Staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 12 Mei. Behandeling der staatsbegrooting voor 1871. Ingekomen 1° eenige adressen waaronder een van den gemeenteraad van Kadzandhoudende adhaesie aan het wetsvoorstel van de heeren 's Jacob c. s.; 2° eene missive van den oud-minister van buitenlandsche zaken Roest van Limburg, gedagteekend uit Florence, waarin deze pertinent logenstralt al de aantijgingen in de openbare ziting der kamer bij de begrooting van buitenlandsche zaken door den heer van Zinnicq Bergmann geuit, ten aanzien van 's ministershandelingen omtrent de quaestie van Rome en de eenheid van Italië. Nadat van dien brief voorlezing was gedaanwordt bij voor kennisge ving aangenomen. De beraadslaging over hoofdstuk Y (binnenlandsche zaken) wordt voortgezet. De discussie over het amendement van den heer van Kuyk, om f 700 uit te trekken voor verhoogd traktement van professor Kaiser te Leiden, wegens 30jarig professo raat, wordt hervat. De minister van binnenlandsche zaken deelt eenige bijzonderheden mede omtrent de toepassing van het be sluit van 1839. Daaruit zijn geen antecedenten te putten, die eene toekenning in deze van verhoogd traktement zouden billijken, meent de minister. De heer van Eek kan zich echter daarmede niet vereenigenjuist uit het aan gevoerde is gebleken dat de jaren als buitengewoon hoogleeraar doorgebrachtbij sommigen wel degelijk id aanmerking zijn genomen. De heer Jonckbloet bestrijdt het amendement nader; hij wil geen begunstiging iu strijd met de letter van de voorschriften; de heeren van Reenen en van Kuyk blijven echter volhouden, dat de antecedenten medebren gen, vrijgevige toepassing van de voorschriften. Het amendement van den heer van Kuyk wordt aan- genomeu met 39 tegen 33 stemmen. Eij de opening der discussiën over het middelbaar onderwijs, wijst de heer Bergmann op de groote uitzet ting van uitgaven, en de weinige resultaten die volgens het verslag over de hoogere burgerscholen worden ver kregen. Bij den post betreffende subsidiën voor het middelbaar onderwijs, ontvouwt de heer Jonckbloet de motieven van het door hem en den heer van Kerkwijk ingediend amendement tot verhooging van dat artikel met f 7500. Voorstellers willen in beginsel uitgemaakt zien, dat, evenals voor verbetering van het middelbaar onderwijs voor jongens, ook de staat voor beter onderwijs aan meisjes moet zorgen. Hij acht het rationeel dat, waar van regeeringswege in het eene voorzien wordt, ook het andere, waar gelijke aanspraken bestaan, worde behar tigd. Algemeen is het bekend, dat het onderwijs voor meisjes uit niet vermogende standen veel te wenschen overlaaten toch is het evenzeer het belang van den staat om voor ontwikkeling der toekomstige echtgenoo- ten van staatsburgers te zorgen. De heer va.i Wassenaer meent dat het de roeping niet is van den staat hier tusschenbeide te treden; verbete ring van het onderwijs voor meisjes moet van particulie ren uitgaan. De staat heeft belang bij de ontwikkeling van de jongens, maar niet van de meisjes; de man is het hoofd, de vrouw het hart, en voor ontwikkeling en vorming van het hart kan alleen godsdienstig onderwijs nuttig werkeu. De heer Heijdenrijk vraagt wat eigenlijk de bedoeling van het ameudement is? Is men voornemens ook vakken aan meisjes te laten onderwijzen, waar hij en zijne ge- loofsgenooten geen vrede mede kunnen hebben? Hij heeft vroeger voor de wet op het middelbaar onderwijs gestemd, omdat hij voor jongens beter onderwijs noodig achtte, maar de toepassing der wet acht hij verkeerd. Men heeft de indelicatesse gehad ex-theologanten tot directeuren van hoogere burgerscholen aan te stellen dat heeft menigeen geschokt en hem in de toepassing der wet teleurgesteld. De heer Len ting antwoordt op de bedenking van den heer Heijdenrijkdat de bedoeling van de voorstanders van middelbaar onderwijs voor meisjes is, ook op het gebied te treden van die vakken welke door dien spre ker worden gewraakt. Hij stemt dus toe dat de heer Heijdenryk op zulke scholen zijne kinderen liefst niet zal zenden. Door den minister van oorlog is eene wijziging der begrooting van oorlog voorgesteld, strekkende om ze met /"289,6'52 te verminderen tengevolge van het opge ven van het voornemen om dit jaar de troepen in kam pen te vereenigen en te oefenen. 6mtcnlaitS. Algemeen overzicht. Daily Telegraph heeft zijne reputatie weder schitte rend gehandhaafd. De eerste bijzonderheden aangaande de n definitieven vrede werden opnieuw door dit blad medegedeeld en bij nader onderzoek blijkt ook weder dat die alle bijna zonder onderscheid onjuist waren. Slechts de spoedige terugzending der krygsgevangenen is door von Bismack toegezegd, waarin men waarlijk geene bijzondere toegeeflijkheid van de zijde van den rijkskanselier zien kan, en de bepalingen van het vredestractaat strekken er evenmin toe, om, wanneer men al een oogenblik daaraan gedacht mocht hebben, den definitieven vrede voordeelig voor Frankrijk te noe men, zooals het Engelsche blad het deed voorkomen. Integendeel kenmerkt een nog grootere gestrengheid het definitieve vredestractaat, dan met de vredespreli- minairen het geval was. Reeds verklaarde Thiers in de zitting der nationale vergadering van Donderdag „niet te kunnen ontveinzen, dat ook in deze laatste periode Frankrijk voor geen enkele beproeving gespaard geble ven is. Ik wenschte u te kunnen mededeelen," zeide het hoofd van het uitvoerend bewind o. a., „dat de voor waarden door de preliminairen vastgesteld verbeterd zijn; onze toestand gedoogde het niet, doch zware beproevingen, die ons bedreigden, zijn daarentegen van ons afgewend." "Wanneer men deze woorden vergelijkt met de redevoering, gisteren door den rijkskanselier in den Duitschen rijksdag uitgesproken, dan kon Thiers moeilijk zachtere uitdrukkingen bezigenom de verga dering op de vernedering voor te bereiden, die de Duitsche regeering aan het Fransche gouvernement toegedacht had, en haar alle hoopte ontnemen op toe geeflijkheid van den hardvochtigen overwinnaar. Geen enkele beproeving is het vernederde en onge lukkige land gespaard, en moeilijk had de rgkskanselier andere middelen kunnen vinden en toepassen, teneinde zijn doel te bereiken, om Frankrijk geheel te vernietigen en ten onder te brengen. In elk opzicht zijn de voor waarden der vredespreliminairen bczwarender gemaakt, en zooals de rijkskanselier in zyne rede liet doorsche meren, schijnen de Fransche, ministers op vreeselijke wijze door hem gedwongen te zijnom de Duitsche voorwaarden in haar geheel aan te nemen. „Indien wij niet tot overeenstemming gekomen waren," zeide o. a. von Bismarck, „zouden wij Parijs genomen hebben, hetzij in overleg met de communehetzij door geweld van wapenen, en zouden vervolgens van de Fransche regee ring geëischt hebben, dat zij hare troepen achter de Loire terugtrok, vóórdat wij de onderhandelingen zou den voortgezet hebben." De rijkskanselier heeft dus den Fransehen ministers het vreeselijkste dilemma voorgehouden, om zijneeischen aangenomen te zien. Zij hadden de keus óf om het dood vonnis hunner regeering te onderteekenen en de anarchie in Frankrijk te doen zegevieren, óf om van Frankrijk de zwaarste offers te vergen. Wanneer men dan aan de eene zijde de kolossale militaire overmacht en aan de andere zijde den machteloozen diep vernederden over wonnene ziet, dan kan en mag niet meer van Duitsche edelmoedigheid sprake zijn, in welk daglicht de Duit sche bladen de handelingen van von Bismarck ook plaatsen willen. Al koestert men niet de minste sym pathie voor Frankrijk, al veroordeelt men ten strengste de groote f oaten van het Fransche volk, al vergeeft men aan die natie nooit hare lichtvaardigheid, waarmede zij in 1870 den onrechtvaardigen oorlog toejuichte met afschuw wendt men zijne blikken van de Duitsche hard vochtigheid af en slaat de handen inéén, dat in de zoo vaak geprezen 19c eeuw zulk eene onmeêdoogende ge strengheid nog straffeloos kan toegepast worden. Met schrik en in angstige spanning ziet men de toekomst tegemoet, want moeilijk kan de vergelding voor deze vernedering van Frankrijk uitblijven. In hoofdzaak komen de vredesvoorwaarden hierop nederFrankrijk betaalt 500 millioen binnen dertig dagen na de inname van Parijs; vóór het einde dezes jaars wordt buitendien nog éen milliard uitbetaald, en eerst dan kan er sprake zijn van de ontruiming der for ten bij Parijs. Het vierde halve milliard vervalt den len Mei van het volgende jaarterwijl de resteerende drie milliarden vóór den len Maart 1874 uitbetaald moe ten zijn. De bet-aling moet geschieden in klinkende munt, in banknoten der meest soliede bankinrichtingen in Engeland, Duitschland, Nederland en België of in wissels der eerste handelshuizen. Het handelstractaat tusschen de heide landen blijft opgeheven, terwijl Duitschland in dezen opzichte de positie inneemt gelijk de meest bevoorrechte der anderen natiëndus gelijk Engeland, Zwitserland, Nederland, België, Oostenrijk en Rusland. De regeeringstroepen vorderen voor Parijs meer en meer, en van verschillende zijden worden kleine voordee- len, door hen op de opstandelingen behaald, medegedeeld. Wanneer ook al uit Versailles deze berichten niet ont vangen werden, men zou toch veilig tot de spoedige nederlaag der commune kunnen besluiten. In dezelfde verhouding als zij in macht en aanzien verliest, vermeer deren de arrestatiën, en alsof dit niet reeds genoeg bewees, bedient zij zich ook nog van het zoo vaak te baat genomen middel, dat een complot op groote schaal gelukkig ontdekt is, en de justitie haren plicht zal doen. Ook moeten weder vijf dagbladen het misgeldendat haar gezag ten einde loopten ongetwijfeld zal men weldra nog meer dergelijke verschijnselen waarnemen, wanneer ten minste de profetie van Thiers, in de ziting der nationale vergadering van Donderdag uitgesproken, bewaarheid zal worden, dat het zwaar geteisterde Frank rijk binnen acht dagen aan het einde van de rampen des burgeroorlogs staan zou. Het wetsontwerp op de inlijving van den Elzas en Lotha ringen is gisteren door de commissie uit den Duitschen rijksdag, door eenige amendementen gewijzigd met 20 tegen 8 stemmen aangenomen. Bij de behandeling in de openbare zitting zal zich als van zelve de gelegenheid aanbieden, om op het ontwerp en de daarin gebrachte wijzigingen terug te komen. De vijf scheidsrechters voor het vaststellen der scha devergoedingdoor Engeland aan Amerika, tengevolge van het onlangs gesloten tractaat, te voldoen, zullen door Engeland, de Vereenigde staten,Brazilië, Zwitserland en Italië benoemd worden. Zij zullen hunne zittingen houden te Genève. Laatste berichten. Versatile*. Mac Mahon zegt in een dagorder dat tot dusverre 3000 insurgenten gevangen genomen en 150 kanonnen ver overd zijn. Varijs. Delescluze (Woensdag jl. benoemd tot gedelegeerde voor den oorlog) is in twist geraakt met het centraal comité. Men verzekertdat het comité van de leiding van den oorlog afgezien heeft. Alhier is het gerucht verspreid, dat de regeerings troepen het Lyceum te Issy en het fort Vanvres geno men hebben. Duchesne en Rossel bedreigen de commune met een opstand in Belleville, zoo zij de beschuldigingen tegen hen niet bewijst. Uit Rusland. De berichten omtrent den slechten gezondheidstoe stand in Rusland worden ook weder tegengesproken en zelfs wordt verzekerd datin aanmerking genomen de felle winter en bet koude voorjaar, de besmettelijke ziekten veel minder woeden dan men verwacht had. Voortdurend doen zich gevallen van cholera voor, doch men vreest die ziekte minder dan de pokken. Een correspondent uit Petersburg verhaalt dat het een kluchtig gezicht was om de optochten van personen uit alle klassen der maatschappij te ziendie zich lieten vaccineeren. Hij verdeelt hen in zes groote afdeelingen. Ten eerste de vrouwen die vreezen hare schoonheid te zullen verliezen en vooraTde vrouwen uit den demi monde, die bijzondere redenen hebben om hare schoon heid te bewaren vervolgens zij die zich lieten vacci neeren omdat het in dit voorjaar een zaak van mode is; de voorstanders van alle mogelijke voorzorgen die er nooit een verzuimen; de dwazen die bij de laatste epidemie de oogen sloten als zij voorbij een fruitwinkel kwamen, uit vrees van de cholera te zullen krijgen op het gezicht der vruchtenzij die niet beter weten te doen en zich bij wijze van afleiding laten vaccineeren en eindelijk zij die op bevel worden gevaccineerd: de leerlingen der openbare scholen cn de troepen van het garnizoen. Aan deze voorzorgen schrijft men het echter toe dat de epide mie zich niet algemeen verbreid. Op uitnoodiging van het departement voor de open bare gezondheid heeft het Rusische ministerie van bui tenlandsche zaken van alle vertegenwoordigers in het buitenland verslagen gevraagd omtrent den gezondheids toestand van de landen waarin zij wonen, en dcaandacht gevestigd op de middelen om de verspreiding van be smettelijke ziekten te voorkomen, die door de wagons waarin zieken en gewonden zijn vervoerd deopeenhoo- ping van zieken en gewonden in hospitalen en particu liere woningen en de menigte onvoldoende begraven lijken van menschen en paarden, in den laatsten oorlog zeer worden bevorderd. Nadat een belangrijk materiaal met verschillende gege vens bij de regeering was ontvangen, heeft men onder zocht: 1°. waarin en waar bestaat deoorzaakderbesmet-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2