wmrzmm m kunnen zijn. Eenige vrienden van den heer Pennington, tooneelspeler aan het National Standard Theater, heb ben een weddingschap aangeboden oui 1000dat hij de beste voorsteller van karakterrollen uit Shakspeare's werken is. Een onbekende heeft de weddenschap aange nomen, en van beide zijden zijn de 1000 reeds gede poneerd. De wedstrijd zal op een der voornaamste tooDeelen te Londen gehouden worden, en reeds maakt men de toebereidselen tot het kiezen van rollenhet be noemen van een jury, enz. Thermometerstand 5 Mei 'sav. 11 u. 43 gr. 6 'smorg.7u.49gr.'smidd.lu.59gr.'sav. llu.56gr. Staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 5 Mei. Behandeling der staatsbe groting. Ingekomen een wetsontwerp tot bekrachtiging van credieten boven de Indische begrooting voor 1869 door den gouverneur-generaal geopend. De algemeene beraadslaging over de begrooting van buitenlandsche zaken wordt voortgezet. De minister van buitenlandsche zaken de verschillende sprekers repliceerende, verklaart in de eerste plaats, dat hij even als in zijne vroegere betrekking, zal trachten zoo veel mogelijk in overeenstemming, met de verschillende belangen te handelen. Ten aanzien der speciale pun ten geeft hij te kennen dat zoowel de quaestie van de Luxemburgsche schuld, als de nakoming van het tractaat met Belgiëten opzichte van het gedistilleerd punten van onderhandelingen uitmaken, en er hoop be staat dat die onderhandelingen tot eene voor beide par tijen bevredigende oplossing zullen gebracht kunnen worden. Wat aangaat de missie te Rome, betreurt de minister dat minder welwillende woorden in de kamer jegens een bevriende mogendheid als het koninkrijk Italië zijn geuit. Hij acht de voorloopige instandhouding dier missie noodzakelijk. In het erkennen van den stand der zaken in Italië kon de regeering niet anders hande len en heeft zij niet anders gedaan, dan wat door andere mogendheden is geschied. De klacht over de gedurige afwezigheid van graaf van Zuylen uit Petersburg, acht de Minister overdreven, even als het beweren dat er geen diplomatie noodig zon zijn voor ons land, of althans verschillende gezantschaps- posten konden opgeheven worden. Van nabij is hij be kend met de werkring der diplomatenen ook met de welwillende gevoelens die in bijna alle landen omtrent onze natie, tengevolge der bemoeiingen der diplomatie bestaan. De heeren Bergman en van Lijnden bestrijden den heer Jonkbloet en den heer Cremers ten aanzien van de beweringen dier sprekers omtrent clericalisme, ultra- montanisme en de handelingen.van het Italiaansche gou vernement. De heer van Nispen blijft eene missie te Rome noodig achten. Het Italiaansche gouvernement heeftvolgens hemzelf ingezien dat aan den paus een bepaalde sou- vereiniteit moet toegekend worden, met al de preroga- tiven daaraan verbonden. Hoe zal nu de aan het hoofd der katholieke kerk verzekerde vrijheid, door de mogend heden anders gecontroleerd kunnen worden, dan door gezanten bij het hof te Rome te behouden? De heerVerheijen verwondert zich, dat men zoo waar schuwt tegen uitlatingen die een bevriende mogend heid zouden kunnen kwetsen. Waarom, vraagt hij, is er geen stem opgegaan om voor een andere bevriende, mogendheid, het pauselijk gouvernement, dat zelfde te verzoeken De heer van Goltstein bespreekt nader de vroeger motiën Kerstens, Cremervan de Putte. Uit de toen ge houden stemmingen blijkt volgens hem niet, dat de tegenstemmers toen bepaalde interventie in de zaken van Rome hebben verlangd. De heer van Eek verdedigt het beleid van den afge treden minister Roest van Limburg, tegen de aanvallen, waaraan hij in de kamer moest blootstaan. Verschillende sprekers repliceeren, waarbij de heer van Nispen ontkentdat de geestelijken de verkiezingen zouden leiden en de heer Bergman volhoudt dat het woord ultramontaan in den mond van de tegenpartij een scheldnaam is. De artikelen van de berooting worden zonder discus sie goedgekeurd en daarna hoofdstuk III met algemeene stemmen aangenomen. Volgens het eindverslag zijn er algemeen bedenkin gen geopperd tegen de wijze waarop de minister van marine, zijne begrooting voor 1870 heeft verhoogd, vooral op grond der miskenning welke men daarin meende te zien van goede regelen van comptabiliteit. Ook het niet direct aanwijzen van middelen tot dekking van de meer der aangevraagde ƒ621.417 gaf aanleiding tot bezwaar. Het wetsontwerp tot overdracht aan den polder de Breede watering bewesten Yerseke van een suatiesluis en sluiswaterswoning onder Schore en in deze gemeen ten is een gevolg van vroegere overeenkomsten met de maatschappij tot indijking van op- en aanwassen in de Ooster-Schelde en het sedert aanleggen van het kanaal door Zuid-Beveland. Gemeenteraad yan Zierikzee. Zitting van Vrijdag 4 Mei. Door den heer Mf. Fokker wordt in deze zitting na mens de commissie ad koe rapport uitgebracht op de re kening der kamer van koophandel over 1870, strekkende tot goedkeuring in ontvangst op /250. en in uitgaaf op f 209,60, goed slot 40,40; dien overeenkomstig wordt besloten. Door regenten van het burgerweeshuis wordt, in plaats van wijlen den heer F. J. van Oppentot regent voorge dragen de heeren M. Fachie of A. P. Paulussen. In een volgende vergadering zal tot de benoeming worden overgegaan. In handen eener commissie bestaande uit de heeren Mr. van Dongen, Koole en Labriju, wordt gesteld een schrijven van regenten van het burger weeshuisvoor stellende om tengevolge der wijziging der armenwet Art. 8 van hun reglement te vervangen door een nieuw artikel van den volgenden inhoud: „In het weeshuis zullen worden opgenomen alle weezen, wettige kinderen van vaders die gedurende minstens vier jaren alhier woonplaats hadden en geen onderstand van eenig armbestuur genoten hadden. Kinderen beneden de zes of boven de zeventien jaar worden niet aangenomen. In buitengewone omstandig heden kunnen regenten van deze bepalingen afwijken." Het bestuur der vereeniging tot oprichting en in standhouding van bewaarscholen te Zierikzee verzoekt, behalve de jaarlij ksche toelage van 50, eene tegemoet koming van 100, noodig wegens de meerdere uitgaven door de uitbreiding van een der localen. Dit verzoek wordt gesteld in handen van burgemeester en wethou ders ten Jine van rapport. Het kohier van den hoofde- lijken omslag voor 1S71 wordt, nadat het in besloten zitting behandeldna heropening der zitting vast gesteld op een bedrag van 18,441.32. ïöuitenlcutö. Algemeen overzicht. Een correspondent van l'Indépendance Beige te Ver sailles meldt thans, dat het bericht van het vertrek van den minister van buitenlandsche zaken naar Brus sel slechts ten halve waarheid behelsde. Wel is de heer Favre vergezeld van den minister van financiënden heer Pouyer-Quertiermet het doel vertrokken om de vredesonderhandelingen te bespoedigendoch niet naar Brussel maar naar Frankfort, waarheen ook von Bismarck zich begeven heeft, om aldaar enkele punten van ver schil definitief vast te stellen. Van Fransche zijde zijn ook daarheen ontboden de heeren de Goulard enDeclercq en van Duitsche zijde de gevolmachtigde vou Arnim. In deze bijeenkomsten laat het zich aanzien, dat men, niet belemmerd door bindende instructiën, meer tot stand brengen en de eindelijke vaststelling yan den definitie ven vrede zeer in de hand werken zal. De tegenwoor digheid van den Franschen minister van financiën is eene aanwijzing, dat ook wat de geldelijke aangelegen heden betreft moeilijkheden bestaan, waarvan waar schijnlijk de wijze van bttaling het grootste \erschil van gevoelen tusschen de beide partijen opleverde. De bewering der Norddeutsche Allgemeine Zeitung van voor eenige dagen komt ons echter onwaarschijnlijk voor, dat de Fransche gevolmagtigden zouden voorgesteld hebben, om gedurende de drie jaren der Duitsche occu patie jaarlijks éen milliard te voldoen en voor de overige twee milliarden na dien termijn aan Duitschland af te geven rentegevende obligationachtereenvolgens d pari aflosbaar. Dat men van Fransche zijde zich de meest mogelijke moeite geven zal, om in ieder opzicht de gun stigste voorwaarden te bedingen, zal wel niemand betwijfelen, doch dat de Fransche gevolmachtigden zoo onzinnig zouden zijn, om aan de Duitschers, die aan alle zijden tot in bet angstvallige bedacht zijn op waarborgen en garantiën, nog wel op een tijdstip, dat het Fransche gouvernement zelf met een groot deel zijner onderdanen in oorlog is, zulke voorstel len te doen, die voor hen geen waarborg hoege naamd aanbieden, en bij gedwongen realisatie de waarde dier stukken afhankelijk zou maken van de fluctuatie van de beursdit is waarlijk te naief, om te gelooven dat dit het juiste voorstel zou wezen. De Norddeut sche Allgemeine Zeitung zal zich wel in de détails vergist hebben, te meer daar, gelijk men weet, de zittingen der vredes-conferentie te Brussel geheim zijn. De correspondent van l'Independance beige was blijkens de mededeeling van het Journal officiel van Versailles en een telegram uit Berlijn van gisteren juist ingelicht. Het offieieele orgaan der Fransche regeering voegt er de opmerking bij, dat bij de onderhandelin gen te Brussel moeilijkheden ontstaan zijn, die niet beter dan door een persoonlijke bijeenkomst der beide ministers van buitenlandsche zaken uit den weg ge ruimd konden worden, en men thans de vaststelling der definitieve vredesvoorwaarden spoedig verwacht. Wanneer die verwachting in verband staat met het streven der Fransche regeeringom binnen den kortst mogelijken tijd in het bezit gesteld te kunnen worden van de noordelijke en oostelijke forten om Parijs, ten einde ook van die zijde de weerspannige stad tot on derwerping te dwingen, ligt het waarlijk niet voorde handom te begrijpen welke illusiën zij zich dan wel daarvan voorstelt. Nu zij al hare krachten op veel beknopter terrein concentreerenen daar een belang rijke overmacht tegenover de insurgenten stellen kan, maakt zij reeds zeer geringe vorderingen, hoeveel te meer zal dit het geval zijn, wanneer zij geheel Parijs omsin gelen moet. Het zou mogelijk kunnen zijn, dat bij dezelfde - overeenkomst, waarbij de bepalingen van art. 3 der vredespreliminairen geregeld zijn, vastgesteld is, dat de Fransche regeering, na de ontruiming der verschillende positien in de departementen ten oosten van Parijs door de Duitschershet recht erlangen zalom zooveel troepen tusschen de Loire en de Seine te concentreeren als haar goed dunken zal, en zij dus in staat gesteld kan worden een groot leger tot de insluiting van Parijs te bezigen. Doch waar moet de regeering dan hare soldaten yinden? Wanneer dau ook al art. 6 der vredesprelimi nairen, dat de krijgsgevangenen on middel ijk terug- keeren zullen, geen doode letter blijft, maar de krijgs gevangen soldaten terstond uit Duitschland terug komen, hoeveel tijd zal dan nog daarmede heengaan, voordat die manschappen behoorlijk ingedeeld en weder, na eene desorganisatie van 6 tot 9 maanden, aan de discipline gewoon geraakt zijn? En dan daarbij nog de bijDa dagelijks wederkeerende aanvragen van den vice- admiraal Gueydon, den gouverneur van Algerië, om spoedige toezending van versterkingenomdat de op stand nog verre van onderdrukt is, ja integendeel in uitgebreidheid toeneemt. De positie der Fransche regee ring is inderdaad zeer hachelijk, en de omstandigheden geven zeer weinig uitzicht, dat die toestand in de eerste maanden verbeteren zal. Volgens de laatste berichten is de strijd, die de re- geeringsbladen en de organen der commune onderling voeren over het al of niet bestaan van overwinningen door de insurgenten behaald, bijna belangrijker dan de bloedige burgeroorlog, die voor de poorten der Fransche hoofdstad woedt. De berichten aangaande beiden wijken niets van de vorigen af, de troepen van Versailles vor deren, doch zoo mogelijk nog langzamer dan de vorige dagen, en de opstannelingen slaan voortdurend de hevige aanvallen af, die steeds uit Versailles gesigna leerd worden niet plaats gehad te hebben. De geringe voordeelen, welke de regeeringstroepen rondom het fort Issy achtereenvolgens behaalden, worden natuur lijkerwijze ouder gewoonte weder aan verraad toege schreven, en gelukkig voor de bevelhebbers dezer po- sitiën, dat zij gevankelijk naar Versailles gevoerd worden, want te Parijs wachtte hen onverbiddelijk de kogel. Het onhoudbare fort Issy blijft desniettegenstaande nog voortdurend in handen der opstandelingen, en ofschoon het totaal verwoest is en geen beschutting meer voor de bezetting aanbiedt, beantwoordt het bij tijd en wijle toch nog het vuur deraanvallers. Het fort Vanvres gaat met rasche schreden denzelfden weg op en weldra zal men misschien vernemendat het ook onhoudbaar is maar toch in de handen der insurgenten blijft. Zoo ooit dan moeBt bij dezen vreeselijken burgeroorlog de spreuk: festina lente(haast u langzaam) geen toepassing, vinden. Van alle zijden worden opnieuw pogingen tot recon ciliatie aangewend, doch steeds te vergeefs. Nu is het de hardnekkigheid der communedan weder zijn het de strenge eischen der regeering, die alle pogingen doen schipbreuk lijden. De beginselen der oorlogvoe- B

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 2