{Hmgclwerli.
.srctijötngm.
^anhrlsbrricljtm.
2töwrtmtien.
een tocht door z ui d-d u it s c iil an d.
(uit hei reisjournaal van een Oostenrijker
Ik ging naar Ulm. Even voor dat wij aan bet station
kwamen hoorde ik een eigenaardig geluid; het was
alsof een duizendtal menschen geworgd werd. Niemand
in onze waggon kon mij eenige opheldering daarvan
geven. Toen de trein stil hield stond het perron van
het station vol soldaten en het bleek, dat het vreemde
geluid uit hunne longen voortkwam. Toch kon men
zelfs geen enkele strop bemerken, en de uniform zat ook
gemakkelijk en los. Ik sprong op het perron, greep een
ijzervreter bij den knoop van zijn jas en vroeg hem wat
die ongelukkige kerels toch scheelden. „Niets, was het
antwoord, zij oefenen zich slechts tegen dat ze de stijve
Pruisische uniform met den hoogen halskraag van drie
vingers breed moeten aantrekken. Anders niet. De offi
cieren hebben al bevel gekregen om zich zulke Pruisi
sche „wurgmachines" te laten maken."
„Maar beste Duitsche broeder, ik kan toch ternauwer
nood gelooven, dat de wakkere Zwaben zich terwille
van het Duitsche vaderland en de Duitsche zaak niet
gaarne zulke kleine opofferingen zouden willen getroos
ten. Verheugen zij zich dan niet bijzonder dat ze thans
voor eeuwig en altijd met Berlijn vereenigd zijn
„Nu ja in 'talgemeen is het vereenigdc Duitschland
heel mooi en goed, als wij in Zwaben maar niet zooveel
nieuwe Duitsche belastingen, militaire lasten en riieer
dergelijke nieuwigheden kregen."
Ik viel uit mijn hemel van Duitsche eenheid neder en
dacht aan een plaats in Ileine's Harzreise waarin een
commit voijageur op den Broeken bij zonsopgang uitroept:
„Wat is de wereld in 'talgemeen toch schoon En toen
ik te Stuttgart kwam hoorde ik telkens weder: „Nu ja,
een eenig Duitschland is in 'talgemeen heel mooi
maar die nieuwe belastingen, de vele soldaten, de
nieuwe wettenWij verliezen onze rijke gezanten
cn wie zullen nu onze kostbare huizen huren? wie
de loges in den schouwburg vullen en bals geven? En
wat is een hof zonder gezantschappen? Hoeveel rijke
lieden die tot nogtoe des winters in Stuttgart woonden
zullen nu hun geld in Berlijn gaan verteeren? Het is
een wonder dat ze ons nog het hof laten
Was dat nu hetzelfde Stuttgart, hetzelfde Zwaben,
waarin ik voor twee jaren, toen ik op de Spree en Neckar
voer, bij iedere schrede, bij ieder glas bier hoorde
zuchten: „och werd het toch maar eindelijk ernst, pakten
ze ons maar in en kwam er toch een einde aan deze
ellende aan deze Kleinslaaterei! We zullen de Pruisen
zegenen als ze ons tot een Pruisische provincie willen
maken
En thans? Een smeerboel als op de straten van Stutt-
gast heb ik nog nergens ontmoet. De straten van de
Zwabische hoofdstad zijn namelijk ongeplaveid. In
plaats van plaveisel vindt men een mengsel van stukkeu
zandsteen, kiezel en modder; men gaat er eens met een
rol en een waterwagen over heen, en laat het dan aan
zijn lot over. Zoolang bet droog weer is gaat het goed;
maar o wee! als het 24 uren heeft geregend! Entoen
ik in Stuttgart kwam had het 48 uren geregend! „Mijn
lieve opper-burgemeester von Siek, zooals koning Karl
steeds in de "Wurtembergsche Staatsanzeiger schrijft,
bad mij wel wegens kwaadwilligheid kunnen veroordee-
len, maar ik zag ook in de Neckarstrasse de lieve zon
in een lange en breede stroom van gelen modder schit
teren, en des avonds spiegelden de maan en de lieve
sterren, benevens het schijnsel van een enkelen flauw
brandenden lantaarn zich in het water van de aristocra
tische Neckarstrasse. Intusschen wordt in Stuttgart veel
bijgebouwdveel meer dan te München.
Toen ik uit Stuttgartvertrok riepen mij eenige
Zwaben al knipoogende toe: „Groet onze afgevaar
digden in Berlijn! Niet waar zij maken het de Pruisen
lastig? Wij hadden zelf niet gedacht, dat ze zóo kon
den redeneeren. We zullen een hartelijken dronk voor
ben klaar maken om hen te ontvangen! En op een zilver
bekertje zal het ook niet aankomen!" Ik drukte de
„bondsbroedera" de hand en nam plaats in den trein.
Station Dammstadt!" klonk het en ik boog mij uit
het portierraampje om deD conducteur te vragen of het
werkelijk waar was, dat de inwoners van Darmstadt de
r niet konden uitspreken? (Zij vermijden altijd om het
woord Herr tegebruiken). Liebste Mann was het
antwoord das sein (jö ■willige Veleumdungcn. Wi könnerCs
gam tcohl ausspechenaie tci wollen man nichtWelk
een klassiek Duitsch antwoord! Het is juist alsof men
de vertegenwoordigers van het eenige Duitschland in
de keizerstad Berlijn in koor, zooals een goed school
meester gaarne heelt, hoort uitroepen: „Wij zouden in
den rijksdag onzen zin wel eens kunnen doorzetten, maar
wij willen niet!"
Doch verder ging het en weldra was de schoone kerk
toren uit bet gezicht, waarop eensdealmachtigeminister
van Hessen-Darmstadt von Dalwigk een ontbijt met
champagne gal en toasten dronk op het verbrokkelde
Duitschland en een peraet op de droomen en verwach
tingen over Duitsche eenheid.
Frankfort aan den Main, de oude, trotsche, vrije
rijksstad. De oude schitterende Duitsche keizersstacl
door een enkele pennestreek veranderd in Pruisische
provincie- en garnizoensstad! Wie zou dat ooit hebben
kunnen denken! Uitwendig is zij dezelfde gebleven,
maar inwendig? Vroeger zetelde de hevigste haat tegen
de Pruisen in aller harten, in alle kantoren en gezel
schappen. Geen Pruisisch officier had toegang in de
kringen van de ouderijke trotsche Frankforter patri
ciërs, zelfs niet eens in die van den gegoeden burger
stand. In geen enkel besloten gezelschap, op geen par
ticulier bal werden zij toegelaten. En hoe haatte men
vroeger Bismarck!
En wat zijn thans de Duitsche krijgslieden feestelijk
ontvangen, onverschillig of zij Pruisen of Beieren
Saksers of Zwaben waren. Zoo ging het reeds gedurende
den oorlog. De zieken en gewonden worden zonder
onderscheid trouw verzorgd, en de jonge Frankforters
die vroeger liever de vlucht zouden hebben genomen
dan een Pruisischen soldatenrok aan te trekken,
togen thans vroolijk ten strijde ouder Pruisische vanen.
En lioe werden keizer Wilhelm eu de rijkskanselier
toegejuicht
Doch Berlijnsche slimheid en diplomatie hebben niet
weinig daartoe bijgedragen. Bismarck weet niet alleen
vorsten en volken en diplomaten op de gevoeligste
plaats te treffen; hij kan ook een pleister op een pijn
lijke wond leggen. Dat deed bij in Frankfort, en lieflijk
klonk het deu Frankforters ia de ooren: „0! wat ben ik
blij, dat juist hier in de oude keizersstadZij ver
gaten daardoor dat hun stad slechts een provinciestad
was! En met welk eene welwillendheid en vroolijkheid
ledigde de gevierde staatsman den zilveren eerebeker
met fonkelenden Rijnwijn! Toen waren de Frankfor
ters reeds verrukt, doch toen zij deu grooten man des
avonds een beetje wankelend door de straten zagen
wandelen waren ze dronken van vreugde!
„De Frankforters waren er trotsch op, dat in hun
stad de vrede werd gesloten en in die dagen speelde
von Bismarck zijn fijnsten diplomatieken troef uit tegen
de nog niet geheel gewonnen harten van de vrouwen
en meisjes van Frank fort. lliulier iaceat in ecclesia
maar in huis heeft de vrouw het hoogste woord en dat
weet von Bismarck even goed als ieder ander man. Hij
wist in Frankfort de harten der vrouwelijke bevolking
volkomen te winnen. Waardoor? Eeuvoudig door in
den Weiszen Schwan een kapper te laten komen en zich
het haar te. laten knippen; nu dragen alle dames van
Frankfort zeer dunne licht grijze „vou Bismarck-
lokjes" in haar raedallons of ringen. De gelukkige kap
per beeft veel geld verdiend, hoewel de gezamenlijke
lokjes van de Frankforter dames in een zeer ongelijke
verhouding staan tot de hoeveelheid haar die von Bis
marck in den rijksdag vertoont.
Voor twee jaren zong men in Kassei nog:
«Ochs, Esel, Pferd, Kartoffelschwcin
Lieber noch als Preusze sein!"
en de voorname Ilessische jongelieden wilden liever
den kogel hebben dan in Pruisische krijgsdienst gaan,
hoewel zij toch de verhoudingen in de staten onaange
naam vonden. Thans zingt men in Kassei met groote
voldoening:
"Ich bin een Preusze, kermt ihr meine Farben?"
In Kassei was men dankbaar en tevreden dat men
toch weder een weinigje vorstenpraal had gezien. Het
verblijf van Napoleon op YVilhelmshöke heeft te Kassei
veel geld en vreemdelingen getrokken, terwijl er menig
belangrijk onderhoud heeft plaats gehad. En als nu nog
een Pruisische prins zijne residentie te Kassei wilde
vestigen en de keizer of de keizerin of eenige prinsessen
kwamen eenige maanden op Wilhemshöhe doorbrengen,
dan zouden de goede bewoners van Kassei volkomen
tevreden zijn!
Zaterdag jl. lag te Riga zeilklaar het barkschip Riga,
gezagv. C. Tobiassen, naar Rotterdam. Alles wel aan
boord.
Zondag jl. is te Elseneur gepasseerd het barkschip
Noordster, gezagv. |5. H. Andreassen van Husum. Schip
en equipage in goeden staat.
Graanmarkten enz.
St. Nicolaas, 13 Juli. Tarwe fr. 30.90rogge fr. 19.40;
boekweit fr. 24.50: haver fr. 10.30; gerst fr. 16.30: boonen.
fr. 22.00lijnzaad fr. 31.00.
Middelburg, 13 Juli. Puike Walchersche tarwe ge
kocht voor 12.75 tot 13; Zeeuwsche dito tot f 12.50
gekocht. Rogge f 9 25 aan comsuintie. Wintergerst van
den zolder tot 7.75 aangeboden; Walchersche zomer-
gerst /7a/ 7.25. Walchersche brnineboonen 14; dito
paardenboonen 9.50 a 10. Dito groene erwten f 10
verlaten. Raapolie f 48.50; patentolie f 50.50; lijnolie
f 37.50 per vat op zes weken, a contant f 1 lager. Harde
raapkoeken f 110 per 1040 stuks; harde lijnkoeken 13
per 104 stuks; zachte dito 15 per 104 stuks.
De berichten omtrent den te velde staanden oogst zijn
zeer gunstig.
gemiddelde marktprijzen.
Middelprijzen van bakbare tarwe 12.60 en rogge
f 8.75. Nieuwe Aardappelen f 2.80 a /3.00per hektoli-
ter. Versche boter f 1.10 a 1.20 per kilogram.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 13 Juli 1871.
Nederland.*Certific. Werkelijke schuld. 2$ pet. 53fa
*dito dito dito 3
♦dito dito dito 4 83$
*Aand. Handelmaatschappij 4$
dito exploitatie Ned. staatssp. 104
België. ♦Certificaten bij Rothschild 2$ 58
Rusland. ♦Obligation 1798/1816 5 „97
♦Certific. adm. Hamburg 5 67$
♦dito Hope O. 1855, 6e serie 5
♦Cert. 1000 1864 5 95$
♦dito 1000 1866 5 „944
♦Loten 1866 5 „236
♦Oblig. Hope Co. Leening 1860 4 j 86-$
♦Certific. dito4 67$
♦Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4
♦Obligation 1867 4 68$$
♦Obl. 1869 4 68
♦Certificaten 6
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 215
♦Oblig. dito 4
♦dito dito 4i
Obl. spoorweg Poti-Tiflis 5 88$
dito dito Jelez Orel 5 88$
dito dito Charkow Azow. 5 84$
Polen. *Schatkistobligatiën5 68
Pruisen. ♦Obligatiën 4
Oostenrijk. *Oblig. metall. in zilver Jan.Juli 5 55$
♦dito dito April/Oct. 5 55
♦dito in papier Mei/Nov. 5 „47$
♦dito dito Febr./Aug. 5 46$V
Italië. Leening 18615 53$
♦Certific. bij Lamaison c. s.5
Spanje. ♦Obligation2$ thans 3 32
♦dito 1867 3 32
♦dito Binnenlandsche3 26
Portugal. ♦Obl. 1856—1862 3 34$
♦dito 1867 3 34$
Turkije. dito (biunenl.)5 44-iV
Griekenl. dito (blauwe)5 104
Egypte Obl. 1868 7 77$
Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5
♦dito dito dito (1904) 5
♦dito dito dito (1882) 6 97
♦dito dito dito (1885) 6 „97$
♦Obl. Illinois 7
♦dito dito Redemtion 6 841
Oblig. Atl.Gr.W.Spw.Ohiosec.(7p)
dito dito geconsolideerde 7 40$
dito dito debentures 8
Obl St.Paul &Pae.Spw. lesec. 7 69$
dito dito dito 2e sec. 7 69$
dito dito 1869 dito 7 „70$
Brazilië. *0bl. 1863 4$
♦dito 1865 5 91$
Grenada. dito afgestempeld6 2144
Venezuela, dito3 9
Nieuwe Franscbe Leening80, 80$
Prijzen van coupons.
Amsterdam, 12 Juli. Metall. 19.95; Dito zilver
24.40; Dito Eng. per éf 11.80; Eng. Russen per
fEng. Portugal per /li.80, Fransche 55$;
Belg. /56$; Pruis. f 35; Harab. Russen Russen
in L. R. 31Pools, in Fl. 27$; per Z.R. fSpaans.
Amerik. Dollars /2.39$: dito papier 2.11; Spaans,
in francs 55$; Piasters /2.26.
Heden overleed tot mijmijner kinderen en behuwd-
kinderen diepe droefheid, mijn geliefde man A. LAM
PERS in den ouderdom van 57 jaren.
Allen die hem gekend hebben, zullen kunnen beseffen
wat ik in hem verlies.
Middelburg, A. WONDERGEM,
12 Juli 1871. Wed. A. Lampers en kinderen.
Eenige en algemeene kennisgeving.