N° 109. 8 Maandag 1871. OÜRANT. 8 Mei. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Middelburg 6 Mei. HET LIDMAATSCHAP DER PROVINCIALE STATEN. rr. Een vreemdsoortige maar voor het geheele rijkhoogst- "belangrijke taak is bij al. 5 vaD art. 78 der grondwet aan de provinciale staten opgedragen, n. 1. de verkiezing van leden voor de eerste kamer der stateu-generaa'. Vreemd soortig noemen wij die taak, omdat zij volstrekt niet in overeenstemming is noch met de eigenlijke werkzaamheid en de bestemming der provinciale staten, noch met ons stelsel van vertegenwoordiging. EToogstbelangrijk voor geheel het rijk is die taak omdat daardoor een der takken der wetgevende macht wordt gevormden het eenige middel voor de natie om voor de goede samenstel ling der eerste kamer te waken is daarom te zorgen voor een goede samenstelling der provinciale staten. Maar al te dikwijls wordt dat uithet oog verloren en het gevolg daarvan is, dat niet altijdtasschen de beide kamers der staten generaal die overeenstemming in beginselen heerscht, die zoo noodzakelijk is voor een krachtige en snelle ontwikkeling van de algemeene belangen. Meer malen zelfs ziet men en in onze provi-ncie in het bij zonder valt dit op te merken dat de vertegenwoordi gers van eene provincie in de eerste kamer een geheel andere richting zijn toegedaan dan het meerendeel der vertegenwoordigers uit verschillende kiesdistricten derzeltde provincie naar de tweede kamer afgevaar digd. Aan dat gebrek aan overeenstemming, aan dien strijd van beginselen was het dikwijls te wijten, dat menig goede maatregel niet tot stand kwam. Die strijd, dat gebrek aan eenswillendheid, veroorzaken noodzakelijk onvastheid, gemis van vertrouwen bij regeering en vertegenwoordiging, brengen botsingen en schokken te weeg, geven tot groote stoornissen aanlei ding. En van dit alles is de hoofdoorzaak gelegen in een verkeerde samenstelling der provinciale staten. Wil men een krachtige liberale regeeriag, gesteund door even krachtig liberale vertegenwoordigingdan is het ook hoogstnoodzakelijk voor leden van de provin ciale staten flinke liberale mannen te kiezen, die zullen zorgen dat hunne beginselen ook in de eerste kamer worden vertegenwoordigd. De groote invloed die het provinciaal bestuur kan uitoefenen op de aangelegen heden van het rijk, de provincie en de gemeenten moet wel een krachtige spoorslag zijn om te waken, dat door zijn uitstekende samenstelling die overeenstemmming heersche in de verschillende takken van wetgevende macht en openbaar bestuurwaardoor het alleen moge lijk is dat de staat krachtig vooruitga op den weg van maatschappelijke ontwikkeling, welvaart en vrijheid. Een voorstel van den heer de Roo van Alderwerelt tot een spoediger behandeling van het ingediende wetsont werp tot uitbreiding der oefeningen van den eersten ban der dienstdoende schutterij werd in de zitting der tweede kamer van heden verworpen. De algemeene beraadslagingen over hoofdstuk IV (Justitie) der staatsbegrooting van 1871 zijn afgeloopen en de artikelen 1 tot 11 aangenomen. Door de regeering zijn verschillende wetsontwerpen toegezegd. De staats courant van heden bevat de wet van den 5cn April 1871, houdende aanwijzing van de middelen en inkomsten ter goedmaking van de uitgavenbegrepen in de begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1871 (Hoofdstuk II. Middelen en inkomsten in Nederlandsch-Indië). Bij dercgeering is bericht ontvangen, dat van den 5«n Mei af alle personen, Belgische onderdanen uitgezon derd, wanneer zij België van den kant der Fransche grenzen willen binnen komen, gehouden zullen zijn een paspoort bij zich te hebben. Gisteren avond hield de alhier gevestigde afdeeling der Maatschappij tot nut van den Javaan weder een openbare bijeenkomst, waarinna eenige huishoudelijke werkzaamheden, de heer mr. E. J. Kiehl als spreker optrad. Hij voerde het woord over eenige onderwerpen van het laatste koloniaal regeeringsverslag en daarbij meer bijzonder over de rechtspraak over inlanders op Java, over het zoogenaamd Preanger-stelsel.en de daarin gebrachte hervorming, over de landrente en vooral over het inlandech onderwijs. Bij dit laatste punt wees de spreker op den treurigen toestand van dat onderwijs en op de wenschelijkheid dat de regeeriug deze zaak einde lijk eens wat ernstiger mocht ter harte nemen dan zij tot dusverre deed. Naar aanleiding van het medegedeelde had daarop een gemeenzaam onderhond plaats, waarbij èn de spreker èn de voorzitter der afdeeling mr. G. A. Fokker omtrent sommige behandelde onderwerpen eenige nadere inlichtingen gaven. Ten slotte vermeldde spreker nog een en ander van hetgeen in het regeeringsverslag om trent den landbouw op Java voorkomt. Nadat in een vorige vergaderingvan den gemeenteraad van Leiden van een voorstel van den heer Buys het eerste gedeelte was aangenomen, strekkende om alle stukken die voor de leden van den raad gedrukt zullen worden ook toe te zenden aan de redacteurs der dag bladen te Leiden, die daarvan tegen betaling der kosten gebruik wilden maken, werd in de zitting van den raad van Donderdag ook het tweede gedeelte van het voor stel van den heer Buys aangc jomenom al de stukken die voor de leden van den raad ter inzage liggen insge lijks ter inzage te leggen voor bedoelde redacteurs. In de vorige vergadering hadden de stemmen over dit voor stel gestaakt en thans werd het aangenomen nadat het advies van burgemeester en wethouders strekkende tot verwerping was verworpen. Nog werd aangenomen een nieuw voorgestelde 3ealinea van het voorstel Buys om de gedrukte stukken algemeen verkrijgbaar te stellen en de geschrevene ter inzage te leggen op zoodanige uren als burgemeester en wethou- houders zullen goedvinden en voor personen die dit aan burgemeester en wethouders zullen aanvragen. Onderwijs. De gemeenteraad van Vlissingen heeft in zijn heden namiddag gehouden zittingbenoemdtothulponderwijzer op de school B. voor gewoon lager onderwijs (hoofdonder wijzer de heer P. Fret), den heer L. Hogerland hulp onderwijzer te Wolfaartsdijk, met 12 van de 13stemmen. De heer J. Steinhulponderwijzer te Middelburg, ver kreeg 1 stem. Aan den heer S. van Bachum de Boer is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als eerste hulponder wijzer op de school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens (hoofdonderwijzer de heer Stuart), aangezien hij is benoemd tot eersten hulpon derwijzer te Katwijk aan zee. Kerknieuws. Op het drietal ter beroeping van een predikant bij de Nederd.uitsche hervormde gemeente te Nieuw- en St. Joosland zijn geplaatst de heeren I. van Dijk, candidaat bij het provinciaal kerkbestuur van GelderlandA. L. Gezelschap, candidaat, en C. P. N. Pikaar, predikant te Blauwkapel. Marine en leger. De minister van marine brengt in de staats-courant van beden, met opgave der voorwaarden, ter kennis van belanghebbenden dat op den len September 1871 als kadet bij het corps mariniersna behoorlijk atgelegd examen, kunnen worden geplaatst twee jongelingen. De dirigeerende officier van gezondheid J. D. Sachse, de officier van administratie der le klasse W. H. F. Vogel en de luitenant ter zee 2e klasse F. A. J. P. van Alphen, allen behoord hebbende tot de zeemacht in Oost-Indïë en van daar den len dezer in Nederland teruggekomen, worden met dat tijdstip op non-activiteit gesteld. Staats-courant Gemengde berichten. Te Nijmegen komen voortdurend Fransche krijgs gevangenen aan die, uit Duitschland, gevlucht, zich naar Rotterdam begevenom door tusschenkomst van den Franschen consul aldaar naar hun vaderland terug te keeren. Het stoomschip Willem III, bestemd om voor de maatschappij Nederland, met 15 Mei e. k. de eerste reis naar Java door het Suez-kanaal te ondernemen, heeft, naar het Handelsblad verneemt, den 3«i dezer uit Glasgow een proeftocht volbrachtdie zeer voldoende resultaten heeft opgeleverd. Het schip zou, als het weder zulks toeliet, den volgenden dag van de Clyde naar het Nieuwe- diep vertrekken. Een hoogst treurig ongeval heeft te Steendam plaats gehad. De heeren Knipenga, P. Pol en Schönfeld, veearts allen te Schildwolde thuis behoorende, wilden gezamen lijk een pleiziertochtje doen met een zeilbootje van het Heerenhuis, gelegen aan Schildmeer, naar Appingadam. Zij zeilden den 30e° April ongeveer te 1 uur af, en arri veerden te Appingadam te halt driehun bootje even buiten Appingadam bij de woning van het zoogenaamde Potfccrjotenbos achterlatende. Tes nachts ongeveer te 12 uren verlieten zij de woning van den heer S., nabij Appingadam om hun terugtocht aan te nemen. De man, bij wien ze het bootje hadden achtergelatenhielp hun het zeil in orde brengen, waarop genoemde heeren in den besten welstand en goede harmonie den terugtocht aan vingen de zoogenaamde Groeve opzeilende. Maandag morgen ongeveer te 7 uren kwam het zeilbootje achter de woping van Dijkstra, te Steendamaandrijven met de lijken van de heeren Pol en Schönfeld. De eerste lag met het bovengedeelte van zijn lichaam over den kant van de boot met het hoofd in het water, met het zeil, dat naar beneden was geslagen, overdekt. Schön- veld vond men meer in een slapende houding voorover gebogen met het hoofd op de armen leunende, terwijl van den bejaarden heer Knipenga tot heden niets is ontdekt. Deze zal vermoedelijk over boord zijn gevallen en verdronken. Geneeskundige hulp werd wel ingeroependoch was geheel overbodig, aangezien de beide lijkeu al geheel koud en stijf waren, waaruit is af te leiden dat zij al eenigen tijd overleden moeten zijn geweest. Niemand weet tot nogtoe de oplossing te gevenwat genoemde heeren is overkomen of hoe zij hun dood heb ben gevonden. Aan een geweldigen dood is niet te den ken, dewijl eraan de lijken geen uiterlijke kenteekenen van verwonding waren teondekken. Alleen het hoofd van den heer Pol was aan de rechterzijde met eenig bloed bedekt, hetwelk doet vermoeden, dat dit ontstaan moet zijn doordat hij met het hoofd overboord lag en daarmede langs het riet zal hebben geschuurd. De dcodelijke werking der pokken zegt een Duitsch blad berust op eene verstikking tengevolge van de verslijming van het borstvlies. Tegen dit ver schijnsel is een zeer eenvoudig en onschadelijk middel ontdekt 'twelk aanvankelijk van goede uitwerking blijkt geweest te zijn. Het dagblad geeft er de vol gende vertaling van: „Men neemt op de punt van een mes ongezouten varkensreuzellost deze op in warm water eu laat den kranke dit zoo heet mogelijk drinken." In der tijd is tegen dezelfde ziekte als middel aan gegeven: het gebruik van Sarnacenia purpurea. De geneesheer N. Anslijn, te Paramaribo (West-Indië) maakt bekend dat bij de laast geheerscht hebbende epidemie van kwaadaardige pokken hem dit middel niet bijzonder gunstig is geblekenhij hechtte meer waarde aan inenting en herinenting. Spoedig zal bet Londensche publiek vanedeler wedstrijd dan een bokspartij en hanengevecht getuige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 1