r 125.
H
Vrijdag
öinncnlanö.
1871.
OlIRANT.
26 Mei.
Burgemeester en wethouders van Vlissingen;
Gelet op art. 1 van het besluit van den commissaris
des konings in deze provincie van den 29 April 1871
(Provinciaal blad n<>. 71);
Verwi ttigen bij deze de verlofgangers van de militie
te land behoorende tot de inlichtingen van 18G71868,
1869, en 1870, voor zoo ver zij vóór den 1 April 11. in
het genot van onbepaald verlof zijn gesteld en zich in
deze gemeente bevinden, dat zij zich op Dinsdag den 6
Juni 187 L des voormiddags ten 10 ure voor het raadhuis
dezer gemeente zullen moeten vervoegenvoorzien van
de kleeding en uitrustingstukkenvan hun zakboekje
en van hun verlofpas, ooi aldaar door den militie-com
missaris te worden onderzocht.
Wofdende een ieder wien zulk aangaat, ernstig aan
gemaand, oui zich ten voorschreven dage, uur en plaatse
te doen vinden, ten einde zich niet bloot te stellen aan
de straffen bij de wet bedreigd.
En is hiervan afkondiging geschiedwaar het
behoort, den 15 Mei 1871*
Burgemeester en wethouders voornoemd,
WINKELMAN.
De Secretaris
P. FOKBES WELS.
JAARVERSLAG.
De Burgemeester en Wethouders van Vli.ssingeii 9
maken bekend:
dat het gedrukte verslag van den toestand der ge
meente over 1870, tegen betaling der kosten, ter
gemeente-secretarie verkrijgbaar is gesteld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 8 Mei 1871.
Do Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WINKELMAN.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
Middelburg 25 Mei.
Hoofdstuk X (onvoorziene uitgaven) der staatsbegroo-
ting voor 1871 werd, in de zitting der tweede kamer
van hedenmet algeineene stemmen aangenomen.
Nadat do minister van financiën bij de behandeling
van bet wetsontwerp tot aanvulling van de wet op de
middelen had verklaard, dat op de gewone uitgaven
geen deficit bestaat, werd dat ontwerp aangenomen met
59 tegen 3 stemmen.
Door de kiesvereeniging Vaderland en koning, te
'sGravenhage, is tot candidaat voor het lidmaatschap
der tweede kamer gekozen m»-. W. Wintgeus, oud-mi
nister van justitie.
De vcieeniging Politiek leven te Almelo heeft als can
didaat voor het lidmaatschap van de tweede kamer der
Btaten-generaal gesteld mr. B. Brouwer, officier van
justitie te Arnhem, in plaats van het aftredend lid mr.
J. Kalff.
In de afdeeling Tiel der Centrale kicgvereeniging is
met 42 van de 43 uitgebrachte stemmen tot candidaat
voor de tweede kamer gekozen mr. D. J. baron Mackay.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan graaf van
Znylen van Nycvclt, Zr. Ms. buitengewoon gezant en ge
volmachtigd minister te St. Petersburg, tot het aannemen
en dragen en versierselen van ridder 1* klasse der St.
Anna-ordc, hem door Z. M. den keizer aller Russen ge
schonken.
posterijen. Op zijn verzoek nan J. Wiggers eervol
ontslag verleend uit zijne betrekking van directeur yan
bet postkantoor te Oldenzaal, en aan M. J. Cam bier,
uit zijne betrekkin g van surnumerair der posterijen.
rechterlijke wacht. Benoemd tot rechters in de ar-
rondTsements-rechtbank te 'sGravenhage jonkheer mr.
S. M. S. de Savornin Lohmanthans rechter te Alkmaar;
te Rotterdam mr. J. van Henkelomthans rechter te
Gorinchem.
.notarissen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan
mi^HTVLijTtowyer jr. als notaris te Arasterdam en als
zoodanig in zijne plaats benoemd C. J. Carp, candidaat-
notaris aldaar.
Marine en leger.
Eergisteren vertrok Zr. M*. stoomschip Valk, komman-
dat Clifford Koek van Breugel, naar Spitheaa, om
aldaar het detachement kolonialen te embaikeeren,
hetwelk met vhet stoomschip Willem III der maat
schappij-Nederland naar Indië zou getransporteerd zijn.
Gemengde berichten.
Het meisje dat alhier aan de pokken leed is hersteld,
zoodat, naar men ons mededeelt, op dit oogenblik geen
enkel geval dier ziekte in onze gemeente bestaat.
TeStavenissein een op Rotterdam varende schipper
aan de pokken overleden. Gelukkig bi.paalt de ziekte
zich daar tot dit eene geval.
De persoon die dezer dagen belast was met het
overbrengen van gelden, ruim /2200, voor een aanne
mer te Nieuw- en St. Joosland, doch met dit geld ver
dwenen was, is jl. Dinsdag weder teruggekeerd. Hij
heeft een uitstapje naar Brussel gemaakt, doch slechts
weinige guldens van bovengenoemde som verteerd. Uit
eigen beweging heeft hij den aannemer het geld terug
gegeven. Toen hij zich daartoe bij laatstgenoemden be
vond werd hij door dejusthe;?, die hem opspoorde,
gearresteerd. Hij bevindt zich thans in het huis van
burgerlijkeen militaire verzekering alhier.
De gemeenteraad van Sneek heeft besloten 300, OCO
bij te dragen in het vereischte kapitaal voor de spoor-
weglijn IJarlingen-T-Sneek—Heerenveen.
Tot dusver zijn in Duitsche gevangenschap 16000
Fransche militairen bezweken, deels aan hunne won
den deels aan ziekten.
De New-York Tribune zegt dat tegenwoordig
aldaar te bezichtigen is een deel van een kolossalen
boomuit bet graafschap Calaveros, Californië, op weg
zijnde naar een Europeesch museum. Vijf mannen waren
25 dagen lang bezig met het vellen van dien boom die
302 voet lang wasen wiens grootste doorsnede 32 voet
bediaagt. De stronk wordt thans gebezigd om op te
dansener is ruimte voor een orchest32 dansers en een
niet te groot publiek. Volgens de jaarkringen te oor-
deelen is de boom ruim 2500 jaren oud.
Thermometerstand.
24 Mei 'sav. 11 u. 63 gr.
25 '8morg.7u. 60 gr.'smidd.lu. 76gr. 'sav.6u.74gr,
Staten-genoraal.
tweede kamer.
Zitting van Woensdag 24 Mei. Behandeling derstaats-
begrooting voor 1871.
De beraadslaging over de begrooting van oorlog
(hoofdstuk VIII) wordt voortgezet.
Bij de afdeeling materieel der genie verklaart de
minister op eene vraag van den heer Stieltjes, dat zijn
voornemen is om Nijmegen uit de rij der vestingen te
doen verdwijnen.
Bij deze discussie verklaart de heer Bredius voor de
begrooting te zullen stemmen, onder protest echter
tegen de p'.annen des ministers. Bij art. 26c betreffende
de kosten van het inrichten van cavalerie-kazernen te
Breda, stelt de heer van Houten een amendement voor
om dien post ad f 41,150 te schrappen. Hij wijst op de
bezwaren vroeger door deskundigen tegen die uitgaaf
in bet midden gebracht.
De heeren Stieltjes, van Sijpesteyn en de Roo achten
het tot stand brengen van cavalerie-kazernen te Breda
eene noodelooze uitgaaf. De minister meent echter dat
zij noodig is om de jongelui van de militaire akademie
volgen8de laatste aangenomen wet voor hunne bestem
ming te kunnen opleiden.
De heer Storm acht ook Breda eene geschikte plaats
voor oefeningen op de vlakte die daar in de nabijheid
zijn. Daartegen protesteeren de heeren Stieltjes en de
Roo, die van oordeel zijn, dat voor artillerie en genie
juist oefeningen in vestingen moeten plaats hebben.
Er staat ook nergens in de wet geschreven dat de mili
taire akademie te Breda zou gevestigd zijn. Het amen
dement van den heer van Houten wordt daarop met 36
tegen 33 stemmen verworpen.
Over de verdere artikelen heeft geene discussie plaats.
Hoofdstuk YIII wordt aangenomen met 41 tegen 27
stemmen.
Tegen stemden de heeren van Houten, van Sijpesteyn,
van Loon, Nierstrasz, Bichon, Jonckbluet, Creraers,
Lenting, Zylker, Kien, Mirandolle, van Delden, de
Lange, Viruly, van Goltstein, Sloet, Tak, van der Lin
den, Smidt, Duinbar, Gratama, de RooStieltjes,
Sandberg, Westerhoff, Hasselman en Moens.
De beraadslaging over hooldstuk IX (koloniën) wordt
aangevangen.
De beer Ilasselman meent aan den heer van Bosse,
als geen Indische specialiteit zijnde, zijn vertrouwen te
moeten ontzeggen; vooral in den tegenwoordigen tijd,
nu de regeering schier in dagelijkschc aanraking met
het Indisch bestuur komt over allerlei punten van
detail.
De beer Nierstrasz verlangt niet dat de minister con
servatief zal worden op koloniaal gebied maar verzoekt
hem althans niet verder op dat terrein te gaan als reeds
gedaan is. Hij zal dan in spreker geen opposant quand
menie vindeD.
De heer Insinger verlangt inlichtingen omtrent de
voorgenomea herziening van de Indische tarieven. Het
plan om een uitvoerrecht in drie percent op de suiker
te heffen keurt bij af en tevens meent hij dat opheffing
van differentieele rechten ten nadeele van de Twentsche
katoenindustrie zou zijn, die de bescherming nog niet
kan missen.
De heer van Koyk verlangt een andere inrichting
der examina voor Indisch ambtenaar. Tot nogtoe was
volgens hemde regeering partijdigzij trok de leerlin
gen van de rijksinrichtingen boven die van particuliere
inrichtingen voor.
De heer Gratama en ook de Heer Sypcn3teijn verlan
gen inlichtingen omtrent hetgeen in de couranten is me
degedeeld, omtrent de overgave van de kust van Guinea
aan de Engelsche autoriteiten. Zij zouden dat be
treuren omdat het vooruitloopen zou zijn op eene beslis
sing der vertegenwoordiging over bij baar aanhangige
tractaten
De heer van Goltstein wenseht iets naders omtrent de
tegenwoordige richting van den minister van koloniën
te vernemeD.
De heer Mirandolle en de heer Sloet keuren de be
sluiten afdie ter uitvoering van de agrarische wet zijn
genomen. Deze zijn niet in den milden geest, waarin
die wet ontworpen en ook goedgekeurd is.
Den heer 's Jacob bevreemdt het dat de beide laatste
sprekers, die Indische toestanden kenden en ook met
den heer de Waal bekend waren, ooit hebben kunnen
verwachten dat aan de agrarische wet uitvoering zou
gegeven worden. Die wet was niets anders, volgens
spreker, dan een middel tot politiek apaisement.
De heer van Kerkwijk vermeent, dat men zonder
Indische specialiteit te zijn mocht verwachten dat eene
wet in een constitutioneel land naar haren geest zou
worden uitgevoerd.
De minister van koloniën verklaart dat er geen veran
dering van inzichten op koloniaal terrein bij hem heeft
plaats gehad, en dat er ook geen verschil van meening
in dat opzicht bestaat tusschen hem en den heer Thor-
becke; behoudens quaestiën van minder of meerdere