het besprokene, om in de commissiën waarvan hij voor- zitter is, in zijne plaats den burgemeester te benoemen. De commissiën worden daarna als volgt aangevuld: a in de commissie voor de strafverordeningenher benoemd als lid de heer J. G. Hector met 12 stemmen; b in de commissie voor de belastingen: tot voorzitter de heer Winkelman (burgemeester) met 11 stemmen, tot lid de heer de Kruijff mét 8 stemmen; c in de commissie voor de financiëntot voorzitter de heer Winkelman met 10 stemmen, tot lid de heer de Kruijff met 8 stemmen d in de commissie voor de fabricage nadat door de vergadering een voorstel van den voorzitter om deze aanvulliLg tot de volgende zitting uit te stellen met 10 tegen 2 stemmen verworpen was tot leden de heeren de Kruijff met 11 en Laernoes met 9 stemmen. Vooraf had eenige discussie plaats over de vraag of de heer Laernoes, herbenoemd en toegelatendoch nog niet beëedigd als lid van den raad, benoembaar was, hetgeen in toestemmenden zin werd beslist; e in de commissie voor de gasfabriek: tot leden de heeren de Kruijff met 10 stemmen en Laernoes met het lot, nadat bij derde stemming de stemmen tusscben de heeren Laernoes en Verkuyl Quakkelaar gestaakt hadden. in de commissie voor den hootdelijken omslagtot lid de heer de Kruijff met 10 stemmen. Tot ambtenaren van den burgelijken stand worden de heeren van Uije Pieterse met 13 en J. G. Hector met 12 stemmen herkozen. Daar de gemeenterekening over 1870 bij de commissie van onderzoek tot geen bezwaren aanleiding gegeven heeft, wordt die op voorstel van den voorzitter goedge keurd als volgt: in ontvang f 150,766.06, uitgaaf f 140,628.651, batig saldo f 10,137.401. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten de begrooting voor 1872 te stellen in handen der commissie van onderzoek, om in een volgende vergadering behan deld te worden. De zitting wordt met gesloten deuren voortgezet. Na de heropening worden in behandeling genomen de voorgestelde wijzigingen in de verordening op het beheer van en de deelneming aan het fonds van de Zeemans- en visschersbeurs. Naar aanleiding van een ingekomen verzoek tot onder steuning uit bet fonds ten behoeve van iemand die geen deelhebber aan het fonds is, wordt, in overeenstemming met het advies van burgemeester en wethouders en van de commissie ad hoebeslist dat niemand subsidiën uit het fonds kan genieten tenzij hij daaraan gecontribueerd heeft. Voorts is door het bestuur van het fonds bezwaar ge maakt tegen de bepaling van art. 16 van het reglement, waar de uitkeering wordt vastgesteld pro rato van de gage of het traktement, volgens welke het laatst gecon tribueerd is. De voorzitter licht dit punt nader t,oe en wijst er op dat nu iemand die bijv. 20jaren tegen 500 en 2 jaren ad 1200 gecontribueerd heeft, recht zou hebben op eene uitkeering van 22/60 van f 1200; terwijl omgekeerd iemand die 20 of meer jaren ad 1000 en daarna door onvoorziene omstandigheden later slechts ad f 500 had kunnen bijdragenook slechts 20/60 van 500 ten deel zou vallen. Het advies van burgemeester en wethouders strekt om uit artikel 16 te lichten de woorden -„het laatst" en daaraan toe te voegen de woorden, „de midden som," zoodat de lezing van het artikel zou zijn: „dat aan rechthebbenden wordt uitgekeerd voor ieder jaar dat zij deelgenomen hebben 1/60 van de middensom der gage of het traktement volgens hetwelk gecontribueerd isenz. De commissie ad hoe heeft als haar gevoelen te kennen gegeven dat zij geen wijziging van het artikel noodig oordeelt, welk gevoelen door den heer Kleijnhens wordt verdedigd. Na eenige discussie, waarbij de regeling van het rijks-pensioenfonds en de verhoogde bijdrage bij verhoogiDg van traktement besproken wordt, en de heer J. I. P. Hector opmerkt dat bij de ambtenaren het traktement in den regel accresseerl, hetgeen bij zeeva renden niet het geval is, wordt de voorgestelde wijzi ging van het artikel aangenomen met 11 tegen 3 stemmen. Met 13 stemmen tegen 1 wordt verworpen het voorstel, om tusschen de tweede en derde alinea vaa art. 10 te voegen eeDe bepaling dat bij verhooging van gage of traktement, volgens welke gecontribueerd wordt, ook van die verhooging de inleg, waarover in dat artikel ge handeld wordt, in het fonds moet gestort worden. Verder worden in het rapport der commissie ad hoe de volgende voorstellen gedaan: 1°. Van de voorwaarden bij art. 15 gesteld tot behoud van domiciliën te Vlissin- gen uit te zonderende loodsen die op last hunner autoriteit tijdelijk naar elders worden gedetacheerd. Dit wordt toegelicht door den heer Kleijnhens en met algemeene stemmen aangenomen. 2°. Art. 20, den aanhef, „personen van elders komende," enz. te veranderen in: „Nederlanders of daarmede gelijk gestelde personenenz. Aangenomen met 11 tegen 3 stemmen. 3". Art. 23, bepalende dat eene uitkeering genietende weduwe d'oor hertrouwen haar recht op uitkeering ver liest, aldus te wijzigen, dat alsdan de uitkeering zal overgaan op de wettige kinderen door haar overleden echtgenoote nagelaten; doch bij overlijden van haar tweeden echtgenoot treedt zij weder in baar vorig recht indien de latere echtgenoot geen lid van het fonds is geweest. Aangenomen met algemeene stemmen. De voorzitter spreekt nog ceii woord om de mtening van den raad te vernemen aangaande bet voortdurend toelaten van loodsen en beambten van lichtschepen tot deelneming in het fonds, doch de behandeling wordt aangehouden tot een volgende vergadering.- De zitting wordt daarna gesloten. ©uitenlanü. Algemeen overzicht. Bij de ontvangst van keizer Wilhelm door den keizer van Oostenrijk te Salzburg waren de heeren von Beust en Andrassy in het gevolg van keizer Frans Joseph; de heer von Hohenwart kwam juist aan toen de Duit- sche keizer in aantocht was. Reeds waren de vorsten met hun gevolg in het hotel Zum Erzherzog Karl, waar keizer Wilhem zijn intrek nam, toen, in de bekende kurassiersuniform gekleed, von Bismarck verscheen en door de voor het gebouw verzamelde menigte luide werd toegejuicht. De bijeenkomst schijnt geen aanleiding te zullen geven tot het sluiten van overeenkomsten, het teekenen van tractaten. Men scheen er zich toe te willen bepalen om den politieken en maatschappelijken toestandvan de beide vertegenwoordigde landen en van geheel Europa te bespreken en overeen te komen welke richting in de politiek zal moeten worden gevolgd, welke houding men omtrent sommige binnen- en buitenlandsche aangele genheden zal aannemenwaarbij als men althans do verzekeringen daaromtrent mag gelooven de meest vredelievende bedoelingen op den voorgrond staan. Nadat Europa door de gebeurtenissen van de laatste jaren heeft geleerd hoe weinig waarde men aan tractaten kan hechten en wat overeenkomsten beteekenen tus schen vorsten aangegaan, zal men misschien in de goede gevolgen van de bijeenkomst meer vertrouwen stellen, als werkelijk de berichten omtrent de vredelievende gezindheden der Duitsche en Oostenrijksche regeerin gen bevestigd worden, dan wanneer een verbond was gesloten door een tractaat bezegeld. De Provincial Correspondenz en de Norddeutsche Allgemeine Zeitung, beide officieuse bladenleveren ieder eene beschouwing over de ontmoeting te Salzburg. Zij waarschuwen het publiek voor de onjuiste oordeel vellingen en verkeerde gevolgtrekkingen, die door sommige bladen omtrent die bijeenkomst worden ge maakt en verklaren, dat de geheele gebeurtenis slechts moet worden beschouw als de uitdrukking van de begeerte van beide landen, om de vriendschapsbetrek kingen die tusschen hen bestaan nog inniger te doen worden, teneinde den algemeenen vrede te bewaren. De officieele Salzburger-Zeitung zegt: „Het is aan onze stad vergund, getuige te zijn van de hartelijke ont moeting van tweedoor banden van bloedverwantschap nauw verbonden souvereinen, eene ontmoeting waarin de openbare meening terecht de zichtbare uitdrukking van vriendschappelijke betrekkingen en van een aller gelukkigste overeenstemming begroet. Geheel vrij van alle achterdocht en nevenbedoelingen, kan men deze overeenstemming beschouwen als de natuurlijkste en zekerste waarborg voor de rastniet alleen van de OostenrijkHongaarsche monarchie en het verjongde Duitsche rijk, maar ook van geheel Europa." Uit Weeuen komen berichten in denzelfden geest. Zij verzekeren, dat het eenige doel van de herhaalde ontmoeting der beide keizers is om openlijk te toonen dat keizer Frans Joseph de vriendschappelijke politiek, die zijn ministerie tegenover Duitschland volgt, volko men goedkeurt, terwijl keizer Wilhelm het bewijs wilde leveren, dat het Duitsche keizerrijk het behoud van een eenig en sterk Oostenrijk verlangt. De keizer van Duitschland is gisteren morgen na een hartelijk afscheid Yan zijn Oostenrijkschen collega, naar Beieren vertrokken, waarheen von Bismarck hem zou vergezellen alvorens deze zijne familie gaat bezoeken. Tot rapporteur van de commissie belast met bet on derzoek naar het wetsvoorstel Target, betrekkelijk het reces van de nationale vergadering te Versailles, is de heer Laboulaye benoemd. De commissie stelt voor, dat de vergadering hare werkzaamheden op den 19en Sep tember zal staken en op den 29<=n November weder zal hervatten. Tevens wil zij aan den president der repu bliek het recht verleenen, om tijdens het reces den staat van beleg op te heffen, onder toestemming van de per manente commissie, die tevens Verplicht zou zijn om ge durende de afwezigheid der vergadering het uitvoerend bewind te controleeren. Door de commissie aan wie was opgedragen een voor stel van.den heer Hervé de Saisy te onderzoeken, strek kende tot vervreemding van de kostbaarheden en meubels die het eigendom zijn van de kroon, is rapport uitgebracht. De commissie stelt voor om alleen de kostbaarheden te vervreemden en het voorstel te renvoieeren naar de com missie voor het budget. Bij de behandeling van het „proces van Parijs" zooals Léon Say het voorstel-Ravinel noemde in de zitting van eergisteren, beeft vooral de aandacht getrok ken een rede van Louis Blanc, die het met groote wel sprekendheid bestreed. Hij werd daarin gesteund door den prefect van de Seine, Léon Say, en de heer Vacherot, terwijl het voorstel door de heeren Cézanne, rapporteur der commissie, en de Meaux werd verdedigd. Van de argumenten door Blanc gebezigd, heeft vooral indruk gemaakt zijne voorstelling, dat door Parijs te isoleeren de nationale vergadering zich zelf van Frankrijk zou afzonderen en daardoor den gemeenteraad van Parijs de plaats zou laten innemen, die zij open laat. Niet minder indruk maakte de bewering van Léon Say, dat, wat men ook mocht zeggen, de quaestie in den grond der zaak slechts hierop neer kwam, om te weten of Parijs door het land zou worden veroordeeld en dat zij ook in dien zin door geheel het land zal wor den opgenomen. Door den heer de Pressensé werd een amendement voorgesteld om den bestaandeu toestand te handhaven, n.l. dat de ministers te Versailles zouden verblijf hou den tot zoolang de vergadering over haar eigen verblijf plaats zou hebben beslist, wat zij nu niet kondoen,zon der voorbarig te zijn. De regeering vereenigde zich met het denkbeeld om den tegenwoordigen staat van zaken voorloopig te behouden, en de uitslag der stemming in de zitting van gisteren was, dat met 432 tegen 190 stem men tot handhaving van den bestaandeu toestand werd besloten. De president der nationale vergadering en de mi nisters zullen dus te Versailles blijven, doch de bureaux der ministeries te Parijs, zoodat alles op denzelfden voet blijft als het sedert den val der commune is ingesteld. De communalist Rosse), die een zoo groote rol heeft gespeeld, bij de gevechten door de troepen der commune geleverd, is door den krijgsraad ter dood veroordeeld. Turkije heeft een groot verlies geleden in den dood van zijn groot-vizier Ali pacha, die Woensdag is over leden. Ali pacha heeft een groote rol gespeeld in de poli tieke geschiedenis van Turkije in de laatste jaren, en heeft meermalen bewijzen van groote diplomatieke be kwaamheden gegeven, niet alleen als gezant bij vreemde hoven, maar vooral ook als vertegenwoordiger van zijn land in bijzondere bijeenkomsten te Londen en Parijs, waarbij hij Turkije meermalen belangrijke diensten bewees. De sultan heeft terstond een opvolger voor hem be noemd in den tegenwoordigen minister van marine Fuad pacha. Nog andere wijzigingen in het Turksche kabinet worden als aanstaande beschouwd en als toekomstig mi nister van buitenlandsche zaken genoemd de tegenwoor dige Turksche ambassadeur in Frankrijk, Djemil pacba. Uit Versailles. Nog altijd zijn er geruchten in omloop, omtrent eene wijziging van het ministerie, en door sommigeParijsche dagbladen wordt de volgende lijst van ministers mede gedeeld: Rocher, binnenlandsche zaken; de Broglie, buitenlandsche zaken; Pouyer Quertier, financiën; Batbie, justitie; Cissey, oorlog; Pothuau, marine; Larcy, onderwijs; Lambrecht, handelVictor Lefranc openbare werken. Deze combinatie schijnt te worden verlangd door het rechter-centrum, maar, nu geene verandering in het ministerie is gekomen na de beslis sing over de quaestie van het bestuur, verwacht men, vooreerst geene wijziging van het kabinet. Verscheidene dagbladen verzekeren, dat Thiers zich met zijn gezin naar Aix les Bains zal begeveDals de nationale vergadering hare werkzaamheden staakt, en aldaar een twintigtal dagen zal vertoeven. De president der republiek heeft echter Dinsdag aan verscheidene, afgevaardigden, die hem des avonds bezochten, mede-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2