MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 145.
Dinsdag
1871.
20 Juni.
Middelburg 19 Juni.
Bij de verkiezingen van 13 Juni zijn van de ongeveer
99,500 kiezers ruim 59,800 opgekomen, ot 60 pet.,
behalve diegenen wier stembiljetten van onwaarde zijn
verklaard. In de verschillende districten was de opkomst
aldus
Appingedarn 33 pet., Gorinehem 40, Assen en Deven
ter 43. Utrecht en Maastricht 44Steen wijk 47, Tilburg
49, Groningen 50, Leeuwarden, Gouda, 's-Gravenhage
en 's-Hertogcnbosch 52, Dokkum, Brielle en Eindhoven
54, Amersfoort 59, Dordrecht 60, Arasterdam en Mid
delburg 61, Sneek en Roermond 65, Zwolle, Haarlem,
Haarlemmermeer en Delft 66, Rotterdam en Boxmeer 67,
Leiden 68, Hoorn 73, Nijmegen en Alkmaar 71, Arnhem
72, Zutfen 74, Tiel en Goes 76, Breda 79, Almelo 89 pet.
'Handelsblad
Bij beschikking van den minister van staat en van
binuenlandsche zaken van 28 Mei en 16 Juni jl. is, ten
gevolge van het bij koninklijk besluit van 19 Mei 1871
verleend eervol ontslag aan den spoorwegopziener B.
Sleyster cn de benoeming van A. J. Stal lot spoorweg
opziener bij koninklijk besluit van 13 Juni jl., eerstge
noemde ontheven van het dagclijksch toezicht op den
dienst van den staatsspoorweg van Moerdijk naar Eind
hoven en van den spoorweg van Tilburg naar de Belgi
sche grenzen in de richting van Turnhont, en dat toe
zicht opgedragen aan den spoorwegopziener A. J. Stal,
•ter standplaats Breda.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan mr. T. C. P,
graaf van Bylandt, raad van legatie te Berlijn, tot het
aannemen cn dragen der versierselen van ridder 2' klasse
der' orde van de IJzeren kroon, hem door Z. M. den
keizer van Oostenrijk geschonkeuen aan mr. D. Ever
wijn, raad van legatie te Versailles, tot het aannemen
cn dragen der versierselen van koramandeur der orde
van St. Stanislaus, hem door Z. M. den keizer aller Rus
sen geschonken.
leger. Benoemd tot generaal-majoor de kolonel
A. Engelvaart, minister van oorlog.
Op verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst
verleend aan den kapitein II. A. Woor traan Spandaw
van het regiment rijdende artillerie.
Marine en leger.
Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van Wasse-
naer, onder bevel van den kapitein ter zee R. L. de
Haes, is, volgenseen bij het departement van marine ont
vangen telegram, den 15™ dezer te Batavia aangekomen.
Aan boord was alles wel.
De luitenants ter zee 2C klasse C. A. Le Bron de
Vexela, W. J. H. de Kanter en B. T. W. van Hasselt,
laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië
en van daar de beide eerstgenoemden den 12™, de laatst
genoemde den 10en dezer in Nederland teruggekeerd,
worden met die datums op nonactiviteit gesteld.
Landbouw.
Omtrent den stand der veldgewassen meldt de Leid-
sche courant het volgende:
Maandag is eenc groote, in halve mudden verdeelde,
partij aardappelen uit het Westland verzonden, en eer
gisteren eene geheele lading, tengevolge waarvan gere
geld vervoer van dat product kan verwacht worden.
Vóór dien tijd werden er slechts eenige mandjes met
aardappelen by de gewone vrachten vau asperges mede
gevoerd. Men stelt zich voor dat, daar de vroege aard
appelen tegelijkertijd overal geschikt zullen zijn om
gerooid te worden, door ruimen aanvoer de prijzen niet
lang hoog zullen blijven. Het weer veroorzaakte veel
tegenspoed in den groei van alle gewassenvandaar dat
de metste.producten later aankomen dan andere jaren.
Eene grauwe lucht met noordsche koude verving de
zonnige dagen, die verkwikking brachten en hoop gaven
op gunstiger keer. Beurtelings kenmerkte zich de
weersgesteldheid door lente- en herfstdagenwaarvan
de eerste zich tot een klein getal beperkten. Als gevolg
van de strenge nachtvorsten dragen de boomen weinig
vruchten, die nog klein zijn van stuk; ook de druiven-
boomeu bleven in den groei achterlijk en vertoonen
eer9fcvfftf!lj1unne bloeibeginsels. In den oogsttijd kannen
er echt'er nog groote vruchten geplukt en rijpe druiven
gesneden worden, als de zomer zich maar door besten
digheid en warmte doet kennen. Daaraan is behoefte
voor het welslagen van alle boom- en veldgewassen,
terwijl in het bijzonder nu voor den wijnstok geene
warmte kan worden ontbeerd, of de vruchten blijven,
als onrijp, buiten aanmeiking.
Op plaatsen waar veel bloemkool wordt verbouwd
zooals te Loosdninen, onder Veur en Rijnsburg, had
het gewas veel van de koude te verdurendat eerst nu,
door den laatst gevallen regen, tot herstel begint te
komen. Te Eijnsburg en in den Haarlemmermeer staat
het vlas ijl, weinig vooruitzicht gevende op een vol
doende opbrengst. Peulen en doperwten in de Veenen,
hoewel zij vrij goed aan de koude weerstand boden,
kwamen niet vooruit; eerst voor eene week is met het
plukken van peulen aldaar een begin gemaakt. De
aardbeziën zijn in bloei, doch veel later dan anders,
terwijl de moestuinen geen groenten van aanbelang
opleverden. De gewone schniten met groenten uit Veur
zijn dan ook nog niet naar Amsterdam gevaren. Wat de
weilanden betreft, in Maart hadden zij een heter aanzien
dan in Mei, zoodat bet veedaarin geen voedsel vin
dende, hier en daar in de voor hooiland bestemde stuk
ken werd overgebracht. Die stukken staan nog schraal
in het gras, tengevolge waarvan eene late hooibouw zal
plaats hebben, met weinig kans op nahooi. Men bekom
mert zich deswege echter niet, als de hooibouw slechts
zoo voldoende uitvalt, dat een genoegzame wintervoor
raad den berg vult. Sedert den regen en de na gevolgde
warmte begint het gras op de weilanden te herleven.
In de kweekerljen was steeds veel vraag naar bloemen
en bouqnetten. Met ieder jaar toch wordt de belangstel
ling in, de zucht naar bloemen, bij iederen stand der
maatschappij meer algemeen terwijl er voor bouquetten
soms buitengewoon betaald wordt. Het was bijna onmo
gelijk aan het verlangen te voldoen toen de lente haren
naam ontrouw bleef en van broei- en trekkassen al het
mogelijke moest gevergd worden wat de natuur anders
buiten grootendeels zou hebben opgeleverd, en nog is
het moeilijk genoeg aan de veelvuldige vragen te beant
woorden, bij bepaalde sehaarschte aan bloeiende plan
ten. Sommige sierboomen, zoeals Tamarix komen pas
in het loot; nog bloeien de seringen, die anders in het
begin van Mei reeds hare aanlokkelijke bloemtrossen
aanbieden en de ranke Robinia (Acacia) begint nu spo
ren van blotmen te dragen, die anders half Juni met
schoonen, witten dos tusschen het teeder gebladerte
prijken.
Gemengde berichten.
Het huwelijk van H. K. H. prinses Marie der Ne
derlanden met Z. K. II. prins von Wied zal, volgens
het Dagblad van 'sGravenhage, den 18™ Juli a. vol
trokken wordeu.
In de jl. Vrijdag gehouden zitting van den gemeen
teraad van 's Gravenhage is beslotende waarde van bet
in Engeland toegepaste stelsel van zuivering van riool
water (ABC proces) door eene commissie van deskun
digen te doen onderzoeken. Tot leden dier commissie
zijn benoemd de heeren dr. E. H. von Baumhauer en
S. de Clercq Wz., te Haarlem, en N. H. Henket, te Delft.
Jl. Vrijdag uachtisde bliksem ook geslagen in twee
aaneengebouwde woningen aan den Helder, waardoor
muren en huisraad beschadigd werden, maar geen brand
is veroorzaakt. In de bouwmanswoning van den heer
L. de Jong, te Mijnsheerenlaud, deed de bliksem brand
ontstaanwaarbij eene schuur met gereedschappen is
vernield. Onder Charlois is een paard door den blik
sem getroffen.
De groothertog van Luxemburg heeft dr. Mayrisch,
te Luxemburg, benoemd tot ridder der orde van de
Eikenkroon.
Te Londen is een eigenaardige eiseh tot schade
vergoeding ingesteld. Een arbeider, die aan de pokken
leed, werd in een gasthuis verpleegd. Dagelijks kwam
zijne vrouw naar zijn toestand vragen, en steeds kreeg
zij ten antwoord, dat nommer zooveel voortdurend
achteruit ging, en eindelijk, dat nommer zooveel gestor
ven was. Per brief werd haar daarop kennis gegeven,
dat zij voor de begrafenis zorg dragen moest. De kist
wordt besteld en naar bet gasthuis gebracht, rouwklee
deren worden voor vrouw en kinderen aangeschaft
en de begrafenis heeft op de gewone wijze plaats. Een
week later wordt de treureude weduwe door een bezoek
uit het schimmenrijk verrast: haar man komt binnen en
groet haar op de gebruikelijke wijze. Haar schrik was
spoedig voorbij, toen zij zich overtuigd had, dat hij in
levenden lijve voor haar stond, en weldra bleek, dat
men zich in het gasthuis met de verschillende nommers
vergist had, en een geheel vreemde man op kosten der
vrouw begraven was. Natuurlijk vraagt het weder ver-
eenigde echtpaar thans van het bestuur van het gasthuis
schadevergoeding voor de begrafeniskosten en de rouw
kleederen.
De Arnhemsehe courant heeft een beschouwing
geleverd van de gevolgen der verwezenlijking van het
op pinkster Maandag te Amsterdam door 16 van de 21
leden vau de Internationale aangeprezen denkbeeld;
„dat de staat geleidelijk de eenige eigenaar van alle
bezittingen moet woiden." Aan die beschouwing ontlee-
nen wij het volgende:
„Welk een heerlijk vooruitzicht voor hen, dieniets
hebben en daardoor mede-erfgenaam worden van allen
die iets nalaten. Men beeft dan zooveel erfenissen te
wachten, dat men zich geen dag van zijn leven behoeft
in te spannen om iets te verdienen; de staat wordt zoo
rijk, dat hij allen kan voeden en kleeden, uitspannin
gen bezorgen en alles, wat een mensch maar noodig
heeft, om aangenaam en genoegelijk te leven. Van spa
ren kan er natuurlijk geen quaestie zijnwant wat men
spaart gaat toch in den grooten vergaarbak van alle par
ticuliere bezittingen. Niemand zai dwaas genoeg zijn
om een huis te koopenof een stuk landwant bij zijn
dood zouden het huis en de grond toch aan den staat
vallen. Of er nogtans menschen zouden zijn, die huizen
zouden bouwen of land ontginnenis eene zaak van
later zorg. Waarschijnlijk ligt het in het stelsel van de
wijsgeeren der Internationale, dat de staat zich daar
mede ook belasten zal, en de minister van financiën de
buisbaas zal worden van het geheele Nederlandsche volk.
Fabrieken zal men evenmin oprichten; want als men
de zekerheid heeft, bij zijn dood zijne fabriek aan den
staat te legateeren, zal er wel niemand zijn, die zich de
zorg en de moeite der oprichting getroost. Ook de staat
dient alzoo de fabrieken tot stand te brengen en de
arbeiders te betalen. Eveneens zal de handel en de
landbouw van staatswege moeten gedreven worden; want
wie zal eene boerderij inrichten en exploiteerendie ua
verloop van korter of langer tijd 's lands eigendom
wordt
„De staat zal tevens gehouden zijn schilderijen te
bestellen; want geen privaat persoon zal veel geld geven
voor eene schilderijdie hij toch slechts in bruikleen
zou ontvangen. Van den aankoop van andere voort
brengselen van kunst of nijverheid wetenschappelijke
verzamelingen enz., kan evenmin de rede zijn; want het
komt ons voor, dat eene nijverheid, die niet afzet, van
zelf wel zal ophouden te produceeren. Niemand zal, zijn
huishonden opzettende, iets aankoopen, maar zich een
voudig aanmelden bij den staat, die den inboedel van alle
overledenen erft, en zooveel stel tafelgereedschap, zoo-
veel ledekanten, zooveel stoelen enz. aanvragen. Hij
heeft daar recht op als mede-eigenaar, en voor het geval
dat in de staats-magazijnen deze voorwerpen niet voor
handen zijn zullen ze in de staats-fabrieken door de
staats werklieden moeten gemaakt worden.
„Ofschoon de heeren van de Internationale hunne
denkbeelden niet door praktische voorbeelden hebben