plotseling zonder eenige gegronde oorzaak, pour U bon plasir van eenige volbloed-militairen een onberaden en daarbij nog onwettigen stap doen. Ofschoon men thans met zijn laatste redevoering in den rijksdag heeft kunnen zien, dat von Bismarck zich ook wei eens vergissen kan, zal zijn geheugen hem toch wel niet een zoo grooten part gespeeld hebben, dat hij juist het tegendeel heeft willen verklaren van wat hij werkelijk gezegd heeft: „dat de Duitschers niet voor Fransche maar slechts voor eigene belangen naar de wapens zouden grijpen." Gelijk thans uit de berichten van Parijs en Versailles blijkt, hebben de regeeringstroepen van de voordeden, bij het gevecht van Zaterdag op Zondag nacht be haald, niet gebruik gemaakt of niet kunnen gebruik maken, ten minste het gevecht heeft zich ongeveer terzelfder plaatse in den nacht van Maandag op Dins dag herhaald, en nu volgens de verklaring van den minister Picard gisteren in de nationale vergadering afgelegd, belangrijker gevolgen opgeleverd dan het eerste gevecht. Ofschoon in de regeerings-telegrammen geen sprake is van het beweren der opstandelingen, dat de troepen na het eerste gevecht weder terugge dreven zijn en dus geen voordeel van hunne eerste overwinning gehad hebben, blijkt toch uit de verklaring van den minister, dat, zoo dit beweren al niet volko men juist moge zijn, er toch iets aan gehaperd moet hebben, waarom de overwinnende troepen niet van het behaalde voordeel gebruik gemaakt hebben. Nu ten minste besluit de minister zeer naïef zijne verklaring met de mededeeling, dat „de operatiën aldaar voort gezet worden;" na het gevecht van Zondagnacht heeft dit dus niet plaats gehad. Ofschoon men er niet genoeg tegen kan waarschuwen, om de berichten uit Parijs onvoorwaardelijk aan te ne men, bestaat er groote waarschijnlijkheid, dat in hoofd trekken bovengenoemd bericht waarheid behelst en de regeering niet direct onwaarheden bekend maakt, doch aan de geheele waarheid toch tekort doet, door te verzwijgen, wat in haar nadeel uitviel. Wanneer het noodzakelijk was, om het station te Clamart en een ge deelte van het plaatsje Issy ten tweede male te verove ren, dan moet daarvoor toch een gegronde reden geweest zijn, en kan men toch niet aannemen, dat de regeeringstroepen 'snachts een belangrijke positie ver overen welke belangrijkheid zoowel door de regeering als door de opstandelingen in hunne berichten van Zondag erkend werdom den volgenden dag die positie weder prijs te geven. En merkwaardigerwijze ontbreken de berichten uit Versailles juist van Zondag avond en den daarop volgenden nacht. Uit Parijs wordt van dien zelfden nacht gemeld, dat de regeeringstroe pen een aanval op het fort Issy gedaan hebbendie echter met groote verliezen is afgeslagen. Is deze tijding waar, dan is tegelijk het feit opgehelderd, dat de regee ringstroepen ten tweedemale hetzelfde terrein moesten veroveren, en schijnt dat afslaan van den aanval zoo niet tot cene achtervolging, dan toch zeker tot een algemeene vlucht van de aanvallers geleid te hebben, waardoor zij hunne nauwelijks éen dag te voren genomen positiën weder verloren. Is dit bericht ODjuist, dan is het duidelijk, dat er een schakel aan de keten ontbreekt en er iets plaats gevonden hebben moetdat men thans bezwaarlijk meer zal kunnen te weten komen. Waar schijnlijk dus is het, dat dit bericht uit Parijs waar is. De commune heeft Maandag avond haar gewone bijeen komst gehouden, en ofschoon deze zitting bij uitzon deringgeheim was, is toch uitgelekt, dat de discussiën o. a. over generaal Cluseret gevoerd zijn. Men verneemt, dat zware beschuldigingen tegen hem ingebracht zijn en dat er zelfs sprake van zou wezen, hem met Mégy, den vorigen bevelhebber van het fort Issy binnen 48 uren te doen fusilleeren. Waarop die beschuldigingen berusten is volstrekt niet bekend; niet onwaarschijnlijk is het, dat de naijver der leden van de commune voor de toene ming zijner bijna dictatoriale macht vrees begon te koesteren. Eenige ongeregeldheden bij de gemeentelijke verkie zingen te Lyon en te Thiers in Auvergue uitgebroken, zijn terstond onderdrukt en de belhamels werden allen gevangen genomen; de prefect te Lyon, de heer Valen tin, is hierbij gewond, doch gelukkigerwijze niet doodelijk. Het wetsontwerp betreffende de inlijving van den Elzas en Lotharingen is gisteren in den Duitsche rijks dag ingediend. De discussiën daarover zijn door von Bismarck geopend met een lange redevoering, waarin bij de noodzakelijkheid der annexatie betoogt. Zoodra dezo zeker belangrijke redevoering in haar geheel be kend is, hopen wij nader daarop terug te komen. Laatste berichten. Parijs. Volgens rapporten van de commune hebben de opstan delingen de regeeringstroepen uit hunne positiën in het park en het kerkhof te Issy verjaagd, en zijn deze door de opstandelingen versterkt. Dombrowsky is alhier aan gekomen en verwacht een nieuwen aanval der regee ringstroepen. Weenen. De minister van onderwijs heeft zich voorstander ver klaard van de opzegging van het concordaat, daar de staat zich alle recht voorbehouden moet tegenover de praktische gevolgen van het onfeilbaarheids-dogma, Bucharest. Er is een complot ontdekt om alle joden te vermoorden en hunne eigendommen te plunderen. Uit Parijs. De communisten schijnen nog altijd vast te houden aan het denkbeeld van een oorlog tot het uiterste. In de Rue de Rivole en de Rue de Castiglione zijn barri cades aangelegd die in vergelijking met den Mont Valé- rien wel kinderspeelgoed gelijken, maar toch nog ge schikt zijn om tegenstand te bieden. Men gelooft, dat de opstandelingen straat voor straat zullen verdedigen hunne bedreiging om Parijs te verbranden ten uitvoer zullen brengen en hun leven eindelijk op de hoogten van Montmartre zoo lang mogelijk zullen verdedigen. In tegenwoordigheid van verscheidene kommandan ten van afdeelingen der nationale garde en eene commis sie van scheikundigen zijn proeven genomen met Grieksch vuur.De commune-mannen waren over den uitslag zeer voldaan, daar zij er een uitmuntend middel tot een algemeene vernietiging in zagen. De muren op de hoog ten van Montmartre zijn met schietgaten voorzien, de wallen en grachten zijn vol water. Een van de sterkste verdedigingingswerken der opstandelingen is het college Rollinop den hoek van den boulevard Rocbechouard en de Avenue Trudaine. De vensters zijn zoo dicht gemaakt dat de verdedigers goed voor de kogels beschermd zijn, terwijl overal schiet gaten zijn aangebracht. De muren van het gebouw zijn zeer zwaar en het is voorzien van groote sterk beschutte kelders, die een uitmuntende schuilplaats voor de bezet ting opleveren. Men vermoedt daaromdat het college Rollin wel het hoofdkwartier van de opstandelingen zal worden. Aan l'Etoile Beige werd dezer dagen uit Parijs geschrevendat afgevaardigden van de commune dezer dagen een kist in beslag namen waarin een waarde van 4 millioen franken was gesloten, bestemd voor de ont vangers in de departementen. De kist werd naar het stadhuis gebrachtdoch toen hij daar aankwam was er een millioen minder in, dat intusschen was gestolen. Hierdoor was een algemeene verontwaardiging ontstaan. Le Reveil du Peuple deelt de volgende bijzonder heden mede aangaande de verwonding van den generaal Okolowicz, die de troepen der commune bij Asnières aanvoert. Nadat hij aan den generaal Cluseret eenige mededeelingen gedaan en diens kabinet verlaten had, ging hij naar de zaalwaar de wapenen uitgedeeld wor den, en er niet aan denkende, dat zijn revolver geladen was, gaf hij die aan een der werkliedenzeggende: „Mijn revolver gaat niet af, maak die voor mij in orde." De man nam het wapen over enterwijl hij het wilde beproeven, gaat het schot af en raakt den generaal in de lies. Terstond werd hij naar de ambulance in het Industrie-paleis vervoerd, waar de wond onder zocht en zeer belangrijk bevonden werd. Des avonds was de kogel nog niet uit de wond genomen. De demonstratie der vrijmetselaars van Parijs. Tengevolge van het besluit van de vrijmetselaars van Parijs om de vrijheden der stad zooveel mogelijk te verdedigenwerd den 29cn April jl. een groote demon stratie gehouden. De afgevaardigden van de loges, die aan de demonstratie wilden deelnemenwaren uitge- noodigd om zich op het plein van het Louvre te vereenigen, teneinde zich van daar naar het stadhuis te begeven. Tegen half elf uren verschenen zes leden van de commune met roode sjerpen over de borst, waar aan gouden kwasten hingen, vergezeld van de leden van het hoofdcomité der nationale garde, die om het middel roode sjerpen met zilveren franjes droegen Zij waren begeleid door een bataljon van de nationale garde met een korps muziekanten aan het hoofd en aangevoerd door vier officieren van den staf. In de nabyheid van het Louvre en in de RuedeRivoli bewoog zich een groote menigte menschen. Te elf uren begaf de stoet zich van het Louvre naar het stadhuis. Een voorhoede van het 71e bataljon opende den trein, voorafgegaan door vijf kolonels van de nationale garde op prachtige paarden en gevolgd door een muziekkorps dat de Marseillaise speelde. Daarachter volgden, omgeven door de leden van de commune en het hoofdcomité, de grootwaardigheidsbe- kleeders van de vrijmetselaars. Hieronder bevonden zich echter geen grootmeestershoogwaardigenof aartsdia kens; alleen de rang der diakens was vertegenwoordigd. Deze groep werd gevolgd door de afgevaardigden der loges, voorafgegaan door hunne banieren. Aan het hoofd ging een artillerist die een wit vaandel droeg, waarop men las: „Laten wij elkander liefhebben Yan de Fransche vrijmetselaars waren 120 loges ver tegenwoordigd; evenveel banieren telde men in den stoet. Daarby zag men dragers van verschillende onderscheidingsteekenen zelfs een groot aantal vrou wen met de teekenen der vrijmetselaars. Bij de groote trap van het stadhuis gekomendie met roode klee- den was belegd en versierd met draperiën van gelijke kleur nam de „burger" Felix Pyat het woord om de vrijmetselaars geluk te wenschen met deze demonstratie. Iedere handeling meende hij zou ia de geschiedenis van Frankrijk en van de menschheid steeds in herinnering blijven. Natuurlijk werd zijn rede telkens afgebroken door en besloten met de kreten„Leve de republiek! leve de commune Een ander lid van de commune, de „burger" Beslay, sprak eenige woorden en drukte daarna een der in zijne nabijheid staande vrijmetselaars in een vlaag van broe derlijke genegenheid aan het hart. Vervolgens nam de „burger" Meilief bet roode vaandel dat de commune van Parijs aan de vrijmetselaars aanbood en zeide: „Dit is de banier van de algemeene vrede de banier van onze ge meenschappelijke rechten waar wij ons allen omheen moeten scharenopdat in 't vervolg niemandhoe mach tig hij ook moge zijn, ons weder tegen elkander kunne opzetten, anders dan om elkander te omhelzen." Hierop werd door een vrijmetselaar geantwoord, doch men kon niet verstaan wat hij zeide. Evenwel werd de redenaar warm toegejuicht en hij eindigde met de woor den: „Thans burgers, geen woorden meer; aan het werk." De stoet ging naar de poort van Maillot. Een aanzien lijke menigte had zich op de Place de Concorde en in de Champs Elysées geplaatst. Het kanon had zich slechts zwak doen hooren, cn men vertelde dat het schieten ge staakt was om de aankomst der vry metselaars. Bij den Are de Triomphe bevonden zich vele nieuwsgierigen. Eensklaps echter dreunde weder een schot en sprong een bom op de hoek van de Avenue de Alma. Iedereen vluchtte en de Champs Elysées waren weldra verlaten. De schoten volgden elkander nu spoedig op. Het bevel werd gegeven dat van alle huizen de deuren geopend moesten wordenopdat de menigte zich zou kunnen bergen. Tegen drie uren ging de stoet door de Avenue de Friedland en kwam op de hoogte van de Rue de Pres- bourg. De leden van de commune en van het hooldcomité plaatsten zich aan weerzijde van de Are de Triomphe en eene commissie van de vrijmetselaars richtte zich naar de Porte Dauphine. De schoten bedreigden steeds de nieuwsgierigen die by de Are de Triomphe hadden post gevat. In de Avenue de la grande amée sprong een bom doch de afgevaardigden der vrijmetselaars vervolgden steeds hun weg. De nationalen en de nieuwsgierigen riepen „Leve de commune! De bommen volgden elkander voortdurend op; geluk kig werd niemand gewond en alleen de huizen getrof fen. By de poort van Maillot hingen 12 banieren met verschillende opschriften. Vandaar ging eene afdeeling van de vrijmetselaars met een witte vlag naar de troepen van Versailles, om aan den staf te berichten dat de vrij metselaars van Parijs, teneinde den burgeroorlog te doen eindigen hun witte banier naast de roode vlag hadden geplant, eu dat, indien die banier door de kogels der linietroepen werd getroffen, alle Fransche vry metselaars zich voor de commune zouden verklaren. Zooals bekend is werd slechts aan een drietal leden van de vrijmetselaars toegestaan om zich naar Versailles te begevenwaarvan echter een denzelfden avond naar Parijs terugkeerde. £janöclsbmcl)tcn. Prijzen van effecten. Amsterdam 3 Mei 1871. Nederland. *Certific. Werkelijke schuld 2-V pet. 52}$ *dito dito dito 3 62$ *dito dito dito 4 83$

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1871 | | pagina 3