4 *-*••• t %-i i»i Ku^lbirf lHIIMMWfc MkU%r t to #%l »«^4H ImM fl KÉ flft «4^ V**>4* M M n mn «9 4l*«lV 4b 4l%%a éfMKI >v«"l# in (t« iitily nan ii ii H m i IVIM M «4 A i*i mwM m Wi <iUh »ti A V M vooral üaarmaat niemand zou woraen toegelaten üan na het bewijs te hebben overgelegd van vaccinatie of revaccinatieterwijl de kermisbezoekers van minder allooi geheel geweerd en anderen alleen dan zouden moeten toegelaten worden, wanneer zij uit onbesmette plaatsen kwamen. Burgemeester en wethouders zien echter, evenals de minderheid der plaatselijke gezondheidscommissie, in de toepassing van vele der voorgestelde voorzorgsmaat regelen groot bezwaar. Onmogelijk is het toch de over legging van een bewijs van vaccinatie of revaccinatie te vorderen van al de leden van gezelschappen of huisge zinnen, die, de kermis bezoekende, dagelijks van per soneel kunnen verwiselenen daarbij de echtheid van overgelegde bewijzen te constateeren. Niet minder be zwaar bestaat tegen het weren van sommige kermisbe zoekers en het toelaten van anderenzonder algemeen geldenden maatregel. De grens tusschen de verschillende soorten van bedrijven dezer lieden is zóo moeilijk aan te geven, dat eene beoordeeling omtrent de al of niet toe lating uitsluitend op willekeur zou berusten. Het eenig mogelijke en afdoende middel is volgens burgemeester en wethoudersom van allen die zich voor de kermis aanmelden te vorderen dat zijalvorens hun bedrijf uit te oefenen, overleggen een schriftelijk bewijs van het bestuur der gemeente waar zij de laatste acht dagen doorbrachten, dat daar de kinderziekte niet heerscht. Deze bepaling is over het algemeen niet onuit voerbaar en komt tegemoet aan bezwaren die billijkerwijze tegen hethouden der kermis kunnen aangevoerd worden. Daar nu de kermis, zoolang die niet is afgeschaft, ge houden moet wordentenzij daartegen hoogst gewich tige bezwaren bestaan, hetgeen dit jaar vooralsnog niet het geval isstellen burgemeester en wethouders voor, de kermis als naar gewoonte te doen plaats heb ben, aanvangende den vierden Maandag van Juli tot den 5" Augustus, maar onder de volgende bepalingen, in de dagbladen aan te kondigen; „Niemand zal op de kermis worden toegelaten tot het plaatsen of doen plaatsen van kramen, theaters, spellen, draaimolens of eenigerlei getimmerte, alvorens te hebben overgelegd aan den commissaris van politie een certifi caat van het bestuur of de besturen der gemeenten waar de laatste acht dagen zijn doorgebracht,dat in die ge meente of gemeenten de kinderziekte niet epidemisch verbreid is. „Gelijk certificaat zal worden geëisckt van alle straat kunstenaars, muzikanten en liedjeszangers, en dergelijke lieden, alvorens zij de vergunning tot het uitoefenen yan hun bedrijf zullen verkrijgen. „De toelating of vergunning geschiedt onder voor waarde, dat de gemeente nimmer tot schadevergoeding zal kunnen verplicht worden indien het bestuur zich door onverhoopte omstandigheden mocht genoodzaakt zien, die toelating of vergunning in te trekken." Vooralsnog meenen burgemeester en wethouders niet gunstig te mogen adviseeren op het adres van den bij zonderen kerkeraad der Nederduitsche hervormde ge meente, die de geheele afschaffing der kermis vraagt. Zij achten thans den geschikten tijd nog niet gekomen om tot afschaffing dier instelling te besluiten, doch zij zullen niet aarzelen om eenig voorstel daartoe aan den raad te doen zoodra hun dit wenschelijk en mogelijk zal voorkomen. De voorzitter opent de beraadslaging over dit voorstel en de ingekomen adressen. De heer Dobbelaer de Wind geeft te kennen dat, evenals hij bij de behandeling der gemeentebegrooting ten vorigen jaie stemde voor het voorstel tot heffing der gemaalbelasting, doch daarbij, als in principe tegen accijnsen zijnde, de hoop uitsprak dat die belasting eer lang nietmeeropde begrooting verschijnen zou, hij ooknu verklaren moet dat hij in principe tegen kermissen is en hoogst dat men eerlang tot afschaffing daarvan zal kun- ^«*4 oogenblik daartoe thans evenwel nog - ^flde, zal hij stemmen voor het voorstel t en wethouders. Hij heeft zich-zelven k«^ii g gegrond bezwaar tegen het houden i aar bestaat, doch hij heeft er geen ge- »4 i dat het geval zijn als choleraheerschte rv4 .king van den gewonen leefregel, óen t - tap voldoende is om die ziekte te krij- i -• i - bataat dat gevaar evenwel niet. Hij is *-t volkomen eens met het gevoelen van - het geneeskundig staatstoezicht. En .i - w -oen van goede voorzorgsmaatregelen r - l, zal h'j stemmen voor het voorstel i 1 en wethouders. t i motiveert zijne uit te brengen stem, i - dat daaraan een verkeerde beteekenis 1 len. nij verklaart dat hij geen onvoor- —ander van de kèrmissen is. Het komt hem voor dat net genoegen, hetwelk sommigen daarop smaken niet in verhouding staat, tot de geldverspillin gen en uitspattingen die met de kermis gepaard gaan. Maar aan de andere zijde begrijpt hij zeer goed, dat een groot deel der ingezetenen behoefte gevoelt om althans eens in een jaar eenige uitspanning te hebben. Daarom zal hij, zoolang geen andere en betere vermaken voor de kermis in de plaats worden gesteld, nooit voor de afschaffing dezer laatste stemmen. Iets anders is even wel het voor een jaar schorsen of uitstellen van de kermis. Dit hangt af van de omstandigheden, en zijns inziens zijn die omstandigheden thans hier aanwezig. Wij verkeeren in tegenstelling van een aantal andere gemeenten van ons land, in een.gunstigen gezondheids toestand. Nu gebiedt de voorzichtigheid dat al het mogelijk worde aangewendom dien gunstigen toestand te doen voortduren en te zorgen dat hij niet in een noodlottigen verkeere. Hij weet wel dat voorzorgen zullen genomen worden, maar deze geven nog geen zekerheid dat de kermis die vermoedelijk dit jaar schraal bezocht zal worden omdat zij in vele andere plaatsen Diet gehouden wordt geen nadeelige gevol gen voor den gezondheidstoestand hebben zal. Ook neemt hij aan dat de raad bij een besluit om de kermis te laten doorgaan geheel gedekt is door de adviezen van den inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht en van de meerderheid der gezondheidscommissie, maar dit is voor hem niet voldoende. Hij zal daaromhoezeer zijne vrees misschien overdreven moge zijnstemmen tegen het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer Fokker deelt mededat hij met het voorstel van burgemeester en wethouders raedegaat, vooreerst op grond van de geneeskundige adviezen en ten anderen omdat een groot deel der ingezetenen er op gerekend heeft daL het dit jaar op den gewonen, door den alma nak aangewezen tijd, kez-uiis zou zijn. Zij hebben in die verwachting bestellingen eu inkoopen gedaan. De tijd die nog vóór de kermis verloopen moet is bovendien slechts kort. Dit zijn de redenen waarom hij vóór het voorstel stemmen zal, niet echter omdat hij een voor stander is van de kermis, want evenzeer als hij nu voor het houden daarvan stemmeu zal, zal hij ook zijae stem geven indien later een voorstel wordt gedaan tot af schaffing der kermisdie niet meer in dezen tijd past. De heer van Visvliet zegt dat hij de opmerking heeft hooren maken dat dronkenschap geen pokken zal doen ontstaan. Ook hij wil dit aannemen, maar hij acht den door burgemeester en wethouders voorgestel den voor zorgsmaatregel moeilijk uitvoerbaar, zoo niet geheel onuitvoerbaar. Daarom is hij tegen het voorstel, want hij gelooft, in tegenstelling met den heer Mathondat de kermis dit jaar juist drukker dan andere jaren zal bezocht wordenzoodat het gevaar te grootcr kan worden. De heer Verbrugge is het eens met den heer Fokker, dat de kennissen niet meer passen in dezen tijd en de redenen die haar in het leven hebben geroepen hebben opgehouden te bestaan. Dit belet echter niet dat een aantal ingezetenen zich reeds hebben ingericht in de stellige verwachting dat de kermis zal gehouden wor den. Er is zijns inzien ook geen reden waarom zij niet zou worden gehouden. De voorgestelde voorzorgsmaat regel is een maatregel van politie, die moeilijk moge zijn, maar volstrekt niet onuitvoerbaar is, indien de noodige medewerking wordt verleend. In het belang van vele ingezetenen is het dus wenschelijk dat de ker mis plaats hebbe. Terecht is zijns inziens ook in het adres van neeringdoenden opgemerkt dat hier dagelijks een aantal menschen met de stoombooten enz., zelfs uit besmette plaatsenaankomen. Ook die raenscben heb ben geen gezondheidspas bij zich. Al werd geen kermis gehoudenzou men toch ook blootstaan aan het gevaar dat vreemdelingen en kermisbezoekers uit besmette plaatsen hier doortrekkenom zich naar andere ge meenten te begeven. Hij ondersteunt mitsdien het voor stel van burgemeester en wethouders. De heer Snijders zegt dat hijmet den meesten eerbied voor deadviezen van den inspecteur vanhet geneeskun dig staatstoezicht en van de plaatselijk gezondheidscom missie, gelooft dat de natuurkundigen nog te weiuig weten omtrent de overplanting van besmetting, om zekerheid te kunnen geven dat door dronkenschap de besmetting niet wordt overgebracht. Hij kan niet ont veinzen dat het door den heer Mathon gesprokene op hem een diepen indruk heeft gemaakt. Hij is niet blind voor de schade, die vele ingezetenen door het niet hou den der kermis zullen lijden; maar daar hij zelf bezwaar heeft tegen het bezoeken van plaatsen waarde pokziekte heerscht, durft hij niet op zich nemen om mede te wer ken aan een besluit waardoor zijne medeburgers aan gevaar van besmetting kunnen blootgesteld worden. Hij zal daarom tegen het voorstel van burgemeester en wet houders stemmen. De heer Siffló vereenigt zich met het gevoelen van hen die geen bezwaar tegen het houden der kermis heb ben. Als men de zaak uit een gezondheidsoogpunt be schouwt, dan zou men, niet alleen voor de kermis maar voor alle andere bijeenkomsten, een algemeene quaran taine moeten voorschrijven. Dit is natuurlijk eeneonmo gelijkheid, en daarom ziet hij niet in dat het niet hou den der kermis een beveiligingsmaatregel kan zijn. De beraadslaging wordt gesloten en bet voorstel van burgemeester en wethouders tot het houden der kermis in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de heeren van VisvlietMat hon en Snijders. Op voorstel des voorzittters is tevens besloten, de verschillende adressanten met dit besluit in kennis te stellen. Eenige door burgemeester en wethouders voorgedra gen af- en overschrijvingen op de gemeentebegrooting van 1870 worden zonder beraadslaging goedgekeurd. De voorzitter deelt mede. dat de herstellingen aan de schietbaanwaartoe in Maart jl. is besloten, zijn vol bracht en de kosten daarvan bedragen 340.321, zijnde f 59.671 minder dan daarvoor was geraamd. Die kosten zullen worden betaald uit den post voor onvoorziene uitgaven der begrooting van 1871. Voorts deelt de voorzitter mede, dat door den minis ter van binnenlandsche zaken afwijzend is beschikt op het verzoek van burgemeester en wethouders tot het leggen eener pont, ter plaatse van de tegenwoordige Havenbarrière. Hij stelt mitsdien namens het dage lij ksch bestuur voordat de raad zich thans bij een adres met gelijk verzoek tot den minister wendde. Hier toe wordt zonder beraadslaging besloten en de redactie van het adres zonder nadere resumtie aan burgemeester en wethouders opgedragen. De rekening der plaatselijke gezondheidscommissie, sluitende met oen nadeelig saldo van f 3.97, wordt, in overeenstemming met het advies der financieele com missie, goedgekeurd. De heer Snijders verzoekt, in overleg met de heeren Dronkers en van Eekelen, ingevolge art. 43 der gemeen tewet, eene zitting met gesloten deuren. Dit verzoek wordt ingewilligd. Na de hervatting der openbare werkzaamheden is aan de orde de beslissing op het in de vorige zitting inge komen adres van de firma Wolterbeek van Baggen O., concessionarissen der straatverlichting dezer gemeente. In dit adres in het verslag der vorige zitting mede gedeeld verzoeken adressanten dat do raad de voor hen zoo ongelukkige quaestie nogmaals grondig onder- zoeke en de van f 1530 tot f 500 verminderde boete slechts tot een zeer gering bedrag toepasse. Volgens mededeeling des voorzitters strekken zoowel het advies der financieele commissie als het voorstel van burgemeester en wethouders, om het verzoek niet toe te staan. Zonder beraadslaging wordt dit voorstel met 12 tegen 2 Btemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Snijders en Dronkers. De voorzitter deelt mede dat van de Nederlandscho maatschappij tot afschaffing van sterken drank 25 exem plaren zijn ingekomen vaneen stukje, getiteld: Veere en de kermis. Op zijn voorstel wordt besloten die blaad jes ter griffie te deponeeren ter inzagevoornie leden. Ten slotte wordt overgegaan tot de benoeming van een stembureau voor de verkiezing op 16 dezer van een lid voor de provinciale stateD. Tot leden worden geko zen de heeren Verbrogge en Lambrechtsen van Kitthem, tot plaatsvervangers de heeren Fokker, Snijders en van Eekelen. Hierna wordt de zitting gesloten. GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 6