Laatste berichten.
Parijs.
De dagbladen le Tricolore en la Politique zijn door de
regeering opgeheven.
De huiszoekingen worden ijverig voortgezet.
Voortdurend worden veel wapenen gevonden en hebben
arrestaties plaats.
De rechter Seine-oever wordt scherp gesurveil
leerd; het aantal gendarmes zal worden vermeerderd.
Er is sprake om binnen Parijs forten op te richten,
teneinde een eventueelen nieuwen opstand te voor.
komen.
Versailles.
De spoorwegdienst tusschen Parijs en Versailles is
hervat. Alle zaken beginnen te herleven.
Uit Parijs.
De correspondent van the Times verhaalt dal hij Maan
dag op de Fransche boulevards geheele gezinnen zag
die evenals op een Zondag waren uitgegaanvoor de
koffiehuizen de gebeurtenissen van den dag bespraken
en de troepen gevangenen voorbij zagen trekken. Over
een paar dagen verwachtte hij de opening der schouw
burgen en waarschijnlijk zou Belleville de mise en scène
leveren; men zal waarschijnlijk een groot ballet zien van
pélroleuses dienaar hare terechtstelling gaan.
„Wij, zegt de correspondent, die Parijs kennen, we
ten dat alle zoodanige dingen ons nog wachtendat vöor
de processenwaardoor honderden ter dood zullen
worden veroordeeld, zullen zijn afgeloopen „Mabille" zal
zijn geopend en dat het volk, ternauwernood van de
barricades teruggekeerd, zich ten dans zal begeven."
Op een andere plaats zegt dezelfde correspondent:
„De quaestie om te weten waar de grenslijn tusschen
politieke misdaad en sociale misdaad te vinden is zal
zich op een belangrijke wijze aan het Engelsch publiek
voordoen, als Pyat en eenige van zijne aanhangers, die
reeds voor langen tijd de kunst om op geheimzinnige
wijze te ontsnappen in toepassing hebben gebracht, in
Engeland eene schuilplaats en bescherming komen vra
gen, zoowel als het recht om er in veiligheid televen,
teneinde samenzweringen tot stand te brengen en het
verbranden van de steden benevens het algemeen ver
moorden der geestelijkheid te regelen."
In Belleville hebben de opstandelingen het langst
een hevigen tegenstand geboden. De vrijwilligers van de
Seine en het 10® bataljon jagers hebben daar den aanval
gedaan, de jagers verloren ISO man, waaronder hun aan
voerder. Bij dat gevecht hadden eenige aangrijpende
gebeurtenissen plaats. Zoo was een opstandeling in de
uniform van artillerist van de nationale garde, zich in
het korps vergissende, bij den kapitein van de vrijwilli
gers der Seine gekomen en vroeg hem om een geweer,
daar de kanonnen op de baricade niet meer konden vu
ren. „Met wie denkt gij te doen te hebben?" vroeg de
officier. „Wel met de soldaten der commurielGij bedriegt
u, gij bevindt u bij de troepen van Versailles." „Is het
waar?"„Stellig"„In dat geval fusilleer mij!" Zonder
opgewondenheid ging hij moedig eenige schreden ach
terwaarts, booi zijn borst aan, en eenige seconden later
viel hij door drie kogels getroffen dood ter neder.
Een ander opstandeling, meenendedathij bijzijn troep
was, riep tot den luitenant der troepen van Versailles:
„Gij schiet al eenigen tijd in de verkeerde richting, hoe
stom! wij zijn daar!" „Gelooft gij dat?" antwoordde de
luitenant, „ziedaar dan het bewijs," en met zijn revolver
schoot hij hem neder, waarna de andere opstandelingen
werden omsingeld en gevangen genomen.
Het laatste besluit door de commune uitgevaardigd
en te Parijs aangeplakt, draagt het nomraer 393, en is
gedagteekend van den 24e" Mei des avonds 9 uren. Het
luidt aldns: Commune van Parijs. Bevel. Laatonmiddel-
lyk ieder huis verwoesten waaruit op de nationale garde
wordt geschoten, en schiet alle inwoners neder indien
zij niet vrijwillig de daders van zoodanige misdaad uit
leveren of straffen."
De gemeenteambtenaren hebben, daar het stadhuis
verbrand is, hunne werkzaamheden in het Palais du
Luxembourg hervat. De gemeenteraad zal, als er weer
een is, in de vergaderzaal van den senaat zijn zittingen
houden.
De korvet van den paus l'Immaculeé conception
is naar Toulon vertrokken om voor de noodlijdenden van
Parijs 60,000 franken van den paus over te brengen
benevens verscheidene kisten met sieraden voor de Parij-
sche kerken.
Uit het verhaal van een ooggetuige blijkt dat de
gijzelaars met groote gelatenheid den dood tegemoet gin
gen. De aartsbisschop van Parijs was door drie kogels
in de borst getroffen.
Aan the Times wordt van den 31fn Mei uit Parijs
geschreven, dat de buitensporige handelingen der mili
tairen bij het beteugelen van. den opstand een merkbare
reactie tegen hen hebben veroorzaakt. Zij zijn lang niet
meer zoo populair als toen zij binnenkwamen. De opstan
delingen worden door vele burgers verborgen en in hun
vlucht geholpen. Met groote spanning zag men de hou
ding tegemoet die Engeland tegenover de vluchtelin
gen zou aannemen.
Père Lachaise levert een treurig schouwspel op.
De stad der dooden is een tooneel van verwoesting. De
monumonteu zijn door bommen vernield, de grafteeke-
nen zyn verbroken en de afscheidingen geheel vernie
tigd. H.et aantal lijken wordt bij hoopen berekend. Zij
liggen in dubbele rijen op het gras en zijn bedekt met
een laag kalk.
Er zijn veel vrouwen bijwier gelaat een vreeselijke
uitdrukking van woestheid draagt. Er zijn plaatsen
waar men groote plassen bloed ziet.
Ia Belleville ziet men haast geen mannen, die er
voorwerpen van haat en woede zijn. De schildwachten
staan voortdurend bloot aan de beleedigingen der
vrouwen.
Terechtstelling van vrou-wen in Parijs.
Een correspondent van the Times deelt de volgende
bijzonderheden mede.
„In den morgen van den 29«i Mei ontmoette ik in de
Rue Castiglione een talrijke menigte, die hard schreeuwde
en allerlei dreigende gebaren maakte. Aan het hoofd van
den troep ging eene afdeeling gendarmes waarachter
een paar artilleristen die een voorwerp medcslccpten,
dat slechts een hoop vuile lompen geleek, en dat telkens
struikelde en viel door de slagen, die ieder het toebracht
die het kon naderen.
„Het was eene vrouw die men op heeterdaad betrapt
had met petroleum uit te gieten. Haar gelaat was met
bloed bevlekt, hare haren hingen verward op haar ont-
blooten rug. De artilleristen, door de menigte gevolgd,
sleepten haar mede tot aan den hoek van het Louvre,
waar zij haar met den rug tegen een muur plaatstenzij
was reeds half dood door hetgeen zij had geleden. De
menigte vormde een halven cirkel en nooit zag ik een
tooneel dat tot in de kleinste bijzonderheden zóo aan
grijpend was als dat.
„In het midden die sidderende vrouw, omgeven door
lieden die schreeuwden „te water, te water!" en zich
ternauwernood kon bedwingen om haar te vernielen;
aan de eene zijde een barricade, bedekt met lcépi's en
verbroken geweren, in de gracht het lijk van een na
tionale garde, daarachter een troep gendarmes te paard
en een verschiet van straten en bouwvallen, en huizen
door den gloed van het nog brandende stadhuis gebla
kerd. Weldra hoorde ik de ladingen van twee revolvers
losbranden en de hoop lompen viel in een plas bloed.
De dorst naar wraak was gelescht en de menigte ging
uiteen om andere tooneelen van denzelfden aard te
zoeken.
„Een troep, die door de Rue de la paix trok was het
doel van meer scheldwoorden en bedreigingen dan
eenige andere. Zij bestond uit 20 of 30 lieve en net ge<
kleede meisjes, werksters in eene fabriek van naaima
chines. Zij werden beschuldigd van eene compagnie sol
daten in het gebouw te hebben gelokt en vervolgens de
rol van Judith te hebben vervuld, door hen met wijn te
hebben dronken gemaakt. Zij liepen vlug en vroolijk,
omgeven door een kring van nationale garden en een
schreeuwende menigte die haar beschuldigde en uit
schold, in de richting van de Place Vendome, waar zij
waarschijnlijk zijn gefusilleerd.
„De vrouwen zijn eerst laat op het tooneel verschenen
maar haar optreden was zeer heldhaftig. Velen zijn
op de barricades gedood, sommigen in straatgevech
ten, maar haar bijzonder werk was het regelen van een
stelsel van brandstichten waarin zij maar al te goed zijn
geslaagd. Drie honderd vrouwen in uniformen van de
nationale garde zijn in de schepen op de Seine gevan
gen genomen, en men verzekert, dat verscheidene van
de valsche matrozen, die de Rue Royale zoo moedig ver
dedigden, vrouwen zijn geweest.
„Bij het park du Monceau had een droevig schouwspel
plaats. De soldaten arresteerden een man en eene vrouw
en wilden hen naar de Place Vendóme brengen, die op
een grooten afstand lag. Het waren twee zieken die zoo
ver niet konden loopen. De vrouw ging op het trottoir
zitten en weigerde om zich te verroeren, niettegenstaande
de smeekingen van haar man, om het te beproeven. Zij
bleet weigeren en beiden knielden voor de gendarmes en
smeekten hen om hen terstond te fusilleeren indien dat
hun lot was; vijf revolvers werden op hen gelost, maar
zija demden nog en eerst door de tweede lading vielen
zij dood neder. De gendarmes gingen heen en lieten de
lijken liggen.
„Voorbij mijne woning zag ik een troep van 700 gevan
genen trekken, waaronder eene vrouw met lange, los
hangende, zwarte haren, die weerspannig wa3 en die
men door sabelslagen dwong om in de rijen te blijven.
Verscheidene malen poogde zij te ontsnappen en, na het
geduld van de overwinnaars te hebben uitgeput, schoot
een soldaat haar door het hart. Zij vielde troep trok
voorbijen nog zijn voor mijn huis de sporen te zien die
haar lijk heeft nagelaten."
De uitbreiding' van de Russische
handelswegen.
Reeds meermalen is in den laatsten tijd gewezen op
de ontwikkeling van Rusland's handelsbetrekkingen,
waardoor het meer en meer in Amerika een bondgenoot,
in Eogeland een tegenstander krijgt, omdat die ontwik
keling nadeeligmoet wezen voor de handelsbetrekkingen
van Engeland in het Oosten terwijl Amerika als natuur
lijk antagonist van Engeland in Azië ze met genoegen
ziet. Een blik op den vooruitgang der handelsbetrekkin
gen in Midden-Azië en de krachtige pogingen die nog
steeds ter verdere ontwikkeling worden aangewend, ge
ven grond om te verwachten dat de Russische handels
betrekkingen in Midden-Azië een belangrijke toekomst
tegemoet gaan.
In de 16de eeuw vindt men de eerste sporen van han
delsbetrekkingen tusschen Rusland en Midden-Azië in
het verkeer van de visschcrs uit Astrakan met Turko-
manen aan den oo3telijken oever der Kaspische zee,
waaruit zich aanvankelijk een levendiger verkeer ont
wikkelde, dat echter door de roofaanvallen waaraan de
karavanen in de woestijn blootstonden weder werd opge
geven. Sedert bestonden er tot de tijden van Peter de
Groote geen betrekkingen meer. Deze vorst echter, die
het vestigen van een handelsweg naar Indië vurig
wenschte, zond twee expedities uit, een in zuidelijke
richting naar den Jaxartes, een andere naar den oostelij
ken oever der Kaspische zee om Chiwa te bereiken en
langs den Oxus in Indië door te dringen.
Deze expedities hadden echter voor den handel weinig
of geen resultaten en eerst in 1819 werden door den op
perbevelhebber van het leger inden Kaukasus, generaal
Jermoloff, pogingen aangewend om handelsbetrekkingen
met Chiwa aan te knoopen tot uitgangspunt waarvoor
hij, evenals de vorige expeditie, Krasnowodsk aan de
baai van Balkan koos. De khan van Chiwa was en bleef
echter vijandig gezind en het plan moest worden opge
geven.
Twintig jaren later werd een nieuwe poging aangewend
om naar den Oostelijken oever der Kaspische zee door te
dringen, en ditmaal werd tot uitgangspunt het voorge
bergte Jiup-Karaganwaar thans fort Alexandrowsk
ligt, gekozen. De vyandelijkheden der Turkomanen ver
hinderden hier echter een goeden uitslag.
Tegelijkertijd werd het plan weder opgevat om ten
noorden in Midden-Azië door te dringen,dochheteenige
wat men kon verkrijgen was de onderwerping der zuide
lijk van de Russische grenzen wonende Kirgizenstammen
en het nieuwe gebied door vestingen te versterken. Het
gebied van den Jaxartes of Syr-Darja was nu echter
bereikt..
In 1859 waren deMidden-Aziatischekhans den Russen
nog zóo vijandig dat de karavanen niet voldoende tegen
de aanvallen der Turkomanen konden worden beschermd
om eene vestiging te Krasnowodsk te handhaven. Fa de
onderdrukking van den Poolschen opstand werden in
vier jaren de khans van Khokan en Bochara door geringe
Russische strijdkrachten geheel onderworpen en hun
gebied grootendeels als de provincie Turkestan bij het
Russische rijk gevoegd. Het gedeelte van hun gebied
dat niet bij Rusland werd ingelijfd staat echter geheel
onder zijne heerschappij.
Wegen en telegrafen werden nu aangelegd en post
verbindingen ingericht door de tusschen Taschkend en
Samarkand gelegene steppen. Thans is men voornemens
om een spoorwegverbinding van Orenburg en Omsk
aan de eene zijde met de rivier Irtisch, aan de andere
zijde met Taschkend en Cbodschend tot stand te bren
gen en dan zal de voortzetting van die lijnen naar
Samarkand en Bokhara niet lang uitblijven. Door den
weg langs de Amu Darja of Oxus stroomopwaarts tot
aan de grenzen van Afghanistan, die thans wordt gelegd,
is het plan van Peter de Groote tot eene handelsverbin
ding met Indië sijne voltooiing zeer nabij gekomen.
De vraag of de verhoudiug van Rusland tot Afghanis
tan, die thans van vriendschappelijken aard is, op den
duur zoo gunstig zal blijven, dat daaruit zich eenleven-
dig handelsverkeer kan ontwikkelen en dat Afghanis-