32.90; rogge
fr. 17.20; boekweit fr. 17.80; haver fr. 8.00gerst
fr. 14.70; boonen fr. 19.20; lijnzaad fr. 23.40.
Middelburg 14 September. Puike jarige Walclier.
sche tarwe tot 14.25 betaald. Zeeuwsche dito 13.25 a
f 13.50 geplaatst. Nieuwe Zeeuwsche tarwe tot 14
verkocht. Nieuwe puike zaairogge bracht 9 50 op, ge
wone soorten 9.25. Jarige wintergerst verliet men van
den zolder tot f 7.75. Nieuwe wintergerst bracht/" 7 50
op. Nieuwe Walchersche zomergerst is gaarne van
6.15 tot 6.25 betaald. Nieuwe Walchersche paarden-
boonen tot f 8 gekocht. Dito groene erwten op de kook
tot f 9.50 betaald. Dito zomerzaad tot 15 a 15.25 ge
kocht. Raapolie f 47.00. Patentolie 49.00. Lijnolie
38.25 per vat op zes weken, a contant 1 lager. Harde
raapkoeken 110 per 1040 stuks. Harde lijnkoeken
13.50 per 104 stuks. Zachte dito 15 per 104 stuks.
gemiddelde marktprijzen
Middelprijzen van bakbare tarwe 13.10 en rogge
f 9.00. Nieuwe Aardappelen f 2.40 a ƒ3.00 per hektoli-
ter. Versche boter 1.35 a 1.45 per kilogram.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 14 September 1871.
Nederland.*Certific. Werkelijke schuld. 2} pet. 53TV
*dito dito dito 3 63
*dito dito dito 4 84^
♦Aand. Handelmaatschappij 41
dito exploitatie Ned. staatssp. 113
België. ♦Certificaten bij Rothschild 21 57 &-
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 96/^
♦Certific. adm. Hamburg 5 671
♦dito Hope O. 1855, 6e serie 5 801
•Oert. f 1000 1864 5 941
♦dito 1000 1866 5 r 94J
♦Loten 1866 5
♦Oblig. Hope&Co.Leening 1860 41 85}
♦Certific. dito4 68
*Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4 68}
♦Obligatiën 1867 4 70}
♦Obl. 1869 4 70}
♦Certificaten 6
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 218-1
♦Oblig. dito 4
♦dito dito 4J
Obl. spoorweg Poti-Tiflis 5 88
dito dito Jelez Orel 5 87}
dito dito Charkow Azow. 5 87
Polen. *Schatkistobïigatiën5 68}
Pruisen. ♦Obligatiën 4
Oostenrijk. *Oblig.metall. in zilver Jan.Juli 5 «57}
♦dito dito April/Oct. 5 56}-
♦dito in papier Mei/Nov. 5 481
♦dito dito Febr./Aug. 5 48,'}
Italië. Leening 18615 55
•Certific. bij Lamaison c. s.5