MIDDELBURGSCHE
COURANT.
Dinsdag
11 Juli.
öinnntlcmïr.
N°- 163,
1871.
TËRKIEZIACEA.
De Burgemeester en Wethouders van Vlfssingen
maken bekend:
dat de verkiezing voor vijf leden van den gemeenteraad,
ter vervulling der plaatsen wegens de periodieke aftre
ding van de heeren J. P. LAERNOES, N. J. B. DE
VEIJ MESTDAGH, Th. VAN UI JE PIETERSE,
J. G. HECTOR en W. DE KRUIJFF met den eersten
Dinsdag van September, ingevolge art. 7 der wet van
den 29 Juni 1851 (Staatsblad no. 85), zal plaats hebben
op Dinsdag den 18 Juli aanstaande, en dat de kiezers
hunne stembriefjes zullen kunnen inleveren van des
morgens negen tot des namiddags vijf uren van dien dag,
ten raadhuize der gemeente in het gewone stembureau.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort,
den 8 Juli 1871.
De Burgemeester en Wethouders voornti.,
WINKELMAN.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
Middelburg 10 Juli.
De eerste kamer is bijeengeroepen tegen Dinsdag den
18" Juli a.
De Staats-courant van Zondag en Maandag 9 en 10
dezer bevat de wet van den 19en Juni jlhoudende
definitieve vaststelling van hoofdstuk VIII derstaatsbe-
grooting voor het dienstjaar 1871.
In hetzelfde nommer is opgenomen het koninklijk be
sluit van den 28en Juni jl. tot wijziging van art. 3 van
het koninklijk besluit van den 8on April 1839 (Staats
blad n°. 10), houdende vaststelling van het getal procu
reurs en deurwaarders bij de verschillende rechterlijke
colleges enz.
Uit Rotterdam schrijft men ons:
„Ofschoon ik begrijp, dat de Middelburgsche courant
geen plaats kan afstaan voor het bespreken der gemeen
teraadsverkiezingen hier of elders, meen ik toch op de
belangstelling van vele harer lezers te mogen rekenen
bij de vermelding van een feit, dat zich hier bij het stel
len van candidaten voor die verkiezingen heeft voorge-
gedaan, een feit dat onder onze bevolking groote sensatie
maakt.
„Onder de aftredende leden van den raad behoort de beer
de Bruyn, wethouder voor definanciën. In „Burgerplicht''
is dit lid niet opnieuw candidaat gesteld en in „Orde"
kon bij slechts met groote moeite op de lijst gebracht
worden.
„Deze oppositie tegen een mandie zeer vele jaren
raadslid was en als een bekwaam wethouder bekend
staat, vindt haar grond alleen in de omstandigheid, dat
de heer de Bruyn (roomsch-catholiek) verdacht wordt
gehouden van in de laatste jaren te zijn overgegaan tot
de ultramontaansche partij. Voor die verdenking be
staan velerlei redenen, en een feit is het, dat vooreen paar
jaren de heer de Bruyn zijn lidmaatschap van de liberale
kiesvereeniging „Orde" (waarvan hij bestuurder was),
heeft opgezegd. Men zegt, dat hij sedert zich heeft aan
gesloten bij de catholieke (ultramontaansche) kiesver
eeniging „de Grondwet".
(,Het gebeurde met zijne candidatuur bewijst hoe
groot hier de tegenstand is, dien het politieke drijven
der ultramontaansche partij heelt opgewekt. Daaraan
heeft de ongematigdheid van het hier verschijnende
orgaan dier partij in niet geringe mate schuld.
„Waarschijnlijk zal de heer de Bruyn wel gekozen
worden, daar eenige invloedrijke liberalen zeer tegen
zijne uitsluiting ijveren, niet alleen omdat zij met zijne
bekwaamheden zeer zijn ingenomenmaar ook omdat zij
bij verkiezingen voor den gemeenteraad de vraag: ultra-
montaansch of niet, niet willen gesteld zien. Maar in
elk geval zal hij het met moeite halen, waDt ook buiten
de kiesvereenigingen, in den breede kring der burgerij
vindt zijne herkiezing zeer veel tegenstand.
„De ultramontaansche partij zal zeker steen en been
klagen, dat de strijd te ver gedreven wordt, maar recht
tot klagen heeft zij niet, daar zij in Noord-Brabant zelve
ook bij do verkiezingen voor de gemeenteraden al wie
niet geheel tot hare richting behoort, uitbant en te
's Gravenhage van al de aftredende raadsleden slechts
éen niet candidaat staat, en wel omdat die éen lib e-
r aa 1 catholiek is."
De minister van binnenlandsche zaken beeft den 4tn
dezer de volgende missive aan gedeputeerde staten der
provinciën gezonden: „De vraag is mij voorgelegd, of de
verkiezing van gemeenteraadsleden in 1871 niet naar
den vermoedelijken uitslag der volkstelling van 1869
zal moeten geregeld worden. Ik meen die vraag ontken
nend te moeten beantwoorden en heb de eer u hiervan
kennis te geven, teneinde de gemeentebesturen in dien
geest in te lichten. Zoolang niet bet cijfer der inwoners
naar die volkstelling officieel vaststaat, zal niet tot ver
meerdering der raadsleden, waartoe de uitslag dier volks
telling vermoedelijk aanleiding zal geven, kunnen wor
den overgaan. Het zon, nu de uitslag nog niet volkomen
zeker is, kunnen gebeuren, dat een verkeerd cijfer tot
grondslag gjnomen werd en de vermeerdering van het
getal raadsleden tot een onwettigen toestand leidde. Er
schijnt ook geen reden te kunnen bestaan om op den
uitslag der volkstelling vooruit te loopen en het getal
te kiezen leden naar den vermoedelijken uitslag te rege
len. Het eenige ongerief, dat bij uitstel ontstaan kan, is,
dat de kiezers later nogmaals opgeroepen zullen moeten
worden.
Bij de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwe
gen waren op 30 Juni jl. gemiddeld in exploitatie 933
kilometer tegen 874 kilometer in 1870.
De totale ontvangsten van 1 Januari tot 30 Juni jl.
bedragen 2,266,793.53* tegen 1,900,731.78 in 1870,
of gemiddeld per dag en per kilometer sedert 1 Januari
jl. f 13.35 tegen 11.94 in 1870.
Benpemmgen en besluiten.
eeketeek enen. Toegekend, als blijk van koninklijke
goedkeuring en tevredenheid, de zilveren medaille,
ingesteld bij besluit van 22 September 1855 n°. 64, als
mede een loffelijk getuigschrift, aan den kapiteiu van
het Fransch galjootschip Flora, A. Anbriet, wegens de
hulp ter redding van een deel der schipbreukelingen
van het op 20 Mei jl. in het Engelsch kanaal verbrande
Nederlaudsche stoomschip Willem III.
lager onderwijs. Eervol ontslag verleend aan
mr. J. W. A. Schneiders van Greiffenswerth als schoolop
ziener in het zesde schooldistrict in Zeeland en als zoo
danig benoemd in bet derde schooldistrict; en benoemd
tot schoolopziener in het zesde schooldistrict mr. A. E.
Crcockewit.
marine. Bevorderd tot luitenant ter zee 1« klasse de
luitenant ter zee 2e klasse W. J. A. Nolthenius.
Onderwijs.
Bij het «dezer dagen aan de polytechnische school te
Delft gehouden examen B, (art. 60 der wet op het M. 0.)
zijn geslaagd, voor technoloog de heeren: W. H. van
Hasselt, F. van Heumen, J. H. van 't HofF, F. W. Wes-
terouen van Meeteren.
Examen C (art. 61) voor civiel ingenieur de heeren
H. G. C. M. Hamming, J. van Hasselt, A. W. Mees
E. R. van Nes van Meerkerk, J. G. N. Haitsma Muiier,
S. J. G. van Overveldt, C. P. E. Ribbius, J. G. M. Roij-
aards, C. M. Schols en A. II. T. J. Thissen.
(Art. 62) voor architect, de heer J. F. Groll(art. 64)
voor werktuigkundig ingenieur, de heeren J. H. L. van
Deinse en H. C. Sprenger.
Kerknieuws.
De heer A. Brink, predikant bij de christelijk ge
reformeerde gemeente te Neuzenheeft een beroep ont
vangen naar die gemeente te Bodegraven.
Marine en leger.
De officier van administratie 2« klasse C. J. P. Furnée,
laatst gediend hebbende bij de zeemacht in Oost-Indië,
en den 4«n dezer van daar in Nederland teruggekeerd
wordt met dat tijdstip op nonactiviteit gesteld.
Gemengde berichten.
Het huwelijk van prinses Marie en prins zu Wied
n 18e<» dezer, zalnaar wij vernemenbepaald wor
den bijgewoond door de groothertogin van Mecklenburg-
Schwerin, tante van prinses Marie door de hertogin
Alexandrine van Mecklenburg, geboren prinses van
Pruisen, en door prins Albert van Pruisen. De vroeger
hierover reeds meegedeelde berichten waren onjuist.
Den dag van het huwelijk zal op het Huis de Pauw
een dejeuner worden gegeven, waaraan ongeveer 150
personen zullen deelnemen. Verder vernemen wij, dat
de kerkelijke huwelijksinzegening zal geschieden door
d». Ruytenschild, en de daarop volgende toespraak zal
worden gehouden door d*. van Rhijo. Eet Vaderland
Le Francais bevatte dezer dagen een geheel ver
zonnen bericht onder het opschrift I*a Commune en Bol-
landewaarin verteld werd, dat te Rotterdam een verga
dering der Internationale gehouden is, waarvan al de
aanleggers gevangen genomen zijn onder beschuldiging
van aanzetting tot burgeroorlog. Het berieht is overge
nomen door de Précurseur en l'Étoile Beige.
De lichtzinnigheidwaarmee Fransche bladen nieuw
tjes maken, is niet veel onvergeeflijker dan de gedach
teloosheid, waarmede Belgische, ja, Antwerpsche bladeD,
een dergelijk bericht ever een Nederlandsche gebeur
tenis overnemen uit het eerste het beste Fransche dag
blad. Hel Vaderland
Von Bismarck heeft aan Carl Wilhelm, den com
ponist van de „Wacht am Rhein", een geschenk van
1000 thaler, uit een ter zijner beschikking staand tonds,
doen toekomen, vergezeld van een eigenhandig schrij
ven, waarin de rijkskanselier hem zijne erkentelijkheid
betuigt voor de compositie van een lied„hetwelk met
de geschiedenis van den afgeloopen krijg op onverbre
kelijke wijze is te zamen gegroeid"en waarin hij de
hoop uitdrukt, dat het hem mogelijk zal zijn, jaarlijks
den verdienstelijken musicus dezelfde som te kunnen
aanbieden.
De regeerfng van Hessen-Darmstadtnam den 4« Juli
een zeer liberaal besluit. Zij schafte de beruchte baard-
verordening af, een wet waarbij bepaald wordt op welke
plaatsen van hun aangezicht de verschillende standen
in den lande het haar mogen laten groeien. Knevels te
dragen bijv. was uitsluitend aan militairen geoorloofd.
Woensdag heerschte in de bank van Frankrijk
groote levendigheid; 14 millioen franken in stukken
van 5 franken werden naar Pruisen verzonden. Zij wer
den naar den Oosterspoorweg vervoerd in 14 wagens,
ieder geladen met een millioen, getrokken door vier
paarden en begeleid door drie ambtenaren van de bank.
Het geld was verdeeld in zakken van 10,000 franken,
die behoorlijk waren verzegeld. Op het station van den
Oosterspoorweg werd de kostbare last geladen in 14
wagens van 5000 kilogrammen en naar Nancy getrans
porteerd.
Een ooggetuige deelt de bijzonderheden mede
van eene gebeurtenis die dezer dagen te Mulhouse plaats
had, en een denkbeeld kan geven van het nationaal
gevoel der bevolking aldaar. Verleden Zondag was in
een twist een inwoner door een Duitsch soldaat gedood.
Het scheen dat men stilzwijgend was overeengekomen
'om bij de begrafepis getuigenis af te leggen van de
groote liefde voor Frankrijk, want meer dan 3000 perso
nen volgden de lijkkoets naar het kerkhofMaaronder
honderde vrouwen uit de aanzienlijkste familiëo. Toen
de eerste schoppen aarde op de kist vielen hieven zij
den kreet aan: „Leve Frankrijk!" die in alle rijen met
ongekende geestdrift werd herhaald, doch door den toon
van weemoed waarop bij werd geuit op ieder een diepen
indruk maakte.