©inmnlcmir. Personele Belasting en Patenten. De burgemeester en wethouders vau Vlissingen; Gezien de circulaire van den commissaris des konings in de provincie Zeeland van den 18e" Maart 1871, A n°. 1734/1 le afdeeling, (Provinciaalblad n*. 51). Maken bekend lo. dat met het primitief beschrijvingswerk voor de belasting op het personeel zal worden aangevangen op Zaterdag den 6 Mei 1871; dat de beschrijvings-billetten voor de personeele be lasting op den 8« dag na de uitgifte zullen worden opgehaalddoch in geen geval voor den 15" Mei dat door het gemeentebestuur, om, in geval eener herziening van het aangegeven bedrag der huur waarde, of van het aantal deurenvensters en haard steden, als tegenschatters van (le zijde der belasting schuldigen te dienen zijnaangesteld: J. Dommisse Jz. A. Loois, P. Laernoes en H. Schoonis; dat voorts vooral de aandacht wordt gevestigd op de wijziging die een der vrijstellingen van vrouwelijke bedienden bij artikel 5 der wet van 9 April 1869, (Staatsblad n°. 59) heeft ondergaan; en ten andere op artikel 9 derzelfdq wet, waarbij vooral is bepaald, dat tot verkrijging van ontheffing van personeele be lasting wegens verhuizing, binnen den tijd van eene maand schriftelijke aangifte moet worden gedaan ten kantore van den rijks-ontvanger op een aldaar koste loos verkrijgbaar billet; 2°. dat de aangiften of verklaringen ter verkrijging van patent, zullen worden uitgegeven van den 6" tot en met den 14" Mei en ingezameld moeten zijn op den 24" dier maand terwijl de registers van patentplich- tigen, wat deze gemeente betreft, op den 8" Juni zullen worden gesloten. Tevens worden de ingezetenen indachtig gemaakt op de verplichting om bij hunnebezwaarschrifteningevolge art. 1 der wet van 4 April 1870 (Staatsblad n°. 60) over te leggen een duplicaat van hunaanslagbillet, tegen betaling van 5 cent bij den rijks-onvanger verkrijgbaar gesteld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 25 Maart 1871. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, WINKELMAN. De Secretaris P. FORBES WELS. Middelburg G Mei. Rechtzaken. Het provirciaal gerechtshot in Zeeland heeft eergis- teren de volgende arresten uitgesproken: Jan van der Heide, oud 31 jaren laatstelijk wonende te Domburg, en Simon Jacobus Geldof oud 32 jaren j varensgezel, laatstelijk wonende te Middelburg, beide gedetineerd te Middelburg, waren beklaagd: 1". als zouden zij in den nacht van 11 op 12 November jl. te zamen en in gemeen overleg ontvlucht zijn uit het huis van burgerlijke en militaire verzekering te Middelburg, alwaar zij gedetineerd waren en wel de eerstgenoemde als beschuldigd van diefstalgepleegd bij nacht in een bewoond huis door middel van binnenbraak, de laatst genoemde als beschuldigd van diefstal bij nacht in een bewoond huis door middel van inklimming, en zulks nadat zij beiden alvorens zich daartoe de gelegenheid verschaft hadden door in het houten beschot van het gesloten vertrek n°. 28 in bedoeld gesticht, hetwelk zij te zamen bewoonden, eene opening te zagen, waardoor zij dat vertrek konden verlaten; 2°. als zouden zij te zamen en in vereeniging uit het hulp- magazyn in gemelde gevangenis in den avond van den 10" November jl., de navolgende, hun niet behoorende goederen arglistig hebben weggenomen en zich toege ëigend: een lakens buis, een dito vest, een bruin pilow boezeroen, een blauw gestreept hemd, een bon ten halsdoek, een paar wollen kousen, twee zakdoeken, een lederen riem en een paar militaire schoenen; 3». als zouden zij in den nacbt van den 11e 0p den 12" November jl., te zamen en in vereeniging uit de woning en ten nadeele van G. L. Gaarland, koffiehuis houder te Oost- en West-Souburg, arglistig hebben weggenomen en zich toegeëigend een flesch rooden wijn en een flesch met likeur, alsmede ten nadeele -van G. de Wildtdie in bedoeld huis inwoonde, een zwarte overjas en een bruinachtige overjas; 4°. als zou de eerste beklaagde van der Heijde in den nacht van den 11" op den 12" November jl., bij zijne ont vluchting uit do gevangenis te Middelburg, de stoffen voor een bruine zomerstoffen broek en voor een blauwen duffelschen bonker, welke hem door den directeur van van voornoemd gesticht tegen genot van loon ter con fectie waren ter hand gesteld, hebben medegenomen en ten eigen bate aangewend; 5». als zou de tweede beklaagde Geldof in den nacht van den 18e op den 19e November jl., uit den winkel en ten nadeele van P. Sanderse te Middelburgwelke winkel met diens woonhuis éen geheel uitmaakt, arglistig hebben weg genomen en zich toegeëigend tien paren lederen hand schoenen, drie kilogram krenten roggebrood en onge veer vijftig sigaren, welke voorwerpen voor het raam van den winkel lagen, en zulks na alvorens zich den toegang tot het ontvreemde verschaft te hebben door gezegd raam open te schuiven en door de aldus ont stane opening een gedeelte van zijn lichaam te steken; 6°. als zou dezelfde beklaagde Geldof in den nacht van den 19" op den 20" November jl. uit den winkel en ten nadeele van J. van Flierenburg te Veere, welke winkel met diens woonhuis éen geheel uitmaakt, arglis tig hebben weggenomen en zich toegeëigend eene rol saucijs de-boulogne, een stuk spek, eene glazen karaf, bevattende ongeveer een halve flesch brandewijn, vier metworsten ,twee kruiken, de eene gevuld'met een liter lampolie, de andere met zuur bier, een tinnen deciliter en een wit linnen handdoek, en zulks na zich alvorens den toegang tot den winkel verschaft te hebben door een raam op te schuiven en door de aldus ontstane opening in den winkel te klimmen, en eindelijk 7°. als zou dezelfde beklaagde Geldof tusschen den 11" en 14" November jl. uit een ongeslotene kist, staande in eene houtloods op het onafgesloten erf van P. J. Broekert te Middelburg, ten nadeele van A. P. Pierhofftimmermans knecht, arglistig hebben weggenomen en zich toegeëi gend eene toffelzaag, eene oorzaag, een ijzeren hamer, eene houten hamer, vier boorijzers, vijf steekbeitels en een nijptang. De eerste beschuldigde is vroeger veroordeeld gewor den lo. bij sententie van het hoog militair gerechtshof van 8 Maart 1864 ter zake van diefstal in de chambreê ten nadeele van een kameraad met vervallen verklaring van den militairen stand, tot de straf van den kruiwagen voor den tijd van twee jaren, en 2o bij vonnis der arron- dissements-rechtbank te Middelburg dd. 15 November 1866 ter zake van gequalificeerden diefstal tot een cor- rectioneele gevangenisstraf van driejaren. Het hof heeft de beide beschuldigden schuldig ver klaard aan twee diefstallen gepleegd des nachts in een bewoond huis en aan ontvluchting uit de gevangenis door middel van uitbrekenwat van der Heide betreft na vroegere veroordeeling door den militairen en door deu burgerlijken rechter (hiervoren omschreven)Jan van der Heide daarenboven aan misbruik van vertrou wen; Simon Jacobus Geldof tevens aan diefstal gegleegd bij nacht in een bewoond huis door middel van inklim ming en nog aan eenvoudigen diefstal en te dier zake, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld: den eerste tot een correctioneele gevange nisstraf van twee jaren, en van 6 maanden afzonderlijk, en tot eene geldboete van f 12.59 met subsidiaire gevan genisstraf van 2 dagenen den tweede tot een correc tioneele gevangenisstraf van drie jaren en van 6 maan den afzonderlijk, met verwijzing in de kosten der proce dure, en zulks voor ieder, zoover de feiten betreft waar voor zij afzonderlijk, en solidair voor zoover zij wegens hetzelfde fëit veroordeeld zijn: terwijl de tweede be schuldigde is vrijgesproken van den diefstal bij van Flierenburg te Veere, de kosten daarop gevallen te dra gen door den staat. Josephus Bisschop, oud41 jaren,arbeider wonende te Graauw, was beklaagd als zou hij tusschen den 26" December jl. des avonds ongeveer te vijf uren en den 27" December jl. des morgens te acht uren ten nadeele van Oh. Steijaart te Grauw negen konijnen, welke waren opgesloten in een hok hetwelk stond in het wagenhuis, op het afgesloten erf van diens woning gelegen, arglis tig hebben weggenomen en zich toegeëgend. Het hof heeft hem vrijgesproken, als zijnde de schuld van het hem te laste gelegde feit niet bewezen, de kosten te dragen door den staat. De arrondissement-rechtbank alhier heeft gisteren de volgende vonnissen uitgesproken. Johannes Andreas Malgo, oud 12 jaren, wonende alhierwas beklaagd dat hij op twee verschillende tijd stippen in de maand Maart jl. uit de geldlade in den winkel van J. H. Pundtke alhier arglistig heeft wegge nomen en zich toegeëigend de eerste maal twee rijks daalders en de tweede maal éen rijksdaalder. Hij is aan deze hem ten laste gelegde feiten schuldig verklaard, als hebbende die gepleegd met oordeel des onderscheids, en onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf, benevens in de kosten. Jozina Manhove, dienstbode te Groede, was be klaagd tér zake van misbruik van vertouwen en diefstal in-dienstbaarheid. Daar de rechtbank het hooren van eene wegens wettige redenen afwezige getuige noodza kelijk acht, heeft zij het onderzoek in deze zaak her opend en de verdere behandeling tot een nadere zitdag uitgesteld. Ida Wuijts, dienstbode alhier, was beklaagd dat zij, in dienst zijnde bij A. Blom alhier, arglistig een jas, ter waarde van f 9, heeft weggenomen en ten eigen bate in de bank van leening gebracht. Met aanneming van de volledige bekentenis der beklaagde en de geringe waarde van het ontvreemde als verzachtende omstandigheden is zij schuldig verklaard aan diefstal door een loonbe diende ten nadeele van baar meester en veroordeeld tot 45 dagen gevangenisstraf, in eenzame opsluiting te ondergaan, alsmede in de kosten. Willem Bombyes, Johanna Christoffel Daane en Joseph Eduard Chaffart, allen knapen beneden de 16 jaren, wonende te Vlissingen, waren beklaagd dat zij in het begin der maand Maart jl. samen en in vereeni ging van het kruitmagazijn aan den nieuwen weg te Vlissingen arglistig eene hoeveelheid lood hebben ont vreemd en zich toegeëigend. Zij zijn schuldig verklaard aan eenvoudige diefstalgepleegd met oordeel der onder scheids, en, met aanneming van verzachtende omstan digheden veroordeeld ieder tot 6 dagen gevangenisstraf, benevens solidair in de kosten. Willem van Veldhuyzen, oud 52 jaren, winkelier te Veerewas beklaagd dat hij in de maamd Maart jl. in beschonken toestand zich aldaar op straat heeft ver toond en den agent van politie N. van Duinen beleedi- gend de woorden toegevoegd: „ge zijt een lor, ge kunt verrekken, beroerling!" Hij is schuldig verklaard aan 1° het zich op de openbare straat te Veere in kennelijken staat van dronkenschap bevinden, en 2° beleedigingmet woorden van een bedienend beambte in de waarneming zijner bediening, en te dier zake veroordeeld in twee geldboeten, eene van 3 ten bate der gemeente Veere en eene van f 8, alsmede in de kosten. Maria de Meij en Maria Theresia Versiet, beide wonende te Sluis, zijn schuldig verklaard, de eerste bij verstek, aan bedelarij in verbinding, voor wat de tweede beklaagde betreft na reeds vroeger wegens bedelarij veroordeeld te zijn geweest, en, onderaanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld ieder tot eene maand gevangenistrafin eenzame opsluiting te ondergaan, met bevel dat de tweede beklaagde na het einde dier straf naar een bedelaarsgesticht of werkhuis zal worden overgebracht. Suzanna Maria Baars, wonende te Breskenswas beklaagd dat zij den 26" Maart jl. van een hoop spaan ders, liggende op den dijk te Groede, arglistig eene hoe veelheid, ter waarde van 5 cent, heeft weggenomen en zich toegeëind. Zij is schuldig verklaard aan diefstal van groen of ander hout, gehakt of niet gehakt, veroordeeld tot 6 dagen gevangenisstraf, benevens in de kosten. Elizabeth van Wijckhuijzen, wonende te Sluis, is, met vrijspraak van éen der twee haar ten laste gelegde feiten van bedelarij op den 30" Maart jl. te Sint Anna ter Muiden, schuldig verklaard aan bedelarij in eene plaats voor welke eene openbare inrichting tot voorko ming van bedelarij bestaat, na reeds vroeger wegens bedelarij veroordeeld te zijn geweest, en veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf, alsmede in de kostenmet bevel dat zij na het einde dier straf naar een bedelaars gesticht of werkhuis zal worden overgebracht. GEDRUKT ISIJ Dl£ GEUROEDERS A U RA U A MS TE M1DDE1.UURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 8