öuitcnlnnD. ƒ25, mede in eenzame opsluiting te ondergaan, benevens in de kosten van het rechtsgeding. Op het door den veroordeelde en den officier van justitie ingesteld hooger beroep, heeft het hof boven gemeld vonnis vernietigd voor zoo veel de beklaagde is schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van kwetsuren aan een bedienend beambte in functie, en bij het vonnis verzachtende omstandigheden zijn aangenomen, en ook wat de opgelegde straf betreft; en den geïntimeerde en mede-appellant, met instandhouding overigens van genoemd vonnis, schuldig verklaard aan verwonding door onvoorzichtigheid, en hem bij verstek veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 2 maanden, in eenzame opsluiting te ondergaanen tot het betalen van zes geld boeten, elk van ƒ8, en éene van 25, met subsidiaire gevangenisstraf van éen dag voor iedere boete van ƒ8, en van 2 dagen voor de boete van ƒ25, mede in eenzame opsluiting te ondergaan alsmede in de kosten der pro cedure, in beide instantiën gevallen. Gemengde berichten. De knecht van den landbouwer J. Rottier onder 's Heer-Arendskerkedie, zooals wij in ons nommer van Dinsdag der vorige week meldden, van een wagen ge vallen en deerlijk gehavend was, is aan de gevolgen van dien val overleden. Sedert de straatvuilnis te's Gravenhage van ge meentewege wordt verzameld en op verbeterde wijze bereid, vindt ze gretige koopers als mest tegen 2 per scbeepston, terwijl vroeger niet meer dan f 1 kon ge maakt worden. Het blijkt dus dat de landbouwers in Zuid- en Noord Holland en Gelderland even goed als die iu Groningen en Drenthe, goede mestspeciën weten te waardeeren, in de overtuiging dat een doelmatige bemes ting de spil is waarom de landbouw draait. Het is dan ook te verwachten, wanneer overeenkomstig het voorstel van den directeur der openbare reiniging te 's Graven hage een doelmatig ingerichte mestverzamelplaats wordt aangelegd, zoodat steeds krachtig vruchtbaar makende mest kan worden verkregen, de landbouw zich meer en meer van die gelegenheid zal bedienen, en de prijs in evenredigheid met de vraag klimmen. {Set Faderl.) Te St. Nazaire is met de mailboot uit de Antillen het volgend bericht aangaande den orkaan op 21 Augus tus te St. Thomas ontvangen: „Drie schepeu zijn op strand geworpeneen Engelsche driemaster is gezonken in de mond van de baaidoch de opvarenden zijn gered. De pakketboot heeft de baai nog kunnen verlaten. De pakketboot Sonora is gestrand, doch heeft niet veel schade bekomen. Een vierde gedeelte van de stad het oostelijk deel, is volkomen vernield. De roomsche kerk en bet hospitaal zijn puinhoopen. Dertig lijken zijn uit de puinhoopen opgegraven, en men zet de opgravingen voort. De materieele verliezen zijn onberekenbaar groot. Te Porto-Rico hebben ook hevige stormen geheerscht maar de verliezen zijn daar niet groot." Uit een particulieren brief uit Zaandam deelt Het Vaderland nog het volgende mede: „Oordeelende naar de gegevens, die mij ten dienste staan zou ik geneigd zijn, alle schuld, of ten minste de meeste schuld te wer pen op den lnitenaut der huzaren. Vooreeist moet die op eigen autoriteit met zijn manschappen naar bet sta tionsplein bij de aankomst van den pleiziertreiu gegaan zijn; ten tweede waren de huzaren, naaf men zegt, voor een groot deel verre van nuchteren; ten derde had nie mand den luitenant verzocht een charge op de menigte uit te voeren; ten vierde had de commissaris van politie hem integendeel gevraagd, met zachtheid te werkte wil len gaan; en eindelijk is de charge met zulk een dronken- mansdolheid ten uitvoer gebracht, dat er sabelhouwen op huizen en schuren gegeven zijn en dat men zelfs op particuliere gronden en in tuinen met paard en al is overgesprongen. Een van de stationsbedienden heeft zelfs eeu sabelhouw gekregenterwijl hij toch op dat oogenblik zich daar bevond, waar zijn plicht hem riep in de uitoefening van zijn functiën." Zaterdag is in den Haagschen schouwburg hulde gebracht aan de nagedachtenis van Auber, nu, de eerste maal na zijnen dood, zijn meesterstuk La Muette de Portici werd opgevoerd. Zijn borstbeeld was op het tooneel geplaatst en werd bekroond, terwijl de directeur eenige toepasselijke dichtregelen uitsprak, waarna artisten en koorzangers het gebed uit het 3C bedrijf van genoemde opera aanhieven. Nadat jl. Zaterdag avond aan de hoofdwacht te Utrecht een gevangen militair was opgebracht, verza melde zich een groote hoop volks vóór dit gebouw; de militairen die de wacht hadden, wilden hen verwijderen, hetgeen niet gelukte vóórdat de soldaten met het geweer hen terug hadden gedrongen; aan de gematigd heid van de militairen was het alleen te dankendat men niet tot erger overging. {Utr. dagblad.) Van het kosthuis n°. 1, Korte Leidsche dwars straat te Amsterdam, is als volgt gebruik gemaakt: In de maand Juni: ontbijt 231, middagmaal 2844, avondeten 442, logement 841 personen in Juli: ontbijt 256, middagmaal 2560, avondeten 363, logement 855 personen; in Augustus: ontbijt 121, middagmaal 2522, avondeten 288, logement 852 personen. Van het kosthuis n<>. 2 op Rapenburg aldaar in de maand Juni: ontbijt 273, middagmaal 2871, avondeten 369, logement 842 personen; in Juli: ontbijt 177, mid dagmaal 2779, avondeten 303,logement 857 personen; in Augustus: ontbijt 220, middagmaal 2706, avondeten 335, logement 820 personen. De violoncellist Ernest-Abby is van zijn kunstreis door Amerika, waar hij veel succes gehad heeft, te Am sterdam téruggekomen. De Vesuvius spuwt thans weder vuur en biedt iederen avond een hoogst indrukwekkend schouw spel aan. Tal van vreemdelingen, die zich te Napels ophouden, begeven zich dagelijks naar het observato rium, van waar zij den lavastroom vau den krater tot den voet van den berg kunnen zien vloeien eu de opeenhooping dezar stof, hetwelk met vreeselijk geweld gepaard gaat. Het Vaderland deelt omtrent het ongeluk in de kolenmijn te Wigan narler het volgende mede: „Het ongeluk in de kolenmijn te Wigan, dat Woens dag voormiddags te elf nreu plaats had, viel voor in de mijn, die bekend was als het meest volledig voorzien van alle mogelijke maatregelen van voorzorg tegen ontplof- fiug en brandgevaar en waar men geeu kosten ontzag om bet leven der mijnwerkers te beschermen. De mijn put waar het ongeval in plaats vond, was sedert éenige jaren in bewerking en'werd op twee diepten bewerkt; de eerste galerij lag ougeveer 400 meters onderden bega- nen grond, terwijl de tweede nog een 90tal meters die per lag. Twee mijnwerkers bevonden zich juist in den bak, waarmede zij door de schacht zouden afdalen om zich naar hun kameraden te begeven, toeuplotseliugeen slag als eeu kanonschot zich in de schacht deed hooren en een geduchte uitbarsting van roet en rook volgde, alsof een vuurspuwende berg zijn uitbrakingen begon. Van de beide mijnwerkers uit don bak voud men slechts een hunner petten terug. Ook in de andere schacht der mijn volgde een minder hevige ontploffing, die echter ook daar, evènals b'j de andere, de stolling uit elkander sloeg, terwijl de man die aan het windas voor den kolen bak stoud, als door een wonder ongedeeld bleet. De uit barsting werd ver iu don omtrek gehoord en terstond snelden een groot aantal ingenieurs en arbeiders van de omliggende mijnen aan, die onmiddellijk pogingen tot redding derin de mijn aanwezige werklieden iu 't werk stelden. Zoodra de windassen en bakken hersteld waren, daalden eenige persouen tnet alle voorzichtigheid in de mijn af en brachten, onder algemecue vreugde, een vijf- tai arbeiders uit de benedenste galerij op, die ongedeerd waren eu mededeeldeu dat het gedeelte der mijn waarin zij werkzaam waren, in orde was, eu de ontploffing in de bovenste galerij had plaats gehad. Den gauscben dag duurde thans zoowel liet ophalen der mijnwerkers uit de onderste galerij als het onderzoek naar het lot der man nen, die in de bovenste werkzaam waren, voort. Daar het bout van de kokers in brand was geraakt en nog steeds smeulde en een benauwde damp de schacht vervulde, was het werk moeilijk, gevaarlijk en ging langzaam voort. Tegen den avond had men een volledig overzicht van de uitgebreidheid der ramp; 69 mijnwer kers waren gedood, waarvan éen nog levend opgehaald was, doch een uur later stierf.Eenige werklieden werden nog levend gered Het bleek dut, waarschijnlijk ten ge volge van ontploffing van het mijngas, de steenkolen in de mijn in brand waren geraakt: men deed pogingen tot blussching, doch de brand breidde zich uit en toen zich herhaalde ontploffingen ïti de schacht deden hooren, werd besloten den put te verlaten en de opening der schacht werd toegemétseld." Th^rmoïïjeterstaïifl. 11 Sept. 'sav. 11 u. 65 gr. 12 'smorg.7 u.62gr.'srnidd.Iu. 73gr.'sav. 6 u.67gr. Algemeen overzicht. Gisteren verwachtte men, dat de commissie van de nationale vergadering te Versailles, belast met het onderzoek van het voorstelTarget, betreffende het reces der vergadering, haar rapport zou overleggen, dat waarschijnlijk spoedig iu behandeling zou worden geno men. De quaestie van het reces houdt thans dc gemoederen het meest bezig, vooral omdat, als het voorstel daartoe wordt aangenomen, een permanente commissie moet wor den benoemd, wat weder eene aanleiding voor de ver schillende partijen zal zijn om hare krachten te beproe ven. Reeds worden lijsten samengesteld van leden die men gaarne in die commissie zag plaats nemen. De vergadering gaat steeds voort met de behandeling derfinancieele wetsontwerpen die door den minister van financiën worden voorgesteld, en juist deze maken eene scheiding oj^ dit oogenblik bezwaarlijk, omdat de rege ling van den dienst afhangt van de al of nietaanncraing van die voorstellen. Toen dan ook het voorstelTarget werd ingediend verzocht de minister van financiën aan de kamer dat zij niet zou uiteengaan voordat de noodza kelijke belastingwetten waren afgehandeld. Thiers heelt echter eea middel weten te vinden, om het verlangen der vergadering naar eenigen tijd rust, te kunnen vereenigen met de eiscben van den dienst door den heer Pouyer Quertier voorgestaan. Hij heeffn.l.aan de commissie van het budget voorgesteld, om tijdelijk de belastingen met een tiende te verhoogen en de behan deling der fïnancieele wetten voorloopig uit te stellen. De commissie kon zich echter met dat voorstel niet ver eenigen en de regeeriug besloot toen het rechtstreeks in de vergadering te brengen. Zaterdag, na de behande ling van het wetsvoorstel op het vervoer der dagbladen, diende de minister Pouyer Quertier het voorstel inom tot den len Januari 1872 alle directe eu indirecte belas tingen met een tiende te verhoogen indien voor dien tijd de wetten die in de meerdere behoeften moeten voorzien niet zijn aangenomen. Dit geheel onverwachte voorstel verwekte algemeene sensatie, zoodat nog met geen mogelijkheid z'jn lot is tc berekenen. De meerder heid toonde zich niet zeer gunstig voor het voorstel gestemd en vooral schijnt de rechterzijde er hevig tegen te zijn, omdat het zoowel den grondeigendom als het verbruik en de weelde treft. Daar de vergadering na hare scheiding waarschijnlijk niet voor het begin van December weder bijeen zal komenvreest men, dat vóór 1 Januari niet alle wets voorstellen zullen behandeld zijn en dat de voorloopige verhooging met een tiende nog wel eenigen tijd zal moeten worden verlengd. Wil men echter naar huis gaan, dau zal men wel met de regeering dienen te transigeeren. De taak van de commissie over het voorstel—Target is echter door het nieuw wetsvoorstel vau den minister van financiën veel verlicht, daar zij nu geen maatrege len behoeft voor te stellen ter voorziening in den dienst van den minister van financiën. Het bericht dat von Bismarck den keizer van Dnitscli- land naar Hohenschwangau zou vergezellen blijkt onwaar te zyn. De rijkskanselier van Duitschland is zooals nu wordt gemeld met zijn Oostenrijksciien collega, von Beust, naar de badplaats Reichenliall ver trokken, om daar een week de baden te gebruiken. De familie vau von Bismarck was reeds daar. De heide diplomaten zullen dus nog eenigen tijd te zamen blijven, en hun omgang te Reichenhall zal wellicht voor de Europeesche aangelegenheden van veel meer belang zijn dan die broederlijke oötmoetingen en omhelzingen van de „allergenadigste grootmachtigste keizers, koningen en heeren." Zoo ingenomen als de Dnitsche en Oostenvijksehe bladen zijn met die ontmoetingen zoo verstoord zijn zij over den uitslag der Oostenrijkscho verkiezingen, en zij beginnen zich reeds nu te ergeren over de taal der Czechische bladen, die reeds van een nieuwe aera durven spreken, welke voor de Czechen zou zijn aangebroken, en „die zooals de Neue freie Presse zegt er aan deuken om de Duitsehers hun vuist te laten gevoolen." De Czechen denken wat de oppositie der Duitsch libe ralen betreft eenvoudig tot de orde van den dag over te gaan. „Nu zij zullen spoedig anders ingelicht worden," zegt de Neue freie Presse. De toorn van dat blad stijgt echter ten top als het Czechische blad Narodni Listy durft schrijven: „Zoodra het Boheemsche staatsrecht, welks voornaamste artikel is de vereeniging van allo landen van de Wenzelsche kroon tot een geheeldoor den keizer openlijk is afgekondigd, zal in Oostenrijk een gelijke eenheid en kracht zijn tot stand gekomen als in Duitschland is gesticht, door de verheffing van den koning van Pruisen tot keizer van Duitschland." De N'eue freie Presse zegt: „Dat is meer dau domheid, dat is onverantwoordelijk, en dat wil dan "nog wel den staat helpen redden Nadat de plaats van groot-vizier bij de Turkscbe regeering weder was bezet door de benoeming van Mahmoud pacha, ontstond eene vacature iu het ministerie door het overlijden van Mehemed Ilibrisli pacha, die, als minister van oorlog, zal worden opgevol i

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2