Öuitcnlanö.
„Die toestemming nu verkregen zijnde, wordt ter vol
doening aan 's konings uitdrukkelijke bevelen het pro
gramma bij deze ter algemeene kennis gebracht en heeft
de ondergeteekende tevens de eer:
„1°. mededeeling te doen dat gelijktijdig met het ge
beente der op de citadel van Antwerpen gesneuvelde
officieren, namelijk van wijlen de kapiteins B. van Hoey
Sebilthouwer van Oostée, C. D. A. Schutter, L. M. van
Onselen en P. Morrewijlen den pn luitenant P. A. Lam-
merts van Buerenen wijlen den 2cn luitenant M. Nant-
zing, ook naar de begraafplaats te Ginneken (alwaar
ook de stoffelijke overblijfselen rusten van wijlen den
generaal der infanterie baron Chasséden luitenant-
generaal Seelig en den kolonel jonkheer de Boer, die
allen een roemrijk aandeel in de verdediging van de
Citadel hadden) zullen worden overgebracht de over
blijfselen van wijlen den kolonel C. H. C, Eymaelenden
len luitenant J. G. de Haan, welke beide officieren vóór
het beleg der Citadel gesneuveld en op die sterkte be
graven zijn geworden;
2°. de bloedverwanten van de sub l bedoelde officie
ren uit te noodigen, om aan de plechtigheid der ter
aardebestelling deel te nemen, en zicb daartoe te be
stemder tijd en plaats aan te sluiten als bij het pro
gramma bedoeld;
„3°. gelijke uitnoodiging te richten tot de in het pro
gramma bedoelde gewezen officieren en militairen, en
zulks onder bijvoeging, dat diegenen hunner, welke
aan de plechtigheid wenschen deel te nemen maar tot
het bestrijden der daartoe gevorderde reis- en verblijf
kosten niet bij machte zijn, ter bekoming van het hoog
noodige reisgeld zich zullen kunnen vervoegen bij het
bestuur der gemeente, waartoe zij bebooren, welke be
sturen bij deze verzocht worden aan die aanvragen te
voldoen en zich tot terugbekoming der verstrekte gelden
te wenden aan het departement van oorlog;
„4<>. de medewerking in te roepen van alle daarbij be
trokken gemeentebesturen, burgerlijke en militaire
autoriteiten hier te lande, opdat de plechtigheid geheel
volgens het programma kunne plaats hebben."
Gemengde berichten.
Naar wij vernemen is gisteren een ongeveer 16jarige
timmermansjongen, zoon van een lijkdienaar alhier, te
Veere verdronken. Zijn lijk zal heden avond herwaarts
overgebracht worden.
*Gisteren namiddag is bij Sluiskilgemeente Neu
zen, door een ongelukkig toeval in het kanaal geraakt
en verdronken de 14jarige oudste zoon van een voerman
te Neuzen.
Onder de in het jongste nommer van het algemeen
politieblad gesignaleerde personen komt o. a. voor
Chartes van den Busschen, klerk bij den Belgischen
spoorweg, die met eene som van 25000 franken ten
nadeele van genoemde Maatschappij zich uit de voeten
heeft gemaakt.
In het Haagsche Dagblad van jl. Vrijdag avond
kwam eene advertentie voor, waarin gemeld werd dat
zekere Francisco Roca Zondag avond in de Bocht van
Guinea te 's Gravenhage met een luchttoestel zou opstij
gen. Daar hiervan evenwel noch bij het gemeentebe
stuur, noch bij de politie iets bekend was, werd het
publiek door de redactie van het Dagblad den volgenden
dag gewaarschuwd om zich niet te laten beetnemen.
Desniettegenstaande verschenen Zondag avond vele
honderden Hagenaars en, naar men mededeelt, zelfs
bewoners van 'naburige gemeenten, ter aangeduide
plaats, waar niets van een luchttoestel of een luchtrei
ziger te zien was. De grap is dus gelukt.
Als maatregel tot wering der cholera, zijn de
ambtenaren der douane aangeschreven, alle passagiers
van schepen uit besmette plaatsen bij aankomst aan een
geneeskundig onderzoek te onderwerpen.
Ten vervolge op de Internationale tentoonstelling,
welke dit jaar te Londen wordt gehouden zullen daar
in de jaren 1872 tot 1880 negen jaarhjksehe tentoonstel
lingen plaats hebben, waarop in het algemeen uitge
zochte voortbrengselen van kunst en nijverheid en we
tenschappelijke uitvindingen kunnen worden ingezonden,
en die overigens verschillende groepen van voorwerpen
zullen omvatten. Deze serie van tentoonstellingen zal
het eigenaardige hebben, dat over een negental jaren de
verschillende groepen van voortbrengselen van nijver
heid, kunst en menschelijk vernuft verdeeld worden,
die in de laatste jaren op de groote internationale ten
toonstellingen allen waren vercenigd. Hierdoor zal het
bezichtigen der bijeen te brengen voorwerpen minder
vermoeiend, een vergelijking en juiste beoordeeling
van het tentoongestelde bevorderd en de gelegenheid
tot verkrijging van juiste kennis en ruimere beschou
wing in hooge mate vermeerderd worden.
De Britsche regeering heeft aan de Nederlandsche den
wensch te kennen gegevendat Nederland, als behoo-
rende tot de staten, die geen commissie naar de tentoon
stelling van dit jaar hebben gezonden, iemand van indus-
trieele kennis afvaardige om een onderzoek in te stellen
naar het voor die tentoonstelling aangenomen stelsel en
naar de faciliteiten, die aan vreemde inzenders tot het
deelnemen aan de negen tentoonstellingen zullen worden
verleend, met het doel om de ingewonnen inlichtingen
hier te lande algemeen bekend te maken. Naar aanlei
ding van dit vei zoek heeft de minister van binnenland-
sche zaken de Nederlandsche maatschappij ter bevorde
ring van nijverheid uitgenoodigd, een deskundige tot
het doen van gemeld onderzoek af te vaardigen. De
maatschappij heeft aan dit verzoek voldaan en haar
hoofdbestuur gemachtigd, op haar kosten een afgevaar
digde te zenden. Als zoodanig is benoemd de heer prof-
fessor E. H. von Baumhauer, die zich, van aanbevelings
brieven der regeering voorzien, tot dat einde naar Lon
den heeft begeven.
De commissie uit de koninklijke academie van
wetenschappen tot het opsporen, het behoud en het
bekendmaken van de overblijfselen der Nederlandsche
kunst uit vroegere tijden, uit dr. C. Leemans te Leiden,
dr. W. Moll te Amsterdam en W. N. Rose 's-Gravenhage
bestaande, deelt in haar verslag over 1871 het volgende
mede over de bekende geschilderde glazen in de groote
kerk te Gouda:
„Omtrent de lofwaardige maatregelen, door kerkvoog
den genomen om de wereldberoemde kerkglazen tegen
meer en meer dreigende .beschadigingmisschien voor
velen tegen volslagen vernietiging te behoeden,.en om
trent de alleszins doelmatige wijze, waarop zij dat oog
merk trachten te bereiken, werd in het verslag van het
vorige jaar bericht gegeven. Aan het voorstel, dat de
commissie, op grond van het persoonlijk onderzoek van
twee barer leden, de vrijheid nam zich tot den minister
van binnenlandsche zaken te richten teneinde de kerk
voogden in de voor hun beheer te zeer drukkende
kosten eenige ondersteuning van regeeringswege moch
ten erlangen, werd eengunstig gehoor verleend. Ook
voor de vensters, die in het thans loopende jaar zijn in
orde gebracht, heeft de regeering, nadat de wijze van
uitvoering op haar verlangen vanwege de commissie
onderzocht, en daarbij gebleken was, dat het werk met
even deugdelijken uitslag als vroeger was voortgezet,
eene geldelijke ondersteuning, waarbij wederom de
helft van het benoodi^de bedrag gedekt werd, beschik
baar gesteld.
„Een negental was reeds in orde gebracht, voordat de
ondersteuning der regeering ingeroepen en verleend
werd; sedert zijn nog vier vensters afgewerkt, en was
in de vorige maand een vijfde voor de helft gereed
gekomen. Langzaam, doch onverpoosd, met zorg, liefde
en geduld wordt de taak.voortgezet, onder het belang
stellend beheer van een verlicht kerkbestuur, dat in de
behartiging dezer zaak de billijkste aanspraak heeft op
den dank, niet alleen van de Goudasche hervormde
gemeente, maar van ieder landgenoot, die een warm
hart heeft voor den roem van het vaderland op het ge
bied der kunst."
Thermo meter stand.
7 Aug. 's av. 11 u. 65 gr.
8 'smorg.7 u.64gr:'smidd.ln.79gr.'sav.6ii.76gr.
Algemeen overzicht.
Het merkwaardigste berichtdat heden uit Frankrijk
komt, is ontegenzeggelijk de mededeeling, dat gisteren
morgen de 3C krijgsraad te Versailles zijne zittingen ge
opend en een aanvang gemaakt heeft met het openbaar
onderzoek over de schuld van 18 hoofden der commune
van parijs. Aangaande de akte van beschuldiging brengt
de telegraaf de volgende bijzonderhedenzij vangt aan
met eene historische uiteenzetting der feiten, die van
den 4pn September 1870 tot den 18en Maart 1871 den op
stand voorbereid en die daarna tot den 29tn Mei 1871
het bewind van het comité central cn van de commune ge
kenmerkt hebben. Voornamelijk wordt daarin gewezen
op de handelingen der Internationale, die tot den opstand
geleid hebben en op het misbruik dat deze gemaakt heeft
van de ontevredenheid der bevolking en van denexcep-
tioneelen toestand waarin Parijs tengevolge van een
beleg van bijna 5 maanden verkeerde.
De akte van beschuldiging gaat daarna over tot de
speciale rapporten omtrent de personen, welke voor
dezen krijgsraad terecht staan. In de volgende orde
worden zij achtereenvolgens gemeld:
1. Thóophile Charles GillesFerré, 29 jaren oud, be
schuldigd van willekeurige sequestratiën en vernieti
ging van particuliere en publieke gebouwen en monu
menten.
2. Adolphe Alphonse Assi, 30 jaren oud, werktuig
kundige, beschuldigd van opwekking tot burgeroorlog
en willekeurige uitoefening van burgerlijk en militair
gezag.
3. Raoul Urbain, 34 jaren oud, vroeger werkzaam aan
de directie van de Parijsche ceintuurbaan, beschuldigd
van onwettige uitoefening van gezag en vernietiging
van publieke monumenten.
4. Alfred Edouard Billioray, oud 53 jaren, artist, van
hetzelfde beschuldigd als Ferré.
5. Frangois Jourde, oud 27 jaren, student in de me
dicijnen, beschuldigd van schending der staatszegels en
verkwisting en uitgave van de penningen des staats.
6. Alex Louis Trinquet, schoenmaker, van hetzelfde
beschuldigd als Ferré.
7. Louis Henri Ghampy, goudarbeider, als de vorige.
8. Dominique Régère, 55 jaren oud, veearts, als de
vorige.
9. Maxime Lisbonne, 34 jaren oud, dramatisch acteur,
oud-thcater-directeur en kolonel in dienst der commune
evenals
10. Charles Lullier, 31 jaren oud, oud-officier van
marine, beschuldigd van het oprichten van en het bevel-
voeren over revolutionaire troepen, zich van do staats
eigendommen bemachtigd en de soldaten tot oproer
aangezet te hebben.
11. Paul Emile Bartbólémy Rastoul, geneesheer,
beschuldigd van onwettige uitoefening van gezag.
12. Paschal Grousset, 30 jaren oud, letterkundige,
beschuldigd van opruiing tot ongehoorzaamheid aan de
wetten en beleedigingen tegen de nationale vergadering.
13. Augustin Joseph Verdure, van hetzelfde beschul
digd als Ferré.
14. Paul Ferrat, 45 jaren oud, letterkundige,beschul
digd wegens het dragen der wapenen tegen Frankrijk.
15. Baptiste Deschamps, metaalgieter, en
16. Joseph Victor Clément, verver, beide van het
zelfde beschuldigd.
17. Gustave Courbet, oud 51 jaren, schilder, voorna
melijk beschuldigd wegens verwoesting van deVendöaie-
kolom, en
IS. Ulysse Parent, 45 jaren oud, teekenaar, van het
zelfde beschuldigd als Ferré.
De verdediger van Régère, de heer Dupont-Bussac,
heeft de onbevoegdheid der krijgsraden opgeworpen in
zaken van civielen aard. Na re- en dupliek heelt de
krijgsraad zich echter competent verklaard. Met de
voorlezing der akte van beschuldiging en de behande
ling dezer quaestie was de zitting van gisteren, die tot
5 uren duurde, geheel verstreken. Heden morgen te
12 uren zou een aanvang met het hooren der getuigen
en der beschuldigden gemaakt worden.
In de nationale vergadering is het wetsontwerp tegen
de Internationale door den minister Dufaure ingediend,
en is het op zijn verzoek door de vergadering urgent
verklaard. Zooals uit Versailles gemeld wordt is de
straf van verlies der nationaliteit door den minister
daaruit gelicht, zoodat de enkele gevangenisstraf behou
den is. Wanneer in Frankrijk het recht van vereeniging
en vergadering volkomen vrij zal zijn dan maakt deze
wet eene hoogst onrechtvaardige uitzondering voor de
Internationale; wordt dit recht daarentegen beperkt gelijk
onder het keizerrijk, dan heeft deze wet geen reden van
bestaan. In ieder geval zal zij als zoovele voorgestelde
middelen het eigenlijke doel voorbijstreven.
In dezelfde zitting zijn de beraadslagingen over de
wet aangevangen om het aantal krijgsraden te vermeer
deren. Volgens mededeeling van den minister van oorlog
waren den 5en Augustus de voorloopige verhooren van
4263 beschuldigden afgeloopen, waarvan 1500 personen
reeds weder op vrije voeten gesteld waren. Ten slotte
is het geheele wetsontwerp met algemeene stemmen
aangenomen.
De hoofdstad van Ierland is gedurende het oponthoud
der Engelsche vorstelijke familie het tooneel van de
ergerlijkste ongeregeldheden geweest. De vereeniging,
welke de amnestie voor alle fenians zich ten doel stelt,
heeft een groote méeting willen houden in het Phoenix park
te Dublin, die echter door de politie verboden was.
Desniettegenstaande vond zij toch plaats, waarop de
politie ze trachtte uiteen te jagen. Dit heeft echter
aanleiding gegeven tot een verwoeden tegenstand, ten
minste van beide zijden schijnt met woede gevochten
te zijn, daar eenige houderde personen gewond
zijn. Ten slotte is de openbare macht er echter in ge
slaagd de orde te herstellen.