en welsprekende rede als zijn persoonlijk gevoelen te
verdedigen, dat het aristocratische artikel omtrent den
negenjarigen duur van het mandaat niet in de wet
paste en daarom afkeuring verdiende. Deze onverwachte
hulp voor de linkerzijde deed ten slotte het beginsel in
het araendement vervat zegevieren.
De zitting van gisteren was minder bevredigd. Niet
tegenstaande de hevige debatten die onder het keizer
lijk bestuur reeds over deze quaestie in het wetgevend
lichaam gevoerd zijn, verwierp de vergadering met 372
tegen 248 stemmen een amendement, dat de dagbladen
volkomen vrijheid liet in het mededeelen der gevoerde
debatten. De republiek schijnt dus niet van het keizer
rijk geleerd te hebben, dat men de oppositie niet verstikt
al verbergt de regeering voor het publiek het scherpe
oordeel, dat de afgevaardigden over haar mochten uit
spreken, en dat juist het tegendeel van hetgeen zij
beoogt bereikt wordt wanneer zij de vrijheid der druk
pers belemmert.
Aan het einde der zitting deed de minister Ponyer-
Quertier, naar aanleiding van eene vraag omtrent het
innen der belastingen in de bezette departementen, een
belangrijke mededeeliug, die met reden door de nationale
vergadering met uitbundige toejuichingen ontvangen
werd. De minister van financiën zeide: „Gisteren heb
ben wij de betaling van het eerste milliard ten einde ge
bracht, en weldra zal de voldoening van het derde bal ve mil
liard volgen. Het bezettingsleger zal niet meer dan uit
150,000 in plaats van 500,000 man bestaan." Ofschoon de
minister zich klaarblijkelijk in deze laatste cijfers ver
gist, daar door de ontruiming der departementen van de
Eu re, So mme en Seine-Inférieure het effectief van het
Duitschc bezettingsleger reeds tot op ongeveer 100,000
man teruggebracht was, is het toch duidelijk dat deze
vervroegde betaling, welke eerst met den lcn Januari
1872 verschuldigd was, het belangrijke voordeel zal op
leveren, dat ket grootste gedeelte der bezette Fransche
departementen van den druk der vreemdeoverheersching
verlost zal worden en de schatkist belangrijke sommen
minder als onderhoudskosten voor de Duitscho troepen
zal behoeven uit te keeren.
De officieuse Pruisische Kreuz-Zeitung meldt, dat de
samenkomst van den keizer van Duitschland met den
keizer van Oostenrijk niet te Salzburg of Gastein, doch,
zoo daarvan al sprake kan zijn, dan te Ischl zal plaats
hebben.
De constitutioneele positie van .Thiers.
Wanneer men den regeeringsvorm gadeslaat, waar
onder Frankrijk sedert de eerste dagen van Maart staat,
dan weet men waarlijk niet waarmede dien te vergelij
ken, omdat in de geschiedenis geene natie gevonden
wordt, die onder dezelfde exceptioneele omstandigheden
verkeerde als thans met Frankrijk het geval is. Thiers
zelf heeft in eenë zijner redevoeringen een regeerings
vorm genoemd, waarvan de naam door deBroglieenGui-
zot reeds vroeger uitgesproken is, en waarvan men
zou kunnen zeggen, dat die in Frankrijk thans in prak
tijk gebracht wordt. Volgens hem is de constitutioneele
monarchie eeue republiek met een erfelijk president
schap, en omgekeerd de republiek niets anders dan een
constitutioneele monarchie met een gekozen koning.
Deze laatste vorm heeft de meeste overeenkomst met
Frankrija's hedendaagsche regeering, ofschoon enkele
essentieele voorwaarden daaraan toch ontbreken.
Frankrijk schijnt echter op een keerpunt te staan, en
het is nog niet met zekerheid te bepalen naar welke
zijde de balans zal overslaan. Dat echter deprovisioneele
vorm niet lang meer staan zal, hiervan geven verschil
lende kenteekenen blijk. Waren die kenteekeuen tot
dusverre meer van vredelievenden aard, hoezeer mis
schien ook onder den dekmantel van Frankrijk's heil
menig partijbelang verborgen ligt, thans dreigt de
quaestie echter een gewelddadige oplossing tegemoet te
gaan, tengevolge van de constitutioneele moeilijkheden,
die tusschen de regeering en de meerderheid over de wet
op de generale raden gerezen zijn. Het is daarom mis
schien niet van belang ontbloot, thans den bestaanden
regeeringsvorm en de vooruitzichten voor Frankrijk,
wat deze quaestie betreft, eens kortelijk na te gaan.
In de eerste plaats is Thiers niet de verpersoonlij
king van het constitutioneel beginsel, dat het hoofd van
den staat regeert, terwijl zijne ministers besturen
integendeel zou men in den tegenwoordigen stand van
zaken eerder het beginsel in omgekeerden zin toege
past kunnen noemen. Dit maakt het hoofdverschil uit
tusschen Engeland, de constitutioneele monarchie bij
uitnemendheid, en het tegenwoordige Frankrijk. De
Engelsche koningen regeeren en de eerste minister be
stuurt, terwijl Thiers beide eigenschappen in zich ver-
eenigt. Deze eigenschappen ontleent hij aan de nationale
vergadering, wier scuvereiniteit hij meermalen in zijne
redevoeringen erkent, en die de vergadering als het
ware tot dusverre dagelijks opnieuw op hem overdroegs
zoodat hij in zijne handelingen vrij en bijna onverant
woordelijk was.
Nadert het voorloopig bestuur dan ook misschien meer
tot, den regeeringsvorm der Vereenigde staten, die men
gewoon is als de model republiek voor te stellen? Tot op
zekere hoogte, ja. Thiers heeftovereenkomstmet den pre
sident der Unie wat betreft zijne uitoefening van bet uit
voerend gezag naast een wetgevende vertegenwoordiging,
en wat de weinige beteekenis betreft, die eigenlijk zijne
ministers naast hem hebben, die meer administrateurs
dan verantwoordelijke ambtenaren schijnen. Een derde
overeenkomst met den president der Unie is, dat, al
zijn de volmachten aan Thiers verstrekt onbepaald,
zijne positie toch evenmin voor het leven is, en zijn
gezag daardoor iets twijfelachtigs, iets précairs verkrijgt.
Doch daartegenover staat dat de president der Vereenigde
staten streng beperkt is binnen de grenzen zijner uit
voerende macht en slechts met het congres in aanraking
komt door zijne boodschappenzoodat hij ten slotte eene
politiek vertegenwoordigt, die niet geheelde zijne maar
die der vertegenwoordiging is.
De plaats die Thiers inneemt is echter inderdaad geheel
anders, en hiervan vindt men waarlijk geen tweede voor
beeld in de geschiedenis. Hij is tegelijk het hoofd van
den staat, de eerste minister en de eerste onder zijne
gelijken, de souvereine vertegenwoordigers der natie.
Hij voert niet alleen de besluiten der vergadering uit,
doch dwingt de vergadering ze te nemen. Hij treedt in
direct contact met de vergadering en door haar met
het geheele land, dat met gespannen aandacht en be
wondering naar zijne redevoeringen luistert en daarin
de politiek der natie ziet. Tot het oogenblik dat het
ongelukkige verschil over de generale raden deze
goede harmonie, die reeds eenige malen ernstig bedreigd
werd, kwam verbreken, kan men zeggen, dat Thiers
door zijne woorden regeerde.
Le Temps vergeleek voor eenige dagen depositie van
Thiers op geestige wijze met Pericle3 als hoofd der
Atheensche republiek. Zonder al te zeer de vergelijking
te willen doorzetten, vraagt bet blad toch zeer terecht:
„Is het niet hetzelfde persoonlijk bestuur, zonder
naam in de politieke taal, zonder juist afgebakende
opdracht en scherpe grenzen? -Is het niet uitsluitend de
macht der rede en van overredende woorden en wel
sprekendheid Hebben beide redenaars zich niet het
zelfde doel voorgesteld, om te besturen door hunne over
tuiging, om hunne medeburgers te leiden, voor te lichten
en door hunne welsprekendheid hen tot dezelfde meenin
gen over te halen, als zij in bet belang van het vaderland
voor de besten houden?" Merkwaardig en inderdaad
fijn zijn de slotwoorden dezer beschouwing van le Temps,
wanneer het blad uitroept: „Vreemde en tegelijk ver
leidelijke regeeringsvorm, waar men met zekere voldoe
ning gevoelt dat de vrije geest de plaats der vormen
ingenomen heeft, en dien men geneigd zon zijn voor
altijd te behouden, wanneer de vaderlandsliefde en de
welsprekendheid waarborgen waren tegen de hartstoch
ten van de persoonlijke regeering, en indien de Athe-
ners de fouten der Atheners niet hadden en eindelijk
Pericles onsterfelijk ware!"
Deze schoone utopie schijnt weldra voor Frankrijk
verloren te gaan. De verschillende politieke partijen
hebben allen gen geednld en zoowel monarchalen
als republikeinen zouden zoo gaarne, wanneer het hun
slechts mogelijk ware, hunne tegenstanders eene vlieg
afvangen en hen plotseling voor een fait accompli, een
koning of de gevestigde republiek, plaatsen. Vandaar
het voorstel van het linker-centrum, dat eerstdaags in
de vergadering gebracht zal worden, om aan Thiers voor
drie jaren het presidentschap der Fransche republiek op
te dragen. Volgens de Fransche berichten zou dit voor
stel groote kans van slagen hebben; doch evenals de
zamenwerking van enkele partijen noodzakelijk is, om
dit voorstel te doen aannemen, en daardoor deze aanne
ming op onzuivere grondslagen berust, omdat tegenover
elkander staande partijbelangen daartoe moeten mede
werken, zoo vreezen wij ook dat de daaruit geboren
toestand niet lang meer zuiver zal kunnen blijven en de
ster k geprononceerde monarchale of republikeinsche rich
ting den definitieven regeeriugsvorra vaststellen en daar
mede de eerste aanleiding geven zal tot strijd en verdeeld
heid en misschien tot herhaling der droevige tooneelen
van den burgeroorlog.
De bladen der verschillende richtingen maken er
zich nu reeds geen gewetensbezwaar van, om te zeggen,
wat dit voorstel voor hen aannemelijk maakt.Derepubli-
keinen hopen hierdoor den republikeinschen regeerings
vorm definitief te vestigen. Van hun standpunt is dus,
het voorstel direct tegen do geheele rechterzijde ge-;
richt; de gematigde rechterzijde daarentegen geeft haren
steun aan het voorstel, omdat zij de bestaande moeilijk-;
heden gaarne aan derepublikeinschen vorm wiloverlateD,
doch terstond na den afloop d«r drie jaren den Orleanisti-
schen erfgenaam, den graaf van Parijsonder welken,
naam dan ook als hoofd van den staat aan Thiers wil zien.
opvolgen. Het is duidelijk, dat deze beide richtingen^
die op tegenovergestelde motie ven dezelfdezaak steunen,
vroeg of laat onder den vorm dien zij beiden wenschen,
in botsing moeten komen.
Het voorval in de nationale vergadering van Dinsdag
komt thans nog den moeilijken toestand verhoogen. De
verklaring van den heer Lambrecht namens de regeering
gedaan, blijkt weder de meening van Thiers te bevatten,
die zich in verscheidene conferentien met de commissie
hardnekkig tegen de strekking der wet op de generale
raden, doch voornamelijk tegen de uitgebreide macht der
departemententale commissiën blijft verzetten. De ge
lukkige toestand, waarin Frankrijk verkeerde onder de
regeering, uitsluitend geleid door de welsprekendheid
van Thiers, heeft echter éeneschaduwzijde, die bij deze
quaestie zeer duidelijk aan het licht treedt. Thiers is
stijfhoofdig en niet minder ijdel dan ieder Franschman;
in zijne woorden erkenthij de souvereiniteit der nationale
vergadering, doch inderdaad heeft zijne hooge waardig
heid zijne ydelheid zoo geprikkeld, dat hij deze waar
heid vergeet en zich zeiven souverein waant. Hoe
anders zijne voortdurende bedreigingen van een ministe-
rieele crisis of eene aftreding te verklaren, eene bedrei
ging die zoo weinig in het systeem der provisioneele
regeering past. Te veel heeft men te kennen gegeven,
dat Thiers de eenige man is, die Frankrijk weder tot
grootheid brengen en de inwendige orde en rust her
stellen kan, en juist die onmisbaarheid doet hem zoo
stijfhoofdig aan zijne begrippen vasthouden en vergeten,
dat hij eigenlijk slechts de uitvoerder van den wil der
souvereine vergadering is.
Helder kan men dan ook de toekomst van Frankrijk
niet noemcD. Slechts het vertrouwen in het provisioneele
bestuur van Thiers, die van zijn kant ook de meening
der meerderheid eerbiedigen moet, kan de partijen ver-
eenigd houden en waarborgen opleveren voor Frankrijk's
rust. Neemt de regeering daarentegen een definitieven
vorm aan, of verlaat Thiers in zijne stijfhoofdigheid zijn
belangrijken post, met vernieuwde woede zullen de ver
schillende partijen losbarsten en het einde is met geene
mogelijkheid te bepalen. Ten slotte zal, gelijk reeds
zoovele malen vroeger, die partij de overwinning weg
dragen, welke op de steun van het leger, op het geweld,
kan rekenen, om Frankrijk weder ten prooi te doen
vallen aan den eersten eerzuchtige, die het leger mis
bruikt en het treurige militaire despotisme herstelt, om
den weg tot nieuwe revolutiën en burgeroorlogen te
openen.
De laatste verkiezingen voor de nationale vergade
ring hebben in dit opzicht een merkwaardig verschijnsel
aan den dag gebracht, dat veel voor de toekomst
van Frankrijk beteekenen kan. De stemmen van het
leger van Parijs waren bijna allen uitgebracht op den
ex-dictator Leon Gambetta, zoodat hij, die als de negende
voorkwam op de lijst der gekozene candidaten, door de
stemmen van het leger de vijfde plaats daarop inDam,
Het aantal stemmen, dat in de zitting der nationale ver
gadering zich voor Gambetta uitsprak, bewijst dat hij
evenzeer als in het leger ook steun vindt in een belang
rijk gedeelte der Fransche natie, zoodat, wanneer Thiers
in zijne eigenzinnigheid volhardt, hij zonder twijfel in de
hand zou werken, wat hij nu bijna 6 maanden tegenhield,
de beslissing omtrent den regeeringsvorm. Reeds in
Maart duchtte Thiers de gevolgen van dezen stap, thans
zou de strijd tusschen monarchie en republiek nog hevi
ger zijn, nu bet meerendeel der natie zich den 2«« Juli
beslissend ten gunste van de republiek uitsprak, en de
republikeinsche partij op dit oogenblik een persoon
bezit, die als eventueel hoofd van den staat minstens
zooveel gewicht in de schaal kan leggen, als een Cham-
bord of Orleans. Dit gevaar wordt nog te grooter, nu
het blijkt, dat de ultraradicalen Gambetta gaan belas
teren en verzaken, omdat hij gedurende zijn bestuur en
de daarop volgende maanden voldoende schijnt geleerd
te hebben, dat niet vurige vaderlandsliefde alleen, maar
ook beleid en kalm overleg noodig zijn, om het doel te
bereiken dat men zich voor oogen gesteld heeft. Door
de bestrijding en verdachtmaking der ultra-radicalen kan
de republikeinsche partij slechts winnen en zal zij zich
met te meer eenheid om haar aangewezen hoofd scharen.
Zelfs conservatieve bladen voorspellen het reeds open
lijk, dat Gambetta's toekomst nauw met die van Frank
rijk te zamen hangt.
Moge Thiers nog ter rechter tijd de gevaren inzien,