OÜRANT.
N°' 159.
H
Donderdag
1871.
6 Juli.
Middelburg 5 Juli.
De algemeene beraadslagingen over de wetsontwerpen
betreffende de tractaten met Groot-Britannië wegens
den afstand der Nederlandscbe bezittingeu ter kust van
Guinea en de toepassing van een tractaat van den
1"» Februari 1858 tusscken het Nederlandscbe gouver
nement en den sultan van Siak Srie Indrapoera zijn, in
de zitting der tweede kamer van heden aangevangen.
Door de heeren van Sijpesteijn, Gratama, Mirandolle en
Nierstrasz zijn breedvoerig bezwaren tegen de samen
koppeling en den inhoud van die tractaten ontwikkeld.
De gisteren avond gehouden zitting ter opening van
de zomervergadering der provinciale staten van Zee
land werd door 36 leden bijgewoond.
Tot de eerste werkzaamheden behoorde het onder
zoek der geloofsbrieven van de herbenoemde en nieuw
benoemde leden, te weten: in het kiesdistrict Middel
burg, de heeren mr. W. Ph. Vis, II. P. Winkelman,
mr. N. J. G. Sncuck Hurgronje, H. J. van Deinse,
mr. J. Snijder en mr. G. A. Fokker (laatstgenoemde in
de plaats van den heer de Jonge van Ellemeet); in het
kiesdistrict Zierikzeede heeren mr. B. C. CauJ. Hoo-
genboom Bz. en jonkheer J. L. de Jonge; in het kiesdis
trict Goesde heeren mr. J. C. R. van der Bilt, J. W. Va
der, jonkheer mr. J. J. Porape van Meerdervoort en
J. H. Bybau; in bet kiesdistrict Sluis, de heeren
M. Mazure, H. G. Hamraacher en mr. F. J. Brevet; in
het kiesdistrict Hulst, de heeren A. G. V. Homback
A. L. J. van Waesberghe, C. C. P. Pieissens en
P. F. Dierick (laatstgenoemde in de plaats van den heer
J. Kroon). De geloofsbrieven van den in het kiesdis
trict Tholcn gekozen heer mr. T. A. Wagtho waren
niet ingekomen, zoodat deze niet zijn kunnen onder
zocht worden.
Nadat tot toelatiug vap al de leden wier geloofsbrie
ven zijn onderzocht besloten was, hebben die leden
de vereischte beloften of eeden afgelegd en zitting
genomen.
Overigens zijn de verschillende ingekomen stukken,
adressen en voorstellen medegedeeld en hetzij naar de
afdeelingen verzonden of gesteld iu handen eener
speciale commissie (bestaande uit de heeren van der
Bilt, Pierssens en Winkelman), hetzij op de griffie
voor de leden ter inzage gelegd of voor kennisgeving
aangenomen.
Door de commissie in de buitengewone vergadering
der staten den len Juni jl. benoemd, om een nader
onderzoek in te stellen betreffende den onderhouds
plicht van den straatweg van Goes naar 's Gravenpol
der, is bij monde van den heer Pompe van Meerdervoort
rapport uitgebracht. De conclusie daarvan strekt, om
te verklaren dat op de provincie geen verplichting tot
onderhoud rust, op grond van het koninklijk besluit
van den 13en Maart 1821, n°. 73. De commissie geeft
echter in overweging om gedeputeerde staten uit te
noodigen om verder de vereischte stappen te doen,
dat in het beheer en het vooitdurend onderhoud van
dien weg worde voorzien.
Dit rapport zal nader aan de orde worden gesteld.
De heer G. J. Sprenger heeft mondeling medegedeeld,
dat hij, als lid van gedeputeerde staten aan de beurt
van aftreding zijnde, bij de op morgen (heden) te houden
verkiezing niet weder in aanmerking verlangde te
komen.
Van den heer Beciuswas schriftelijk beiicht ingeko
men, dat hij zijne betrekking van lid van gedeputeerde
staten nederlegt. De dag der verkiezing ter vervulling
der hierdoor ontstane buitengewone vacature zal later
worden bepaald.
In de heden voormiddag gehouden zitting, waarin
38 leden tegenwoordig waren, heeft de benoeming plaats
gehad van drie leden van gedeputeerde staten ter ver
vulling der vacatures ontstaan door gewone aftreding
van de heeren m*. J. C. R. van der Bilt, H. J. van Deinse
en G. J. Sprenger.
De uitslag is;
a. Bij eerste stemming is opnieuw benoemd de heer
van der Bilt met 37 van de 38 stemmen, zijnde 1 biljet
oningevuld ingeleverd.
b. Evenzeer is de beer H. J. van Deinse bij eerste stem
ming opnieuw gekozen met 27 stemmen, zijnde voorts
uitgebracht op debeeren mr.G.A.Fokker 7 enmr.N.J.C.
Snouck .II ürgronje 2 stemmen, terwijl 2biljetten oninge
vuld waren.
c. Ter vervanging van den heer G. J. Sprenger verkre
gen bij eerste stemming de heeren mr. G. A. Fokker 19,
mr. N. J. C. Snouck Hurgronje 16,steramen, en mr. W. Pb.
Vis, mr. J. Snijder en J. A. A. Fransen van de Putte
ieder 1 slem.
Daar niemand alzoo de volstrekte meerderheid van
stemmen had verkregen werd een tweede vrije stemming
gehouden, waarvan het resultaat was, dat de heer Fok
ker werd benoemd met 20 stemmen, en debeeren Snouck
Hurgronje 17 stemmen en Fransen van de Putte 1 stem
verkregen.
De heeren van der Bilt en van Deinse hebben dade
lijk verklaard dat zij hunne benoeming aannemen. De
heer Fokker heeft te kennen gegeven dat hij velen
zijner vrienden verzocht had op hem geen stemmen uit
te brengen, daar hij in het vervolg ambteloos wenscht
te blijven, althans geen zitting verlangt te bebben iu
een administratief college. Nu de keuze der meerderheid
e.enwel toch op hem gevallen is, zal hij gebruik maken
van zijue bevoegdheid om zich te beraden of hij zijne
bezwaren kan ovenvinnen, en later zijn besluit tot al of
niet aanneming der benoeming mededeelen.
De heer m1'. W. Ph. Vis is met 25 stemmen andermaal
benoemd tot buitengewoon lid van gedeputeerde staten.
Voorts waren uitgebracht op de heeren mr. B. C. Cau 7,
J. Sipkes 2, J. W. Vader, inr. F. van Deinse en P.
Winkelman ieder 1 stem, zijnde 1 biljet oningevuld.
De heer Vis heeft verklaard de benoeming aan te
nemen.
In deze zitting is nog ingekomen en naar de afdeelin
gen verzonden ,een voorstel van den heer Fransen van
de Putteondersteund door de heeren J. M. Kakebeeke,
Homback, van der Have en Pierssens, strekkende om te
besluiten tot den aanleg van steigers: een aan het Kat-
sche veer, een te Hocdekenskerke en een te Walsoorden,
en daarvoor op de provinciale bcgrooting voor 1872 re
spectievelijk uit te trekken 24,00013,010 en f 15,000.
Na de splitsing der vergadering in afdeelingen werd
door den heer Fransen van de Putte na daartoe beko
men verlof, tot gedeputeerde staten de vraag gericht:
of bij hen het vooruemen bestaat om binnen kort aan de
provinciale staten een ontwerp reglement van politie op
het berijden der kunstwegen aan te bieden?
Het antwoord op deze vraag is door den voorzitter,
namens gedeputeerde staten, in de volgende zittiDg
toegezegd.
De eerstvolgende openbare zitting is bepaald op
a. Vrijdag, des namiddags te halt drie uur.
De Staats-courant van heden, bevat de wetten van
den 19en Juni 1871, tot verandering der grens tusscken
de gemeenten Dordrecht en Dubbeldam;en van den 19«n
Juni 1871, houdende definitieve vaststelling van het
tweede hoofdstuk der staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1871.
Door Z. K. H. prins Frederik is aan ieder der leden
van de ontbonden hoofdcommissie voor het nationaal
gedenkteeken van IS 13 een gouden legpenning vereerd,
ter middellijn van 6 centimeter ;op de voorzijde is afgebeeld
het monument in het Willemspark, zooals het zich ver
toont van den kant der Parkstraat, met het omschrift:
Frederik, prins der Nederlanden ter herinnering, en
onder de afbeelding staat: aan (den naam van den be
giftigde) 17 November 1863—67.
Op de keerzijde is het monument afgebeeld zooals het
zich vertoont van de zijde der Javastraat, en daaronder
staat November 1813. Deze keurig bewerkte medaille
is aan 'srijks munt te Utrecht geslagen.
Naar Het Vaderland verneemt heeft de Japansche
regeering aan dr. A. Banduin opgedragen, omtweeNeder-
landsche ingenieurs van den waterstaat te engageeren
om voor eenige jaren in Japauschen dienst te treden,
teneinde eenige hoogst belangrijke openbare werken
onder hunne leiding te doen uitvoeren.
Benoemingen en besluiten.
ministerieels departementen. Benoemd htf.W. A. A. J
baron Schimtnelpenninck van der Oije, commies bij het
departement van buitenlandsche zakentot referendaris
bij dat departement; en mr. J. H. Hora Siccama, tot dus
ver attaché bij het Nederlandseh corps diplomatique,
tot adjunct-commies bij gemeld departement.
consulaten. Erkend als consul der Vereenigde staten
van Amerika te Batavia, P. M. Niekerson.
rustende schutterijen. Benoemd tot 2cn luitenant bij
het 5e bataljon der rustende schutterij in Zeeland, A. C.N.
Grenu.
leger. Benoemd bij het wapen der artillerie tot kapi
tein van de 3c klasse (naar ouderdom van rang)bij den
staf van het wapen de lc luitenant A. L. W. Seyffardt,
van dien stafwerkzaam bij de Koninklijke militaire
akademie; bij het regiment rijdende artillerie, d£
le luitenant A. Kool, van den generalen staf.
Marine en leger.
De luitenant ter zee 2e klasse A. Werumeus Buning,
dienende op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt
met deu 15e*» dezer op non-activiteit gestelden met den
16cn daaraanvolgende vervangen door den luitenant ter
zee 2e klasse F. W. O. Ledeboer.
Landbouw.
Aan de Goesche courant wordt uit het westelijk deel
van Zuid Beverland van het „eiland" Zuid-Beveland
gelijk dit blad uit oude gewoonte zich nog steeds uit
drukt het volgende gemeld.
Het winterkoolzaad is door de vorst en andere oor
zaken geheel verloren gegaan, met uitzondering van
een paar blokjes en slechts voor een klein gedeelte door
zomerzaad vervangen. Dit laatste heeft de. verschillende
ziekte-periodes, waaraan die vrucht gewoonlijk is
blootgesteldtot nutoe nog al wel doorstaan en is
thans voluit in bloeihet treft goed weder tot vrucht
zetting; als het zoo gezond rijpt als het nu nog staat^
kan het licht boven bet middelmatige beschot komen.
Van de tarwe, dit hoofdproduct in ons gewest, waar
van ook zeer weinig door de vorst is gespaard, valt nog
niet te zeggen dat de verwachting gunstig is; de oude
Zeeuwsche die nog is blijven liggen voorspelt niets
goeds. Aangezien ze veel te dun is blijven staan en
bijgevolg nu breedbladig met dikken stengel opschiet,
zal ze eindelijk een slecht geslotene aar (wijdkrappige,
in landmanstaai) leveren.
Veel van de vroeg gezaaide witte Engelsche en Austra
lische tarwe staat thans vrij goed, en indien de oogsttijd
niet te plotseling invalt, zal die soort nog aan de ver
wachting kunnen beantwoordende echte zomertarwe,
die dit jaar ook nog al is gezaaidgroeit welig op, heeft
ten volle zijn weder, en het laat zich dus denken dat
daar nog wat goeds van worden kan.
Van de gerst kan men zeggen deze over het algemeen
bevredigend staat; het groot verschil datmen hier en daar
opmerkt, ligt in de meerdere of mindere deugdzaamheid
van den grond waarop ze wast, ook verschilt de tijd
van zaaiing dit jaar zeer veel: deze loopt uiteen van
einde Februari tot begin Mc-i.
Boonen en erwten staan voorbeeldig mooivooral de
erwten op lage en zware gronden laten niets te wenschen
over; ze vertoonen reeds veel peul en ze bloeien nog
onder gunstige omstandigheden voort; de paarden-