MIDDELRURGSCHE
COURANT.
N° 192.
Maandag
1871.
14 Augustus.
Middelburg 12 Augustus.
Het wetsontwerp tot regeling van den dienst en het
gebruik der spoorwegen bevat een aantal bepalingemen
■voo schriften van ineer gestrengen aard, op grond dat
door het toegenomen aantal spoorwegdiensten de beboette
aan wijziging en aanvulling der wet van 21 Augustus
1859 is gebleken. Daarbij zijn voorschriften gegeven ten
aanzien van de opeuing van stations voor gemeenschap-
pelijken dienst, de verzekering van aansluitingen en
doorgaand verkeer tusschen spooi wegen van verschil
lende ondernemingen, van beteie regeliug der tarieven
en de uren van aankomst en vertrek dertreiuen alsmede
het sluiten van hekken op uitwegen en dergelijke.
Tevens is voorzien in een betere regeling der verant
woordelijkheid van de ondernemers als vrachtvoerders,*
volgens art. 2 van het ontwerp gelden voor die onderne
mers de regelen van het wetboek van koophandel betrek
kelijk voerlieden enz.
Benoemingen en beslniten.
polderbesturen. Benoemd tot dijkgraaf van den
Kruispolder D. de Waal, en tot beheerder van den Ver-
schepolder J. 0. M. Blankert.
Kerknieuws.
In de Doopsgezinde kerk te Amsterdam werd eergis
teren, onder voorzitting van den heer in<\ C. T. baron
van Lynden van Sandeuburg, de 56e algemeene verga
dering gehouden van het Nederlands h bijbelgenoot
schap. De voorzitter wees in zijn inleidende rede o. a.
op de wenschel ijk beid om de inrichting van het genoot
schap meer overeenkomstig den geest des tijds te her
vormen en o. a. niet alleen de afgevaardigden en
bestuurders, maar ook de leden tot de algemeeue
vergadering toe te laten zij het dan ook wat de laat-
sten aangaat zonder recht van stemuitbrenging. Boven
dien achtte de voorzitter het vvenschelijk, ook eens in
een andere gemeente dan Amsterdam te vergaderen,
hoewel hij gaarne hulde bracht aan de gastvrijheid, door
het bestuur der Doopsgezinde kerk nu 56 jaren lang
verleend. Ten slotte spoorde hij de ieden aan tot broe
derlijke eensgezindheid, vooral met het oog op de vele
bezwaren die waren ingekomen tegen het ten vorigen
jare genomen besluit om ook de nieuwe synodale
vertaling van het Nieuwe testament in de depots
van het bijbelgenootschap verkrijgbaar te stellen. Het
gewicht der vergadering lag dan ook voornamelijk
in da behandeling der verschillende voorstellen om op
dat besluit terug te komen. Die voorstellen waren van
de aldeelingen Hattem, Vlissingen Uirecht,'sGraven-
hagen en Amersfoort, terwijl Loenen aan de Vecht een
voorstel bad ingezonden om het besluit in dc uitvoering
te wijzigen. Na langdurige, nu en dan nog al geani
meerde discussiën, werd de door den voorzitter aan de
orde gestelde vraag „zal men op het in 1870 ten deze
genomen besluit terugkomen met 59 tegen 58 stemmen
ontkennend beantwoord. De zaak blijft dus gelijk zij
was. Vele voorstanders van het terugkomen op dat be
sluit waaronder ook de afgevaardigde van Rotterdam
behoorde, beriepen zich op de noodzakelijkheid om liet
bijbelgenootschap vrij te houden van den kerkelijk-
tbeologischen strijd. Naar hunne meening kon dat in
deze alleen geschieden, als men ter wille van de erger
nis die de nieuwe bijbelvertaling, misschien geheel ten
onrechte, aan velen gaf en dns ter wille van den viede
in bet genootschap, op het genomen besluit terugkwam.
De tegenstanders voerden o. a. aan dat die ergernis
gezocht was, daar zelts orthodoxe mannen als professor
Doedes met de nieuwe vertaling vrede haddenen dat
in elk geval niet was besloten iemand iets op te dringen,
maar alleen om voor ieder die vertaling verkrijgbaar te
stellen welke men begeerde. Na het gevallen besluit
trokken de verschillende afdeelingen hun bovengemelde
voorstellen in. (W. Rolt. cour.)
Marine en leger.
De luitenant ter zee le klasse E. P. Hiinel von Cro-
nenthalllaatst behoord hebbende tot de zeemacht in
Oost-Indië, en van daar den 5^ dezer in Nederland terug-
gek^^^i^dt-.met dat tijdstip op nonactiviteit ge
steld.
Naar aanleiding van de uitnoodiging, door den
minister van oorlog tot de gemeentebesturen hier te
lande gericht, bij punt 3 der in de Staatscourant van
den 8cn dezer gedane inededeeling betreffende de wijze,
waarop de stoffelijke oveiblijfselen der op de citadel van
Antwerpen begraven Nederlandsche officieren van daar
naar,,.het kerkhof, te Giunekeu zullen worden overge
bracht!; is van "de zijde van sommige dier besturen na
dere inlichting gevraagd omtrent het bedrag van bet
reisgeld, 4at voor rekening van het departement van
oorlog kan worden uitbetaald aan met de medaille der
genoemde citadel versierde gewezen officieren en mili
tairen, die aan de genoemde plechtigheid wenschen deel
te nemen en het verlangen te kennen geven om de bedoelde
vergoeding te bekomen. Met het oog daarop heeft de
minister van oorlog de gemeentebesturen uitgenoodigd
aan de bedoelde en in hunne gemeente woonachtige
personen die zich daartoe bij beu aanmelden, de vracht
kosten uit te betalen voor hun vervoer naar Breda, hetzij
per spoortrein, stoomboot of ander publiek middel van
vervoer enz 5 zijnde aan den raad van administratie der
Koninklijke militaire academie de vereischte bevelen
gegeven om aan diegenen der voorschreven categorie
van oud-strijders, welke zich tot dat einde hij hem ver
voegen, de kosten uit te keeren zoowel van hun verblijf
te Breda, als voor de terug eis naar hunne woon
plaats.
Landbouw.
Uit het voormalig 4e district van Zeeland schrijft
men ons het volgende omtrent den oogst in dat
district:
„De tarwe, die bijna overal welig staat, is op sommige
plaatsen door brand aangetast, waardoor zij veel van
bare waarde verliest. Niettemin zijn in publieke veiling
partijen verkocht tot f 198 per gemet, zonder de ongel-
den.
„De gerst, die dit jaar buitengewoon veel gezaaid is,
lakt niets te wenschen over. Zij is verkocht tot 170,
wel een bewijs dat beide graansoorten veel doen ver
wachten. Binnen weinige dagen is van gerst geen schoof
meer op het veld te zien.
„De haver is, op enkele uitzonderingen na, overal
meegevallen, doch minder goed dan zij aanvankelijk
zich liet aanzien.
„De paardenboonen hebben in 'talgemeen in geen
jaren zooveel beloofd als thans.
„De erwten zijn ook goed, doch hebben wel iets van
het aanhoudend natte weêr geleden, waardoor de onder
ste bloesems soms tot verrotten zijn overslagen.
„Rogge wordt weinig of niet aangetroffen, evenmin
als koolzaad is blijven staan, tengevolge van het on
gunstige vooi jaar.
„Vlas is er veel gezaaidde wasdom was echter mid
delmatig. Puike partijen waren er weinig.
„De aardappelen zijn hier eu daar door de ziekte ge
troffen en laten aan smaak wel iets te wenschen over.
De pooters vleien zich dat het droge weer van goeden
invloed zal zijn op de late sooiten.
„Van de boomvruchten is weinig te verwachten; deze
hebben te veel geleden van de vorst. Appelen zijn er
weinig; peren iets meer, daar deze later bloeien.
„Van de najaarsvruchten, zooals paardenpenen, sui
ker- en maegelvorte'envalt nog weinig te zeggen; de
weersgesteldheid oefent daarop veel invloed uit. Intus-
sclien kan de landman voor het inoogsten zijner vruch
ten en voor bet rijpen van de nog zoo talrijk wassende,
geen gunstiger weêr wenschen. Hij heeft alle reden om
zoowel over bet een als het ander bijzonder tevreden
te zijn."
Koloniën.
De gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië heeft;
de volgende beschikkingen genomen.
(Javasche courant van den 20" Juni.)
civiel depaktement. Verleend: een tweejarig verlof
naar Nederland, wegens ziekte, aan den ingenieur
2« klasse bij den waterstaat en 's lands burgerlijke open
bare werken H. Wakkie.
Ontslagen: eervol, uit'slands dienst, met behoud
van recht op pensioende gewezen zoutverkoop-pakhuis-
meester te Palembang C. F. Bisschoff en de ambtenaar
op wachtgeld G. A. Burgemeestre.
Benoemd: tot adaistent-resident van Ngrowotevens
vendumeester aldaar, de ambtenaar op nonactiviteit
P. M. van Laren.
departement van oorlog. VerI eend: een tweejarig
verlof naar Nederlandwegens ziekte, aan den luitenant
kolonel der infanterie J. L. J. H. Pel.
Bevorderd: bij den militairen geneeskundigen dienst,
tot militairen apotheker 2* klasse, de militaire apotheker
3e klasse A. de Haan.
Geplaatst: Geneeskundigen dienst, bij het groot
militair hospitaal te Willem I, de officier van gezondheid
2e klasse A. Ledeboeronlangs van verlof uit Nederland
teruggekeerd; bij het garnizoen te Serangde officier
van gezondheid 2e klasse J. J. Postina, thans ter beschik
king te Batavia, artillerie, bij de artillerie coiistructie-
winkel te Soerabaija, als directeur de majoor A. Haga,
en als constructeur de le luitenant B. Lamberts, beiden
van het materieel.
Overgeplaatst: geneeskundigen dienst, bij het groot
militair-hospitaal te Weltevreden, de officier van gezond
heid le klasse A. Oochius, en de officier van gezond
heid le klasse S. H. A. Begemann, respectievelijk van
den geneeskundigen dienst der Moluksche eilanden en
die der Zuider-en Oo&ter-afdeeling van Borneo; bij het
groot militair-hospitaal te Samarang, de officier van
gezondheid le klasse J. F. P. Ermerins, van het garni
zoen te Djokdjokaita; bij het garnizoen te Gombong, de
officier van gezondheid 2c klasse A. van der Eist, van
dat te Kedong Kebo; bij het garnizoen te Keaong Kebo,
de officier van gezondheid 2e klasse J. B. Diunont, van
dat te Gombong; bij den geneeskundigen dienst van de
Zuider- en Ooster afdeeling van Borneo, de officier van
gezondheid 2e klasse F. de Boer van het garnizoen te
.Serang; infanterie, bij het 13e bataljon, de D luitenant
D. Brakel, van bet 14* bataljon; artillerie, bij den
artillerie constrnctiewinkel te Soerabaija, als onder
directeur, de kapitein W. A. van Souen als onder-
constructeur, de 2e luitenant D. Twiss, beiden van
het personeel; bij het personeel, de kapitein A. J. M.
Willemse, van het materieel; directie der genie: bij de
militaire verkenningen, de 2* luitenant H. J. G. Ferze-
naar, van het 9e bataljon infanterie.
dt partem ent der marine. Benoemd: bij de-fabriek
voor de marine en bet stoomwezen te Soerabaija, tot
administrateur, tevens magazijnmeesterde ambtenaar
op wachtgeld J. J. H. Woesthoff; tot boekhouder, de
commies bij de administratie dier inrichting F. W.
Wolff.
(Javasche courant van den 23«n Juni.)
civiel defartement. Verleend: een tweejarig ver
lof naar Nederland, wegens ziekte, aan den ambtenaar
op wachtgeld rar. F. A. London.
Ontslagen: eervol, uit'slands dienst, met behoud
van recht op pensioen, de resident der Padangsche
bovenlanden C. U. L. van Coeverdeneervol, wegens
vertrek, als buitengewoon substituut griffier, bij den
landraad te Tjiandjoer, E. Douwes Dekker.
Benoemd: met ingang van 1 Augustus 1871, tot
resident der Padangsche bovenlanden, G. van Beest
Holle, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd.
departement van oorlog. B e b o e in dtot militaire
ambtenaar 3C klasse bij de Ve afdeeling van het departe
ment van oorlog in Nederlandsch Indië, de adjudant
onderofficier C. Kruyt.