MIDDELBURGSCHE COURANT. 1871. Donderdag 24 Augustus. Shmculnntr. r 201. REKENIWG. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen maken bekend dat, ter voldoening aan de voorschriften van art. 219 der gemeentewet, de rekening van de inkomsten en uit gaven der gemeente, over het dienstjaar 1870, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd en tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 14e" Augustus 1871. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, WINKELMAN. De Secretaris, P. FORBES WELS. GEMEENTEBESTUUR. De Burgemeester en Wethouders van Vlissingeti Toaken bekend: dat in de raadsvergadering van den 14cn Augustus jl- is benoemd tot lid der commissie voor de fabricage de heer J. P. Laernoes, ter vervanging van den heer A. Scijraver, die voor dat lidmaatschap heeft bedankt. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 14en Augustus 1871. De Burgemeester en Wethouders voornoemd WINKELMAN, De Secretaris, P. FORBES WELS. PERSBNfEEUE BEILASTIIVG. De Burgemeester van Tlissinges!maakt bekend: dat op heden bij hem ontvangen en aan den rijks ontvanger is gezondenhet executoir verklaarde kohier wege-ns de personeele belasting n». 4-, dienstjaar 1871/,2; de daarop voorkomende belastingschuldigen worden "uitgenoodigd, om hunne aanslagen op den bepaalden tijd aan te zuiveren; en herinnert: dat de bezwaarschriften binnen 3 maanden na heden behooren te worden ingediend, terwijl de aangiften ter bekoming van ontheffing, in geval van verhuizing, op grond van art, 27, 2, der personeele wet, moeten wor den gedaan bij den rijks ontvanger, binnen éen maand volgende op die, waarin het perceel i3 ontruimd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 18cn Augustus 1871. De Burgemeester voornoemd WINKELMAN. Middelburg 23 Augustus. Tot voorzitter van de eerste kamer der staten-gene- raal gedurende het loopende zittingjaar is benoemd mr. E. J. A. graaf van Bylandt. *De gemeenteraad van Neuzen heeft bepaalddat de kermis aldaar op den gewonen tijd en de gewone wijze zal plaats hebben, wanneer zich geene ernstige ziekten in de nabijheid mochten voordoen. De door de kamer van koophandel te Groningen te zenden missive aan de Nederlaudsche Juristenvereeni- ging, betreffende de wederinvoering van rechtbanken van koophandel, luidt aldus: „Op de aanstaande vergadering uwer verèenigingzal de vraag aan de orde gesteld worden: „Is eene exceptio- neele rechtsmacht in handelszaken wenschelijk „In bet daarover door mr. T. M. C. Asser uitgebracht pracadvies (Band. I, p. 66) wordt gezegd: „Het is zeker dat er bij ons over het algemeen voor deze instelling weinig sympathie bestaat." „Wij doen met bescheidenheid de vraag, of deze uit spraak wel van eenzijdigheid is vrij te pleiten. Bet mag waar zijn, dat bij de meeste rechtsgeleerden de sympa thie voor deze instelling niet zeer groot is, doch men vindt dit verschijnsel ook in andere landen, waar daaren tegen de handel, dat wil dus zeggen die personen die het aangaat, aan deze exceptioneele rechtsmacht zeer gehecht is. „Zoude hetzelfde ook in ons vaderland het geval kun nen zijn? In Groningen tenminste waar niet, zooals te Amsterdam de rechtbank van koophandel reeds in 1807 is opgeheven, maar tot de invoering der nieuwe wetgeving beeft bestaan in Groningen heeft men die instelling met leedwezen zien verdwijnen en heeft de handel steeds bare wederoprichting gewenscht. „Dit was dan ook de oorzaakdat wij in 1855 tot de tweede kamer het nevensgaand adres richtten, inhoudende het verzoek, dat bij de invoering van nieuwe rechterlijke instellingen de rechtbanken van koophandel weder mochten worden ingevoerd. „Wij mochten toen de voldoeningsmaken, dat zooals uit de Handelingen der tweede kamer kan blijken een aanzienlijk getal kamers van koophandel zich met dat adres vereenigde en in die exceptioneele rechtsmacht eveneens het middel zag om een snelleonkostbare en goede rechtsbedeeling te verkrijgen. „Een en ander doet de vraag bij ons oprijzen: of het ook wenschelijk zou zijn over voormeld preadvies het oordeel van de vertegenwoordigers van den handel, d. i. van de kamers van koophandel, in te winnen. Het geldt hier toch de belangen van den handel. Het geldt hier bovendien eene instelling, die niet zonder medewerking van den handelstand kan worden ingevoerd. Zou het nu geraden zijn, een oordeel uit te spreken, zonder vooraf hen, die de zaak aangaat, te hebben gehoord? „Wij nemon mitsdien de vrijheid uwe aandacht op deze vraag te vestigen en haar aan uwe overweging te onderwerpen." De aan het departement van koloniën vergaderde commissie tot onderzoek van dén aanleg der Indische spoorwegen heeft jl. Zaterdag haar langdurige en moei lijke taak geëindigd. Het verslag is naar men verneemt gereed. De commissie, samengesteld uit personen voor de handelsbelangen, de administratie, techniek en de verdediging, was eenstemming van gevoelen omtrent het nut der lijnen Banjoemaas Djokjokarta, benevens de aansluiting van het midden der bestaande lijn Saraa- rang—Djokjokarta in rechte richting op. Sïdi met takken tot Soerabaya en Pasoeroean. De opiniën waren echter verdeeld omtrent de richtingen uit de reeds ge reed zijnde lijn BataviaBuitenzorg, langs Cheribon, Pekalongan tot Samarang eenerzijds, en de richting met hetzelfde uitgangspunt langs Bandoug tot Banjoe maas. Daar beide richtingen echter de uithoeken van Java met elkander, met behulp der bestaande lijnen, ten deele verbinden, en evenzeer belangrijke plaatsen worden geraakt, wordt de eindbeslissing in deze met belangstelling tegemoet gezien. (jV. Rolt. cour.) Benoemingen en besluiten. belastingen. Benoemd tot commies ter inspectie der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijn- sen te Amsterdam, C. J. Houwing, thans commies ter inspectie derzelfde middelen te Eindhoven. Onderwijs. Aan het verslag der commissie, in 1870 en 1871 met het afnemen der natuurkundige examens volgens art. 4 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad n°. 59) belast, omtrent hare laatste zitting van 27 Juni tot 6 Juli jl., wordt het volgende ontleend. Er werden 22 personen geëxamineerd, van welke 11 zijn toegelaten en even zoovelen afgewezen. De commissie deelt eenige bijzon derheden mede omtrent hare bevinding van de kennis der geëxamineerden in hare vier zittingen. Zij zegt daarover het volgende: Slechts weinige candidaten, die aangenomen zijn, voldeden goed in alle vakken. De kennis der Nederlaudsche taal liet veel te wenscben over. De Hoogduitsche en Fransche taal werd door de meesten voldoende verstaan, om later bij hunne stu diën van in die talen geschreven werken gebruik te kunnen makeo. De kennis in de Latijnsche taal is nog altijd hoogst gebrekkig, ofschoon niet in die mate als in vroegere jaren. De kennis in de wiskunde werd in het algemeen voldoende bevonden zoodat de leden der commissie, die aan vorige examens hebben deel genomen, hierin wezenlijken vooruitgang hebben bespeurd. In de kennis der stereometrie echter schoot de kunde der candidaten maar al te vaak te kort. In de natuur kunde was, met weinige uitzonderingen, de kennis der candidaten slechts even voldoende te noemen. Bij het examen in de chemie bleek hunne kennis, behou dens enkele loffelijke uitzonderingengering of geheel onvoldoende te zijn. De uitslag van het examen in prac- tische chemie was eveneens ongunstigvele candidaten bezaten zelfs van den systematischen gang der ana lyse maar eene zeer oppervlakkige kennis. De kennis der mineralogie was zoo gebrekkig, dat de candidaten dat vak schier verwaarloosd schenen te hebben. Ten aanzien van de plantenkunde viel, in vergelijking met vorige jareneenige vooruitgang op te merken. Het examen in de dierenkunde gaf over het geheel en met enkele loffelijke uitzonderingen een zeer gering denk beeld van de wijze, waarop de candidaten zich op die wetenschap hadden toegelegd. De kennis der candidaten in de ontleedkunde liet in het algemeen veel te wen scben over. De kennis in de vergelijkende ontleedkunde was, zelfs met betrekking tot de eenvoudigste en meest algemeene zaken zoo geringdat de meeste candidaten dat vak stiefmoederlijk schenen behandeld te hebben. De kennis in physiologie liet veel te wenschen over. Eenige weinigen in de eerste zittingen der commissie uitgezonderd, gaven de adspiranten niet meer dan blijken van even voldoende kenniszoodat sommigen eerst na lange aarzeling werden toegelaten. Vooral was het ongunstig gesteld met de weefselleerbe paaldelijk in de laatste zitting. De commissie kan letter lijk verklaren, dat in deze zitting geen der adspiranten daarin zoodanige mate van kennis en oefening aan den dag legde, als zij vroeger tot maatstaf meende te kunnen aannemenzoodat alleen door weefselleer als éen geheel met physiologie te beoordeelen en daarbij eenige compensatie in rekening te brengen, in gunstigen zin kon worden beslist. De zoogenoemde warenkennis was bij verreweg de meeste candidaten zeer gebrekkig en blijkbaar als bijzaak door hen behandeld. Kerknieuws. De heer A. Steketee, predikant bij de christelijk gereformeerde gemeente te Zaamslagheeft voor het beroep naar die gemeente te Bergum bedankt. Mariuo en leger. Eergisteren zijn te Antwerpen de stoffelijke overblijf selen van de op de citadel van Antwerpen gesneu velde Nederlaudsche officieren aan boord van bet daartoe aangewezen eskadergebrach t. Generaal Coquilhatkom- maudant der provincie Antwerpen zijn adjudant de kolo nel baron de Biber en de kapitein-luitenant der marine Rooze wachtten de Nederlaudsche commissie af aan de losplaats. Tegenover deze lag het stoomschip de Valk met de vaartuigen Heiligerlee en de Tijger aan de eene, en de Buffel, de Schorpioen en de Krokodil aan de andere zijde. Daartusschen lag het Amerikaan- sche oorlogsstoomschip Juanita, aan welks boord het Nederlaudsche volkslied werd uitgevoerd, terwijl de kommandant en eenige officieren van dit stoomschip zich aan wal begaven, om aan den optocht deel te nemen. Te negen uren kwam do Nederlandsche commissie bestaande uit den generaal-majoor M. D. graaf'van Lim burg Stirum, den kolonel der artillerie F. van Exter en den gepensioneerden kapitein ter zee W. A. de Gel der aan wal, waar zij ontvangen en begroet werd door den kommandant der stad Antwerpen, kolonel Le Normant, den kolonel Donguier de Donceelendie

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 1