rechtbank en zag in de geïncrimineerde uitdrukking
niet eene aanmerking op het getuigenis van den veld
wachter, maar wel degelijk eene bedoeling om te belee-
digen. Hij requireerde dus bevestiging van het vonnis.
De verdediger van den appellant meende daarentegen
dat het doel om te beleedigtn niet zoo duidelijk kan zijn
geweest, omdat de kantonrechter dan wel tusschenbeiden
zou zijn gekomen. De beklaagde bad alleen aanmerking
willen maken op de geloofwaardigheid van den getuige,
hetgeen volgens art. 185 wetboek van strafvordering
geoorloofd was. Hij concludeerde mitsdien tot ontslag
van rechtsvervolging.
De rechtbank heeft, overeenkomstig de conclusie van
den verdediger, den beklaagde van alle rechtsvervolging
ontslagen.
Woensdag a. zal voor het provinciaal gerechtshof
in Noord-Holland worden behandeld eene oplichting,
gepaard met valschheid in onderhandsche geschriften,
die men onder de merkwaardige handelingen van die
soort kan rekenen. Eene zekere Johann Egly of Egli,
geboren te Diirnten bij Zurich, heeft zich namelijk ia
1869 en 1870 te Amsterdam voorgedaan als Alfred baron
von Liebenstein. Onder dieu naam en onder allerlei
bedrieglijke voorwendsels eu verhalen is het hem gelukt
van een winkelier aldaar een bedrag van circa f 4000
en van een dokter dito van ongeveer f 700 meester te
worden. Hij zou namelijk, volgens opgaven van getui
gen, den winkelier met zijn vrouw en twee dochters op
een avond gedurende de kermis van 1869 in het café
chanlani op het Amstelveld hebben ontmoet, en daarop
aan het adres van een der dochters, een paar dagen
daarna, een zeer fijn briefje hebben doen toekomen,
geteekend: „Alfred baron Liebenstein." In dat briefje
von hij den toegang tot des winkeliers woning hebben
verzocht, daarbij opgevende, dat hij door dat meisje
zoodanig was getroffen, omdat zij zooveel overeenkomst
had met een vroegere beminde.
De winkelier had zieh daarop naar het logement De
oude graaf begeven, waar de zoogenaamde baron lo
geerde. Toen hij hem niet thuis trof, liet hij zijn naam
kaartje achter. De y/^si-baron vervoegde zicb dienzelf
den avond aan zijne woning, en wist zoodanig te praten
dat de winkelier geen bezwaar had, hem den toegang
tot zijn familiekring te geven. Hij had namelijk ver
klaard, voor pleizier op reis te zijn en een tante te bezit
ten, wonende te Passewitznabij Pesthgenaamd me
vrouw Von Tettendorf, die hem jaarlijks circa 30,000
franken aan renten remitteerde, 's Mans voorkomen,
de booge staat dien hij scheen te voeren, en verschil
lende zijuer handelingen maakten zijn beweren zóo
aannemelijk, dat zeis een zeer ontwikkeld geneesheer
mede daarvan de dupe werd. Toen de beschuldigde zich
voldoend vertrouwen bad weten te verschaffengat hij
den winkelier te kennen dat hij een wissel van zijn
vriend, baron Von Bulcw uit Miinchen, had geaccep
teerd, en dat hij dientengevolge onmiddellijk opreis
moest, zoodat men hem met een leeuing van f 130 bij
zonder zou verplichten. Het geld werd door den winke
lier verstrekt, die zoowel in zijn titel als voornaam ge
drag vertrouwen stelde, zoodat hij later niet aarzelde
hem veel meer gelden te leenen en zelfs een rekening
van f 722 aan den logementhouder uit den Doelen voor
hem te betaltm.
Dat vertrouwen was nog versterkt, doordat in De
cember 1869 door Van Gend en Loos bij hem een pak
ket was bezorgd aan het adres van baron Liebensteirv,
hetwelk hij dezen, bij zijn terugkomst in Januari 1870,
heeft aangeboden. In dat pakket bleek een som van
2500 franken in goudgeld aanwezig te zijn, hetgeen de
y«*m-baron den winkelier in bewaring gaf, omdat hij
toen, volgens zijn zeggen, dat geld niet behoefde. In
Januari 1870 bad bij voorgegeven uit Italië te zijn terug
gekeerd met een ingenieur, die zich Cavana noemde.
Deze zou een perspomp hebben uitgevonden, waarmede
hij eenige mülioeuen zou kunnen verdienen. De beschul
digde is met dien Cavanna naar 's Gravenhage vertrok
ken teneinde over die uitvinding een onderhoud te
hebben met den minister van marine. In bet Dagblad
van 's Gravenhage stond destijds vermeld, dat baron
von Liebenstein eu Cavanna door den minister waren
ontvangen, en deze waarschijnlijk een echip ter hunner
dispositie zou stellen, om die machine te onderzoeken.
De beschuldigde zond zijn kassier (den winkelier) een
exemplaar van dat dagblad en wist daarop van hem
geld te k.jjgen voor eene reis naar Parijs, wegens be
weerde onderbande ingen met het Fransche gouverne
ment. Alles zou worden terugbetaald uit eerlang van
zijne tante te ontvangen remises.
De door den winkelier hem geleende gelden en voor
hem gedane uitschotten bedroegen te zaraen f 5536.88,
waarvan intusschen de bovenvermelde 2500 franken en
een gezonden wissel van 1000 franken moeten worden
afgetrokken, zoodat per slot van rekening de beschul
digde hem 38S2.20 schuldig bleef. Daarvan niets
teru'bekomende, besloot de winkelier een nader onder
zoek naar zijn persoon en beweringen iu te stellen, en
heeft hij een deel der gelden voorgeschoten tot een reis
naar Pesthdoor den dokter met den quasi-baron tot
dit einde ondernomen. Tot Weeuen zijn zij samen ge
reisd. Daar is de beschuldigde den dokter ontsnapt,
doch met behulp der politie door hem teruggevonden.
De Oostenvijksche regeering heeft hein aan de Neder-
landsche uitgeleverd, toen zijne verschillende bewerin
gen logenachtig waren gebleken. Uit de verklaringen
van den dokter resulteert o. a. dat bij den beschuldigde
onder den aangenomen naam van baron Alfred Lieben
stein in October 1869 had leeren kennen. Deze bad hem
medegedeeld dat hij herwaarts zou komen met een Itali-
aansch ingenieur, genaamd Cavanna, dieeen hydrometer
zou hebben uitgevonden tot vervanging van steom. Iu
Januari 1870 ziju beiden werkelijk alhier aangekomen.
De dokter meendena onderzoek der zaak dat de
uitvinding op slechte grondslagen berustte.
Toen beide personen den minister van marine daar
over hadden gesproken, wilden zij zich naar, Frankrijk
begeventeneinde bij de maatschappij Océaniegeves
tigd te Havre, pogingen aan te wenden om de bedoelde
machine in toepassing te brengen. Aangezien zijook
naar aanleiding van een tusschen Cavanna en hem ge
sloten contract, vertrouwen in den beschuldigde stelden,
hebben de dokter en de winkelier bem naar Parijs ver
gezeld, vanwaar zij zijn teruggekeerd onder den indruk
dat. Cavanna Liebenstein had bedrogen. De laatste toch
gat op dat de eerste hem had verlaten en verklaarde naar
Italië te zullen gaan, ten einde Cavanna aldaar te ver
volgen. De dokter had den qnasi-baron te Parijs getracht
aan het verstand te brengeD,datde machine niet deugde.
Hij had intusschen in den beschuldigde zooveel vertrou
wen, dat hij een door dezen geaccepteerden wissel,groot
300, betaalde, en hem nog andere gelden voorschoot
tot aankoop van verschillende voorwerpen, ten be
drage van f 400. Beschuldigde betaalde gedurende zijn
verblijf hier ter stede in Juli 1870 f'600 daarvan terug.
Ia October 1870 ontbood hij den dokter naar Keulen, bij
een depêche, waarin hij voorgaf door een beroerte te
zijn getroffen. De dokter ging en bracht den nu
beschuldigde naar Arasterdam.
Toen hij daar weder was, begon de argwaan op te
rijzen die tot bovenvermelde reis naar Weenen aanlei-
diug gaf; de reden dat de dokter hem daarop vergezelde,
lag èn in de zucht om zich van de identiteit van zijn
persoon te overtuigen, èn in zijn ziekelijken toestand.
De opgaven van den beschuldigde kwamen namelijk nu
vreemd voor, omdat alle in den laatsten tijd verzonden
brieven en depêches niet waren terecht gekomen. Over
de geheele zaak ligt intu schen nog een zeker vreemd
waas, waaromtrent misschien in de openbare terechtzit
ting nadere ophelderingen zullen verkregen wordeu.
Gemengde berichten.
De politie alhier heeft gisteren eene vrouw aangehou
den, die sedert geruimen tijd haar werk er van maakte
om, inzonderheid des morgens ta=sclien 7V en 9 uren,
bij de ingezetenen door de alsdan meestal openstaande
huisdeur binnen te sluipen en de zich in den gang bevin
dende kleê en en parapluies te ontvreemden, om die
daarna bij particulieren te verkoopen. Eenige ontvreemde
jassen, parapluies en laarzen zijn reeds door de politie
in beslag genomen.
De twee aan pokziekte lijdende personen die
onlangs met Engelache schepen alhier aangekomen en
in het gasthuis opgenomen zijn, zijn beide hersteld ver
trokken zoodat deze gemeente weder geheel van pok
ziekte bevrijd is.
Gisteren morgen is de elfde overspanning van de
spoorwegbrug over het Hollandsch Diep bij Moerdijk op
de pijlers gesteld. Thans moeten nog drie spanningen
geplaatst worden, waartoe de twaalfde reeds op de paal-
jukken gereed staat; is dit geschied, dan is de Noord-
Brabantscbe wal, sedert den Elizabethvloed van 1421
van Zuid-Holland gescheiden, daarmede weder verbonden.
Te Leiden zijn op dit oogenblik 29 poklijders in
behandeling.
Het 8' algemeen evangelisch nationaal zendings-
teest heeft gisteren op het landgoed Houderingen aan
de Bildt plaats gehad. Vele duizenden menschen waren
er vereenigd, waartoe voorzeker het prachtige zomer
weder niet weinig zal hebben bijgedragen.
Jl. Maandag hebben de deelnemers am het 10e
Nederlaudsch nationaal zangerfeest per extra trein een
tochtje van Arnhem naar Velp gedaan. Onderweg, terwijl
de trein langzaam reed, werden de feestgenooten verwel
komd door het muziekkorps van het koloniaal militair
invalidenhuis van Bronbeek, met den kommandant aaa
het hoofd. Van Velp wandelden zij over het landgoed
Biljoen, voorafgegaan door de muziek der infanterie,
naar Beekhuizen, waarvan zij de schoonste gedeelten
bezochten. Heerlijk klonken in de bossehen de verschil
lende lied 'ren, die afgewisseld werden door komieke
voordrachten, dansen en stoeien met de schoone helft
der dorpsjeugd, enz.; het was een echt fête chanvpétre. Te
Arnhem teruggekeerd woonden zij des avonds een con
cert van Stumpff bij. Op de Groote markt werd bij fak
kellicht muziek gemaaktde groote toren wer i met veel
kleurig bengaalsch vuur verlicht en het fee3t met een.
vuurwerk besloten.
Bij de eerste lezing van bet bericht omtrent het
gevaar waaraan de koning dezer dagen op den Soester
straatweg zou hebben blootgestaan, voorspelden wjj
reeds, dat de zaak blijken zou zeer overdreven te zijn
voorgesteld. Inderdaad Zaterdag schreef men aan het
Utrechtsch dagblad, dat, zonder de tusschonkoinst van
een onbekend persoon, het koninklijk rijtuig onver
mijdelijk onder den spoortrein zou zijn geraakt, daar
de postiljon den sluitboom niet bemerkte en deze door
geenrood licht was aangegeven.
Den volgenden dag vermeldt het Handelsblad naam
en qu&liteit van den onbekende, die het rijtuig op éen
meter van den sluitboom had doen stilhouden. De be
richtgever voegt er bij: als de paarden niet hadden
stilgestaan en als de sluitboom gebroken was, dan ware
misschien het rijtuig met den trein in botsing gekomen.
Het Utrechtsch dagblad bericht verder, dat de lautaarn
midden op den spoorweg stond, laat de paarden op
15 meter stilhouden, eu tevens eenige voorbijgangers
waarschuwen.
Het Dagblad van heden eindelijk meldt, dat het rijtuig
op 90 el stilstond, de wachter het licht hoog ophield en
een aantal personen den postiljon waarschuwden, die
intusschen deze waarschuwingen niet behoefde, daar hij
zelf het licht had gezien. Er was volstrekt geen
gevaar voor den koning, want een aantal personen
wachtten dit voorbijkomen van Z.M.
Er is alzoo met het rijtuig van den koning gebeurd
wat dagelijks met honderden rijtuigen plaats heeft: toen
het den spoorweg passeeren zou, heeft de koetsier gewacht
tot de trein voorbij was. De akelige gewoonte om iu de
dagbladen te vertellen zelfs het geringste waarbij maar
de naam van een lid der dynastie kau genoemd worden,
schijnt ook d n correspondent van het Utrcchtsche
dagblad verleid te hebben een sensatie-berichtje te
maken van de meest gewone zaak ter wereld. Hij hand
haaft beden zijne mededeeling en zegt, dat door den
koning een onderzoek naar de zaak is ingesteld.
Arnhemsche courant
De opmetingen voor de richting van den ooster
spoorweg onder de gemeente Utrecht zijn aangevangen.
Enkele hoveniers en tuinders om de stad toonen door
allerlei tegenwerking aan de ingenieurs een waarschijn
lijk niet onverwachte tegeningenomenheid met het zoo
belangrijk werk.
Een zeventigtal tabak- en sigarenfabrikanten te
Berlijn hebben zich wederkeerig verbonden, om geene
verbooging van loon aan hunne werklieden toe te staan.
Elke fabrikaut, die deze overeenkomst overtreedt, ver
beurt 100 thalers. Zoodra de arbeiders in een of meer
fabrieken den arbeid staken om zoodoende hooger loon
te bedingen, zullen alle fabrikanten, die tot deze over
eenkomst zijn toegetreden, dadelijk hunne fabrieken
sluiten en hunne werklieden ontslaan. Volgens de
Deutsche Taback Zeitung is het hoogst waarschijnlijk
dat de weinige Berlijnscbe fabrikanten, die de over
eenkomst nog niet hebben geteekend, zullen toetreden.
-- De penningmeester van een polderbestuur in Gro
ningen was overledeD. Zijn inboedel werd verkocht, en
daaronder ook bet archief van den polder,'als scheurpa
pier. Bij het sorteeren der papieren ontdekte men daar
onder een groot aantal coupons en certificaten, ten
bedrage van ongeveer twee ton. Spoedig bleek, dat die
stukken reecis waren afgelost en uitbetaald, maarniet
vernietigd noch geroieerd De koopman was eerlijk
genoeg, alles aan het betrokken polderbestuur ter hand
te stellen.
De oudheidkundige 11. Dybeck heeft, zijne naspo
ringen in de noordelijke omstreken van het Melarmeer-
ten einde gebracht. In Roslagen, Upsala-Lan en West
manland heeft hij 210 tot dusver onbekend gcblevene
gedenkteekener. uit den Heidenschen tijd gevonden, be
halve de vele.opgegraven zilveren, bronzen en steenen
merkwaardigheden. Onder de gevonden groote Runen-
steenenis er een meteen zeer uitvoerig opschrift, bevat
tende een verhaal van drie Noormannen, die in Grieken
land den dood hebben gevonden. Boveudienheett Dybeck
bij de bevolking een groot aantal oude volksliederen,
raadsels, sagen enz. verzameld.