aan een klein gezelschap voor, om eenige uren een tochtje door het luchtruim te maken. Drie heerenen twee dames boden zich aan, en onder de eersten behoorde ik. Het. regende niet. Reeds lang vóór het afgesproken uur stonden de passagiers met bagage, uit dikke mantels en doeken bestaande, in de heete middagzon voor het luchtschip en namen met belangstelling het vullen van den ballon waar, die ongeveer 45,000 kubieke voeten ga3 opnam. De zijde was tweekleurig, goed geolied en met gutta-percha overtrokken, en het geheel hing in een groot touwennet. Langzaam zweefde de ballon heen en weer en scheen ongeduldig om het oogenblik van vertrek af te wachten. Beide dames verbleekten eenigszins toen de profes sor haar verzocht in te stappen. Eenige honderde toe schouwers lachten doch ook vloeiden traneD. Een der heeren, man en vader, werd door vrouw en kinderen aan zijn kleeren vastgehouden en zij smeekten hem zóo zijn plan op te geven, dat ik in zijne plaats liever toege geven zou hebben dan hen een enkel bang uur te bereiden. Doch het gelukte hem te midden der tranen hen weder aan het lachen te brengeD. „Alles gereed!" „Groet den man in de maan!" riep iemand uit de omstanders. „Past op dat gij geene sterren om verzeiltzeide weder een ander. „Brengt een paar bliksemschichten voor ons mede „Wanneer gij weer beneden komt, maakt dan geen gat in de aarde!" Dergelijke opmerkingen werden ons toegeroepen terwijl de touwen losgemaakt werden. Aanvankelijk gingen wij met hevige stooten omhoog. Binnen een minuut waren wij zoo hoog boven de stad, dat de huizen ons als uit een Neurenberger speelgoeddoos toeschenen. Eenige minuten daarna waren wij allen, behalve de professor en zijn assistent, zeeziek, welke kwaal wij door de aanwending van ijs echter gelukkig spoedig te boven kwamen. Hiertoe droeg veel bij, dat de ballon langzamerhand veel kalmer steeg, zoodat het moeilijk te voelen was, of wij waarlijk vooruitgingen of stillagen. Met kalme rust konden wij nu het panorama onder ons waarnemen. De rivieren waren als draadjes, de bruggen als stokjes, de kerken waren niet veel grooter dan snuifdoozen, en zelfs met een verrekijker geleken de menschen meer op mieren dan op de heeren der schepping. Hooger en hooger! Als een zwevende adelaar stegen wij „in hoogere gewesten." Het werd koud en wij wik kelden ons in plaids en mantels, terwijl een pijnlijk ge voel op onze slapen drukte en de ooren aanvingen te suizen. Daarbij ontsnapte het gas uit den voet van den ballon, zoodat wij genoodzaakt waren het hoofd om te wenden en in de blauwe lucht te kijken. Plotseling deed een schreeuw onze blikken naar boven wenden. De halion was zwart! Ieder onzer voelde angst door het gansche lichaam. De professor lachte echter met philo- sophische kalmte en verzekerde dat alles in orde was. Hij trok echter aan het touw, dat aan de gasklep beves tigd was en wij zakten eenige honderde ellen. De ademhaling werd gemakkelijker. Wij gleden, door eene blauw verlichte luchtstroom gedragen, naar het westen juist eenige donkere wolken tegemoet, die ons met groote snelheid naderden. Het scheen alsof wij daartegenevenals tegen een rotsverbrijzelen zouden. Doch voor wij daaraan denken konden waren wij er midden in. De nevel was zoo dik dat men geen 6 voet om zich henen zien kon. Geen windje bewoog zich en onze ballon scheen door de zwarte wolken gedragen te worden. De professordie eigenlijk ons leven in zijne hand bad, vroeg ons of wij die wolk eens van boven of van onderen zien wilden. Natuurlijk koos men datgenewat niet ieder sterveling dagelijks zien kon en ook de dames riepen: „van boven.'' Onze stuurman deelde tot onze verwondering mede, dat op dit oogenblik onze beweging, die opstijgend scheen, integendeel eene nederdalende was. Tot bewijs wierp hij een propje papier weg, dat merkwaardigerwijze ongeveer naast ons bleef, zoodat wij zeer snel moesten zakken. Thans echter werden eenige zakken zand geledigdwaarbij de assistent van den professor de onhandigheid had een vollen zak over boord te werpen, die plotseling in de diepte verdween. "Wee den armen sterveling, wien dit geschenk van boven op het hoofd nederviel! Opnieuw ging het hooger. Wij wisselden voortdurend van temperatuur, werden plotseling door een sterken stroom naar het oosten gedreven en gleden uit de don kere wolk in een helder licht. De zon ging onder. Men zag de eene schaduw na de andere op de aarde langer worden en eindelijk onder zich niet anders dan een donkere massa. Een uur verliep. Wij aten en praatten. Onze warme adem was duidelijk zichtbaar in de dunne en fijne atmos- pheer. De vroolijkheid week echter toen de adsistent ons op een opkomend onweder opmerkzaam maakteop dikke wolken van licht groene kleur. Algemeen werd toen tot den terugkeer besloten. De professor trok aan de gasklep om het gas uit te laten. Hij trok doch te vergeefs. De klep bewoog zich niet! Eerst merkten wij het ongeluk niet, doch toen hij heviger begon te trekken en men onrust op zijn gelaat zag, vroeg ik hem met gehuichelde kalmte: „Is er iets niet in orde?" „Ik ben er bang voor," was zijn antwoord. Wanneer een luchtschipper zoo spreekt is het hetzelfde alsof een scheepskapitein het kommando geeft tot het uitzetten der booten. Sauve qui peut! en dit duizende voeten boven de aarde! ParacbAtes lagen in het schuitje, en bijna ieder greep daarnaar. Doch wat zou zulk ding bij een val uit zulke hoogte baten? Reeds spoedig zou de laatste ademtocht door de snelheid uit de longen gedrukt zijn. „De klep beweegt zich niet, doch ik zal de zaak ter stond in orde brengen,'' zeide de professor. Zijne aderen zwollen op het voorhoofd en dikke zweetdroppels big gelden langs zijn gelaat. Hij bracht het echter niet terstond in orde. Hij trok voortdurend, doch wij stegen nog altijd en naderden meer en meer de onheilspellende onweerswolken, die reeds naar alle zijden bliksemstralen uitzonden, en oor- verdoovend brulde het onweer. Vreeselijko vijf minuten! Wij bogen de hoofden voor over en bedekten onze oogen, het oogenblik afwach tende, dat een bliksemstraal ons zwakke verblijf vernie tigen zou. Nog altijd trok de professor aan bet touw, doch de gasklep bleef onbewegelijk. Ik had mijn hoofd uit mijn mantel gestoken en zag tot mijn scbaamte, dat beide vrouwelijke reisgenooten ons daarin reeds voorgegaan warenen 3lechts bleek en angstig naar de vreeselijke bliksemstralen zagen meLde banden zusterlijk in elkander. "Wij waren midden in de onweerswolk. Niemand sprak een enkel woord. De professor bleef krampachtig aan de touwen trekken. Wij voelden een drukking der lucht op oogen, ooren en neus, alsof het bloed er uit moest springen. Aanhoudend sloegen rondom ons bliksemstra len uit de wolken, en het was alsof het heelal in vlam men stond, die onzen ballon met vernietiging dreigden. Zelfs stiet de professor eenige kreten van wanhoop en angst uit. Steeds ging het hooger, toen plotseling ons als het ware een sluier voor de oogen wegviel. Wij waren boven de onweerswolken gekomen en voeren in helder maan- en sterrenlicht Ver onder ons schitterde nog de bliksem en rolde de donder. De ademhaling werd echter steeds moeilijker. De gas klep bleef nog steeds gesloten en wij hadden geen ander middel om de aarde te kunnen bereiken. Zoodoende kon de reis slechts met den dood eindigen. In een onmetelijke diepte zou men weldra onze verbrijzelde lijken vinden, want iedere plooi was uit den ballon geweken en bij stond strak en gespannen en werd door de dunne lucht heen en weer geworpen. Geen vijf minu ten meer en de ballon moe3t barsten. De dames baden de heeren zuchtten. Plotseling deed de professor jasvest en laarzen uit. Zonder iets te zeggen sprong hij in het net en klauterde als een eekhoorn in de hoogte, zonder eenige andere steun dan zijne handen niets anders, dat hem voor een doodelijken val behoeden kon. Hoe angstig volg den wij hem in zijne bewegingen tot hij eindelijk achter den ballon verdween. Toen grepen wij eikanders handen en zagen elkan der in het doodsbleeke gelaat! Vreeselijke minuten! zij waren ons als gansche uren „Daar is hijDe hemel zegene hemHij heeft ons gered." Wij zagen hem langzaam weder langs de touwen terugkomen en met uitbundige vreugdekreten werd hij door tien armen opgevangen. Ieder weende. De ballon daalde langzaam en zeker, steeds lager en lager, door nevel en wolken. Een zachte westewind nam ons op en voerde ons wiegelend door het luchtruim steeds nader tot de aarde, die duidelijker en duidelijker uit de schemering te voorschijn kwam, totdat wij kleine lichtjes en toppen van hoornen onderscheiden konden. Wij landden eindelijk in de nabijheid vaneen spoorweg station en overnachtten gelukkig op vasten grond. Wij hadden geen „groeten aan den man in de maan gebracht," wij hadden „geene ster omgezeild" en „geen gat in de aarde gemaakt," maar toch hadden wij de aarde wel willen kussen en vóór wij als „gevleugelde zielen" de geheimzinnige reis naar de eeuwigheid moeten maken, legden wij de belofte af de goden niet weder te zullen tarten. Bfütijöingm. Zondag jl. is te Londen gearriveerd het barkschip Luctor et Emergo, gezagv. D. D. Ouwehand, laatst van Falmouth. Alles wel aan boord. Heden is ter reede van Veere gekomen de Engel- schc schooner Hannah gezagv. W. H. Gibbs, van New-Castle met kolen voor Middelburg bestemd. tjan&elsbmclitm. Graanmarkten enz. Amsterdam, 9 Augustus. Raapolie op 6 weken f 46 J. Lijnolie op 6 weken f 35 J. Prijzen van effecten. Amsterdam 9 Augustus 1871. Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld 2.J- pet. 54$ *dito dito dito 3 63$ ♦dito dito dito 4 84$ *Aand. Handelmaatschappij 4$ dito exploitatie Ned. staatssp. 108$ België. *Certificaten bij Rothschild 2$ Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 „97 ♦Certific. adm. Hamburg 5 67$ ♦dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 „79$ *Cert. f 1000 1864 5 94 ♦dito 1000 1866 5 94$ ♦Loten 1866 5 246 ♦Oblig. Hope Co. Leening 1860 4$ ♦Certific. dito4 ♦Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4 ♦Obligatiën 1867 4 70$ ♦Obl. 1869 4 70$ ♦Certificaten 6 ♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 217 ♦Oblig. dito 4 167 ♦dito dito 4$ Obl, spoorweg Poti-Tiflis 5 88f dito dito Jelez Orel 5 89 dito dito Charkow Azow. 5 85| Polen. ♦Schatkistobligatiën5 67-f Pruisen. ♦Obligatiën 4 Oostenrijk. ♦Oblig. metall. in zilver Jan.Juli 5 56$ ♦dito dito April/Oct. 5 55* ♦dito in papier Mei/Nov. 5 „47$ ♦dito dito Febr./Aug. 5 Italië. Leening 18615 •Certific. bij Lamaison c. s.5 Spanje. ♦Obligation2$ thans 3 32 ♦dito 1867 3 32 ♦dito Binnenlandsche3 26$ Portugal. ♦Obl. 1856—1862 3 35 ♦dito 1867 3 35 Turkije. dito binnenl5 44$ Griekenl. dito (blauwe)5 Egypte Obl. 1868 7 77 Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5 ♦dito dito dito (1904) 5 ♦dito dito dito (1882) 6 98$ ♦dito dito dito (1885) 6 98 ♦Obl. Illinois7 ♦dito dito Redemtion 6 Oblig.Atl.Gr.W.Spw.Ohiosec. (7p) 79$ dito dito geconsolideerde .7 dito dito debentures 8 Obl St.Paul &Pac.Spw. lesec. 7 dito dito dito 2e sec. 7 69* dito dito 1869 dito 7 „71 Brazilië. ♦Obl. 1863 4$ 83 ♦dito 1865 5 92 Mexico. dito 18513 13* Grenada. dito afgestempeld 6 2$ Venezuela, dito3 Ecuador. dito1 Nieuwe Fransche Leening79$ Prtfzen van coupons Amsterdam, 8 Augustus. Metall. f 20.20; Dito zilver 24.45; Dito Eng. per 11.75: Eng. Russen per fEng. Portugal per f 11.75; Fransche f 55$; Belg. f 55$; Pruis. /"34$; Hamb. Russen fRussen in Z. R. 31; Pools, in Fl. f per Z.R. fSpaans. fAmerik. Dollars 2.39; dito papier 2.11; Spaans, in francs 55$; Piasters /2.25$. ^öürrtfntien. Heden werd ons ouderhart diep getroffen door het onverwachte afsterven van onzeu veelgeliefden zoon ARNOÜD WILLEM, in den jeugdigen leeftijd van bijna zeventien jaren. MiddelburgJ. BROEDER. 7 Augustus 1871. A. J. BROEDER—Ingelse, Eenige en algemeene kennisgeving.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 3