informeerde, en 'tbleek dat de buren in den vroegen ochtend een slag als een kanonschot hadden gehoordt die hen in hun bed had doen opspringen. Waarschijnlijk ten gevolge van het branden van de zon, warende brandbare stoffen in een der magazijntjes ontploft en het gansche,opzettelijk zeer licht getimmerd gebouwtje was in de lucht gesprongen. Wat de deskundige „onmogelijk" genoemd had was dus gebeurd. Burgemeester en wethouders van Hille- gersberg hadden geen reden om over hunne „achterlijk heid, domheid en bekrompenheid" berouw te hebben. Voor eenige dagen meenden de straatjongens van Genève in een vreemdeling den ex keizer van Frankrijk te herkennen. Onder het geroep en getier van: rcest Badinguet!" werd de ongelukkige vreemdeling door een steeds aangroeiende schaar vervolgd en moest hij de vlucht in zijn hötel nemendat door de menigte als het ware belegerd werd. De politie moest het volk uiteen drijven en den ongelukkigen dubbelganger uit de stad escorteeren. Berichten uit New-York geven een verslag van bet vreeselijk ongeluk door het springen der ketels van een veerboot op Zondag 30 Juli, die met 250 personen aan boord gereed lag om naar Stateneiland te stoomen. Niet minder dan 76 personen werden gedood en 120deels zwaar, deels licht gewond. Hartverscheurend zijn de bij zonderheden die van het ongeval verhaald worden, maar tevens verwonderlijk de wijze, waarop sommige personen van den dood zijn gered. De lijken werden ter stond naar de Morgue gevoerd, waar den ganschen dag troostelooze bloedverwanten naar broeders, zusters, echt- genooten, ouders of kinderen kwamen zoeken onder de slachtoffers, zeiven soms deerlijk verbrand en gewond. Een man, die met zes zijner huisgenooten aan boord was geweest en wiens gelaat geblakerd en met brandwonden bedekt was, had het lijk zijner vrouw en een stervend kind naar huis gebracht en kwam toen naar zijne vier r.og vermiste kinderen in het drenkelinghuis onder de ten toongestelde lijken zoeken. De loods van het bootje, die zich vlak boven den ketel in zijn kajuit bevond, werd 30 voeten in de lucht geslingerd, doch ontving geen letsel van eei.ige beteekenis; een vijfjarig knaapje, dat :op den schoot zijner moeder in de kajuit zat, had geen schade hoegenaamd en snelde, zoodra hij van onder de brokken hout en ijzer, die allen in de kajuit overdekten, was be vrijd, naar zijn oom, die in de nabijheid woonde, om hem kennis te geven van het onheil dat zijne moeder, die dood was, had getroffen. Een der getuigen van de ramp begaf zich dadelijk met een roeibootje op de rivier om zooveler. te redden als te redden waren. Bij den eersten gang redde hij zeven vrouwen uit het water, daar* deze door haar kleederen langer boven bleven dan de mannen; bij den tweeden gang bracht hij mede een paar vrouwen en eenige kinderen aan waleen der vrouwen, die met haar twee kinderen zich aan een paar planken boven hield, weigerde in de boot te komen wanneer hij niet eerst hare kinderen innam; een ander kind, met een gapende wond aan het hoofd, redde hij van den boezem der moeder, een misvormd lijk, dat op eenig wrakhout lag uitgestrekt. Een aantal personen zag de redder voor zijn oogen verdrinken, onmachtig als hij was meer te redden dan hij deed. De meeste slachtoffers behoorden tot de arbeidende klasse, en waren personen die een Zon dagsuitstapje wilden maken. Naar de oorzaak van de ramp wordt onderzoek gedaan. De nasporingen in het 17e arrondissement,"duren steeds voort. Men zoekt eene partij revolvers en stokken met looden knoppen, die zich daar moeten bevinden, doch nog steeds te vergeefs. Daarentegen doet de poli tie, die natuurlijk niet zeer discreet tewerk'gaat, aller lei andere ontdekkingen. Zoo vond zij Maandag in het hui3 van een gevluchten insnrgent niet minder dan 17 compleete domino spelen, die de vroegere bewoner op eigenaardige wijze bijeenverzameld had. Hij was bekend als een hartstochtelijk domino-speler. Wanneer hij in een koffiehuis kwam en bediende'op zijn ver zoek de steenen gebracht had, stak hij er dadelijk een in den zak en zeide, dat het spel niet voltallig was. Ter stond werd een ander gebracht, waarmede gespeeld werd, doch wanDeer hij de zaal verlaten had ontbrak ook daaraan weder een andere steen. Op deze wij e had de hartstochtelijke domino-speler 17 voltallige spelen verzameld. Thermometerstand. 17 Aug. 'sav. 11 u. 69 gr. 18 'smorg.7u.66gr,'smidd.ln.73gr'sar. 6u,66gr'. OuitenlcmiX Algemeen overzicht. De zitting der nationale vergadering van Woensdag is bijna geheel ingenomen geweest door de driemaan- delijksche stemming over de bureaux. Tot vice-presi- denten zijn herkozen de heeren Yitet, Martel en Benoist-d'Azy, terwijl de heer Lóón de Mallevile, een boezemvriend van Thiers, plaats heeft moeten maken voor den president van het rechter-centrum, den heer Saint-Marc Girardin. Aan dezen uitslag wordt door de verschillende dagbladen bijzondere betee kenis gehecht. omdat de heer de Malle ville een der voorstel lers is van het voorstel Rivet betrekkelijk de benoeming van Thiers tot president der Fransche republiek, en de heer Saint-Marc Girardin als een heftig tegenstander daarvan bekend staat. Velen zien daarin een slecht voorteeken voor het voorstel-Rivet, doch terecht wordt door le Temps opgemerkt, dat de vergadering lang niet voltallig was, daar slechts in het geheel 513 stemmen uitgebracht zijn, en buitendien de linkerzijde er, wel is waar niet zonder moete, in geslaagd is, om het voor- stel-Dahirel, betrekkelijk de benoeming eener commis sie tot het ontwerpen van de constitutie, niet in behandeling te doen nemen. Het besluit om zulk een voorstel in behandeling te nemen zou gelijk gestaan hebben met het afstemmen van het voorstel-Rivetdaar de vergadering toch waarlijk de voorloopige regeering niet meer behoefde te preciseeren, wanneer het werk derdefinitieve regeling begonnen was. Nog slechter ging het met het voorstel-Baze, strekkende om te bepalen, dat de vergadeiing niet zon ontbonden worden vóórdat eenige hij name genoemde wetten vast gesteld waren. De rapporteur, de heer Ferdinand Boyer, concludeerde tot het niet in behandeling nemen van dit voorstel, hetwelk volkomen hetzelfde beoogde als het voorstel Dahirel. Niettegenstaande de heer Baze tever geefs deze meening trachtte te bestrijden, werd de con clusie der commissie met groote meerderheid van stem men aangenomen. Naar aanleiding van deze stemmingen kan men dus nog volstrekt niets omtrent het vermoedelijke lot van het voorstel-Rivet bepalen. Daaruit blijkt hoogstens, dat de vergadering in twee ongeveer gelijke partijen ver deeld is. Over het algemeen schijnt men den uitslag echter niet met het meeste vertrouwen tegemoet te zien. Een overeenstemming van de liukerzijde met eene der anderè fractiën van de nationale vergadering is nood zakelijk, om het voorstel te doen aannemen. Dit heeft aanleiding gegeven tot bet indienen van een ander voorstel van den heer de Chambrunhetwelk men gelooft dat een vergelijk tuaschen de verschillende par tijen zal kunnen tot stand brengen. Dit voorstel bepaalt, dat Thiers onder den naam van president der republiek dezelfde plaats zal blijven bekleeden als bera te Bor deaux door de vergadering gegeven is, en deregeerings- vorra dezelfde blijven zal als bij het verbond te Bordeaux vastgesteld, behoudens de bepaling, dat deze vergade ring niet uiteen zal gaanvóór zij de constitutie vast gesteld heelt. Dejbepalingen omtrent den werkkring van den president en omtrent de ministerieele verantwoor delijkheid zijn verder geheel van het voorstel-Rivet overgenomen. De linkerzijde zal echter zich moeilijk hiermede kunnen vereenigen, omdat zij zich uitdrukke lijk tegen het recht der kamer verklaard heeft, om zich eigenmachtig constituante te verklaren, welke bevoegd heid haar slechts door een bijzonder mandaat gegeven kan worden. De verschillende partijen haspelen over de constitu- tioneele quaestie als muggen die om de kaars vliegen. Dit duurt zoolang totdat zij hunne vleugels branden, want die quaestie onopgelost laten is toch eene onmo gelijkheid. In den voorloopigen toestand weder voorloo pige maatregelen nemen leidt natuurlijk tot verwarring en onregelmatigheid in het bestuur, die op Frankrijk's verhouding tot de Duitschers slechts nadeelig werken kunnen. Het is daarom te hopen, dat aan dit gehaspel spoedig een eind komen en het voorstel-Rivet door de vergadering aangenomen zal worden. Het bezwaar der rechterzijde is niet on juist, dat het voorstel inbreuk maakt op het verbond van Bordeaux, omdat het zoo al niet definitief daa toch voorloopig den republikeinschen regeeringsvorm vestigt. Doch wil ol kan men den toe stand niet laten gelijk hij is, dan moet onvermijdelijk een stap gedaan worden hetzij op republikeinschen hetzij op monarchalen weg. De beslissing zal waar schijnlijk niet lang uitblijven want reeds heden wor den in de bureaux der vergadering de leden der com missie benoemd, welke met het onderzoek der voorstel len van den heer Rivet en van den heer Adnet belas zullen worden. Gisteren heelt in bet Engelsche lagerhuis de discussie plaats gehad over <'e motie van den heer John Gray, tot het instellen eener enquête naar de treurige voorvallen in het Phoenix-park te Dublin. De voorzitter der meeting, de heer Smith, wierp de verantwoordelijkheid voor de wanordelijkheden geheel alleen op de politie en op den Lord luitenant van Ierland,dio volgens hem in strijd met de wet en de constitutie handelde. De heer Gladstone verzette zich tegen de motie en verzocht, om in ieder geval den loop der justitie af te wachten, welke de zaak onderzocht. Hij bestreed het gezegde van den heer Smith, dat de regeering de grenzen harer rechten over schreden had. Of het lagerhuis hiermede de zaak deed afloopen is niet bekend, want de telegraaf brengt aan gaande het resultaat der motie geene opheldering. De oppositie tegen den minister van onderwijs en eeredienst in Pruisen heeft zich opnieuw op merkwaar dige wijze geopenbaard. De heer Jiitting, schooldirec teur te Einbeck in Hannover, een bekend voorvechter voor de belangen der schoolmeesters, heeft hen opge roepenom gezamenlijk een petitie tot den keizer te richten tot verbetering van hunne bezoldiging„daar tot dusverre de ondervinding geleerd heeft, dat een doortastende maatregel in deze voor de volksonderwij zers zoo gewichtige aangelegenheid van den heer von Miïhler niet te verwachten is." Zooals reeds zoo vele malen geschiedde, zal de aan zijne portefeuille zoo vast houdende minister zich zeker aan dit eervol getuigenis weder volstrekt niet storen. Be verdediging van Metz. Het is merkwaardig hoe in Duitsehland von Bismarck het eenige bezielende element in de politiek schijnt te zijn. Zoolang als de Duitsche rijkskanselier zich te Var zin ophield, viel er op politiek gebied zoo weinig voor, dat in verschillende Duitsche dagbladen vaak de rubriek „Duitsehland" geheel ontbrak. De kolommen moesten echter toch gevuld worden, en wanneer men de Duit sche couranten der laatste weken leest, dan moet men het taaie geduld van de journalisten zoowel als van het Duitsche courantenlezende publiek bewonderen, dat zij dagelijks op hetzelfde aanbeeld slaan en ellenlange arti kelen schrijven en lezen over de anti-onfeilbaarheidsbe weging, die echter in den laatsten tijd weinig belang rijks oplevert, en ter bestrijding der Fransche dag bladen, waaraan vooral verschillende kolommen gewijd worden. Ontegenzeggelijk zijn er enkelen onder, die bij hun nen afkeer van al wat Duitsch is de vormen vergeten en de grootste leugens en grofste beleedigingen uiten doch wat dezen betreftdeden de Duitsche dagbladen beter en gedroegen zij zich waardiger, wanneer zij die schreeuwers niet de voldoening schonken opgemerkt en gelezen te worden, en ze liever met stilzwijgen beant woordden. HunDe lange betoogen en verdedigingen zullen nu slechts het gevolg hebben, dat die Fransche organen nog heviger schreeuwen en schimpen zullen, omdat zij hun doel bereikt weten, dat die liefelijke douceurs de oogen en ooren bereiken van hen voor wie ze geschreven werden. In de bestrijding der fatsoenlijke Fransche dagbladen gaan de Dnitsche organen echter ook te ver. Zij stellen zich op het valsche standpuntdat door het tractaat van Frankfort de vrede weder hersteld en dus alle veete en vijandschap geweken zijn, zoodat het geroep om revanche en de krijgstoerustingen waarop verschillende Fransche dagbladen aandringen door hen als inbreuk op den vredestoestand beschouwd worden. Door hun voortdurend klagen over vdas Lied der Revanchezooals zij het noemen zullen zij die gevoelens der Fransche natie voortdurend aanwakkeren en juist het tegendeel verkrijgen van wat zij wenschen: het volkomen herstel der vredesbetrekkingen tusschen de twee machtige buren. Dat standpunt is daarom verkeerdomdat de dagbladen schijnen vergeten te hebben dat het vredestractaat af geperst en onder protest door Frankrijk aangenomen is terwijl Duitsehland alles verkregen heeft wat het slechts eischte. En nu moge het voor Duitsehland onaange naam wezen, voortdurend van revanche te hoorenvoor Frankrijk is het voorzeker veel onaangenamer, om van twee rijke provinciën beroofd te worden en buitendien 5 milliarden te moeten betalen. Hoe het zij, de Duitsche dagbladen zouden waardiger houding aannemen on minder vervelend en partijdig zijn, wanneer zij zich minder om die natuurlijke uitingen van de vernedsrde Fransche natie bekommerde. Het is daarom eene verkwikking, om in de Kölnischa

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2