De heer de Roo acht het niet goed in het voorbijgaan
een besluit te nemen omtrent de soort van schepen die
men voor de defensie van Indië zal aannemen. Hij wijst
op het enorme cijfer, dat door aanneming van deze voor
stellen der regeering de volgende begrootingen van
marine zullen vorderen.
De heer van Houten ziet volstrekt geen dadelijke ge
varen voor de bedreiging van onze bezittingen en is dus
tegen de voorstellen der regeering omtrent de aanschaf
fing van kostbaar materieel.
De heer van de Putte herinnert aan de voorstanders
van wettelijke regeling, dat steeds de inzichten bij de
opvolgende ministers van marine veranderennaar ge
lang de ondervinding aangeeft welke verbeteringen zijn
aan te brengen. Ware vroeger een wettelijke regeling
aangenomenwij zouden nu een tal van houten schepen
hebben, waarmede we niets meer kunnen uitrichten. Hij
toont verder aan dat omtrent den bouw van schepen voor
Indië reeds vroeger is beslist; en men zich nu niet moet
trachten populair te maken door een paar ton van de
begrooting af te schrappen.
De heer s' Jacob is verbaasd over de gemoedsbezwaren
van den heer de Roo. Volgens dien afgevaardigde zou
geen maatregel van eenig gewicht bij eene begrooting
mogen genomen worden; intusschen is door den lieer de
Roo berust in de bavenverbetering van Harlingen en de
hervorming van de Preanger-regentschappen, die even
eens bij begrootingen zijn beslist. Hij heeft echter
bezwaar tegen het voorstel der regeering, met het oog
op het aan te nemen stelsel van verdediging van geheel
Java.
De minister van marine zetdegronden uiteen waarom
voor Java's verdediging het voorgedragen schip noodig
is. Uitstel kan in deze, volgens hem, slechts tot verwaar-
loozingleiden. De eens vooropgestelde beginselen omtrent
het materieel der zeemacht zijn door de kamer aangeno
men, en hij ziet nu niet in waarom, bij het drijven juist
tot een krachtige voortzetting van onze verdediging in
Nederland en de koloniënmen nu onderdeelen daarvan
zou willen vertragen.
De heer de Roo stelt als amendement voor om 200,000
van het artikel weg te nemen, teneinde de zaak der
schepen voor Indië beslist te laten.
Omtrent de quaestie op welke begrooting,de Indische
of Nederlandsche, deze kosten behooren gebracht te
wordenheeft eenige discussie plaats, waarbij de comp
tabiliteit voornamelijk in aanmerking komt.
Op eene vraag van den beerde Casembrootantwoordt
de minister dat eene commissie benoemd is om de stel
lingen van de torpedo's in Indië te bepalen.
Het amendementde Roo wordt verworpen met
40 tegen 14 stemmen. Eveneens het amendement de
Casembroot met 51 tegen 4 stemmen.
Art. 19 wordt daarop aangenomen met 42 tegen
13 stemmen.
De artt. worden daarop zonder discussie tot en met
a rt. 27 goedgekeurd.
öuitmlanïr.
Algemeen overzicht.
De teerling is in Oostenrijk geworpen en de decisieve
strijd tusschen de constitutioneele partij en het minis
ter ie-Hoh en wart geopend. De meerderheid heeft in de
commissie van den rijksraad tot bet aanbieden van een
adres aan den keizer besloten nadat twee leden bijzon
der aangedrongen hadden op eene weigering, om tot de
benoeming der delegatiën over te gaan. Dit voorstel
vond echter geene ondersteuning, omdat men zeer te
recht vreesde, hierdoor in verwikkelingen met Honga
rije te geraken. Wanneer de keizer niet, gelijk enkele
bladen beweerd hebben, het ministerie handhaaft, dan
zal de Dnitsch Oostenrijksche partij weder aan het roer
komen, en waarschijnlijk de toestand niet veel verbete
ren. Hare organen tenminste erkennen nu reeds, dat
zij geen middelen zal weten of kunnen aanwenden, om
de altijddurende nationaliteitstwisten te doen eindigen-.
Het ministerie zelf schijnt nog zeer weinig opeen spoe
dig aftreden te rekenen; het heeft tenminste weder een
voorstel ingediend, om vóór de vaststelling van het
definitieve budget een krediet tot het einde van Juni
aan de regeering te openen.
De nationale vergadering te Versailles heeft Donder
dag avond het ontwerp-vredestractaat aangenomen met
algemeene stemmen, nadat door den rapporteur en door
Thiers er op gewezen was, dat het eene daad van patrio
tisme was, om evenals de vredespreliminairen het
vredestractaat aan te nemenen deze laatste erfenis vau
het keizerrijk te aanvaarden, hoe zwaar Frankrijk ook
onder deze beproevingen gebukt moge gaan. De afstand
van eenige gemeenten aan de Luxembnrgsche grens, in ruil
tegen een uitgestrekter gebied en grooter aantal bewo
ners bij Belfort vond echter meer tegenstand. Zoowel
om militaire als burgerlijke redenen werd dit voorstel
bestreden door generaal Chanzy en enkele leden der
commissie van onderzoek, en aanbevolen door de gene
raals Ducrot en Chabaud en door Thiers zeiven, die aan
toonde, dat in ieder opzicht deze schikking in het belang
van Frankrijk was. Ten slotte bracht hij nogmaals hulde
aan de dappere verdedigers van Belfort en in de eerste
plaats aan den kommandant, kolonel Denfert, van wien
bij een brief voorlas, waarin op strategische gronden het
voorstel van von Bismarck aanbevolen werd. De verga
dering nam daarna ook deze ruiling aan met 440 tegen
98 stemmen. Gisteren zijn daarop Jules Favre en Pouyer-
Quertier naar Frankfort vertrokkenwaarheen ook von
Bismarck zich begeven heeft, teneinde de uitwisseling
der ratificatiën te doen plaats hebben en eenige nadere
overeenkomsten vast te stellen tot uitvoering van enkele
bepalingen van het vredestractaat.
Uit de tegenstrijdige berichten van Parijs en Versail
les de absolute waarheid op te makenis beden weder
bijzonder moeilijk. Beide partijen kennen zich de over
winning toe, en het is niet onwaarschijnlijkdat de waar
heid weder in het midden ligt. Het is een merkwaardig
verschijnsel, dat de regeeringstroepen voortdurend
redouten en versterkte positiën veroveren, die later
blijken onhoudbaar te zijn, eene taktiek, die slechts
ten gevolge kan hebbendat meer menschenlevens dan
noodzakelijk is opgeofferd worden en men eigenlijk geen
stap verder komt. In den regel toch zal men wel het
eerst de positiën trachten te veroveren die den sleutel
tot alle andere zijn, doch niet gelijk thans geschiedt,
die versterkte punten aanvallen, die aan twee zijden
aan het vuur des vijands blootgesteld zijn.
Donderdag avond is dit ten zuiden van Parijs, tus
schen het fort Montrouge en den ringmuur opnieuw het
geval geweest. De regeeringstroepen veroverden eenige
positiën met de bajonet, doch werden weldra daaruit
weder door het kruisvuur der insurgenten verdreven.
Geen wonder dan ook, dat dezen zich de overwinning
toeschrij venomdat ten slotte toch de vijand door hen
verjaagd werd en hij geen voordeel van zijne aanvanke
lijk behaalde overwinning heeft kunnen trekken.
Vooral van de zijde der regeeringstroepen schijnt
weder met verbitterde woede en wreedheid gestreden te
zijn, de insurgenten hadden tenminste 400 dooden en
gewonden, terwijl slechts 42 man gevangen genomen
werden. De Franscheu klaagden gedurende den Fransch-
Duitschen oorlog over de wreedheden der vijanden, in
dezen burgeroorlog schijnt de wreedheid der Fransche
soldaten echter haar toppunt bereikt te hehben. Met
afgrijzen ziet men zulk eene verhouding door getallen
aangetoond, en niet te verwonderen is het, dat een cor
respondent van le Temps uit Parijs verklaart, dat het
denkbeeld van zich blootgesteld te zullen zien aan de
woede der als overwinnaars binnenrukkende soldaten
het ergst Parijs verontrust.
Het comité de salut public lieeft getoond de macht ge
heel in handen te hebben en de commune thans feitelijk
tot werkeloosheid gedoemd. Het heeft besluiten geno
men, die een eigenaardig getuigenis afleggen van de
voorstelling, die dezeheeren zich van politieke en sociale
vrijheid maken. Ondar deze reeks van decreten bekleedt
een voorname plaats de opheffing van eenige dagbladen
en tijdschriftenwaaronder ook de Revue des deux mon-
des, l'Avenir national, la Patrio en anderen, met
de bepaling dat tijdens den oorlog geene autorisatie
verleend zal worden tot de oprichting van nieuwe
dagbladen. Alle dagbladartikelen zullen door den schrij
ver onderteekend moeten worden, terwijl ieder, die
openlijke of zijdelingsche aanvallen op het comité
richtvoor een krijgsraad terecht zal staan. Het toezicht
der politie zal verdubbeld en met strengheid zal alle
tegenstand gestraft worden. Ieder officier, die zich ver
zet tegen eenig besluit, zal terstond van hoog verraad
beschuldigd en door den krijgsraad gevonnisd worden.
De poorten aan de oost- en noordzijde van Parijs zullen
gesloten blijven, en slechts zal de uitgang aan deze zijde
der stad geoorloofd zijn aan hendie voorzien zijn van
een bijzonder paspoort door het comité afgegeven.
Deze en andere besluiten kenschetsen den wanhopigen
toestand der revolutionaire regeering, diethans ten
minste nog voornemens schijnt te zijn, om zich tot
het uiterste te verdedigen en dit mogelijk tracht te
maken door met afschuwelijke gestrengheid ieder ver
zet tegen te gaan. Le C'ri du Peuple zegt zelfsdat het
comité besloten heeft liever de stad Parijs in de lucht
te doen springen dan te capituleereD. Hadden de ver
dedigers der stad niet alleen thans, maar ook tijdens den
vorigen oorlog aan deze vaak herhaalde bedreiging ge
volg gegeven, niet alleen Parijs zou reeds geheel ver
dwenen zijn, maar ook zouden geen forten en verster
kingen meer bestaanhebben, waaruit de opstandelingen
thans verjaagd moeten worden.
Laatste berichten.
Versailles.
Men verzekert, dat Rochefortbij Meauxgearresteerd is.
St. Denis.
De opstandelingen beweren de aanvallen der regee
ringstroepen zegevierend afgeslagen te hebben.
De commune zal alle kerken sluitenna de kost
baarheden weggehaald te hebben. Het verhoor der ge
arresteerde geestelijken is begonnen.
Men beweert, dat Pruisen op een wapenstilstand
aandringt, om daarna in hetgeheelc land een plebiscit uit
te schrijven.
Uit Duitschland.
Een landweerman schrijft van den 16en dezer uit
Coblentz:
„Op den 4en Mei liep het gerucht dat Jules Favre hier
zou komen en het leger der krijgsgevangenen zou bezoe
ken. Zoo gebeurde het ook, want des namiddags te half
vijf uur verscheen hij in het leger n«>. II alwaar hij door
den kommandant werd ontvangen en, daar deze doorzijn
staf was omgeven, was ik daarbij tegenwoordig. De
kommandant geleidde Favre naar een keuken, naar het
theater en door een paar straten. Gedurende dien tijd
speelde het muziekkorps.
„Jules Favre heeft een middelbare lengte, grijze haren
en een grijzen kort geknipten dikken baard. Zijn gelaats
kleur is geel en hij heeft een afgeleefd of overwerkt voor
komen. Het merkwaardigste van zijne kleeding is zijn
hoed. Deze had ter breedte van twee duim een rouwrand
van krip en deze randwas geheel gedeukt en ingeslagen,
wat mij zeer natuurlijk voorkwam, daar Favre telkens
als hij groet zijn hoed zoo diep afneemt dat hij er mede
op zijn knie slaat.
„Ik merkte spoedig op dat hij zijn volkje goed kende.
Hij sprak met dezen, gaf genen de hand, onderhield hen
over den treurigen toestand waarin Frankrijk verkeerde
en drukte de hoop uit dat zij bij bun terugkeer zich
by de regeering van Versailles zouden aansluiten, waarop
geheele scharen antwoordden met den kreet: „Leve
Frankrijk!" Eensklaps stormden twee sergeanten door
de rijen op Favre aan en riepen: „Leve de republiek!
niet waar Jules Favre?" De anderen noemden hem excel
lentie. Hij redde zich zoo goed mogelijk uit zijne verle
genheid met eenige fraaie woorden en toen de beide
dolkoppen nog meer van hem wilden hooren riepen de
anderen weder: „Leve Frankrijkwaarover Favre een
recht vroolijk gezicht zette.
Het trok mijn aandacht dat hij met geen enkelen Turco
sprakdie toch in het keizerrijk aan de spits der bescha
ving stonden! In het lazaret en in een paar barakken
sprak bij met de zieken in denzelfden geest waarin hij
tot de gezonden had gesproken. Hij verklaarde zeer te
vreden te zijn oyer de inrichting van het leger. De mi
nister van financiën, die hem vergezelde, liet een kas-
aanwijzing achter waardoor aan ieder gevangene voor
den dag van het bezoek van Jules Favre 25 centen extra
werd uitbetaald."
In de Strassburger Zeitung wordt verzekerd dat de
ngevoerde schoolplichtigheid tengevolge van de Duit-
sche wetgeviDg terstond heeft tot stand gebracht wat
sedert 1850 door alle mogelijke inspecteurs van het
onderwijs te vergeefs werd beproefd omgedaan te krijgen,
n. 1. geregeld schoolgaan. Na paschen waren de scholen
dikwijls geheel verlaten en eerst tegen November kwa
men de leerlingen terug, die intusschen voor de woning
van de onderwijzers speelden om het schoone jaarge
tijde te genieten, en als het's winters goed weer was
zag men hetzelfde als in den zomer. Thans zijn de scho
len vol en gaat het onderwijs geregeld.
Op de jaarmarkt of kermis te Leipzig is den llen
dezer een 72jarige dief gevangen genomen, die reeds
jaren achtereen op kermissen belangrijke diefstallen
pleegde, zonder dat het aan de politie kon gelukken hem
te vatten. Hij ging gewoonlijk met een onbegrijpelijke
onbeschaamdheid te werk en voerde dikwijls midden op
den dag pakken of balen voor huizen of winkels weg,
alsof zij zijn eigendom waren. Spoedig werden ze dan
naar een ander huis gebracht, verpakt, met andere mer
ken voorzien en van daar verder getransporteerd. Toen
de gevangene, Joseph Aron, werd opgebracht, volgde
hem een wagen met 1000 kilogrammen gestolen kermis-
goederen, als zoovele overtuigingsstukken
Ook bij viaducten begint men aan spoorwegen
meer van ijzer gebruik te maken. Op den Oostenrijkschen
staatsspoorweg van Weenen naar Briinn is een viaduct
gebouwd van 1200 voet hoog, dat op vijf rijzige ijzeren