bericht wordt, mijnen gereed gemaakt hadden, om het
terstond na het bezetten door de regeeringstroepen inde
lucht te doen springen. Reeds gisteren morgen werd het
door dezen in bezit genomen en tot dusverre heeft men
nog niets van het in de lucht springen van het fort ver
nomen. Wanneer het dus ondermijnd was, dan hebben
de regeeringstroepen voldoenden tijd gehad omdemijnen
onschadelijk te maken.
De gebeurtenissen in Frankrijk trekken voortdurend
aller belangstelling en nauwelijks wijdt men in dezen
tijd zijn aandacht aan het overige Europa. Toch verdie
nen verschillende zaken een meer bijzondere opmerk
zaamheid. Aan de eene zijde is het de ontwikkeling
van Duitschland en de middelen die aangewend worden
om diens eenheid op wettige wijze vast te stellen aan
de andere zijde neemt men weder de beginselen waar
van een dreigenden geest van separatismedie in Oos-
tenrijk opnieuw het hoofd omhoog steekt. Aan dit merk
waardig, doch tegelijk treurig verschijnsel wijden wij
bierachter een bijzondere beschouwing.
Laatste berichten.
Parijs.
Bij Montretout wordt hevig gevochtende uitslag is
echter nog onbekend. Een grooteaanval wordt tegemoet
gezien. Het fort Vanvres is in brand geschoten. Onder
de Parijsche troepen en de aanhangers der commune
heerscht groote moedeloosheid. Er loopt een gerucht
dat ernstige tweespalt tusschen Rossel, het comité du
salut pultic en de commune ontstaan is.
De constitutioneele toestand van Oostenrijk.
Al wordt in Oostenrijk niet, evenals in Frankrijk, de
treurige staatkundige chaos, waarin zich beide landen
bevinden, met burgerbloed bezoedeld, de toestand
van dit land is bijna niet minder wanhopend. Een minis
terie, dat slechts door de meest heterogene bestand-
deelen gesteund wordt, een heftige oppositie der
Duitsch-Oostenrijksche partij die zichz elve bij uitstek
de constitutioneele partij noemt, omdat de constitutie
aan dit element een zekere suprematie geeft, en einde
lijk een onvermoeid streven der verschillende nationali
teiten om evenveel nationale rechten te erlangen als
deze partij reeds bezit, en zoo mogelijk dezelfde plaats
in te nemen als Hongarije zich sedert het einde van
1866 zelf verworven heeft. Deze moeilijkheden deden
in Oostenrijk achtereenvolgens reeds vele ministeriën
vallen, totdat het ministerie-Hokenwart bij zijn optre
den den 5en Februari dezes jaars beloofde aan dien treu-
rigen chaos een einde te maken. Dit reeds wekte
wantrouwen bij de Duitsch-Oostenrijksche partij eens
deels uit naijver, dat thans een ministerie, uit vreemde
mannen samengesteld, het vraagstuk oplossen zou, waar
op hunne party gevallen was, anderdeels ook, omdat zij
zeer terecht begreep, dat concessiën aan de ver
schillende nationaliteiten onvermijdelijk tot eene ver
mindering van hunnen overwegenden invloed in Cis-
Leithaansch Oostenrijk leiden moesten.
Natuurlijk spreekt geen harer organen deze redenen
uitdrukkelijk uit, doch de wijze, waarop zoowel de bladen
als de leden in den rijksraad voor de constitutie in de
bres springen, verraadt hun innerlijke drijfveer, dat zij
niet uit belanglooze liefde tot het gemeenschappelijk
vaderland of tot de constitutie, maar terwille van hunne
eigene positie strijden. En nu moge het ministerie-Hohen-
wart niet den juisten weg volgen, om met de verschil
lende nationaliteiten tot een vergelijk te komen, bij de
hardnekkige oppositie die deze regeeringvan de Duitsch-
Oostenrijksche partij ondervindt, moet men ter wille
der rechtvaardigheid deze drijfveer niet uit het oog
verliezen.
Een sterk bewijs hiervoor ziet men in de houding,
die deze partij thans tegenover het ministerie aange
nomen heeft. Het eerste voorstel van von Hobenwart,
strekkende tot uitbreiding van de autonomie der ver
schillende landdagen, dat den 25^ April aan den rijks
raad ingediend is, onderging het treurige lot, dat de
commissie van onderzoek op voorstel van een lid der
constitutioneele partij den heer Rechbauer, tot de orde
van den dag overging. Niettegenstaande dit échec heeft
echter de regeering dit ontwerp niet ingetrokken. Den
5en Mei daaraanvolgende dient zij een voorstel in,
waarbij aan Galicië in verschillende opzichten con
cessiën gedaan wordeD, die deze provincie in eene
verhouding tot het overige Oostenrijk brengenbijna
geheel onafhankelijk van het centraal gezag.
Deze concessiën verschillen echter nog zooveel van de
positie waarin Hongarije verkeert on zijn zoo gering
in vergelijking van de resolutie van den landdag van
Lemberg in 1869 aan den rijksraad ingediend, dat men
moeilijk kan aannemen, dat de Polen met deze conces
siën bevredigd zullen zijn.
Do bedoelingen derregeering zijn echter niet duide
lijk. Het eerste voorstel, dat zich over alle landdagen
zonder onderscheid uitstrekt, waaronder natuurlijk ook
Galicië begrepen is, gaat veel verder dan de groote
concessiën in het laatste voorstel aan dit koninkrijk ge
daan. Wanneer de regeering reeds zoo vast op de ver
werping van het eerste voorstel rekentwaarom trekt
zij dit dan niet in? Een van beide wetsontwerpen toch
kan slechts voor Galicië wet worden.
Zoo eenparig als de Duitsch-Oostenrijksche partij het
eerste voorstel afkeurt verklaart zij zich thans vóór
het tweede, ofschoon dit voorstel toch evenzeer inbreuk
maakt op de constitutie, waaraan zij beweert zoo vast
gehecht te zijn en ook den eersten stap op den weg van
separatisme enfoederalismezet. Het is ook niet deze ge
hechtheid, aan de constitutie of het verlangen om de wen-
schen der Polen bevredigd te zien, die het voorstel voor
deze partij aannemelijk maaktdoch sleehts eene ma
noeuvre, om in ruiling iets te verkrijgendat de positie
van het Duitsche element in het overige Oostenrijk
waarborgt.
Eene wijziging in de Oostenrijksche constitutie moet
door twee derden der uitgebrachte stemmen goedgekeurd
worden, en nooit heeft eene regeering in den laatsten
tijd over zulk eene meerderheid kunnen beschikken,
zoodat alle pogingen tot verzoening der nationaliteiten
schipbreuk leden. Het ministerie-Hohenwart heeft
zelfs geene meerderheid en kan die eerst door de hulp
der constitutioneele partij verkrijgen. Deze acht het
laatste voorstel der regeering zóo onschuldig, dat zij
daarvoor stemmen wil, mits men van de andere zijde
ook haar weder concessiën doe, die zij zonder vreemde
hulp evenmin in den rijksraad verkrijgen zou. De organen
harer partij niet alleen maar de afgevaardigden zei ven
dringen openlijk op dezen staatkundig onzedelijken
ruilhandel aanen formuleeren tot in de geringste bij
zonderheden hunne eischen. Niet onwaarschijnlijk is
het echterdat dit compromis niet tot stand zal komen
omdat de constitutioneele partij waarborgen vordert
die moeilijk verwezentlijkt zullen kunnen worden.
„De eerste vraag is," zegt de Neue Freie Presse, „of
zij, ten wiens behoeve de eenheid van den staat opgege
ven zal wordenniet slechts daarmede instemmen maar
ook hierdoor bevredigd zijn. Waartoe zou het dienen,
de constitutie ten gunste van Galicië te veranderen,
wanneer deze verandering niet een einde maakt aan de
vijandige houding, die Galicië steeds tegen de consti
tutie aanneemt?" Aangaande deze vraag wil de Duitsch-
Oostenrijksche partij volkomen zekerheid hebben. Doch
hoe zij die zekerheid verkrijgen zal is een raadsel. Het
voorstel der regeering voldoet in het minste niet aan de
vroegere resolutie van den Lembergschen landdag, en
al beloofden de tegenwoordige Poolsche afgevaardigden
door deze concessiën bevredigd te zullen zijnmoeilijk
toch kunnen zij hunne opvolgers door deze belofte bin
den. Waarschijnlijker is het, dat de Poolsche afgevaar
digden deze concessiën aannemen zullen, met het vaste
voornemen, om later op dit begin hunner staatkundige
onafhankelijkheid en autonomie voort te bouwen.
„De tweede zorg der constitutioneele partij," gaat het
genoemde blad voort, „zal deze moeten zijn, dat zij een
volkomen politisch aequivalent voor deze toe
gevendheid erlange. Voor het verlies aan quantiteit
maken wij aanspraak op eene compensatie door vermeer
dering van qualiteit." Teneinde nu te voorkomen, dat
de concessiën aan Galicië een antecedent voor de toe
komst zullen worden, wil de constitutioneele partij het
parlementarisme in het.overige Oostenrijk versterken
d. i. den Duitschen invloed aldaar voor goed vestigen.
Daartoe zal het ontwerp dienen, dat onlaDgs door die
partij is aangeboden, om in het vervolg directe verkie
zingen voor den rijksraad te doen plaats vinden, wiens
leden tot dusverre door de landdagen gekozen worden.
„In éen woord," zegt het blad, „slechts tegen de invoe
ring der directe verkiezingen kan het Galicischeontwerp
tot stand komen. Nemen de regeering en de Poolsche
partij dezen politische n handel aan, dan zal het
vergelijk met Galicië langs constitutioneelen weg ge
makkelijk gesloten worden; zoo niet, dan doen wij ook
geene concessiën."
Deze handelwijze strekt er waarlijk niet toe, om veel
eerbied voor den constitutioneelen zin der Oostenrijksche
bevolking in te boezemen, en zonder schroom kan men
aannemen, dat waar de inwendige rust en de gehoor
zaamheid aan de wetten op zoodanige wijze gezocht moet
worden, men er nog verre van verwijderd is, die te
vinden, en dat het wel tot de utopiën gerekend mag
worden, om in het verbrokkelde Oostenrijk ooit de con
stitutioneele eenheid tot stand te zien komen.
ffian&clsbfflcljtcn.
Graanmarkten enz.
Amsterdam, 10 Mei. Raapolie |op 6 weken 49}.
Lijnolie op 6 weken ƒ34}.
Vlissingen, 9 Mei. Boter 1.25 a 1.30 per kilo
gram.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 10 Mei 1871.
Nederland. ♦Certific. Werkelijke schuld 2} pet. 52}
♦dito dito dito 3 63J
♦dito dito dito 4 83}
♦Aand. Handelmaatschappij 4}
dito exploitatie Ned. staatssp.
België. ♦Certificaten bij Rothschild 2}
Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 5 95}
♦Certific. adm. Hamburg 5 67}
♦dito Hope C°. 1855, 6e serie 5 77}
♦Cert. 1000 1864 5 92}
♦dito 1000 1866 5 „92}
♦Loten 1866 5 „225
♦Oblig. Hope&Co.Leening 1360 4} 83}
♦Certific. dito4 67
♦Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4 67}
♦Obligatiën 1867 4 68}
♦Obl. 1869 4 68W
♦Certificaten 6 43
♦Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 220}
♦Oblig. dito 4
♦dito dito4}
Obl. spoorweg Poti-Tiflis 5 86}
dito dito Jelez Orel 5 86}
dito dito Charkow Azow. 5 „84}
Polen. ♦Schatkistobligatiën5 67}
Pruisen. ♦Obligatiën .4
Oostenrijk. ♦Oblig. metall. in zilver Jan.Juli 5 54^
♦dito dito April/Oct. 5 „54}
♦dito in papier Mei/Nov. 5 46}
♦dito dito Febr./Aug. 5
Italië. Leening 18615
*Certific. bij Lamaison c. s.5
Spanje. ♦Obligatiën2} thans 3 32}
♦dito 1867 3 32
♦dito Binnenlandsche3 26}
Portugal. *0bl. 1856—1862 3 „33}
♦dito 1867 3 33}
Turkije. dito (binnenl.)5 43}
Griekenl. dito (blauwe)5
Egypte Obl. 1868 7 76
Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5 93}
♦dito dito dito (1904) 5
♦dito dito dito (1882) 6 „96}
♦dito dito dito (1885) 6 96f}
♦Obl. Illinois 7
♦dito dito Redemtion 6 85}}
Oblig. Atl.Gr.W.Spw,Ohiosec.(7p) 98}
dito dito geconsolideerde .7
dito dito debentures 8 44}
Obl. St.Paul &Pac.Spw. lesec. 7 70
dito dito dito 2e sec. 7 „71
dito dito 1869 dito 7 „71
Brazilië. ♦Obl. 1863 4}
♦dito 1865 5 92}
Mexico. dito 18513 13
Grenada. dito afgestempeld6 24}
Pr(|zcn van coupons.
Amsterdam, 9 Mei. Metall. 19.82.1Dito zilver
24.25. Dito Eng. per 11.85; Eng. Russen per
f—,Eng. Portugal per 11.85; Franscho
Belg. ƒ56}; Pruis. 34|; Harub. Russen ƒ30}; Russen
in Z. R. 30} Pools, in Fl. per Z.R. Spaans
Amerik. Dollars 2.40; dito papier 2.14; Spaans,
in 11.85Piasters 2.24.
2U)m-tcntim.
Bevallen van eene doode Dochter J. C. RISPALJÉ,
echtgenoote van T. P. KRIJGER.
Middelburg, 10 Mei 1871.
Heden overleed, na eene kortstondige ongesteldheid,
mijne geliefde echtgenoote ANNA MARIA FAGG, in
den ouderdom van 63 jaren.
Koudekerke, 9 Mei 1871. W. LOEFF.
Yoor al de blijken van deelneming in den zegen van
ons veertigjarig Huwelijk, betuigen wij onzen
innigen dank. p
Ylissingen. J. BOSSELAAR.
VERGADERING van de afdeeling
iddelburg der Yereeniging ter bevorde
ring van Fabriek- en Handwerknijverheid Vrijdag den
13 Mei a., des avonds te 8 urenin het Concertgebouw.
Tc behandelen punten:
Rapport der ga3-commissie;
ld. der jury omtrent de ingezonden voorwerpen
voor den wedstrijd;
Uitreiking der belooningen enz.
De inzenders worden tot bijwoning dezer vergadering
uitgenoodigd. De secretaris,
J. W. DE RAAD.