buitenland. zoek ingesteld naar de doelmatigheid van het gebruik der mitrailleuses in den oorlog. liet oordeel, in het Militar Wochenblatt medegedeeld, luidt zeer ongunstig; slechts zelden kunnen zij de infanterie met goed gevolg vervangen; alleen dan nl. als het front te klein is, om een genoegzaam aantal geweren te kunnen plaatsen bij de verdediging van smalle wegen en bergpassen. Tliermometerstand. 22 Juli. 'sav. 11 u. 59 gr. 23 'smorg. 7u.62gr.'smidd.In. 67gr. 'sav. 6 u.67 gr. 24 'smorg.7 u.Gögr.'smitld.lu.ITgr/sav.ll u. 76gr. Staten-generaal. EERSTE KAMER. Zitting van Vrijdag'21 Juli. Omtrent de wetsontwerpen betreffende de consulaire rechtsmacht, de bieren en azijnen, den spoorweg Sama- rangVorstenlanden en bekjachtiging van Indische kredieten over 1869, wordt eindverslag uitgebracht en de discussie is daarover op Zaterdag 22 Juli bepaald. Het wetsontwerp tot uitbreiding der straf van een zame opsluiting wordt niet billijk geacht door den heer van Goltsteindie ook de Uitbreiding op de crimineele veroordeelingen wenschte toegepast te zien. Hij zal zich met dit ontwerp vereenigen, maar kan niet met den minister instemmendat eene nog grootere uitbreiding van de cellulaire straf geene nadeelige gevolgen op het physiek van de veroordeelden zon uitoefenen. De heer van Bylandt vindt ook de toepassing dezer wet alleen op correctioneele veroordeelingen niet billijk, terwijl de heer van Eysinga aandringt op het tot stand brengen van meerder cellenruimte en cellulaire gestich ten in de verschillende streken des lands. De heer Janssen acht eene grootere uitbreiding der straf, die sommigen volgens het verslag hebben ge- wenscht, niet raadzaam. De minster van justitie, verzekert dat met de toepas sing dezer wet bedachtzaam zal te werk gegaan worden. Voor meerdere gelegenheid tot cellulaire opsluiting zal gezorgd wordenmaar men moet te rade gaan met de daaraan verbonden kosten. Het wetsontwerp wordt daarop met algemeene stem men aangenomen. Ten aanzien van het wetsontwerp tot intrekking van Fransche decreten betreffende de kerkelijke goederen vreest de heer Michiels van Kessenich voor het ontstaan eener wanorde in het beheer der kerkbesturen. De heer van de Putte acht deze wet noodig als eene schrede voorwaarts tot voltooiing van de scheiding van kerk en staat. De heer Schot verlangt ook opheffing der floreenplich- tigheid in Friesland. De minister van justitie verklaart dit wetsontwerp een noodzakelijk gevolg van de scheiding van kerk en staat. Andere decreten of verordeningen in te tjekken acht hij niet raadzaam, met het oog op de belangen van andere dan kerkelijke besturen. De heer Hein betoogt evenwel de noodzakelijkheid om door opheffing van andere besluiten de kerkbesturen volkomen vrijheid van bandelen te verzekeren. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 34 stemmen tegen 1 stem, die van den heer Michiels. Daarna wordt het wetsontwerp betreffende de wijzi ging van de begrooting voor het domeinfonds na eene opheldering van den minister van financiën, omtrent met andere ambachtsheeren in Zeeland te sluiten overeen komsten, aangenomen met eenparige stemmen, evenals dat tot verlenging der Indische tariefwet. De heer Fransen van de Putte bekomt verlof tot bet richten van een verzoek tot de regeering. Na het gebeurde met de tractaten met Engeland oordeelt hij kennisneming ook door de eerste kamer van de gewisselde diplomatieke stukken wcnschelijk, en verzoekt hij daarom de regeering de aan de tweede kamer overgelegde bescheiden ook aan de eerste kamer mede te deelenmet verlof die te doen drukken. In de volgende zitting zal deze interpellatie worden voortgezet. Zitting van Zaterdag 22 Juli. De minister van koloniën geeft in antwoord op de interpellatie van den heer van de Putte te kennendat hij geen bezwaar heeft tegen overlegging van stukken betreffende den afstand van de kust van Guinea, maar kan geen verlof geven tot.het doen drukken. Andere stukken betreffende de overige tractaten zijn niet voor mededeeling vatbaar. Ten aanzien van het wetsontwerp tot regeling der consulaire rechtsmacht verklaart de heer van Bylandt bezwaar daartegen te hebben, op grond dat aan de con suls eene te uitgebreide macht wordt toegekend, waar voor de meeste hunner niet berekend zijn. De heer van Goltstein is van oordeel dat de toegekende rechtsmacht aan de consuls niet strookt met hun karak ter van handelsagenten, en ook in strijd is met het gevestigd gezag in de landen waar zij resideeren. Aan dat gezag doen wij door dit ontwerpvolgens spreker, tekort; tot uitoefening van rechtsmacht door consuls behooren verdragen gesloten te worden, en in dat opzicht mag men geen generaliseeren de wetgeving in praktijk brengen. De heer Messchert van Vollenhoven meent dat het hier eene proefneming geldt, die geen gevaar kan ver oorzaken. De minister van buitenlandsche zaken wijst bij de verdediging van het wetsontwerp op de behoefte aan een dergelijke regeling der consulaire rechtsmachtin de Oostersche landen, waar Nederlanders van de zijde der vreemde gouvernementen geen ondersteuning of bescherming genieten. De minister van justitie acht de toekenning van rechtsmacht in exceptioneele gevallen aan consuls niet gevaarlijk. Na repliek wordt het wetsontwerp aangenomen met 32 tegen 2 stemmendie van de heeren van Bylandt en van Goltstein. Het wetsontwerp omtrent den accijns op bier en azijn wordt bestreden door den heer van de Putte, die een belasting bij den uitslag had verlangd. De heer Viruly en andere sprekers verklaren zich voor verbooging van den bieraccijns, en zouden daarin een middel willen vinden om andere accijnsen af te schaffen. De minister van financiën acht het bespreken van afschaffing van accijnsen nu niet aan de orde. Het ont werp is slechts eene codificatie van het bestaande stel sel wat de heer van de Putte verlangt, is een verouderd stelsel van omslachtige en belemmerende surveillance dat nog ten aanzien van den zoutaccijns bestaat, maar waaromtrent men juist bedacht is veranderingen aan te brengen. Omtrent '3 ministers financieele plannen, zal hij zich nu niet uitlaten; binnen eenige weken zul len de staten-generaal kennis kunnen nemen van zijne bedoelingen ten aanzien van het belastingstelsel. Het wetsontwerp wordt daarop aangenomen met alge meene stemmen. Het wetsontwerp betreffende den spoorweg Samarang Vorstenlanden, en dat tot bekrachtiging van kredieten boven de Indische begrooting voor 1869 worden aange nomen met eenparige steramennadat door den minister van koloniën enkele bij het verslag gemaakte bedenkin gen waren beantwoord. De kamer is daarna tot nadere bijeenroeping uiteen gegaan. Gemeenteraad van Goes. In de jl. Vrijdag gehouden zitting, welke door 7 leden werd bijgewoond, werd door den voorzitter medegedeeld a dat de bewaarschool op deBeestenmarkt den 14«> Juiiji. is opgeleverd; b de uitslag der verkiezing van raadsleden op jl. Dinsdag. Als ingekomen stukken werden medegedeeldde be richten van gedeputeerde staten, der goedkeuring van raadsbesluitenhet jaar verslag van de gemeente Zierikzee, hetwelk wordt nedergelegd ter griffie ter inzage voor de leden; bericht van het armbestuur der installatie van nieuwe leden, hetwelk voor kennisgeving wordt aange nomen; bericht van het bestuur van het gasthuis omtrent de administratie over 1870, hetwelk wordt gesteld in handen van burgemeester en wethoudersom inlichtingen in te winnen, en een verzoek van de heeren Enthoven, om grond in erfpachthetwelk naar burgemeester en wethouders wordt verzonden om het bekend te maken in de Goesscbe courant. De in de vorige zitting ingekomen aanvraag van van den Dungen om grond in erfpacht wordt ingewilligd, onder de gestelde voorwaarden van afrastering en aan leg van een harden weg. De rekening der Vereeniging van werklieden over 1870 wordt goedgekeurd en de hoofdcommissaris ge machtigd tot verkoop van eene inschrijving, om het nadeelig saldo te dekken, alsmede tot het aannemen van nieuwe leden. De rekening van den schuttersraad over 1870 wordt voorloopig zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld. De gemeenterekening over 1870, met een voordeelig saldo van 3368, wordt ter inzage gelegd en zal aan de financieele commissie worden gezonden. Op een adres van ingezetenen nopens de kermis wordt besloten over te gaan tot de orde van den dag. Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd om het aanbesteede lokaal voor eventueele poklijders te deen opslaan. De behandeling der verordening op het gebruik der havenkom en brug is, wegens het gevorderde uur,aange houden tot de volgende vergadering. Algemeen overzicht. Eenige buitenlandsche bladen vermeldden Za'erdag een koninklijk besluit der Pruisische regeering, wiar- aan zij bijzondere beteekenis hechtten in verband met den strijd, die in Dnitschland dreigt uit te barsten tusschen de nieuw-katholieken, zooals de aanhangers van het dogma der onfeilbaarheid genoemd worden, en den staat. De waarde van dit besluit werd echter te hoog geschat. Men meende namelijk, dat de afdeel in gen eeredienst van het departement voor onderwijs, schoone kunsten en geneeskundig staatstoezicht gescheiden zonden worden eu in het vervolg een afzonderlijk minis terie zouden vormen. Men zag hierin als eerste motief de vermaarde verkleefdheid van von Miibler aan de rainis- terieele portefeuille, en geloofde dat aan het hoofd van eerediensten een man geplaatst zou worden, die metmeer kracht tegen de ultraraontanen kon optreden en min der gecompromitteerd was door de vele afkeurende vota van den Pruisisch en landdag. Thans blijkt dit bericht overdreven geweest te zijn, daar het koninklijk besluit niets anders bepaalt, dan dat de afzonderlijke afdeelin- gen voor katholieke en protestantsche eerediensten ver- eenigd worden, omdat blijkers opgave van den Staats-Anzeiger alle tegenstrijdighedenwelke tus schen den staat en de oud-katholieken benevens den protestantsclien godsdienst, tengevolge van vroegere tijdsomstandigheden en annexaties in Pruisen bestonden, opgehouden hebben te bestaan, en thans slechts gelij kelijk behoeft gewaakt te worden voor het behoud der verhouding tusschen den staat eh de verschillende eerediensten. Alhoewel niet met ronde woorden verklaard wordt, dat deze wijziging in verband beschouwd moet worden met het drijven der clericale partij, is het toch duidelijk dat deze maatregel genomen is, om de positie der regeering af te bakenen en als het ware den vijand tot den aanval te noodzaken. „Dezetaktiek zegt 1'Indépendance Beige —diebij den jongsten oorlog ook zoo handig de verantwoordelijkheid voor den aanval op de schouders van Frankrijk legde, wordt in navolging van dit goede voorbeeld ook door von Bismarck op het conflict met de clericalen toe gepast." Een ond-katholiek, professor Schnlte te Praag, formu leert de bonding van den staat tot de nieuwe richting in de katholieke kerk op zeer radicale wijze, die echter ter wille van den godsdienst weder inbreuk maakt op de vrijheid van den staatsburger in zijne meeningen over politieke toestanden. De waarlijk godsdienstige en ge- loovige katholiek vervalt daarbij in dezelfde fout als zoo menig zoogenaamd liberaal man, die de bestrijding van anderer mcening vurig vensebt, doch niet de minste be dreiging zijner meeningen dulden kan, en slechts ver draagzaam is voor opinies die met de zijne stroken. De vurige bestrijder van de besluiten van het laatste concilie eischt o. a. niet meer of minder, dan dat de staat deze besluiten op alle mogelijke wijzen onderdrukke, de andersdenkende katholieken daartegen bescherme, aan hen, die deze leer prediken, alle politieke en bur gerlijke rechten en alle staatsinkomsten ontneme, van alle katholieke ambtenaren en staatsdienaren, zelfs van de afgevaardigden, een eed vordere, dat zij het leerstuk der onfeilbaarheid niet aannemen, den priester allen invloed op het burgerlijk leven ontneme, enz. Zonder de houding der ultramontanen in den laatsten tijd te willen verde digen, zou men echter gevoegelijk professor Schulte kun nen vragen, wat zijne meening zijn zou, wanneer de protestanten eens zulk een radicalen kruistocht tegen de oud-katholieken predikten? De nationale vergadering te Versailles wijdde hare zitting van Zaterdag ook geheel aan de belangen der katholieke kerk. De petitiën der verschillende bisschop pen tot interventie ten gunste van den paus waren aan de orde gesteld, en met belangstelling wachtte men de verklaring van het gouvernement af, welke houding Frankrijk voornemens was tegenover Italië aan te nemen, en of de regeering van Thiers geneigd zou zijn, om ter wille van de geestelijkheid het land aan een. nieuwen oorlog bloot te stellen. De Fransche dagbladen van gisteren brengen eenige bijzonderheden over deze belangrijke zitting, die niet in een kort telegrafisch bericht, dat bovendien niet door duidelijkheid uit muntte, vermeld war. n. Aan het debat is herhaal delijk deelgenomen door Thiers, Gambetta en den bis-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2