op materieel gebied, denoeg voor de belangen der ont
wikkeling van de algemeene welvaart wil zorgen.
De heer van Houten repliceert op verschillende beden
kingen en geeft daarbij onder anderen te kennen, dat hij
de commune met hare ruwe vormen niet verdedigt, maar
alleen het beginsel ontdaan van de ruwe vormen voor
staat. Ten aanzien van den census, geeft hij in overwe
ging om door een eenvoudige wijziging der belasting
wetten de bevoegdheid te verleenen om de belasting op
naam van den huurder te stellen. Daardoor zou bij het
beginsel dat capaciteiten moeten optreden als kiezers
de meesten in die categorie vallen.
De heer Vader verwacht van de minister van binnen-
landsche zaken medewerking tot wegneming der grieven
tegen het lager onderwys.
Na repliek van de heeren Bichon, Sinidt Idserda en
Zylker wordt het woord verleend aan den minister
van financiëndochwegens het gevorderde uur de ver
gadering verdaagd.
öuitmlanïr.
Algemeen overzicht.
De burgeroorlog is deze week een nieuw stadium inge
treden. De lang beloofde decisieve aanval door de
regeeringstroepen tegen het weerspannige Parijs heeft
een aanvang genomen, en is tot dusverre met gunstig
gevolg bekroond. In de zitting der nationale vergadering
van Donderdag heeft Thiers den stand van zaken bloot
gelegd, en medegedeeld dat het leger thans zoodanig
gewapend en georganiseerd was, dat de regeering in
staat gesteld was, om krachtige maatregelen te nemen,
die met de beschieting van bet fort Issy begonnen waren.
Het hoofd van het uitvoerend bewind verdedigt met
enkele woorden de houding welke de regeering tegen
over de oproerlingen heeft moeten in acht nemen, en
geeft de verzekering dat zij niet eerder in staat geweest
is, om door de ontwikkeling van meerdere krachten
aaa den treurigen broedermoord een einde te maken.
Hij betreurt de wreede noodzakelijkheid, om een strijd
tot het uiterste tegen Fransche burgers te voeren voor
de verdediging der nationale eenheid en der ware vrij
heid; hij vangt dien echter met een gerust geweten aan
omdat het recht is aan de zijde der wettigedoor geheel
Frankrijk gekozene regeering. Ten slotte verdedigt
Thiers de nationale vergadering tegen het vaak verno
men verwijt, als zou'zij reactionair zijnintegendeel noemt
hij haar zeer liberaal en verklaart, dat niemand aansla
gen tegen de republiek smeedt.
Deze laatste verklaring maakt waarlijk een belache-
lijken indruk. Ten eerste schijnt Thiers het noodig te
achten dit certificaat van liberaliteit der vergadering
haar in hare eigene zitting op te dringen, waarschijnlijk
omdat het anders bijna niemand harer leden in de ge
dachte zou komendit van de vergadering denken, enten
tweede geeft hij zich zei ven daardoor het praedicaat van
liberaal, terwijl reeds zoo menige handeling deed zien,
dat hij nog steeds de man van voor 1848 is en zijne reac
tionaire zucht tot centralisatie nog volstrekt niet heeft
laten varen. Het schijnt, dat niemand der leden het noo
dig acht, om de herhaalde verklaringen van Thiers, dat
de nationale vergadering waarlijk liberaal is en niets
anders erlangt dan het behoud der republiek, tegen te
spreken, misschien wel omdat bijna ieder van het tegen
deel overtuigd is. Of hij er echter in slagen zal, om, door
voortdurend op dit aanbeeld te slaan, de meeningen der
vergadering te wijzigen en Frankrijk aan zijne verkla
ringen te dezen opzichte geloof te doen slaan, mag men
met reden in twijfel trekken.
De zitting van gisteren was niet minder belangrijk,
door de mededeelingen van den minister van finan
ciën, den heer Pouyer-Quertier, bij gelegenheid van de
aanbieding van een wetsontwerp tot het openen van
een nieuw krediet voor het onderhoud der Duitsche
troepen. Dit krediet is noodig geworden, zeide hij,
tengevolge van den langen duur van den opstand,
die volgens de verklaring van von Bismarck in den
rijksdag een groote Duitsche troepenmacht noodzake
lijk maakte. De minister verdedigde vervolgens de
regeering tegen de rechtstreeksche en zijdelingsche
beschuldigingen door den rijkskanselier bij die gele
genheid aan Frankrijk toegevoegd. Hij verklaarde, dat
alle verplichtingen, aan Frankrijk bij de vredespreli-
minairen opgelegd, geregeld en met de uiterste nauw
keurigheid nagekomenen zelfs de vervallen termijnen
van de kosten van onderhoud der Duitsche troepen
voldaan waren. „De verplichtingen, hoe zwaar die
ook op Frankrijk drukken mogen, zullen op loyale
wijze nagekomen worden, zooals het een Fransch
gouvernement betaamt."
Wanneer men Thiers en zijne ministers zoo vaak
zonder eenige achterhoudendheid hoort verklaren,
dat zij in allé opzichten de regeeringshandelin-
gen aan de vergadering zullen mededeelenen men ziet
dan bij iedere gewichtige aangelegenheid hunne
openhartigheid, dan kan men nauwelijks twijfelen aan
de eerlijkheid van het gouvernement, dat reeds zoo vaak
van oneerlijkheid beticht werd. De geschiedenis echter
zal moeten leeren, of deze regeering waarheid sprak,
doch voor de toekomst van Frankrijk en voor den
inwendigen vrede is het te hopen, dat later niet blijken
zal, dat ook dit gouvernement evenals zijne voorgan
gers het met de waarheid niet zeer nauw nam en daar
door het weinige vertrouwendat het bij velen slechts
geniet, geheel verloor. Bevatten de mededeelingen van
den heer Pouyer-Qiiertier waarheid, dan verdienen
de zware beschuldigingen van von Bismarck, dat Frank
rijk pogingen in het werk steldeom een gedeelte harer
verplichtingen van zich af te schuiven en andere voor
waarden te bedingenscherpe afkeuring, daar zij er dan
slechts toe kunnen dienen, om de regeering, die hij
voorgeeft zedelijk te steunen, in diskrediet te brengen.
Het gevecht bij Parijs houdt met verbittterde woede
aan. Volgens de berichten der commune lijden de insur-
genten zeer veeldoch neemt men nog nergens ontmoe
diging waar, integendeel verklaart bij voorbeeld de be
zetting van het fort Issy, dat, ofschoon men daarin
nergens-meer tegen het vreeselijk vuur van de batte
rijen der regeering beschut is en het geheele fort letter
lijk door kogels doorboord is, zij niet met het beantwoor
den van het vijandelijk vuur wil ophouden. Volgens een
regeeringstelegram is deze beantwoording echter zeer
gering en wordt slechts nog nu en dan een schot gelost.
De werken van aanval vorderen goed en weldra ver
wacht men, dat dit fort in de handen der regeerings
troepen vallen zal.
Ook het kanonvuur tegen de westzijde van Parijs is
gisteren weder met meer kracht vo ortgezet, en is vooral
op de Porte des Ternes en op de bastions bij Auteuil, de
poort van St. Cloud en le Point du jour gericht. De
voornaamste strijd schijnt nog steeds door de wederzijd?
sche artillerie gevoerd te worden, terwijl slechts verken
ningen tot kleine schermutselingen aanleiding geven,
waarbij beide partijen zich de overwinning toekennen.
Deze gevechten schijnen echter van zeer ondergeschikt
belang te zijnten minste leverden zij nog voor geen der
partijen eenig praktisch gevolg op.
De mededeeling der Kreuz-Zeitung aangaande de
bedreiging van von Bismarck, gisteren in ons overzicht
opgenomen, schijnt ook waar geweest te zijn, ten min
ste heden wordt uit Berlijn gemeld, dat de gedelegeerde
voor den oorlog, de generaal Cluseret, aan generaal
Fabrice geantwoord heeft, dat hij in de commune de in
vrijheidstelling van den aartsbisschop van Parijs bene
vens van alle andere geestelijken zal voordragenen
zich met een gunstig antwoord vleit. De reden der be
langstelling van von Bismarck voor den aartsbisschop
is echter nog volstrekt niet opgehelderd.
De Engelsche ministerpresidentde heer Gladstone
heeft in het lagerhuis verklaarddat de regeering ook
het voorstel tot heffing van recht op erfenissen en
legaten heeft ingetrokkenen slechts uit eene verhoo
ging van den income-tax het geheele tekort zal dekken.
De leider der oppositie, de heer Disraëli, heeft daarop
zijne motie van wantrouwen in de regeering ingetrok
ken. Van de schoone en vernuftige berekeningen tot
dekking der kosten voor de legerorganisatie van den
minister Lowe is dus ten slotte niets overgebleven.
Laatste berichten.
Parijs28 April 's avonds.
De regeeringstroepen doen een algmeenen aanval. Er
is op zeven verschillende plaatsen gevochten. Er worden
groote barricades in de stad opgeworpen.
De aanvoer van levensmiddelen is schaarsch. Bij
decreet der commune worden de spoorwegmaatschappijen
gelast, om 2 millioen te storten.
Versailles28 April.
Den 'ganschen dag is een levendig vuur op de forten
aan het zuidelijk front van Parijs onderhouden, het
welk slechts uit het fort Vanvres krachtig beantwoord
is. Verder is er niets belangrijks voorgevallen.
Men verneemt, dat te Parijs het aantal der strij
dende insurgenten van dag tot dag vermindert. Le
Francais schat het totaal van de actieve troepen der com
mune niet hooger dan 25,000 man.
Ie wapenschorsing te Parijs.
De zoozeer gewenschte wapenschorsingom aan de
ongelukkige bewoners van den omtrek van Parijs aan
de westzijde der stad gelegenheid te verschaffen zich
in veiligheid te begeven, had eindelijk op den 25«
dezer plaats, dank zij de goede pogingen van hetrepu-
blikeinsc-h verbond. Reeds den avond te voren en ook
des morgens was door roode aanplakbiljetten, door
het verhoud overal verspreid, bekend gemaakt, dat de
vijandelijkheden van des morgens 9 uren tot des avonds
5 uren zouden worden gestaakt, maar men had verzuimd
om de voorwaarden der wapenschorsing mede te deelen.
Tengevolge van dit bericht, dat geen beperkende bepa
lingen bevatte, stroomde des morgens een menigte men-
schen naar de poorten, in de hoop van te zullen worden
doorgelaten. Velen werden alleen door nieuwsgierigheid
gedrevenmaar ook velen wenschten hulp te gaan ver
leenen, indien dit nog noodig kon zijnaan bloedver
wanten of vrienden. Groot was daarom de teleurstelling
toen men vernam, dat men van een pas, afgegeven door
den grooten staf, voorzien moest zijn.
Onbekend met den toestand van de poort van Maillot,
die door het geschut van den Mont Valórien en de bat
terijen van de brug van Neuilly in een puinhoop was
veranderd, begaven de meesten zich naar die poort,
doch werden aldaar naar de poort des Ternes verwezen.
Bij deze poort bevond zich een groot aantal officieren
van de opstandelingen, vooral officieren van gezondheid,
allen in'prachtige uniformen, schitterende van gouden
en zilveren borduursels. Ieder die geen pas had werd
onmiddellijk den doorgang geweigerd, net getal der
geroepene was groot, maar dat der uitverkorenen zeer
gering.
De autoriteiten waren doof voor de vurigste smeekin
gen, zoodat verscl eidene aandoenlijke tooneelen plaats
hadden. Vrouwen en kinderen waren belast met allerlei
levensmiddelen, toegesneld met een hart vol blijdschap
en hoop, en plotseling werd aan al hun geluk den bodem
ingeslagen. Do vrouwen en kinderen weenden, de man
nen morden, dreigdenmaar kreten, geween, bedreiging
alles was te vergeefs.
Een correspondent van een Belgisch blad verhaalt, dat
toen hij voorzien van zijn pas gereed stond om met een
rijtuig de stad te verlaten, zich een weenende vrouw
voor hem op de kniëen wierp en hem smeekte om het
brood en den wijn, die zij had meegebracht, te willen
meenemen naar het huis n° 167 in de Avenue de Neuilly,
alwaar haar driejarig zoontje was, van wien zij in een
maand niets had vernomen.
Hij verklaarde zich bereid om aan het verzoek der
wanhopige moeder te voldoen; daar echter het aangewe
zen huis binnen de voorposten van de liuietroepen lag
kon hij het niet bereikenmaar een soldaat bracht de
levensmiddelen voor hem over en gaf hem tevens de
verzekering, dat de kleine gezond en veilig was.
Om het vertrek van de inwoners van Neuilly gemak
kelijk te maken had het republikeinsch verbond er
een aanzienlijk aantal en allerlei soort van rijtuigen
en voertuigen heengezonden. De Avenue de Neuilly
lag vol met allerlei stukken en scherven. Er was geen
huis dat niet de sporen van de bommen droeg. Geen
lantaarn, geen boom, geen bank geen koepel was
onbeschadigd gebleven. De wapenschorsing heeft aan
ieder de overtuiging kunnen gevendat de op
standelingen steeds zijn teruggetrokken, want de
voorposten van het leger van Versailles, in dubbele rij
in de geheele Avenue opgesteld, stonden tot aan de
Rue Deleau.
Een barricade door de opstandelingen aangelegd, die
dwars over de Avenue van de Rue de Graviers naar
de Rue des huissiers loopt,'is door de troepen van Ver
sailles bezet. Thans waren de opstandelingen weer
bezig, om een barricade aan te leggen op den Boulevard
Inkermann.
Waren de autoriteiten van de commune aan de poort van
Parijs lastig geweest tegenover hen die de stad wilden
verlaten, de kommandantvan de voorposten der linietroe
pen te Neuilly was nog veel strenger. Niemand mocht de
lijn der voorposten overschrijden, noch afgevaardigde van
het verbond, nochgeneesheerennoch leden van de inter
nationale, en toch woonden binnen die linie het grootste
aantal van hen die het meest hadden geleden. De klach
ten en bedreigingen die hierdoor ontstonden namen voor
een oogenblik een zóo ernstig karakter aandat de
kommandant aan zijne manschappen bevel gaf om hunne
geweren te laden. Dit was echter voldoende om de
menigte uit elkander te doen stuiven. De schildwachten
behoorende tot het 45e linieregiraent, konden niet ge
rekend worden tot hen die licht de kolf omhoog zouden
stekenwant zij toonden zich tegenover de opstandelin
gen alles behalve verzoeningsgezind.
De inwoners van huizen die door de linietroepen
waren bezet toonden weinig geneigdheid om te vluchten;
de militaire intendance voorzag allen die er om vroegen
van levensmiddelen. Van de huizen vooraan in de Avenue
Saint Foi was slechts een puinhoop overgebleven. Do
opstandelingen hadden die huizen bezet om vau daar op